1. Infrastructuur

“Dankzij Euro 2000 beschikken we over een nieuw nationaal voetbalstadion in Brussel en vernieuwde stadions in Brugge, Charleroi en Luik.” Michel D’Hooghe, op dat moment nog Belgisch bondsvoorzitter, nam een klein loopje met de waarheid toen de Stichting Euro 2000 begin 2001 werd ontbonden. België dankt zijn vier gemoderniseerde stadions slechts gedeeltelijk aan Euro 2000. In de impactstudie uit 1994, uitgevoerd in opdracht van de KBVB, stond al dat het toernooi slechts verantwoordelijk zou zijn voor 250 miljoen frank van de (op dat moment) geschatte 1,1 miljard frank aan aanpassingswerken. Uiteindelijk kostten de stadionrenovaties 2,75 miljard frank.

Koning Boudewijnstadion (Brussel) : het renovatiedossier, een uitloper van het Heizeldrama in 1985, was goedgekeurd lang voor er sprake was van een Belgische EK-organisatie. In mei 1996 bood het (voor 900 miljoen frank) opgeknapte stadion plaats aan 40.000 mensen voor de EC2-finale tussen Paris Saint-Germain en Rapid Wenen. Om de openingswedstrijd of de finale van Euro 2000 te ontvangen moest de capaciteit volgens de wensen van de Uefa verder worden opgetrokken naar 50.000 overdekte zitplaatsen. Een extra uitgave van 520 miljoen frank, waarvoor de federale overheid en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opdraaiden. De stad stak ook nog eens 200 miljoen toe. Sinds Euro 2000 is de maximale capaciteit voor geen enkele voetbalwedstrijd meer be- nut. Voor sommige van hun wedstrijden wijken de Rode Duivels inmiddels uit naar kleinere stadions.

Jan Breydelstadion (Brugge) : de stad was ook zonder Euro 2000 van plan het toenmalige Olympiastadion, waarvan ze eigenaar is, te verfraaien. Ze had de kosten al geraamd op 70 miljoen frank. Door het EK werd een grondiger renovatie en uitbreiding mogelijk. Bij de Vlaamse overheid kon 250 miljoen frank worden losgepeuterd, bij de Nationale Loterij 75 miljoen. De stad betaalde uiteindelijk 85 miljoen.

Stade Maurice Dufrasne (Luik) : twee renovatiefasen waren al voltooid vóór België het EK kreeg toegewezen. Voor de derde fase waren de geldschieters het Waalse Gewest (250 miljoen frank), de Nationale Loterij (75 miljoen), de stad Luik (25 miljoen) en de provincie Luik (15 miljoen). In ruil voor die laatste subsidie verkocht de nv Standard, de privé-eigenaar van het stadion, tijdelijk één tribune aan de Société Provinciale des Investissements.

Stade du Pays de Charleroi (Charleroi) : de renovatiewerken aan het stedelijk stadion, waarvoor de stad 125 miljoen frank had voorzien, waren al gestart. De beloofde financiële steun van het Waalse Gewest bij deelname aan Euro 2000 opende perspectieven voor een ambitieuzer project. Het Gewest zorgde voor een extra injectie van 250 miljoen frank en de Nationale Loterij voor 75 miljoen. Na Euro 2000 werd de derde ring van de hoofdtribune, zoals voorzien, weer afgebroken. De ongeveer 2300 gesloopte zitjes werden gerecupereerd voor de velodroom van Gilly, tot dan zonder tribune.

Erfenis : een voor het Belgisch voetbal te groot nationaal stadion in Brussel, een met overheidsgeld voltooid privé-stadion in Luik, een deels weer afgebroken stadion annex aanslepende rechtszaak van buurtbewoners in Charleroi, en een sfeervol stadion in Brugge.

2. Stadionbezoek

Trudo Dejonghe, docent economie en sporteconomie, ging na of het organiseren en/of goed presteren op een EK of WK leidt tot de verandering in een trend. Met andere woorden : of een bestaande stijging in de publieksopkomst wordt versterkt, of een daling gecounterd. In 1986/87, het seizoen na het voor de Rode Duivels succesvolle WK in Mexico, trok een wedstrijd in de Belgische eerste klasse gemiddeld 7900 toeschouwers. Op de periode 1991/93 na (9200) bleef dat cijfer stabiel, tot het seizoen vóór Euro 2000. De cijfers : 1999/00 : 9721 ; 2000/01 : 9757 (1e ronde Euro 2000) ; 2001/02 : 9176 ; 2002/03 : 9768 (2e ronde WK). Voor 2003/04 is de tussenstand na 27 speeldagen 9642.

De stijging in 1999/00 is, volgens Dejonghe, onder meer te verklaren door het (goedkopere) abonnementenbeleid van de clubs, de opkomst van het fenomeen RC Genk en een opmerkelijke publiekstoename bij Club Brugge. Ove- rigens is de status-quo van de laatste jaren misleidend, want hij verbergt een scheefgetrokken situatie. Samen compenseren Club Brugge (+9500 in vier jaar) en Genk (+3500) bijna helemaal het verlies van de kleinere clubs. Die blijven bijna allemaal bezoekers verliezen. Uitzonderingen zijn : Beveren (+1200), STVV (+400, wegens uitbreiding stadion waardoor het pieken tegen de topploegen kan opvangen), La Louvière en Germinal Beerschot (+300). Het aandeel van Anderlecht, Standard, Genk en Club Brugge in het totale toeschouwersaantal bedraagt nu al meer dan vijftig procent. Dat wil zeggen : één op twee bezoekers van Belgisch eersteklassevoetbal gaat slechts naar vier stadions.

