Woensdag mocht The Times het aankondigen : vanaf volgend seizoen begint de Engelse Football Association met professionele scheidsrechters te werken. Er zullen twee groepen scheidsrechters worden gecreëerd. Een select groepje van 24 topscheidsrechters krijgt een basisvoorschot van 33.000 pond (2.145.000 frank) en per wedstrijd een bonus van 900 pond (58.500 frank). In ruil moeten ze per maand verscheidene dagen ter beschikking staan om naast wedstrijden ook trainingen en bijscholingscursussen te volgen. Dat alles onder de leiding van ex-topscheidsrechter Philip Don. Wie wil, mag een job blijven uitoefenen, maar door de vergoedingen fors op te trekken hoopt de FA de elite alvast in staat te stellen zo goed als professioneel aan de slag te gaan. Ook een tweede groep scheidsrechters – 50 in totaal – zal in ruil voor een (lagere) verloning intenser begeleid worden. Van de elite-assistenten (lijnrechters) krijgen er 48 een vergoeding voor hun trainingsuren; nog eens 188 andere assistenten een lager bedrag.

Het is een nieuwe stap naar professionalisering die men ook in Nederland overweegt. Het persagentschap ANP citeerde donderdag in een persbericht ex-topscheidsrechter John Blankenstein. Hij zei dat Nederland binnen vijf jaar ook met een elite van 22 scheidsrechters (semi-professioneel of professioneel) zal werken. Momenteel krijgt een scheidsrechter er 2000 gulden (36.000 frank) per wedstrijd. Dick Jol, die de finale van de Champions League floot, heeft overigens al geen job meer naast zijn arbitrage.

In België houdt KUL-professor Werner Helsen zich bezig met de begeleiding van de topscheidsrechters. Volgens Helsen is de professionalisering van de arbitrage, die al bestaat in Spanje en Italië, onvermijdelijk met 60 wedstrijden per seizoen. “In die landen zijn scheidsrechters voor een wedstrijd al gauw drie dagen van huis. Een dag voor de verplaatsing, de dag van de wedstrijd en de dag erna om naar huis terug te keren. Dat maakt 180 dagen per jaar, wat de combinatie met een job quasi-onmogelijk maakt.”

Helsen is net terug van de Confederations Cup in Tokyo en Seoel, waar hij de scheidsrechters begeleidde. Hij deed dat al voor de Uefa voor het EK 2000 en zal dat nu ook voor de Fifa voor het WK 2002 gaan doen. In besloten kring brak Helsen onlangs ook een lans voor een intensievere begeleiding van de Belgische top. “Die komt er, maar in fasen. In een eerste fase gaan we onze zeven internationale scheidsrechters elke week één collectieve training geven én hen een polar-hartslagmeter ter beschikking stellen. Die resultaten kunnen we dan bekijken en vervolgens individuele programma’s schrijven. Er beweegt dus wat; op termijn moeten we tot een elite komen.”

Dat alles past in de filosofie om de Belgische toppers de kans te geven met de internationale top te wedijveren. Uit analyse van de loopmetingen blijkt immers dat scheidsrechters in topcompetities gemiddeld twee à drie kilometer méér moeten afleggen dan hun Belgische collega’s op het einde van onze vorige competitie. (PTK)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content