Roland Duchâtelet heeft veel geleerd, zegt hij. Genoeg om voortaan ook formeel de sportieve touwtjes in handen te houden bij STVV. Maar wie zijn nu de mensen op wier advies hij een beroep doet? Antwoord van een stripscenarist, die nietsvermoedend de spil in het scoutnetwerk van de meervoudige clubeigenaar onthulde.

Hoe zou het nog zijn met Chris O’Loughlin? De Noord-Ierse coach en STVV zetten in mei een punt achter hun samenwerking, nadat hij de club maar ternauwernood voor degradatie had behoed. Drie jaar had hij er gewerkt: eerst als T2, op het eind als T1. Nog voor het seizoen om was, was de beslissing om te stoppen genomen en raakte bekend dat Ivan Leko hem zou opvolgen. Rond O’Loughlin werd het stil.

Navraag leert dat hij nog altijd in de witte villa naast Stayen woont, waar vroeger Roland Duchâtelet resideerde. ‘Ik woon nog altijd in Sint-Truiden’, bevestigt de coach, die zaterdag 38 wordt en wiens vrouw deze maand van hun derde kindje bevalt. ‘Ik had twee mogelijkheden. Welke clubs of landen zeg ik niet, maar ze waren niet interessant genoeg om snel een beslissing te nemen. Ik hou van België. Mijn kinderen gaan hier nu twee jaar naar school en spreken vloeiend Nederlands. Zelf rondde ik de Pro Licensecursus af. Ik neem nu liever de tijd om me te bezinnen over het voorbije seizoen.’

Nog steeds volgens Truiense bronnen werkt hij nu voor Roland Duchâtelet. ‘Ik heb een goede relatie met Roland’, bevestigt O’Loughlin opnieuw. ‘Als ik hem ergens mee kan helpen, in voetbalzaken die niets met STVV te maken hebben, en zo heeft hij er toch wat, doe ik dat. Ik heb niet alleen gewerkt in België, maar ook in andere delen van de wereld (O’Loughlin coachte eerder in Zuid-Afrika, Congo en Australië, nvdr). Die ervaring komt soms van pas. Dus als hij me vraagt om een speler te scouten en mijn mening te geven, doe ik dat. Meer is het niet. Hoe zeg je dat? Een consultant, dat ben ik, zonder dat ik gebonden ben aan een contract of een termijn.’

DE NETWERKSCOUT

Als Noord-Ier heeft O’Loughlin contacten waarmee hij Duchâtelet zeker bij Charlton Athletic van dienst kan zijn. Met de Londense club ging het van kwaad naar erger sinds de Belgische ondernemer ze via zijn vennootschap Staprix NV kocht in januari 2014. O’Loughlin zegt er al kennis te hebben gemaakt met de medewerkers, maar houdt zich verder op de vlakte over wie dat precies zijn. ‘Roland heeft een hoop mensen die voor hem werken, die niet allemaal aan een club zijn verbonden. Ik ken ze zeker niet allemaal, en wat hun precieze rol is, weet ik evenmin. Ik doe mijn ding. Misschien doen anderen wat anders, maar dat weet ik dus niet.’

Charlton Athletic is een van de vier clubs waarvan Roland Duchâtelet eigenaar is. STVV, het Spaanse AD Alcorcón en het Duitse FC Carl Zeiss Jena zijn de andere. Ook het Hongaarse Újpest FC, voorgezeten door zijn zoon Roderick, behoort tot zijn netwerk. Welke strategie erachter zit, is tot op vandaag onduidelijk. Sportieve successen boeken de clubs amper, en ook het transferbeleid blinkt niet uit. Door wie Duchâtelet zich laat adviseren, houdt hij graag geheim.

In maart 2016 lichtte Guy Luzon hierover als eerste een tip van de sluier op. In een lokale zuid-Londense krant kwam hij terug op zijn vijf maanden oude ontslag bij Charlton. Tien maanden zat hij het er uit, het langst van alle trainers die Duchâtelet in tweeënhalf jaar versleet – de deze zomer aangestelde Russell Slade is nummer zeven. Volgens Duchâtelet speelde Luzon, die hij eerder bij Standard aanstelde toen dat nog tot zijn netwerk behoorde, een belangrijke rol in het mislukte transferbeleid bij Charlton. In The News Shopper wees Luzon subtiel naar iemand anders: ‘Ik was niet degene die bepaalde hoe er werd aangeworven. Het laatste woord was voor de netwerkscout, niet voor mij. De transfers gebeurden door hem vanuit België. Ik gaf m’n mening over een bepaalde speler, maar hij besliste.’ Een naam noemde Luzon niet.

