De roots van Samir Nasri: ‘Hij had veel persoonlijkheid, maar een bad boy? Nee, dat niet.’

© belgaimage - christophe ketels
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Wanneer Samir Nasri huilt, huilt La Gavotte Peyret mee. En het succes van Nasri straalt ook af op de wijk waar hij tot zijn 21e gewoon Samir was. Flashback naar de periode toen heel Marseille aan de voeten van zijn prins lag.

In de ochtend van 1 mei 2014 wordt de buurt rond de wijk La Gavotte Peyret, een cluster van drie hoge woontorens en enkele kleinere blokken, opgeschrikt door een macabere vondst. Op een verlaten parkeerterrein komt een wandelaar oog in oog te staan met een Renault Twingo waarin het lichaam van een twintiger half over het stuur hangt. Afgemaakt met twee kogels in het hoofd. Het was dat jaar de tiende afrekening in het idyllische departement Bouches-du-Rhône dat aan de Côte d’Azur rust.

Dat soort taferelen behoort inmiddels tot het verleden in Septèmes-les-Vallons, een gemeente die gekneld zit tussen de autosnelwegen A7 en A51 en de achtergestelde noordelijke districten van Marseille, Plan de Campagne, met 250.000 vierkante meter de grootste aaneengesloten commerciële zone in Europa. In La Gavotte Peyret hebben ze momenteel vooral last van mannelijke zangcicaden die zich in bomen nestelen en een oorverdovend concerto inzetten om het vrouwelijke geslacht te lokken. Hier en daar, tussen de wirwar aan waslijnen, wappert de Algerijnse vlag. Het is een herinnering aan de spontane vreugde-uitbarstingen die gepaard gingen met de zege van Algerije op de Afrika Cup enkele dagen eerder. Een feeërieke wandschildering herinnert elke bezoeker eraan in welke cité hij is geland. Bienvenue à la Gavotte. C’est du propre dans mon quartier.

De mama had slechts één eis: ik moest mij persoonlijk over Samir ontfermen. Ze hadden de papieren anders nooit getekend.

Roger Giovannini, jeugdtrainer bij Marseille

Tot 2008 had Samir Nasri zijn domicilie in deze enclave binnen Septème-les-Vallons die 1500 van de 11.000 inwoners herbergt. Bij de oplevering van de woonunits eind jaren zestig was het bedoeld als transitzone voor grote gezinnen afkomstig uit de Maghreblanden die de voormalige sloppenwijken van Marseille bewoonden. De wijk is intussen een samenraapsel van eerste, tweede en derde generatie Fransen met roots in Algerije, Senegal, de Comoren, Madagaskar, Cambodje, Armenië en Marokko. Mensen houden hier van Marseille, maar ze zijn vooral fier dat ze in Septème wonen. ‘In Septèmes heerst er nog een dorpsmentaliteit’, zegt Riad Boukhiane, een jeugdvriend van Nasri. ‘Voor mensen uit Marseille is dat hier het platteland. ( lacht) Nu kunnen tieners naar het middelbaar onderwijs gaan hier in de gemeente. Vroeger moesten we les volgen aan het college in Sainte-Antoine, iets verderop in het 15e arrondissement van Marseille, en we werden er als vreemden aangekeken. Dat we een beetje geïsoleerd zijn van de rest van de stad heeft voor- en nadelen. Enerzijds hadden we geen last van hangjongeren uit andere wijken – we zagen elkaar enkel op wijktornooien. Anderzijds was er geen openbaar vervoer om rechtstreeks naar Marseille te gaan. Nu komt er om de 45 minuten een bus langs, maar toen Samir en ik jong waren moesten we soms te voet naar het strand in l’Estaque gaan. Als we geluk hadden, werden we door iemand afgezet met de auto.’

Cruisen met Ribéry

Wie wil overleven in La Gavotte Peyret moet de mouwen opstropen. Elke dag opnieuw. De armoede loert om elke hoek en de toekomstperspectieven voor jongeren zijn verre van rooskleurig. De bevolking moet zelfs vechten om recht te hebben op een minimale openbare dienstverlening zoals vervoer en gezondheidszorg. Maar het is het soort wijk waar de goede vrede bewaard wordt omdat de sociale controle groot is. ‘Ook de buurman neemt deel aan de opvoeding van jouw kind’, bevestigt straathoekwerker Djelloul Ouaret, die ook de eerste trainer was van Nasri bij Sporting Club Gavotte Peyret. ‘Hij zal niet wegkijken als een van je kinderen een stommiteit begaat. Integendeel. Hij zal jou aanklampen om te zeggen dat hij jouw zoon heeft zien roken. Samir werd niet alleen door zijn ouders opgevoed, maar ook door zijn ooms, tantes en buren.’

