DE SPELERS VAN DE BAKKER EN DE SLAGER

© BELGAIMAGE

KFC Heultje, de club uit een kleine deelgemeente van Westerlo, kende in de jaren tachtig een steile opgang, tot derde klasse, en een even spectaculaire terugval. Dit is het verhaal van een klein dorp en een grote rivaliteit, een failliete investclub en een nieuw begin.

‘Dat Heultje, past daar maar voor op!’ Ben Crabbé vertelde al een paar keer in het tv-programma Blokken hoe men destijds bij KVK Tienen de ontmoeting met de Kempenaars enigszins onzeker tegemoetzag. Het was eind jaren tachtig en de club uit Heultje, een deelgemeente van Westerlo met zo’n 4000 inwoners, legde in derde nationale gereputeerde ploegen als Lommel, Germinal Ekeren, Beerschot, Seraing, Heist, Turnhout of Zwarte Leeuw het vuur aan de schenen.

En Westerlo natuurlijk, de buur en aartsrivaal. Van grote of kleine broer was in die tijd geen sprake, KFC Heultje en KVC Westerlo klommen zij aan zij door de reeksen van het provinciale en nationale voetbal. Heultje speelde in 1983 kampioen in eerste provinciale, Westerlo promoveerde een jaar later uit diezelfde reeks. Vervolgens draaiden ze de rollen om: Westerlo speelde meteen kampioen in vierde klasse in 1985, Heultje stootte door naar derde in 1986. In die derde klasse B werden vinnige derby’s uitgevochten.

Vanaf 1993 liepen de wegen uiteen. Westerlo speelde nog een keer kampioen en ging naar tweede. Heultje bleef verweesd achter en degradeerde het seizoen erop. In 1995 zakte Heultje meteen door naar eerste provinciale, in 1996 zelfs naar tweede provinciale. Drie degradaties op rij. Daar zit natuurlijk een verhaal achter.

Internationals uit Nigeria en IJsland

Het seizoen 1992/93 is Heultje in rouw. Niet vanwege de kampioenstitel van rivaal Westerlo, maar door een werkelijk tragische gebeurtenis. De 26-jarige voetballer Osaro Obobaifo komt in een auto-ongeval om het leven.

Zoals van Westerlo wordt gezegd dat het de parel van de Kempen is, zo was Obobaifo de parel van Heultje. De Nigeriaanse spits was olympisch international bij de Super Eagles. In 1989 kwam hij naar KFC Heultje, dat met die transfer zijn ambities kracht bijzette.

Hoewel de ploeg altijd bevolkt werd door voornamelijk jongens van onder de kerktoren, was Heultje op een bepaald moment zijn tijd ook vooruit door het aantrekken van enkele donkere spelers. De Surinamer Dolf Poerwo maakte met drie landgenoten het mooie weer in de jaren zeventig. Tien jaar later was de transfer van Obobaifo een kleine stunt, die mogelijk gemaakt werd door de fameuze ‘investclub’ van Heultje.

Een voetbalvereniging uit zo’n kleine gemeente had het niet breed, maar de neringdoende inwoners waren wel erg trots op de club – zeker als ze er nog iets konden aan verdienen. En zo werd een investeringssysteem op poten gezet. In Heultje en omgeving werd het zo verteld: de bakker, de beenhouwer en andere zelfstandigen, ze kochten en betaalden allemaal een speler. Wanneer die dan kon worden doorverkocht, deed de investeerder er een zaakje aan.

Op die manier werd ook Obobaifo aangetrokken. Zijn schielijke overlijden was dus niet alleen een menselijk verlies, maar tegelijk een financiële opdoffer. Een verzekering bestond niet en dus betekende het pure kapitaalsvernietiging. Enkele investeerders waren veel geld kwijt, anderen voelden nattigheid – ook met het Bosmanarrest dat er zat aan te komen – en trokken zich terug. Voor één seizoen werden nog twee IJslandse internationals gehaald (Steinar en Waldemar heette dat duo), maar dan was het voorbij.