SCHRIK GEPAKT

Kort voor Luzons bedekte ontboezeming had Duchâtelet José Riga naar Londen teruggehaald. Na het ontslag van de Israëliër deed de ploeg het niet beter onder leiding van Karel Fraeye, een nobele onbekende die Duchâtelet had opgevist bij VW Hamme in de Belgische derde klasse. Nebojsa Vignjevic zou hem opvolgen, maar de Servische coach van Újpest FC bedacht zich luttele uren voor hij zou worden voorgesteld. Het heftige supportersprotest tegen Duchâtelet en zijn CEO Katrien Meire, een Belgische juriste die hij van Standard naar Charlton meenam, leek hem bij nader toezien geen prettig vooruitzicht.

Riga, ook al ex-Standard, was al eens eerder langs Charlton gepasseerd. Drie maanden nadat hij de club kocht, gooide Duchâtelet clubicoon Chris Powell eruit en greep hij terug naar de eerste coach die hij in de zomer van 2011 bij Standard aanstelde. Riga behoedde Charlton voor degradatie en ook al verving hij hem prompt door Bob Peeters, Duchâtelet rekende erop dat de achterban een nieuwe aanstelling van de Luikenaar wel zou slikken.

In die woelige periode was het ook dat Duchâtelet in een uitzonderlijk interview op de clubwebsite zijn sportieve beleid toelichtte: ‘Wij vertrouwen in grote mate op onze scouts in Engeland en elders in Europa. Uiteraard speelt ook de coach een cruciale rol. Nu is dat José Riga, voor hem waren het de andere hoofdcoaches: ook zij werden betrokken bij het samenstellen van de selectie. Zoiets is teamwerk. Vervolgens worden er onderhandelingen opgestart en dat is het werk van Katrien. We hebben fouten gemaakt vorig jaar en net daarom moeten we het beter doen in de toekomst, vooral in Engeland.’

VREEMDE OMERTA

Met de aanwerving van O’Loughlin lijkt Duchâtelet de daad bij het woord te voegen en zijn netwerk te versterken. Maar wie zijn dan de andere scouts (mv), ‘in Engeland en elders in Europa’? Eén naam keert steeds terug: die van Thomas Driesen. O’Loughlin geeft toe dat hij al tijdens zijn trainerschap bij STVV met Driesen te maken had, maar hem echt kennen, doet hij niet. Zoals niemand, schijnbaar. Een twintiger, die vooral opvalt door zijn bizarre kapsels en zonder achtergrond in het voetbal: veel meer valt er niet te vernemen over de mysterieuze Limburger. Verdere navraag stuit op een merkwaardige omerta: Duchâtelet wil niets kwijt en ook zijn vertrouwelingen houden zich aan de opgelegde zwijgplicht. Driesen zelf, die zich op Facebook schuilhoudt onder een fictieve naam, reageert evenmin op oproepen.

Zoekopdrachten op Google leveren één hit op, en dan nog mis je hem bijna, want de auteur heeft het over Thomas Dressen (sic). Die auteur is ook letterlijk een auteur: Denis Lapière, een bekende Waalse stripscenarist. Lapière is al vele jaren supporter van Standard en werkt aan een reeks die zich afspeelt tegen de achtergrond van de machtsstrijd in een voetbalclub. Vandaar zijn grote fascinatie voor wat er achter de schermen gebeurt bij zijn favoriete club. Begin november 2015 mengde hij zich in een blogdiscussie over de sportieve situatie bij Standard en deed dat met opvallend veel kennis van zaken over de Luikse interne keuken. Zo schrijft hij onder meer: ‘Voor zijn sportieve keuzes overlegt Duchâtelet met Dessy, Dahan en zijn twee persoonlijke raadgevers (Dylan Salomon en Thomas Dressen), naast de scoutingcellen van de clubs uit zijn sterrenstelsel.’

