Ex-international Theo Custers verdween een decennium lang uit het voetbal en zelfs enkele jaren van de aardbol. Momenteel combineert hij een job als schilder bij het OCMW met het keeperstrainerschap bij Beveren.

Hoewel hij tot de beste doelmannen van België behoorde, blijft die ene wedstrijd hem achtervolgen. Wie Theo Custers zegt, denkt nu eenmaal onvermijdelijk aan Polen-België (3-0) op het WK in 1982. “Nochtans heb ik nog altijd het gevoel dat ik alleen bij dat tweede doelpunt in de fout ging. Ik schatte de situatie verkeerd in en achteraf wordt dat dan zesendertig keer uitvergroot. Wat ik daarvoor presteerde en ook nadien, zijn veel mensen vergeten.”

Zo mocht hij met het rugnummer 1 naar het EK 1980. “Tijdens de zeven wedstrijden voor het toernooi kreeg ik in totaal maar twee goals binnen. Maar wie start er in Italië ? Juist, Jean-Marie Pfaff.” Een tegenslag voor Custers. Hij kreeg er meerdere te verwerken in zijn carrière, ook in zijn leven. Maar hij overwon ze. “Keepers komen altijd terug. Zij beschikken over voldoende karakter.”

Op zijn drieëntwintigste stapte Custers naar het bestuur van Waterschei. “Ik wil prof worden.” Het liefst wou hij dat bij Thor zelf, maar de Limburgers ontbeerden het geld om hun doelman een profcontract aan te bieden. “Toen kwam Eddy Wauters op de proppen. Op een half uur was de transfer in kannen en kruiken. Hij gooide drie miljoen frank op tafel en ik kon naar Antwerp. Mijn droom was verwezenlijkt. Maar ik nam een financieel risico en dat besefte ik pas achteraf. Ik realiseerde me niet dat ik ná het voetbal ook nog moest zien rond te komen. Ik heb goed mijn boterham verdiend in mijn carrière, maar ik heb er ook naar geleefd.”

Op het toppunt van zijn loopbaan botste Custers met Wauters. “Het kostte me bijna m’n kop. Ik kwam in een sukkelstraatje terecht. Op zes maand tijd veranderde mijn situatie compleet : van international tot derde doelman bij Antwerp. Mijn contract was gebaseerd op premies – 50.000 frank per punt. Mooie voorwaarden, maar waardeloos als je niet kan spelen. Ik had de reputatie een rebel te zijn. Maar ben je een rebel, omdat je durft uit te komen voor je mening ? In België wel blijkbaar.”

Hij trok naar het buitenland. Na een half jaar Helmond volgde de overstap naar wereldstad Barcelona, bij het kleinere Espanyol weliswaar. “In mijn eerste seizoen werd ik meteen verkozen tot beste buitenlander. Dat bewijst dat ik voor mijn sport leefde. Ik maakte er een mooie tijd mee en maakte er vrienden. De mensen denken allicht dat ik in Spanje ook veel geld heb verdiend, maar in die tijd kon je er lang niet de sommen opstrijken die er nu te rapen vallen.”

De komst van Thomas N’Kono, die zich op het WK in Spanje in de kijker speelde bij Kameroen, betekende het begin van het einde voor Theo Custers bij Espanyol. Ondanks nog een jaar contract mocht hij in de zomer van 1983 gratis naar Mechelen vertrekken. “Na drie jaar KV Mechelen raakte ik in conflict met Aad de Mos. Hij wou met een propere lei beginnen, alleen nog met zijn spelers werken. Ik had nog een profcontract van twee jaar, maar moest opkrassen. Laten ze me dat contract uitdoen, dan wordt je carrière achteraf anders bekeken. Nu werd die bruusk afgebroken. Ik had nog maar pas een keepersschool opgestart in Mechelen en was ervan overtuigd dat ik altijd bij de club zou blijven. Het draaide anders uit.”

Plots moest hij werk zoeken. “De keuze was niet moeilijk. Mijn ouders hebben vijfendertig jaar een café opengehouden, ik stapte dus in de caféwereld. Acht jaar lang baatte ik een café uit op Nekkerspoel, een gewone bruine kroeg. Naderhand kan je misschien zeggen dat ik de verkeerde weg gekozen heb, als je bekijkt wat sommige andere mensen bereikten in het voetbal.”

Toen hij zijn zaak had verkocht, startte hij een nieuwe op, aan het station in Mechelen. Het kostte hem vier miljoen frank. “Mijn vrouw stapte er niet mee in. Toen begon de zever. Ik sloofde me uit – vijftien, twintig uur per dag – en een paar maanden later zijn we gescheiden. Je bent drieëntwintig jaar getrouwd en denkt dat zoiets jou niet kan overkomen. Als je achteraf je levensstijl bekijkt, weet je : verbazend dat het me al niet eerder overkomen was. Ik heb op dat moment een serieuze klets tegen mijn oren gekregen, zodanig dat ik op de grond zat.”

Hij stapte uit de horeca en probeerde opnieuw in het voetbalmilieu emplooi te zoeken. “Maar je weet ook : als je zeven jaar alleen nog op het niveau van de provinciale reeksen hebt gewerkt, ben je afgeschreven voor de top. Wie is Custers op dat ogenblik ? Toen heb ik zwarte sneeuw gezien. Je bent zelfstandig, kan niet gaan stempelen. Vier, vijf jaar heb ik gezworven. Waar ik zat ? In Spanje ? Overal een beetje. Ze vroegen me dat op het politiebureau ook vaak. Ik antwoordde : dat is mijn zaak. Heb ik iets uitgespookt misschien ?

Ondertussen heeft hij weer rust gevonden. “Sinds twee jaar ben ik tewerkgesteld bij het OCMW als schilder. Ik heb het geluk gekend dat ik met mijn zoon naar Beveren kwam en Herman ( Helleputte, nvdr) tegen het lijf liep. Hij vroeg me wat ik momenteel deed. Keeperstrainer bij Wezemaal, antwoordde ik. Zie je dat niet zitten bij Beveren, stelde hij voor. Op tien dagen tijd heb ik kunnen regelen dat ik mijn werk nog halftijds doe en dat ik de andere helft in Beveren aan de slag ga.

En ook in Wezemaal blijft hij de keepers onder handen nemen. “Ik heb daar mijn woord gegeven en ik ben iemand die zijn beloftes nakomt. Ik ben nu alle dagen met voetbal bezig en daar ben ik supergelukkig mee. Ik voel me weer heel goed in mijn vel.”

door Roel Van den broeck

‘Ik heb goed mijn boterham verdiend in mijn carrière, maar ik heb er ook naar geleefd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content