De gevolgen laten zich raden: de dure vogels verlieten de club en er stond geen vervanging klaar. De jeugd, die jarenlang de overstap naar de eerste ploeg bemoeilijkt had gezien door al die aankopen, was vaak uitgevlogen naar elders. Heultje zakte door de reeksen alsof er geen bodem was. In 1994/95 behaalde het in bevordering C amper 7 punten uit 30 matchen. Na een vrij stabiel decennium in tweede provinciale volgden in 2007 en 2009 nog eens degradaties. Heultje zat in vierde provinciale, de club hield zelfs ei zo na op te bestaan.

Lager stamnummer dan Westerlo

Met het water aan de lippen worden enkele mensen aangezocht om hun schouders onder de club te zetten, zoals huidig ondervoorzitter Frans De Cock, een voormalige volksvertegenwoordiger uit de gemeente. Het is op dat moment al duidelijk dat KFC Heultje zijn terreinen zal kwijtspelen, want de eigenaar, het OCMW van Westerlo, wil er een project voor sociale woningen realiseren.

De lente van 2014 is emotioneel. Heultje klopt nadrukkelijk aan de poort naar derde provinciale, maar het werkt tegelijkertijd zijn laatste wedstrijden af in het vertrouwde Ernest Sterckxstadion (genoemd naar wielrenner Nest Sterckx). Uiteindelijk moet een testwedstrijd tegen Oostmalle op een neutraal veld over de titel beslissen. In Nijlen zijn er die dag 1500 toeschouwers – van wie zeker twee derde uit Heultje, aldus De Cock – en even herleven weer de hoogdagen van de jaren tachtig. In een rollercoasterwedstrijd zet Heultje een achterstand om in een 3-2-overwinning.

Het jaar erop volgt wel een nipte degradatie, maar de basis van het ‘nieuwe’ Heultje is gelegd. En de club vindt onderdak in een andere deelgemeente, Zoerle-Parwijs, op de terreinen van Zoerle Sport dat er in 2014 mee ophoudt. Geen evidente stap, zegt voorzitter Jef Sprenghers, zeker voor de oudere fans die gehecht waren aan het Sterckxstadion. Maar de accommodatie is prima en de vijver voor de jeugd wordt groter. ‘We groeien volgend seizoen naar zeventien, achttien jeugdploegen’, zegt De Cock. ‘We rekruteren nu natuurlijk ook in Zoerle.’

De jeugd ziet dat er kansen liggen om de eerste ploeg te halen en dat motiveert. Met Vital Verstappen en Wesley Sprenghers, de zoon van de voorzitter, speelden er afgelopen seizoen twee jongens in het A-elftal die nooit een andere club kenden. En zo wordt gebouwd aan ‘een gezonde, gezellige voetbalclub waar iedereen zich thuis voelt’, zoals het luidt in het stickerboek van KFC Heultje. Bewijs daarvan zijn onder meer Wim Verstrepen, reeds 25 jaar trouw op post als ploegafgevaardigde, en Koen Verbraeken, die in de voetsporen trad van zijn vader Jef zaliger, een sterkhouder in het bestuur.

En de rivaliteit met Westerlo? Groter kan het verschil niet zijn dan tussen eerste klasse en vierde provinciale, dus die rivaliteit is wat weggeëbd – al zijn er naar verluidt nog altijd Heultjenaren die nooit een voet in ’t Kuipke zullen zetten. De rood-witten van Heultje hebben alvast één ding om blijvend fier over te zijn: ze zijn de oudste club van de gemeente, hun stamnummer 459 is veel lager dan dat van KVC Westerlo. Wanneer ze in 2020 het 100-jarig jubileum van KFC Heultje vieren, zal dat feit zeker niet onvermeld blijven.

DOOR PETER MANGELSCHOTS – FOTO BELGAIMAGE

Heultje en Westerlo klommen zij aan zij door de reeksen van het provinciale en nationale voetbal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content