Hocine Bensaid, de oom van Samir Nasri: 'Samir werd te veel blootgesteld aan de vijandschap van sommige journalisten.
Hocine Bensaid, de oom van Samir Nasri: ‘Samir werd te veel blootgesteld aan de vijandschap van sommige journalisten.© belgaimage – christophe ketels

Mama Wacila en papa Abelhamid Nasri zijn intussen tien kilometer noordwaarts verhuisd naar Cabriès. Toen hun zoon op zijn 17e zijn eerste contract op zak had bij L’Olympique de Marseille wilden ze niets weten van een verhuis. Het opkomende talent van het Franse voetbal bleef dus in een bescheiden appartement wonen met zijn ouders, zijn twee broers en zijn zus. Ouaret herinnert zich nog levendig hoe de wijk plots een toeristische trekpleister werd. ‘Mensen waren nieuwsgierig. Ze wilden zien waar Samir precies woonde… Aangezien hij nog toen nog geen rijbewijs had werd hij met de gezinswagen, een Renault Espace, naar de trainingen gevoerd. Af en toe zagen we Franck Ribéry en Djibril Cissé met hun dure sportwagen defileren om Samir op te halen of af te zetten. Voor hen was het wellicht de eerste keer dat ze zich in het noorden van Marseille waagden. De spelers werden door de club aangeraden om zich in de zuidelijke periferie van Marseille te vestigen. Of aan de Côte d’Azur in super beveiligde plaatsen zoals Cassis. Die locaties konden niet verder afstaan van de wijk waar Samir woonde.’

De familie Nasri is nog alomtegenwoordig in Septèmes-les-Vallons. De tweelingbroers spelen bij FC Septèmes, de vader komt elk weekend zijn boodschappen doen in de buurtwinkel en de grootouders wonen er nog. Nasri van zijn kant verleent op geregelde tijdstippen financiële steun aan het Centre Social La Gavotte Peyret – via die organisatie was hij als kleine jongen ooit te gast in het jeugdhuis van Angleur in Luik. Nasri beschouwt La Gavotte als een oase van rust. Het is een schuiloord waar hij op zijn gemak kan herbronnen zonder de verstikkende druk van de buitenwereld te moeten trotseren. De buurtbewoners zien in Nasri immers geen stervoetballer. Hij is gewoon een van hen. ‘Septèmes is zijn thuis en daarom laten ze hem met rust’, bevestigt Ouaret. ‘Toen Samir zijn dopingschorsing van achttien maanden uitzat, heeft hij hier in alle discretie aan zijn comeback gewerkt. Samir vroeg aan de mensen uit de wijk om geen foto’s van hem te nemen en dat werd gerespecteerd. In juni van dit jaar heeft hij een deel van zijn voorbereiding afgewerkt met de A-ploeg van FC Septèmes. Geen enkele speler heeft zich daar vragen bij gesteld. Voor hen is Samir een doorsneejongen van hier. Punt.’

Blinkende velgen

Veel mensen die van ver of dichtbij Nasri zien opgroeien, geloven dat hij voorbestemd is om te schitteren. Althans buiten zijn natuurlijke habitat. Bij zijn wijkploegje Sporting Club Gavotte Peyret zijn er niet genoeg leeftijdsgenoten om een ploeg in te schrijven en bij gebrek aan beter gaat hij voor de buren van J.S. des Pennes Mirabeau voetballen in het Stade Basile Boli. Ruim een jaar later zet een tip van een aandachtige toeschouwer Nasri op weg naar Marseille. ‘De eerste die Samir live aan het werk zag, was mijn vader’, zegt Roger Giovannini, toen verantwoordelijk voor de U11, U12 en U13 bij Marseille. ‘Ik gaf de naam door aan de scouts en ze kenden hem al. In het verleden waren er al contacten gelegd, maar het bestuur van J.S. des Pennes Mirabeau wilde niet meewerken aan een transfer. Hoewel hij niet bij ons was aangesloten én een jaar jonger was, lieten we hem toch meedoen aan een tornooi in de buurt van Firenze. We verloren de finale, maar alle ploegen hadden Nasri ontdekt. Ajax, Inter, AC Milan: iedereen wilde hem. Wij wilden hem uiteraard ook halen, maar alles werd afgeblokt door zijn club. Sommige bestuursleden waren vrij duidelijk geweest tegen mij: ‘Samir zou nooit naar Marseille gaan.’ De officiële reden? Hij was te jong om vrij te geven. Ik denk dat ze uit waren op iets. Geld of iets anders.’

