De spelers zijn de echte prinsen in het park van PSG

© BELGAIMAGES
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Vanavond/dinsdagavond komt de voetbalelite van Parijs naar het Jan Breydelstadion, fort van een Brugse volksheld. Hoe loopt het eigenlijk bij Paris Saint-Germain?

De competitie was amper een week bezig en het rommelde al in de kleedkamer van Paris Saint-Germain. Of beter: het rommelde nog altijd. Na winst op de openingsspeeldag tegen Nîmes (3-0) moest PSG bij Stade Rennes door het stof. Edinson Cavani had de score geopend en er leek geen vuiltje aan de lucht, maar de enthousiaste thuisploeg tekende voor de verrassing van de speeldag. 2-1, niet eens onverdiend, en op de parking was een journalist van Le Parisien getuige van een bizar gesprek tussen twee basisspelers.

Speler 1: ‘Heb jij begrepen in welk systeem we vandaag speelden?’

Speler 2: ‘Neen, zoals gewoonlijk.’

Twee basisspelers… Geen jongens die amper minuten krijgen en uit ontgoocheling hun gal spuwen. Maar dat ze het niet eens waren met hun trainer, Thomas Tuchel, was ook niet nieuw. Vooral de keuze voor Julian Draxler werd weinig gesmaakt in de groep. Op de openingsspeeldag was de Duitser nergens, maar hij bleef staan. In tegenstelling tot Thomas Meunier die na een matige wedstrijd voor de Franse supercup – gespeeld in… China – meteen naar de bank vloog. Tijdelijk, maar toch…

Sinds de overname van Qatar Sports Investments in 2011 is er één constante: spelers doen waar ze zin in hebben.’ Willy Sagnol

In de machtsstrijd met sportief directeur Antero Henrique, deze zomer na amper twee seizoenen bedankt, had de T1 aan het langste eind getrokken. Nu wacht Tuchel een nieuwe oorlog. In de loopgraven, tegen zijn kleedkamer. Niet te winnen, zei ex-international Willy Sagnol, analist op RMC Sport: ‘Sinds de overname van Qatar Sports Investments in 2011 is er één constante: spelers doen waar ze zin in hebben.’

Als PSG wint, dan schieten woorden te kort om het uitzonderlijke talent van Kylian Mbappé en Neymar in de verf te zetten. Gebeurt dat niet, dan wordt Tuchel met de vinger gewezen. Dat is de trieste realiteit waarmee de Duitser, sinds vorig seizoen in het Parc des Princes, wordt geconfronteerd. Niet prettig voor een bijna obsessief voetbaldier, die spelers dagelijks wil prikkelen en uit hun comfortzone probeert te halen.

Een training, vindt Tuchel, moet voor het brein uitdagender zijn dan matchen. Daarom wordt in sommige oefeningen met meer dan één bal gespeeld of ‘hakt’ hij de hoeken uit het veld, zodat buitenspelers gedwongen worden om diagonale loopacties naar de zestien te maken. Ideeën genoeg, maar ze botsen met de ego’s in de groep. Dat ondervonden ook Tuchels voorgangers op het Camp des Loges.

Tot wanhoop van Laurent Blanc vertrok Zlatan Ibrahimovic geregeld op jachttripje naar Zweden, Unai Emery slaagde er nooit in om de plooien tussen Neymar en Cavani glad te strijken, Tuchels lot ligt in handen van een Braziliaanse werkweigeraar die liever in Madrid of Barcelona wil voetballen en die bij zijn rentree door supporters werd uitgespuwd. Maar die wel vier keer scoorde in vijf wedstrijden en dinsdag in Brugge, na een Europese schorsing, opnieuw speelgerechtigd is. Tuchel móét Ney in de armen sluiten: tegen Strasbourg, Lyon en Bordeaux tekende hij telkens met het enige doelpunt van de match voor negen punten. Als het systeem onduidelijk lijkt voor zijn ploegmaats, dan is er nog altijd Neymar… Vanavond moet Club alleszins geen schrik hebben voor de Braziliaanse ster, want hij blesseerde zich in een interland met Brazilië.

Korte termijn

Er lopen nog nukkige jongens rond op het oefencomplex. Mbappé scoorde op de openingsspeeldag, speelde twee anonieme wedstrijden en viel dan uit met een hamstringblessure, waardoor hij ook twee interlands moest missen. De schijnwerpers draaiden zich op de Kameroense invaller Eric Maxim Choupo-Moting, in afwezigheid van Mbappé en Cavani – óók geblesseerd (heup) – goed voor drie goals.

