Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

‘Club floreert’, stelt Chris Van Puyvelde dagdagelijks vast. De rechterhand van Trond Sollied ziet grote toekomstperspectieven. ‘Op alle vlakken is deze club klaar om nog meer stappen vooruit te zetten. Brugge die scone, ik geloof daarin.’

Op zijn erf groet Chris Van Puyvelde de dingen. Sedert zijn privé-leven een nieuwe wending nam, huurt hij in Doorslaar een hoevetje. Tijdelijk, want een steenworp verder kochten hij en zijn vriendin ondertussen een oude boerderij die zij pas in augustus kunnen betrekken. Tegen dan zal hij ook gehuwd zijn met Tina Heyninck, jonge VLD-schepen van burgerlijke stand, bevolking, lokale economie en huisvesting in Lokeren. Onlangs verlengde hij bij Club Brugge ook nog zijn aflopend contract als assistent van Trond Sollied met drie jaar. Chris klaagt niet. Hij trekt een blik Jupiler open en zingt de lof van het gezonde boerenverstand.

“Op een boerderij wonen, is altijd mijn droom geweest”, zegt hij. “Mij ma vertelde het zaterdag nog in het rusthuis. Als je klein was, sprak je maar over één ding : boer worden. Ik vind het prettig thuiskomen hier. Het platteland geeft mij een ongelooflijke rust en een ongelooflijke dynamiek om daarna weer de luide wereld in te stappen. Je behoefte aan vakantie vermindert. Als je ergens woont waar je de eerste anderhalve kilometer geen huis tegenkomt, dan is dat voor mij vakantie. Leef je op het ritme van de natuur, dan ga je de dingen na een tijd automatisch in het juiste perspectief zetten. Als je letterlijk met de voeten in de aarde staat, krijg je een zodanig gevoel van eenheid met de natuur dat je voor de rest weinig of toch zeker veel minder nodig hebt. Hier eet je nog vlees van beesten die hier gekweekt worden. Ga je om een bloemkool, dan wordt die hier nog op het land met een mes voor je afgesneden. Hier ga je terug naar wat ze in restaurantmiddens eerlijke producten noemen.

“Ook in het voetbal moeten we naar eerlijke producten toe. Het voetbal heeft zich vergaloppeerd zoals de landbouw. De markt is oververzadigd. Als je zoveel beesten op zo’n beperkte ruimte steekt, krijg je problemen. Dan krijg je dioxine- en andere crisissen, omdat de natuur geweld wordt aangedaan. In voetbal zijn juist dezelfde processen aan de gang. Te veel aanbod voor te weinig vraag, te weinig ruimte. De ballon van het grote tv-imperium raakt stilaan doorprikt, de bühne is voor een stuk aan het wegvallen, het arrest- Bosman heeft zijn tol geëist. Lonen moeten naar omlaag, kernen worden afgeslankt. De economie slabakt bovendien. Binnen dat kader moet je het voetbal van de toekomst zien. Zeven magere en zeven vette jaren, zeggen de boeren, hé.

“In Brugge zijn ze slim geweest. Ze hebben er hun ogen opengehouden en hebben de zeven magere jaren zien aankomen. Club heeft bijvoorbeeld altijd goed zijn jeugd verzorgd en talenten kansen gegeven. In de mate van het mogelijke heeft het ook altijd naar een stevige Belgische verankering gestreefd, omdat het Brugse publiek een stuk herkenning vraagt. Het gaat ook voorzichtig met zijn centen om.

“Zeer belangrijk is ook, zeker in deze tijden : consolideer wat je hebt. Niet in kwantiteit, maar in kwaliteit. Twee jaar geleden was het nog onmogelijk je beste spelers te houden. Zie Anderlecht toen. Nu kan het wel. Champions League of niet, er is geen fatsoenlijke vraag. Deze totaal andere marktsituatie vergt een totaal andere filosofie. Een club die zijn centen goed beheert en toeslaat op het juiste moment, kan enorme stappen vooruit zetten.”

Hij trekt nog een blik Jupiler open. “De vorming van de huidige groep is begonnen met René Verheyen. Toen is er gezegd : voor het evenwicht moeten we terug wat op de Belgische markt gaan kijken. Gaëtan Englebert is toen gekomen, Sandy Martens, Philippe Clement en Jochen Janssen, die alweer weg is. Het jaar nadien, toen Trond en ik zijn gekomen, was er al een akkoord met Timmy Simons en is Peter Van der Heyden met ons meegekomen. Olivier De Cock is dan titularis geworden, na het vertrek van Eric Deflandre. Birger Maertens is uit de jeugd gehaald. Dat is de basis. Twee jaar later zijn het haast allemaal internationals.