Wachten op het fiat van J.S. des Pennes Mirabeau is voor Giovannini geen optie meer. Bovendien zijn de ouders van Samir niet op de hoogte. Op een uur is alles geregeld met de familie Nasri. Achteraf werd Marseille door mensen van Nasri’s ex-club beschuldigd van kidnapping. Giovannini: ‘De mama had slechts één eis: ik moest mij persoonlijk over Samir ontfermen. Ze vertelde het mij onlangs nog: ze hadden de papieren nooit getekend, mocht ik toen niet hebben toegezegd. Twee jaar lang ben ik Samir drie keer per week thuis of op school gaan ophalen. En na de training en wedstrijden zette ik hem aan zijn voordeur af. Zodoende werd ik een beetje zijn grote broer. Tijdens een van onze autoritten kwam een gesprek op gang over Zinédine Zidane. Het was niet zijn idool, maar hij apprecieerde hem enorm. Hij vertelde toen dat hij heel tevreden zou zijn mocht hij een derde van Zidanes carrière kunnen afleggen. Ik had hem al lachend geantwoord: als je profvoetballer wordt, dan geef je mij de velgen van een van jouw auto’s…’

Djelloul Ouaret, een van de straathoekwerkers in La Gavotte Peyret, te midden van een groep kinderen die op kamp zijn op de school waar Samir Nasri zat.
Djelloul Ouaret, een van de straathoekwerkers in La Gavotte Peyret, te midden van een groep kinderen die op kamp zijn op de school waar Samir Nasri zat.© belgaimage – christophe ketels

Mama Wacila is het typevoorbeeld van de moederkloek. Ze is heel bezitterig wat betreft Samir en praat nu nog over haar zoon alsof hij een kleine jongen is. De twee hebben een bijzonder hechte band die zelfs onverklaarbaar is voor de andere leden van de familie. Met haar drie andere kinderen is ze ook close, maar met Samir bouwt ze met de jaren een passionele relatie op. Omgekeerd neemt Samir zijn rol van overbeschermende zoon op. ‘We bouwen een beschutting rond onze moeders’, aldus Boukhiane. ‘Ik ben zo, Samir is zo en mijn vrienden ook. Het zit in onze cultuur ingebakken. Wij worden ook in een milieu grootgebracht waarin het niet gebruikelijk is om op jonge leeftijd de familiale cocon te verlaten. Je moet al een gegronde reden hebben om het ouderlijke huis te mogen verlaten. Vroeger was het nog veel erger. Ik werd ooit benaderd door Nice, maar voor mijn moeder was er geen sprake van dat ik zou vertrekken. Ik kan mij inbeelden dat het voor de ouders van Samir niet gemakkelijk was om hun zoon op internaat te sturen.’

Nasri integreert zich geruisloos op La Commanderie, het oefencomplex van Marseille. Zijn kamer, die hij elke morgen perfect opgeruimd achterlaat, wordt door het opleidingshoofd Robert Nazaretian zelfs gebruikt om ouders rond te leiden op het internaat. Een keer moet Giovannini ingrijpen wanneer Samir en zijn beste maatje Ahmed Yahiaoui enkele capriolen uithalen. ‘Meer dan wat stoerdoenerij was het niet, maar ik heb hen op een kordate manier verteld wat ik van hun attitude vond. Ik had hen bij Marseille binnengehaald en hun gedrag was een gebrek aan respect tegenover mij. Ahmed kreeg tranen in de ogen, maar Samir gaf geen kik. Dat was typisch Samir. Hij had veel persoonlijkheid. Maar een bad boy? Nee, dat niet.’