Dit moest hét seizoen van Mbappé worden. Nog altijd maar 20 jaar en al wereldkampioen, landskampioen met Monaco (2017) en twee opeenvolgende titels met PSG (2018, 2019), waar hij in twee seizoenen goed was voor 62 goals (en 34 assists) in 93 matchen. Maar hij ging vooral naar Parijs om te schitteren in de Champions League. Een tegenvaller: twee keer uitgeschakeld in de achtste finales. Een harde klap voor de jonge spits, zei Tuchel deze zomer op Eurosport. ‘Kylian is extreem zelfbewust. Het is een mate van zelfvertrouwen die met arrogantie verward kan worden, maar die hoort bij iemand die de beste ter wereld wil zijn. Hij is zeer gefocust, telt zelfs zijn doelpunten tijdens de training en heeft zichzelf een T-shirt cadeau gedaan met het opschrift ‘100 trainingsdoelpunten’. Dan weet je: dat is een spits.’

Hij ligt nog onder contract tot media 2022 en liet intern weten dat hij wil vertrekken als PSG ook dit seizoen naast het allerhoogste grijpt. Maar zelfs in de bestuurskamer wordt de lat zo hoog niet gelegd, bevestigde sportief directeur Leonardo. ‘Het wordt geen blingblingseizoen. We roepen niet dat we de Champions League gaan winnen.’

De Financial Fair Play wéégt. Door Mauro Icardi een seizoen te huren van Inter wordt de afkoopsom (plusminus 70 miljoen) pas volgend jaar geboekt, waardoor de uitgaven voor Abdou Diallo (Dortmund), Idrissa Gueye (Everton), Pablo Sarabia (Sevilla) en Keylor Navas (Real Madrid) op 95 miljoen bleven steken. Bescheiden, zeker in vergelijking met 2018 (217 miljoen) en 2017 (283). Er werd meer verkocht (103 miljoen), met Giovanni Lo Celso (23) als grootste prijsduif (22 miljoen) en met de constante dat de talenten uit de academie te gelde werden gemaakt: Moussa Diaby (Leverkusen, 15 miljoen), Christopher Nkunku (RB Leipzig, 13), Stanley Nsoki (Nice, 12,5), Timothy Weah (Lille, 10) en Arthur Zagré (Monaco, 10). ‘Kortetermijndenken’, vinden analisten.

Geen Gueye

In de kern is het evenwicht zoek. De aanvallende weelde is ongekend, ook al is niet iedereen behalve Neymar fit. Vier vedetten – Cavani, Mbappé, Icardi en Ángel di María, met 5 goals topschutter – en drie back-ups: Sarabia, Choupo-Moting en Draxler, die door Tuchel naar het middenveld werd geschoven en daar (meestal) door de mand valt. Wie kan je zetten zonder het team in de problemen te brengen? Want in hun rug zijn er slechts vier spelers die als middenvelder werden opgeleid: Marco Verratti, Ander Herrera (transfervrij overgekomen van Manchester United), Leandro Paredes en Gueye, die tegen Real Madrid (3-0) de steun kreeg van centrale verdediger Marquinhos. Resultaat: geen enkele tegengoal in de Champions League, amper vier in negen competitiematchen.

Probleem: ook Idrissa Gueye zal er vanavond niet bij zijn in Jan Breydel. De Senegalees is geblesseerd en laat zo misschien nog een groter gat dan Neymar. De verdedigende middenvelder speelde tegen Real Madrid een ijzersterke match en is dé belangrijkste schakel in de verdediging. Hij is het die Verratti de nodige vrijheid geeft waardoor PSG zich aanvallend kan uitleven. Zonder dat slot op de grendel kan het vanavond wel eens mooeilijk worden voor PSG.

Grote test voor PSG

Maar voor ieder probleem lijkt PSG wel enkele oplossingen te hebben. Marquinhos kan zo nodig de plaats van Gueye innemen en de verdediging is dit jaar gewoon sterk, ook zonder Gueye. Thiago Silva lijkt met de jaren beter te worden en is meer dan ooit de leider van de verdediging en laten we stellen dat Neymar langs zijn kant goed opgevangen wordt door Angel Di Maria die volgens L’Équipe ‘incontournable’ is. De Argentijn scoorde twee keer tegen Real Madrid en is gewoonweg in de vorm van zijn leven.

Maar al bij al wordt het een even grote test voor PSG als voor Club Brugge vanavond. De Franse kampioen moet opnieuw sleutelen aan haar team, kan tegen Club tonen dat de hele selectie op topniveau is en Tuchel zelf kan bewijzen dat hij een systeem kan bedenken dat iedereen begrijpt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content