“Zo ook Nastja Ceh, de grote miskoop van vorig seizoen. Ik had er ook mijn twijfels over, maar hij is erin geslaagd de knop om te draaien zoals ik het nog maar weinig heb gezien. Mendoza was al international toen hij kwam, Gert Verheyen wil het niet meer zijn. En dan spreken we nog niet over de belofte-internationals Karel Geraerts, Hans Cornelis, Tim Smolders en Birger Van de Ven, of over Sébastien Hermans, international bij de -19. Ter illustratie : drie weken geleden waren we met vier mensen op training, al de rest was weg voor interlands. Deze groep heeft dus enorm veel vooruitgang geboekt.

“We blijven uitkijken naar kwaliteit. We zoeken ook om de kwantiteit te verminderen, wat in deze tijden dus een enorme opgave is. Wat we halen, zal ook afhangen van wat er vertrekt. Tjörven De Brul is einde contract, Koen Schockaert ook. Duarte, Sani, Simic en Sillah werden uitgeleend. We weten precies wat we nodig hebben, we bereiden ons zeer degelijk voor, maar als je weet dat er haast overal problemen zijn en dat er straks in Frankrijk 300 einde contractspelers geen ploeg zullen hebben, dan moet je je niet haasten.

“Cruciaal is een keeper, omdat de leeftijdsstructuur van onze keepers een beetje een probleem is. Stijn Stijnen is 22 en een zeer goeie keeper, maar het zijn natuurlijk niet allemaal Casillas‘en, hé. Peter Mollez en Glenn Verbauwhede zijn ook goeie, maar zijn respectievelijk 19 en 18 jaar. Je hebt dus heel jonge keepers en Dany Verlinden, die er straks 40 wordt. Dejan Nemec zou eens een jaar ergens moeten kunnen spelen, zodat we hem kunnen beoordelen. Bij momenten heeft hij het goed gedaan, maar ik heb één ding geleerd : bij Club Brugge moet je weinig reddingen verrichten, maar deze die je moet doen, zijn beslissend. Hier sta je nooit in een schiettent, behalve misschien in Barcelona.”

De criteria liggen dus zeer moeilijk. “Wie komt, moet al een zekere leeftijd hebben, 28-32 jaar, want anders blokkeer je Stijn en de anderen. Hij moet ervaring hebben en echt een topkeeper zijn die punten kan pakken. Herpoel of een andere, ik ga mij daarover niet uitspreken. Dat laat ik over aan mensen die dat vak beheersen, zoals bij ons Hans Galjé. Ikzelf zag er in al die tijd drie goeie : die van Sankt Gallen, die van Lyon en die van Lokomotiv Moskou, maar de ene speelt ondertussen in de Bundesliga, de andere wordt in Moskou tien keer meer betaald dan hier mogelijk is en die van Lyon mogen we zéker vergeten. Nu, als we onze goesting niet vinden, doen we het niet. Om Dany Verlinden eruit te spelen, zal het trouwens een héle goeie moeten zijn (lacht).”

Hij trekt nog een blik Jupiler open. “We zoeken ook nog een centrale verdediger, maar niet willens nillens. Het moet wel een goeie zijn, hé. Met Timmy Simons hébben we er één, maar hij is als recuperator te belangrijk op het middenveld. Ik zal niet ontkennen dat we geïnteresseerd zijn in Jonas De Roeck, maar is hij beter dan Birger Maertens ? In de wedstrijd tegen Lierse heeft Gert Verheyen hem bijvoorbeeld gevraagd of hij soms familie in de tribune had zitten, omdat hij zoveel ballen in het volk keilde (lacht). We zoeken ook nog een jonge linksback die misschien nog wat met de beloften kan spelen. Omdat het een plaats is die in onze jeugd niet goed is ingevuld. In nood kunnen Birger Van de Ven en BratislavRistic misschien wel Peter Van der Heyden vervangen, maar helemáál hun ding is dat toch ook niet.

“Over het middenveld moeten we niet spreken, hé. Over spitsen ? Uiteraard blijven we op vinkenslag liggen voor elke jonge Belgische speler met potentieel, dus ook voor Stein Huysegems, maar gek zijn ze in Brugge niet.

“Een belangrijk punt is voor mij : hoe kunnen we onze eigen jeugd meer speelkansen geven ? Ik heb het altijd gehad voor samenwerkingsakkoorden of voor een satellietclub, maar ondertussen zijn er toch een aantal gevallen bekend waar de moederclub er financieel de dupe van is. Zie Ajax. We zullen creatief moeten zijn en kijken welke speler in welke club kan aarden. Ik zie het als een deel van de opleiding, als een stage. Het is rijpen onder druk in tweede klasse of elders, maar blijkbaar is niet iedereen daar al rijp voor. Nochtans : als je het in tweede niet kunt, zal je het in eerste zéker niet kunnen. Eigenlijk is het beste voorstel nog altijd dat van Michel D’Hooghe destijds, namelijk de reserven in tweede of derde klasse laten spelen. Toen sneuvelde het, omdat elk niet verder dacht dan zijn eigen kerktoren, maar op een dag zal dat toch opgelost zijn, hoor. Er is een natuurlijke evolutie aan de gang die hoe dan ook het kaf van het koren zal scheiden. We zijn tot realistische vormen aan het komen, we zijn terug met onze voeten in de aarde aan het komen.”