Dollen met Diawara

Vanaf de U15 vormt Nasri een gouden driehoek op het middenveld met Yahiaoui en Thomas Deruda. Nasri is de losbandige spelverdeler, Yahiaou laat zich opmerken met zijn groot spelvolume en Deruda is de man van de nauwkeurige lange ballen. ‘Mensen kwamen niet naar de match voor de ploeg, ze kwamen louter voor Nasri’, weet Deruda, die een tiental wedstrijden speelde voor de A-ploeg. ‘Ik herinner mij een match tegen Nîmes. Bij de rust stond het 0-0 en de trainer maande Samir aan om eindelijk wakker te worden. Die opmerking prikkelde hem. Hij dribbelde zeven spelers en joeg de bal in de winkelhaak. We wonnen die match met 1-0. Soms had hij het zwaar door de vele opofferingen die hij moest maken. Je moet weten dat wij geen normale jeugd hebben gehad. Vanaf 12 jaar stond alles in het teken van voetbal. In juli hadden we drie weken vakantie en dat was het. We waren altijd op de baan en moesten slaap inhalen op de bus. We waren door het dolle heen toen we op ons 16e tijdens de kerstvakantie voor het eerst een discotheek bezochten. Le Millenium als ik mij niet vergis. Het was onze eerste stap in de wereld van de volwassenen en we werden ook geconfronteerd met meisjes.’

Roger Giovannini, jeugdtrainer bij Marseille, moest Samir Nasri wel eens tot de orde roepen. 'Maar een bad boy? Nee, dat niet.'
Roger Giovannini, jeugdtrainer bij Marseille, moest Samir Nasri wel eens tot de orde roepen. ‘Maar een bad boy? Nee, dat niet.’© belgaimage – christophe ketels

Op 12 september 2004, vier maanden na zijn triomf op het EK U17, is het zover: Nasri maakt zijn langverwachte debuut voor Marseille op het veld van Sochaux. In La Gavotte Peyret wordt er voor de gelegenheid een groot scherm geïnstalleerd op het terras van de plaatselijke snackbar. OM tv, de clubzender, is ook van de partij. De mensen dragen het shirt met rugnummer 22 van Nasri en ze zien hoe hun held Souleymane Diawara helemaal gek maakt. Die dag geeft Nasri gestalte aan zijn toekomstige personage: de kleine prins van Marseille. In la Cité phocéenne hebben de supporters hun nieuwe ‘minot’ gevonden waarmee ze zich kunnen identificeren. ‘Nasri is een speler made in Marseille‘, zegt Deruda. ‘Hij heeft de droom waargemaakt van duizenden jongeren uit het noorden van de stad. Paradoxaal genoeg drong het pas tot de supporters door hoe goed hij was toen Arsène Wenger hem bij Arsenal kocht.’

Vete met Deschamps

Met de doorbraak van Nasri beseft het clubmanagement dat het potentieel aan voetballers in de regio haast onuitputtelijk is. ‘Er wordt vaak gezegd dat er naast Nasri de laatste twintig jaar geen jeugdspelers zijn doorgebroken bij Marseille. Dat klopt maar gedeeltelijk’, zegt Nazaretian, momenteel een van de raadgevers van voorzitter Jacques-Henri Eyraud. ‘ Cédric Carrasso, Seydou Keita, Mathieu Flamini, de broers Jordan en André Ayew, Garry Bocaly, die kampioen is geworden met Montpellier, en ik vergeet er wellicht nog een paar. Ik kan een ploeg vormen met spelers die bij OM zijn opgeleid en nu nog voetballen. In Frankrijk zou niemand die ploeg kunnen kloppen… In Marseille geven we de trainers niet de tijd om met jongeren te werken. Uiteindelijk is Samir de speler die het verst is geraakt. Hij wordt vaak bekritiseerd, maar hij had wel de mentaliteit om te slagen. En hij heeft bewust zijn contract verlengd om Marseille langs de kassa te doen passeren. Samir was gehecht aan Marseille. Zelfs na het EK van 2004, toen alle Europese topclubs hem wilden, wisten we dat hij zijn eerste profcontract bij ons zou tekenen.’

