Neo-eersteklasser Sint-Truiden draait na drie speeldagen lekker mee aan de top van het klassement. Met een onervaren trainer genaamd Yannick Ferrera en een bende gamins die voor niks terugdeinzen. Maar voor hoelang nog?

Een paar dagen voor de clash met Oostende staat de hel van Stayen op spaarmodus. Het is hooguit een kampvuurtje. Rust en klein vertier staan centraal. Een Haspengouws stoofpotje eten op het terras met zicht op het veld in Grand Café Stayen? Of Twentse krentenwegge inslaan bij de Nederlandse supermarktketen Albert Heijn? Iedereen komt hier aan zijn trekken. Aslof het woord multifunctioneel speciaal werd uitgevonden voor Stayen.

De sereniteit aan de Tiensesteenweg is slechts schijn. Heel Sint-Truiden golft op het succes van STVV. Een recordaantal van 6300 abonnementen ging de deur uit, Edmilson Junior, Schoofs, Dutoit en Boli gaven de shirtverkoop een serieuze boost en de perschef kreunt onder de interviewaanvragen. STVV is hot. Dankzij nieuwkomer Ono staat Sint-Truiden zelfs op de voetbalkaart in Azië. Ono wordt permanent in de gaten gehouden door twee Japanse journalisten. Blijkbaar hebben voetballers in Japan het aura van heuse rocksterren.

DUIDELIJK PROFIEL

De vliegende start van de Truienaars, met de stuntzege tegen Club Brugge, versnelde het proces dat enkele jaren geleden in gang werd gezet door Team Yannick Ferrera. De helden op Stayen heten niet langer Janssens of Peeters. Ze dragen Portugese, Spaanse en Franse namen, hebben roots in overzeese gebieden en zien Sint-Truiden niet als een eindpunt. Een ding hebben nieuwkomers als Fernandes, Artabe, Bagayoko met elkaar gemeen: ze beantwoorden aan het psychische profiel dat door Ferrera werd uitgetekend. ‘Geen enkele speler zet een voet op Stayen zonder dat we met hem gesproken hebben’, vertelt Ferrera. ‘Ik stel hen een simpele vraag: ben je bereid om jezelf pijn te doen, je eigen grenzen op te zoeken? Kan hij dat niet opbrengen, dan schud ik hem vriendelijk de hand en mag hij beschikken. Tot nu toe hebben we ons zelden vergist in een speler.’

Geen Haspengouwer die maalt om de vele vreemde gezichten. Academisch voetbal is nu de norm. De formule van trainer Ferrera slaat aan. Het synthetische veld was een geschikte bondgenoot om zijn versie van het tiquitaca te introduceren. ‘De supporters hebben begrepen dat het voetbal van vijf jaar geleden niet geschikt is voor de ondergrond waarop wij spelen’, beweert Yannick Ferrera. ‘Voor mijn komst werd een verdediger uitgefloten bij een terugspeelbal naar de keeper. Het moest vooruit. Nu krijgen we applaus wanneer we lang in balbezit blijven. Of bij een mooie combinatie over de grond. Het publiek heeft zich aangepast aan ons voetbal en niet omgekeerd.’

NOOIT MEER TWEEDE KLASSE

Dé verpersoonlijking van STVV 2.0 is Rob Schoofs. Mister STVV zeg maar. Al twaalf dienstjaren achter de rug op Stayen en doorgaans de enige Vlaming in de ploeg. Op zijn 21e is Schoofs zelfs veruit de jongste kapitein in eerste klasse. Zijn grootste handicap? Een aanzienlijk gebrek aan ervaring. Tien duels in de Jupiler League, meer staat er niet op zijn palmares. Verbluffend genoeg is dat een veelvoud van wat het merendeel van zijn ploegmaats op hun teller heeft staan. Van de achttien spelers die dit seizoen in actie kwamen, hebben enkel Schoofs en Mbombo al in eerste klasse gefigureerd. Maar misschien is dat net het geheim van de onverwachte Truiense hoogconjunctuur. ‘Toen we tegen Club Brugge het scheidsrechtersblad zagen, was het even slikken’, lacht Schoofs. ‘Simons, De Sutter, Vázquez… (blaast) In de spelerstunnel hebben we die gasten niet in de ogen gekeken. Op het veld lieten we onze schroom varen. Kin omhoog en spelen.’