Namen zijn het die, op die van Driesen na, ook al vielen in de reguliere media. Christophe Dessy is op dat moment het hoofd van de Academie Robert Louis-Dreyfus, het opleidingscentrum op Sart-Tilman. Dudu Dahan is de makelaar van Luzon, in wie Duchâtelet lang een grenzeloos vertrouwen stelde en die hij zelfs namens Standard liet onderhandelen in transferdossiers. Dylan Salomon is dan weer een Franse bemiddelaar, via wie zowat alle spelers uit de Franse markt in Duchâtelets clubs binnenstromen. In tegenstelling tot Dahan zou Salomon nog steeds voor hem werken.

DANKZIJ BALOTELLI

En Thomas Driesen? Hij is de mysterieuze ‘netwerkscout’ over wie Luzon het had. De man die op basis van statistieken en videoanalyse het licht al dan niet op groen zet voor de aanwerving van spelers. Aanvankelijk nam hij vooral de transfers bij Charlton, Újpest en STVV voor zijn rekening. Die laatste club zelfs al onder het voorzitterschap van Bart Lammens, al liep die nooit hoog op met Duchâtelets protegé. Bij Charlton ergerden de opeenvolgende trainers en de chief scout zich mateloos aan de bemoeienissen van wat in hun ogen gewoon een onervaren snotneus was. Trainers werden ontslagen, de chief scout stapte op.

Hoe Driesen zich binnenpraatte bij Duchâtelet, is een verhaal apart. Kort nadat Duchâtelet Standard kocht, zou de jonge Limburger hem hebben gemaild met wat er allemaal verkeerd liep bij zijn club. Tegelijk legde hij uit waarom zijn idool Mario Balotelli nooit een strafschop mist. Voor zo veel jeugdige stoutmoedigheid heeft Duchâtelet wel een zwak. In zijn clubs net als in zijn bedrijven omringt hij zich graag met jonge, ambitieuze mensen. Driesen werd zijn sportieve orakel.

Behalve Driesen bestond Duchâtelets initiële scoutingcel uit nog vier andere scouts: Marc Van Osselaer, Christophe Lonnoy, Fery Ferraguzzi en Karel Fraeye. Van die cel blijft vandaag amper iets over. Van Osselaer werd er vorig jaar uitgegooid op beschuldiging van incorrecte transferadviezen, iets waarover hij tot op vandaag zijn onschuld uitschreeuwt. Lonnoy en Ferraguzzi waren de enigen die op de payroll van een club stonden, met name van Standard. Sinds Duchâtelet dat van de hand deed, maken zij geen deel meer uit van zijn netwerk. Lonnoy staat in het onderwijs en scout nog altijd voor de Rouches. Ferraguzzi is technisch directeur en voormalig speelster van Standard Fémina. Fraeye ten slotte rekruteerde voor Alcorcón wegens zijn kennis van de Spaanse taal. Hij brak met Duchâtelet zodra hij in februari als T1 van Lommel United aan de slag ging.

Blijven over vandaag: Driesen, O’Loughlin én Tim Bavré. Bavré was eerst jeugdtrainer bij AA Gent, daarna beloftetrainer bij Waasland-Beveren. Die laatste job ruilde hij vorig seizoen in voor een schaduwrol in het netwerk van Duchâtelet. Hij verricht vooral administratief werk: alle aangeboden spelers oplijsten, de mogelijk interessante gevallen er op basis van statistieken uitlichten en ze aan Driesen doorspelen.

ZAALVOETBALTYPES

Tot grote successen leidde het allemaal nog niet. Driesen blijkt vooral een voorliefde te hebben gehad voor snelvoetige zaalvoetbaltypes en daarmee redde Charlton het niet in het viriele Championship. Van bij de start liep het er fout. In de eerste transfermaand nadat Duchâtelet de club kocht, trok Charlton zes spelers aan (drie ervan op huurbasis van Standard). Een half jaar later waren ze allemaal weg. Zelfs Riga weigerde sommigen op te stellen: de bij Újpest gekochte Loïc Négo speelde één wedstrijd, de bij Standard gehuurde Anil Koç niet eens een minuut. Charlton bleef daarna tweeënhalf jaar lang een duiventil.

Toch zit er een strategie achter, vertelde CEO Meire op een conferentie in Dublin in november vorig jaar: ‘We willen een unieke voetbalfanervaring creëren en hopelijk de toekomstige sterren van de Premier League in het eerste elftal van Charlton aan het werk zien en hen vervolgens verkopen aan de Premier League.’ Die uitspraak viel slecht bij de achterban. Er sprak niet de ambitie uit om ooit zelf nog Premier Leaguevoetbal te spelen, maar om een tussenstation te zijn voor jonge spelers op weg naar die top. Een uppercut voor de trouwe aanhang, die ze niet hadden zien aankomen toen die rijke Belg hun club kocht.