In de basisschool Ecole élémentaire Langevin-Wallon zijn ze Nasri niet vergeten. Een kind van hooguit tien jaar becommentarieert de dopingschorsing van zijn stadsgenoot. ‘Nasri heeft zich niet gedopeerd. Hij was gewoon erg ziek’, klinkt het uit de onschuldige mond van het knaapje.

Nasri is duidelijk nog zeer geliefd in La Gavotte Peyret. Het deed de hele wijk dus pijn dat de familie meegesleurd werd in de vete tussen Nasri en Didier Deschamps. In de Franse media werd Nasri zelfs versleten voor boefje dat van thuis uit een slechte opvoeding had gekregen. ‘Samir heeft veel goeds gedaan. En hij heeft ook slechte keuzes gemaakt’, zegt Hocine ‘Coco’ Bensaid, Nasri’s oom langs moederskant. ‘Een ding begrijp ik niet. We vragen aan voetballers om echte winnaars te zijn, we gebruiken zelfs de krachtterm ‘killer’. Maar als een speler authentiek is en voor zijn mening durft uit te komen wordt hij belasterd. Samir werd te veel blootgesteld aan de vijandschap van sommige journalisten. En zo’n behandeling had hij zeker niet verdiend.’

Samir Nasri in het shirt van Anderlecht, waar hij met rugnummer 14 gaat spelen.
Samir Nasri in het shirt van Anderlecht, waar hij met rugnummer 14 gaat spelen.© belgaimage – christophe ketels

Nasri kroop even in de huid van kaassmokkelaar

Na het winnen van een lokaal, departementaal en regionaal tornooi mag Djelloul Ouaret, de eerste trainer van Samir Nasri, in de zomer van 1996 samen met zijn team naar Parijs afreizen om er deel te nemen aan de nationale finale van het Kids Foot Challenge. De Franse international Didier Deschamps is op dat moment peter van het evenement en de organisatie voorziet gratis overnachting in het nationaal voetbalcentrum in Clairefontaine. De verbazing is dus groot wanneer de delegatie uit Marseille ter plaatse te horen krijgt dat enkel de ouders recht hebben op kost en inwoon. Ouaret en de tweede begeleider staan letterlijk op straat. ‘Voor de meeste families was een treinticket heen en terug Marseille-Parijs onbetaalbaar. Laat staan dat ouders hun ticket en dat van hun kroost konden betalen. Wij hebben dus geld bij elkaar geschraapt om de reis van de jongens te bekostigen’, aldus Ouaret. ‘We hadden geen extra geld voorzien om te logeren en te eten omdat we dachten dat de voetbalbond ons had meegerekend. We hebben inderhaast een hotel moeten zoeken in de buurt dat uiteraard niet gebudgetteerd was. De spelers werden in het Stade de France uitgenodigd voor Frankrijk-Mexico en ze liepen regelmatig Zinédine Zidane, Didier Deschamps en Marcel Desailly tegen het lijf. Ze waren heel de dag op het voetbal gefocust. Behalve Samir. Hij dacht: ik heb het hier goed terwijl mijn twee trainers heel de dag buiten zitten en amper te eten hebben. Elke avond smokkelde hij kaas en brood naar buiten zodat wij niet met een lege maag in bed moesten kruipen. Wat Samir toen voor ons heeft gedaan, blijft mij tot vandaag ontroeren.’

Een kleine Samir Nasri, middenonder, en Didier Deschamps, met wie hij jaren later een flinke aanvaring zou hebben bij de nationale ploeg.
Een kleine Samir Nasri, middenonder, en Didier Deschamps, met wie hij jaren later een flinke aanvaring zou hebben bij de nationale ploeg.© belgaimage – christophe ketels

Op vlak van maturiteit was Nasri zijn ploegmaats een stap voor. Geen enkel kind wist bijvoorbeeld dat Clairefontaine een opleidingscentrum was en de verzamelplaats voor de nationale elftallen. Nasri zou zelfs ooit gezegd hebben dat het zijn droom was om ooit in Clairefontaine te zitten. ‘Deschamps had Samir aan het werk gezien tijdens het tornooi. Ik weet nog wat hij zei: ‘Als jij zo voort doet, zullen we jou terugzien in Clairefontaine.’ Iedereen weet hoe het tussen die twee is uitgedraaid…’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content