Met hun ontwapenende spontaneïteit hebben de Truienaars in geen tijd de neutrale voetballiefhebber ingepakt. Ze genieten van elke minuut die ze in eerste klasse mógen spelen. En niemand die ooit terug wil keren naar het vagevuur van tweede klasse. De 26-jarige William Dutoit al zeker niet. De Franse doelman heeft zich vier jaar lang moeten omkleden in de barakken van zijn ex-ploeg Boussu Dour en was een vaste klant in de gammele stadions van de Proximus League. ‘Hoeveel keepers zouden graag in mijn schoenen staan, denk je? Wellicht een paar duizend’, meent Dutoit, die in Frankrijk niet verder raakte dan vierde klasse. ‘Het heeft mij jaren gekost om in eerste klasse te raken en geloof mij: ik ben niet van plan om mijn plaats zomaar af te geven. Ik geniet van de druk in eerste klasse. Geef mij maar een vol stadion, de tv-camera’s die op elke fase inzoomen en journalisten die onze prestaties haarfijn fileren. Zelfs als dat betekent dat een blunder van mij tientallen keren wordt herhaald.’

NIEUWE WETTEN

Dot oer kuit oupe! De gepensioneerden die de trainingen aan het oefencomplex in de Sint-Jansstraat van commentaar voorzien in het plaatselijke dialect zijn een begrip. Onder Guido Brepoels nam de vaste kliek zelfs plaats in de dug-out. Tot afgrijzen van Ferrera. Met twee jaar vertraging én de steun van het bestuur voerde de neef van Manu en Emilio Ferrera dit seizoen gesloten trainingen in. Geen pottenkijkers dus rond het oefenveld vanaf woensdag. De ingreep van Ferrera staat in Sint-Truiden gelijk aan heiligschennis. ‘Zolang de ploeg draait, zal er geen haan naar kraaien’, realiseert Ferrera zich. ‘Verliezen we een paar keer, dan zal ik genadeloos afgemaakt worden. Maar ik ben niet van plan om mijn mening te herzien omdat een paar oudere mannen tegenpruttelen.’

De gesloten trainingen zijn maar een onderdeel van de verdere professionalisering van de club. Ferrera wil zijn jonge groep zo min mogelijk blootstellen aan de media. Vorig seizoen kon je een speld horen vallen in de perszaal. Tegen Club Brugge doken er plots zestig journalisten en fotografen op en in de mixed zone was het drummen om een quote op te pikken. Niet ideaal voor een jonge, beïnvloedbare spelerskern. Ferrera noemt zijn spelers liefkozend een stel gamins. Deugnieten. En die hebben nu eenmaal begeleiding nodig.

In samenspraak met manager Philippe Bormans werkt Ferrera aan een reglement om het Twitter- en Facebookgebruik bij de spelers beter te beheersen. Een mening posten over de scheidsrechter of een tegenstander zal voortaan het alleenrecht zijn van de club. Cynthia Reekmans, ex-miss Belgian Beauty en sinds kort communicatieverantwoordelijke op Stayen, moet de minirevolutie in goede banen leiden. ‘We willen hen een handleiding geven over wat mag en wat absoluut niet kan. De trainer wil vermijden dat ze sterallures krijgen. Nu gaat het allemaal goed, maar de stemming kan snel omslaan.’

TATOEAGES EN HANENKAMMEN

Niet Boli, Dompé of Edmilson Junior, maar Ferrera is dé vedette van Sint-Truiden. Onder de spelers is de Spaanse Belg mateloos populair. De benjamin onder de trainers – Ferrera wordt in september 35 – is gewoon one of the guys. Tijdens de lange terugreis van Moeskroen naar Sint-Truiden was het Ferrera die het geïmproviseerde busfeestje – met de donkere jongens in de hoofdrol – op camera vastlegde met zijn smartphone. We zien het Besnik Hasi, Michel Preud’homme of Hein Vanhaezebrouck niet doen. ‘In de groep is er één speler die mij durft tutoyeren‘, onthult Ferrera. ‘De rest spreekt mij aan met u. Dat hoeft voor mij niet, ze mogen mij gerust Yannick noemen. Ik vind het ook niet oneerbiedig als een speler zijn hoofddeksel aanhoudt tijdens het eten. Net zo min ik een probleem heb met tatoeages of een hanenkam. Waar ik niet tegen kan, zijn spelers die er de kantjes aflopen. Ik steek veel tijd in het voorbereiden van een training. Het minste wat je als speler kan doen, is voluit gaan. Train je met de handrem op, dan heb je met mij te maken.’

