AA Gent liet twee Costa Ricanen aanrukken. De communicatie met de Spaanstalige nieuwelingen loopt nog niet van een leien dakje, maar dat baart Randall Azofeifa en Bryan Ruiz geen zorgen. ‘Voetbal, dat verstaat iedereen.’

De Atlantische Oceaan oversteken om in Latijns-Amerika wat verse krachten te sprokkelen, het plan lag blijkbaar niet enkel bij Anderlecht en Germinal Beerschot op tafel, maar ook bij AA Gent. De Buffalo’s beproeven hun geluk met twee spelers uit de Costa Ricaanse competitie : aanvaller Bryan Ruiz González (20) en verdedigende middenvelder Randall Azofeifa Corrales (21). De eerste, die overkomt van Liga Deportivo Alajuelense, viel net uit de boot toen bondscoach Alexandre Guimaraes zijn selectie voor het WK samenstelde. Azofeifa, die tot voor kort actief was bij de Costa Ricaanse landskampioen Deportivo Saprissa, werd wel aangeduid en mocht in Duitsland welgeteld één minuut het veld op.

“Aan een wereldkampioenschap deelnemen is een prachtige ervaring”, zegt hij op een toon die niet strookt met de inhoud van zijn boodschap. “Het was puur genieten.” Het verging zijn team nochtans niet al te best. In de openingsmatch tegen Duitsland ging Costa Rica met 4-2 onderuit, daarna volgde een 3-0-nederlaag tegen Ecuador en ten slotte moesten Azozeifa en co ook in de laatste wedstrijd van de groepsfase het onderspit delven. Tegen Polen werd het 1-2.

Wat vonden jullie van de prestaties van Costa Rica tijdens het WK in Duitsland ?

Randall Azofeifa : “We wilden graag de tweede ronde halen en slaagden er niet in om dat doel te bereiken. Jammer. Je kan met een rist oorzaken komen aandraven. Een ervan was dat we op het veld bij momenten zelf niet wisten wat we wilden. Daar moeten we lessen uit trekken, om beter gewapend te zijn als we naar een volgend toernooi trekken.”

Bryan Ruiz : “Ik denk dat het voor onze nationale ploeg een mooie gelegenheid was om dingen bij te leren, zodat we in de toekomst stappen vooruit kunnen zetten.”

Nu wacht voor jullie de Belgische competitie. Vallen de eerste weken bij Gent een beetje mee ?

Azofeifa : “De indrukken die ik nu al van de club heb, zijn positief. Dat ik de kans krijg om hier te voetballen, stemt me tevreden. Ik hoop te kunnen voldoen aan de verwachtingen die de mensen van AA Gent koesteren.”

Ruiz : “Voor mij is dat net hetzelfde. Ik voel me prima in deze omgeving. Alles is hier zeer professioneel, zowel de werkwijze als de accommodatie. Het ziet er allemaal heel wat beter uit dan in Costa Rica. Bovendien vangen de ploegmaats ons goed op.”

Azofeifa : “Net als de technische staf. Iedereen in en rond het team doet zijn uiterste best om de overgang voor ons zo vlot mogelijk te laten verlopen.”

Ruiz : “Op dit moment is de club aan het uitkijken naar twee appartementen. We hebben gevraagd om flats te zoeken die niet te ver van elkaar verwijderd zijn. Daar ging voor gezorgd worden. Tot die gevonden zijn, logeren we in een hotel. Daar hebben we elk onze eigen kamer.”

Azofeifa : “Ook de stad hier is heel mooi. Veel tijd voor sightseeing hebben we nog niet gehad. Maar wat ik al gezien heb, viel in de smaak. Gent is gezellig en toch groot genoeg. Innemend ook. Ik geloof trouwens dat er enkele plaatsen zijn waar Spaans gepraat wordt. Dat heb ik me althans laten vertellen. Ook dat zou een meevaller zijn.”

Hoe loopt het voor jullie ondertussen op voetbalvlak ?

Azofeifa : “We proberen te begrijpen wat de trainer vraagt en trachten dat uit te voeren. Dat lukt tot nu toe vrij goed, vind ik.”

Ruiz : “De trainingen zijn in mijn ogen gelijkaardig aan wat we in Costa Rica gewend waren. De zaken die je inoefent, blijken dezelfde. Enkel de manier waarop dat gedaan wordt, verschilt af en toe een beetje.”