Meire deed er nog een paar ongelukkige scheppen bovenop. Ze beperkte het aantal dagen waarop de ticketshop is geopend, overwoog het programmaboekje op wedstrijddagen af te schaffen, introduceerde luide housemuziek in het stadion, zei niet te begrijpen waarom supporters vinden dat de club van hen is en noemde hen ‘klanten’. Weggelachen werd ze voor het initiatief om een sofa bij een van de hoekschopvlaggen te zetten, waarin telkens enkele uitverkoren fans met de neus op het veld de wedstrijd kunnen volgen. Een tv-clip met een vrijend koppel op de middenstip draaide uit op een schandaal toen bleek dat het om een publiciteitsstunt van de club zelf ging, waarmee ze de huurmogelijkheden van het terrein wilde promoten.

KWAAD BLOED

Toen de eerste protestacties de kop opstaken, beging Meire een nieuwe uitschuiver door te verklaren dat ze uitgingen van maar twee procent van de fans. Prompt moest ze het ontgelden. In de tweede minuut van het thuisduel tegen Ipswich staken duizenden supporters een bord omhoog met daarop ‘wij zijn de 2%’. De tv-camera’s zwenkten naar het ereterras en brachten een ongemakkelijk wiebelende Meire in beeld.

De supportersacties zouden niet meer stoppen. 2016 was twee dagen oud toen na het gelijkspel tegen Nottingham Forest een paar duizend fans voor het stadion demonstreerden, nadat was uitgelekt dat Duchâtelet een overnamebod van een voormalige topman van de club niet had willen overwegen. Dat Meire had geweigerd de voor Koeweiti’s werkzame man zelfs maar te ontvangen, zette nog meer kwaad bloed. Voor de wedstrijd tegen Middlesbrough droegen de fans Duchâtelet symbolisch ten grave. Tegen Birmingham verstoorden ze de wedstrijd door honderden balletjes op het veld te gooien. Een luid ‘wij willen Roland weg’ rolde door het stadion. Voor de match tegen Brighton stapten vijfduizend fans op in een mars tegen Duchâtelet en Meire, terwijl ze ‘wij willen ons Charlton terug’ riepen. Opnieuw smokkelden ze honderden ballonnen en strandballen binnen, waardoor de aftrap vertraging opliep. Enkele supporters probeerden de bestuursloge te bestormen.

Terwijl haar baas veilig in België via de livestream naar de wedstrijden van zijn Engelse club zat te kijken, onderging Meire week na week de vernederingen en de haatkoren. Zo erg was het dat ze zelfs even wegbleef van de uitwedstrijden. Het huilen stond haar vaak nader dan het lachen, ook letterlijk. Zij voert uit wat Duchâtelet en Driesen haar opdragen, aanhoort de ergernissen van de coaches en incasseert. Bij het transferbeleid werden die coaches amper nog betrokken, maar na de wedstrijd, zeker als ze op een nederlaag was uitgedraaid, zat er geheid een mail in hun mailbox met opmerkingen over de tactiek en de meest absurde instructies over hoe er voortaan moest worden getraind. Afzender: Roland Duchâtelet, met Meire en Driesen steevast in cc.

WEER BRITSER

Door de ontluisterende degradatie naar de League One (derde klasse) lijkt nu ook Duchâtelet tot het inzicht te zijn gekomen dat het anders moet. Niet alleen stelde hij met Russell Slade weer een Britse coach aan, hij installeerde ook een head of recruitment, wat minder invloed van Driesen laat vermoeden. Charlton richt zich nu in zijn transfers ook meer op de binnenlandse markt, een beetje naar het voorbeeld van Alcorcón, dat er voorlopig wel in is geslaagd zijn Spaanse identiteit te behouden. Afwachten of dit de supporters weer kan verzoenen met hun club.

DOOR JAN HAUSPIE – FOTO’S BELGAIMAGE

De mysterieuze ‘netwerkscout’ over wie Guy Luzon het had, is Thomas Driesen.

Terwijl Roland Duchâtelet veilig in België naar de wedstrijden van Charlton zat te kijken, onderging Katrien Meire de vernederingen en de haatkoren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content