Hij trekt nog een blik Jupiler open. “Ik voel in Brugge steeds meer dat de serene basis die er altijd is geweest, nu de basis vormt van een nieuw denken, een nieuw doel. Veel factoren bewijzen dat. Wie een jaar geleden had moeten zeggen dat het themacafé Extra Time er nu zou zijn, dat Club op zaterdagavond zou spelen, dat Michel D’Hooghe voorzitter zou zijn en dat Alin Stoica hier zou zitten… ja, die was compleet gek verklaard. Er is op álle vlakken veel gebeurd. Contractverlengingen op het juiste moment, aanstellingen op het juiste moment. Antoine Vanhove bijvoorbeeld heb ik nooit zo alert, zo wakker en zo snel op de bal geweten. Cru uitgedrukt : had hij die problemen met zijn gezondheid niet gekend, dan hadden we misschien een keer kampioen méér kunnen zijn.

“Je hebt de tandem Vanhove- De Nolf. Je hebt Marcel Kyndt die de financiën goed beheert. Je hebt het bestuur met een aantal nieuwe mensen zoals Pol Jonckheere en anderen Je voelde dat er Schwung in kwam. Dan is Filips Dhondt erbij gekomen, die toch met Euro 2000 bewezen heeft wat hij kan. En nu komt dokter D’Hooghe er nog eens bij, misschien wel the right man on the right place. Dan sta je al ver, hé. Het bestuurlijk potentieel van Club Brugge is enorm.

“De goeie grond was er, hij wordt nu ook steeds beter bemest. Dat zeggen ze van Brugge, hé : het zijn boeren, maar wel slimme boeren. Het is juist. Hoe langer ik er ben, hoe meer ik besef dat ze het eigenlijk wel voor tachtig, negentig procent bij het rechte eind hebben. Het floreert. Ik zie heel veel mogelijkheden. De communicatie binnen de verenging vind ik de laatste twee jaar ook veel verbeterd, ook de communicatie met het bestuur. Sportief is alles aanwezig om nog verdere stappen te zetten. Commercieel leeft het ook. De toeschouwersaantallen zijn weer enorm gestegen en niemand verkocht meer fankaarten.

“Ik was ook onder de indruk van de organisatie van de verkoop van abonnementen van de Champions League. Fantastisch. Fantastisch is ook dat Luc Verweirder nu dagelijks bezig is vanalles te regelen voor de spelers. Ook dat biedt weer nieuwe mogelijkheden.”

Hij trekt nog een blik Jupiler open. “Ik heb hier om velerlei redenen bijgetekend, maar het belangrijkste is dat ik er mij goed voel en dat Trond Sollied blijft. Niks gaat boven je goed voelen. Het geeft je een basis om te presteren, om te relativeren en om de dingen in de juiste proportie te zien. Voetbal heeft altijd mijn leven beheerst, voetbal is mijn passie, maar ik mag niet het slachtoffer worden van het voetbal. Als ik mij ergens niet goed meer voel, dan houdt het op. Op materieel niveau kan dat dan misschien wel niet onbelangrijke gevolgen hebben, maar toch nooit lang. Want als je wilt werken en bepaalde dingen realiseren in je leven, dan ga je dat uiteindelijk ook doen.

“Zo zie ik dat ook in deze job. Als je je taak vastlegt voor je begint, ben je al voor de helft verloren, want dan ontdek je geen andere horizonten meer en ik denk dat er in Brugge nog enorm veel andere horizonten te ontdekken zijn. Ik denk dat de slapende reus serieus wakker is geworden. Brugge die scone, ik geloof daarin ( lacht). Ik ben er zeer graag, omdat ik er enorme toekomstperspectieven zie, mogelijkheden voor mezelf ook. Mijn taak verandert er iedere dag, mijn taak is een denken en een zoeken. Nu ben ik samen met andere mensen aan het kijken hoe we die jongens dus meer kunnen laten spelen. Meer dan de obligate dingen waarop ik beoordeeld word, beschouw ik het als mijn taak een goeie invloed te hebben op het grote geheel dat Club Brugge is en dat zich bevindt tussen het volk dat komt kijken en de voorzitter – tussen Blue Army en D’Hooghe. Een taakomschrijving is een beperking. Een taak moet leven, een taak geef je betekenis door je in te zetten. Een taak doe je omdat het moet, voor de rest gééf je je, vind ik. Ik hoop dus dat mijn job altijd voor twintig procent uit taken zal bestaan en dat ik mij voor de rest voluit zal kunnen geven. Van zodra het alleen maar een taak is, stop ik ermee. Ik wil niet meer geleefd worden.”

door Christian Vandenabeele

‘We blijven uitkijken naar kwaliteit en zoeken de kwantiteit te verminderen.’

‘Een belangrijk punt is : hoe kunnen we onze jeugd meer speelkansen geven ?’

‘Het bestuurlijk potentieel van Club Brugge is enorm.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content