Vorige week, in quasi alle kranten : SK Beveren gaat volgend seizoen niet door met Thierry Pister. Zonder uitleg gedumpt door het bestuur, heet het. Voor de Gentenaar, dit seizoen de vierde trainer van de hekkensluiter in eerste klasse, is het avontuur op het hoogste niveau van korte duur geweest. Pister moet op zoek naar een nieuwe club.
Thierry Pister : “Het is mij inderdaad een raadsel waarom. Ze zijn met zes in het bestuur en vijf van de zes hebben de voorbije weken tegen mij gezegd dat ik op hen kon rekenen, dat ze zouden doodvallen als ik volgend seizoen geen trainer van Beveren meer was. Allemaal mooie woorden, maar blijkbaar was de stem van één man, Jean-Marc Guillou, toch voldoende. Het is wel een slag in je gezicht als je moet vernemen dat de beslissing van het bestuur unaniem is. Mochten ze me nu aan de kant zetten bij gebrek aan resultaten, dan kon ik het nog begrijpen, maar op dat vlak bleef iedereen mij steunen en klonk het dat er niet meer uit de groep te halen was. Ik ben de vierde trainer dit seizoen en allemaal mislukten we. Is het dan niet duidelijk dat het probleem elders ligt ? Maar er is hoop, ik hoor nu dat het nog niet definitief gedaan is.”
Dat heeft dan weer te maken met de plannen van de hoofdsponsor, om zijn inbreng in de club te vergroten. Voorzitter Van Hoof is bereid om desgevraagd een stap opzij te zetten en plaats te maken voor een nieuwe sterke man. En die denkt dan weer aan Pister. “Binnenkort krijg ik daar meer duidelijkheid over”, aldus de Gentenaar. “Ik zou wel in het nieuwe plaatje passen. Het gekke is : KPMG heeft een doorlichting van de club gemaakt, gezocht naar het ideale profiel voor een bestuur, naar dat van de ideale manager en ook naar dat van de ideale trainer. Toen ze bij mij kwamen, kreeg ik te horen dat ik beantwoord aan dat profiel. Misschien zouden ze dat beter eens tegen Guillou zeggen.”
Pister wil niet onmiddellijk kritiek uiten op de gewezen Franse international. “Ik mag dat niet, want ik kan niks verkeerd over de man zeggen. Er was gewoon geen communicatie tussen ons beiden. De ploeg opstellen, dan moest hij uiteraard niet proberen te doen, maar hij bepaalt achter de schermen ook veel. Met zijn Afrikanen had ik op zich geen probleem, alleen zijn die jongens niet allemaal tegelijk op hun top. En als je er dan eentje aan de kant liet, was de rest plots niet meer voort te branden. Terwijl ik vond dat het niet altijd mogelijk was om ze alle vier samen op te stellen.”
De problemen kon hij wel vermoeden. Emilio Ferrera had het moeilijk met Guillou, Stijn Vlaminck bleef maanden aan de kant nadat hij eens de zaken aan de kaak stelde. “Wat er met Bodart juist is gebeurd, weet ik niet, maar ook hij had problemen met Guillou. Als het altijd om dezelfde persoon gaat, moet je je toch vragen stellen.”
door Peter T’Kint,