In de Nederlandse eredivisie stelt Dejonghe tussen 1988 (winst EK) en 1989 geen verandering in de toeschouwersaantallen vast : het gemiddelde bleef op 7200 liggen. Sinds 1992 (halve finale EK) is er een ononderbroken groei. De afgeronde cijfers : 1992/93 : 8700 ; 1993/94 : 10.000 ; 1994/95 : 10.200 (kwartfinale WK) ; 1995/96 : 10.300 ; 1996/97 : 12.200 (kwartfinale EK) ; 1997/98 : 12.800 ; 1998/99 : 13.500 (halve finale WK) ; 1999/00 : 14.100 ; 2000/01 : 15.400 (Euro 2000) ; 2001/02 : 15.500 ; 2002/03 : 16.300 (afwezig op het WK). Voor 2003/04 is de tussenstand 15.850.

Dejonghe : “Voor Nederland zien we dus een bijkomend effect na Euro 2000, voor België niet. Ik denk dat het organiseren van zoiets als Euro 2000 alléén niet volstaat, maar dat je ook goed moet presteren. Toch moet je voorzichtig zijn met zulke conclusies. In 2002 was Nederland er niet bij op het WK in Japan en Zuid-Korea en toch bleef het publiek massaal toestromen.” Belangrijke factor is of de stijgers en/of dalers populaire clubs zijn. Zo schrijft Dejonghe het herstel in 2002/03 niet toe aan de positief ontvangen WK-prestatie van de Rode Duivels in Azië. “De gepromoveerde ploegen, KV Mechelen en Bergen,” zegt hij, “hadden gemiddeld 3400 supporters méér dan de gedegradeerde clubs Aalst en Molenbeek.”

Erfenis : nog steeds langzaam leeglopende stadions.

3. Ticketing & mobiliteit

Met het schandaal van het WK’98 in Frankrijk vers in het achterhoofd was de ticketstrategie van Euro 2000 tot slagen gedoemd. Het kaartverkoopsysteem (van een Brits bedrijf) was een succes, maar alleen een schadeclaim herinnert er nog aan. Op 13 augustus 2001 dagvaardde ‘een uitvinder’ de organisatoren, omdat ze zijn patent zouden hebben geschaad. Hij vordert een provisionele schadevergoeding van 5 miljoen frank (150.000 euro) met raming van de eis op 75 miljoen frank (1.850.000 euro). De zaak komt voor op donderdag 1 april 2004.

Tot een verkeersinfarct tijdens Euro 2000 kwam het niet. De stadions en hun omgeving werden in kleurvakken onderverdeeld, die overeenstemden met de kleuren van de tickets. Toeschouwers werden via aparte toegangswegen in en uit de stadions geloodst. Brussel, Brugge, Charleroi en Luik zijn dit circulatiesysteem ook nadien blijven gebruiken.

Erfenis : een rechtszaak en permanente bewegwijzering rond de vier EK-stadions.

4. Voetbalwet

De vrees voor hooliganisme overschaduwde de aanloop naar Euro 2000. Minister van Binnenlandse Zaken Vande Lanotte maakte haast met de zogenaamde voetbalwet, die op 21 december 1998 onder zijn opvolger Tobback werd goedgekeurd. De wet gaf een wettelijke basis aan de vele KB’s en omzendbrieven over veiligheid rond het voetbal. Ze legde onder meer administratieve straffen (stadionverbod en geldboeten) op aan wie zich misdraagt in een voetbalstadion en leidde tot de oprichting van de cel-Voetbal van de Algemene Rijkspolitie. Minister Duquesne ondertekende tegen hoog tempo de uitvoeringsbesluiten en minister van Justitie Verwilghen voerde in sneltreinvaart het snelrecht in, zodat hooligans tijdens Euro 2000 meteen voor de rechter konden worden gebracht.

Erfenis : een voetbalwet op basis waarvan oproerkraaiers in het stadion (óók spelers, remember Gilles De Bilde en Olivier De Cock na Club Brugge – An- derlecht vorig seizoen, en Emile Mpenza en Luciano D’Onofrio na de recente AA Gent – Standard) kunnen worden vervolgd.

5. Beneliga

Schaalvergroting, daar ging het over op het eind van de vorige eeuw. Voorstanders spraken de hoop uit dat de Belgisch-Nederlandse co-organisatie van Euro 2000 als hefboom zou dienen voor de oprichting van een BeNeliga. “We hebben elkaar toen wat beter leren kennen,” geeft Michel Verschueren vandaag toe, “maar tot een verhoopt gunstig effect heeft het verder niet geleid.”

Erfenis : de begrafenis van een grensoverschrijdend kampioenschap.

door Jan Hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content