Brussel is een van de gaststeden van Euro 2020. De enige smet op de feestvreugde na de bekendmaking was dat de UEFA geen kwartfinale veil had voor de Belgische kandidatuur, maar daar speelden ook andere factoren een rol. Ons land beschikte niet over een vertegenwoordiger in het stemgerechtigde Uitvoerend Comité en Azerbeidzjan en Rusland hadden met respectievelijk Socar en Gazprom twee invloedrijke sponsors van de UEFA achter de hand. Als de olieroebels boven worden gehaald, wordt het moeilijk om te concurreren. Als je dat op een legale manier wilt doen alleszins.

Een hoera is echter heus wel op zijn plaats. Als hoofdstad van Europa en met een nationale ploeg die momenteel de vierde stek bekleedt op de FIFA-ranking slaat Brussel geen slecht figuur tussen de andere gaststeden. Dat er ook vooruit moet worden gekeken is evenwel duidelijk. Het stadiondossier belooft immers nog een heet hangijzer te worden, zo bleek ook uit de reportage van vorige week in dit blad. Op politiek vlak lijkt alles in orde voor een nieuwe tempel op Parking C van de Heizel, maar er moeten nog steeds privéinvesteerders gezocht worden en de buurtbewoners dreigen ook dwars te liggen. Om over de rol van Anderlecht nog maar te zwijgen. Dat de Brusselse club zijn intrek zou nemen in het nieuwe stadion is niet naar de zin van Club Brugge, dat spreekt over concurrentievervalsing en de Pro League is eveneens not amused dat ze daar niet officieel van op de hoogte werd gesteld. Om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen zal nog veel diplomatie nodig zijn.

Het is haast symbolisch voor de Belgische stadionpolitiek. Met uitzondering van AA Gent kreeg geen enkele club de afgelopen jaren een project voor een nieuw onderkomen van de grond. Een slechte zaak voor ons voetbal. Momenteel beantwoordt geen enkel Belgisch stadion aan de normen om een Europa League- of Champions Leaguefinale te organiseren en interlandvoetbal in het Koning Boudewijnstadion is enkel mogelijk dankzij een tijdelijke uitzonderingsmaatregel van de UEFA.

Op het vlak van prestige een beschamende vaststelling, maar het gaat ook verder dan dat. Moderne infrastructuur is broodnodig voor clubs om hogere inkomsten te genereren. In het buitenland hebben ze dat al begrepen, zelfs in de meer bescheiden voetballanden. Enkele weken geleden speelde Lokeren op Legia Warschau – bezwaarlijk een Europese reus te noemen – in het imposante Wojska Polskiegostadion dat 31.800 fans kan herbergen. Wil het Belgische voetbal die achterstand nog proberen goed te maken of zijn voorsprong behouden op nog minder gefortuneerde landen, dan is het tijd voor actie. De spade moet in de grond!

Thomas Lamm, Edegem

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content