Ferrera verstaat de kunst om zijn jonkies opgefokt aan de aftrap te krijgen. Voor elke wedstrijd pepert hij hen in dat ze wél goed genoeg zijn om in eerste klasse te spelen. Het huidige Sint-Truiden is namelijk een samenraapsel van afdankertjes, jongens die elders naast de boot vielen. Neem nu Faycal Rherras, die drie keer in de basis stond sinds de competitiestart. Onder Adrie Koster haalde de Belgisch-Marokkaanse verdediger in 2010 de A-kern bij Club Brugge. Maar uiteindelijk moest hij een reeks zakken om via Wezet en STVV opnieuw in eerste klasse te belanden. Haast elke speler van de Kanaries kan een gelijkaardig verhaal opdissen. ‘We staan nog allemaal onder aan de voetballadder’, vertelt Rherras. ‘De groep zou het dus niet pikken mocht een speler plots een dikke nek krijgen. We stellen onze kwaliteiten in dienst van het collectief. Dat is nu de sterkte van Sint-Truiden.’

Schoofs denkt er net zo over. ‘Eigenlijk is het niet normaal wat ons nu overkomt. Vorig seizoen zaten we nog in tweede klasse en nu doen we mee voor de eerste plaatsen. Soms moet ik me in de armen knijpen. Zo van: is dit echt aan het gebeuren? We staan er niet genoeg bij stil. Ik zal pas compleet uit de bol gaan als we volgende week Genk kloppen. Dan ga ik toch eens de grote jan uithangen in Hasselt.’ (grijnst)

240.000 KILOMETERS

Een etmaal voor de kraker tussen Anderlecht en landskampioen Gent zijn alle camera’s op Schoofs en co gericht. Stayen loopt aardig vol voor de komst van Oostende, het weireldploegsje van Marc Coucke. De 9600 toeschouwers doen de hel van Stayen helemaal losbarsten. Voetbal, volk en vuur in een modern jasje. Sfeergroep Sector L ontrolt een spandoek: Sintruintill I die. Ook de Binkie Kids box, een tribune exclusief voorbehouden aan kinderen van zes tot veertien jaar, gaat uit de bol. De clan-Schils, acht man sterk, neemt plaats in tribune West. Papa Jos en mama Marleen kijken vol spanning uit naar het debuut in eerste klasse van Mathias Schils, 22 jaar en vorig seizoen basisspeler in de kampioensploeg. De afgelopen vijf jaar heeft het koppel 240.000 kilometers afgelegd om hun knaap naar een training, wedstrijd of buitenlands toernooi in Nederland, Frankrijk en Duitsland te rijden. Hem een minuut zien hollen op het veld zou de beloning zijn voor alle uren die ze in de auto hebben gesleten. ‘Mathias heeft mij al enkele keren gezegd: papa, ik ben klaar voor eerste klasse’, verzekert Jos Schils ons.

Jos schuifelt zenuwachtig op zijn stoel elke keer als de vierde scheidsrechter zijn bordje de lucht in steekt. Het verdict is hard: alweer geen invalbeurt voor hun zoon. Terwijl zijn 20-jarige ploegmakker Gaëtan Hendrickx voorhet eerst mag invallen, blijft Mathias negentig minuten aan de bank gekluisterd. Jos zucht. ‘Op Moeskroen stond hij op het punt om in te vallen. Twintig minuten voor tijd kreeg hij de tactische richtlijnen mee. Hij moest enkel nog zijn pullover uittrekken. Net dan pakte Bagayoko rood. Ferrera gaf hem teken dat hij moest gaan zitten. Terug naar af dus.’

In een genietbare topper houden STVV en Oostende elkaar uiteindelijk in evenwicht. Na het laatste fluitsignaal wordt in de buik van de Oosttribune alles in gereedheid gebracht voor een volksfeest. Winst of verlies: bij STVV is elk excuus goed om de benen los te gooien onder een paar neonlichten. Ferrera heeft dan al lang de luwte van Stayen opgezocht. ‘Een paar uur na een wedstrijd snak ik naar absolute kalmte’, klinkt het. ‘Ik houd van die eenzaamheid. De dag na een wedstrijd voorzie ik meestal een uitlooptraining en dus blijf ik in het stadion slapen. Met een zakje chips in de hand kijk ik naar de samenvatting van de andere wedstrijden. Niet als voetballiefhebber, eerder als analist. Zodra ik een match opzet, begint mijn brein als een boordcomputer te werken. Het is moeilijk te geloven, maar ik kan nog nauwelijks genieten van een mooie pass.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Het publiek heeft zich aangepast aan ons voetbal en niet omgekeerd.’ YANNICK FERRERA

‘De groep zou het niet pikken mocht een speler plots een dikke nek krijgen.’ FAYCAL RHERRAS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content