Azofeifa : “En het gaat er hier natuurlijk wat fysieker aan toe. In ons thuisland voerden we alles net iets technischer uit.

“Ik heb wel het gevoel dat onze teammaats op dit moment nog een hoger niveau halen dan wij. Maar dat is volstrekt normaal. De meesten speelden het afgelopen seizoen hier, in een kampioenschap dat veel beter is dan dat in Costa Rica. Beetje bij beetje zullen wij ons aanpassen en ook naar dat hogere niveau toegroeien.”

Ruiz : “Ik denk dat we in een goede ploeg beland zijn. Tijdens oefenpartijen merkte ik al dat we de bal goed in het team kunnen houden en het spel kunnen maken.”

Azofeifa : “We mochten allebei al meespelen en dat verliep goed. Stap voor stap beginnen we te begrijpen wat onze ploegmakkers van ons vragen. Je leert hun namen, hun posities, wat specifiek is in hun spel…”

Ruiz : “Voor mij is het wel iets moeilijker om mee te pikken wat de anderen verlangen. Randall spreekt ook wat Engels, ik amper.”

Overweeg je om een tweede taal te leren ?

Ruiz : “Voorlopig stelt het allemaal geen onoverkomelijke problemen. Voetbal, dat verstaat iedereen. De taal van de bal is universeel. Ik ga zien hoe het uitdraait, even afwachten of ik me kan behelpen.”

Azofeifa : “Het is wel leuk dat we hier met twee zijn, zo kunnen we met elkaar toch wat Spaans praten. Je hebt altijd iemand die je volledig begrijpt, iemand met wie je eens van gedachten kan wisselen. Dat maakt het al veel aangenamer.

“Ik en Bryan kennen elkaar van vroeger. Bij jeugdselecties, de min-20-jarigen, speelden we nog in rivaliserende teams. Maar nu zijn we vrienden, hoor.”

Hebben jullie al een gesprek gehad met de trainer over jullie taak in het team ?

Ruiz : “Min of meer. Hij maakte mij duidelijk dat hij veel ritme in het spel wil. Je moet de bal snel doorspelen naar een ploegmaat, zegt de coach. Dat staat me aan. Zo kan je de dominerende ploeg zijn in een wedstrijd.”

Azofeifa : “Mij gaf hij hetzelfde mee. Plus enkele defensieve richtlijnen. Ik denk dat het een goede trainer is, hij laat een positieve indruk na.”

Verwachten jullie onmiddellijk een plaatsje in het basiselftal ?

Azofeifa : “Titularis worden in dit team zal moeilijk zijn. Maar niet onmogelijk. Waar een wil is, is een weg. Een basisstek ver-overen is trouwens nooit simpel, ongeacht in welke ploeg je speelt.”

Ruiz : “Ik ben niet van plan om er een probleem van te maken als ik op de bank moet zitten. Als iemand anders beter is, moet je dat aanvaarden. Eigenlijk dient een team zich te gedragen als één grote familie.”

Zien jullie naast het fysieke aspect nog andere verschillen tussen het Belgische en het Costa Ricaanse voetbal ?

Azofeifa : “De zaken worden hier veel tactischer aangepakt. En hier moet je niet proberen om lang met de bal te lopen, of je bent hem kwijt.”

Lopen er in Costa Rica veel voetballers rond die in jullie ogen de capaciteiten hebben om in Europa te schitteren ?

Ruiz : “Er is volgens mij heel wat talent dat het hier zou kunnen maken. Maar het probleem is dat Europeanen, bijvoorbeeld Belgen, ons land niet goed kennen.”

Azofeifa : “Het zou voor veel ploegen hier de moeite lonen om daar eens een kijkje te gaan nemen. Het klopt dat er enkele clubs zijn die hun prijzen veel te hoog instellen, fantaseren over de bedragen die voor Argentijnse of Braziliaanse jongens worden neergeteld. Maar er zijn er ook andere, die weten en begrijpen dat zoiets niet kan. Je mag ze niet allemaal over dezelfde kam scheren.”

En dan vindt Azozeifa plots, zonder enige aanleiding, dat het gesprek lang genoeg geduurd heeft. Hij staat op en wandelt weg. Veel woorden maakt hij aan zijn vertrek niet vuil. Aandringen om nog even te blijven blijkt zinloos. Ruiz, ook enigszins verrast door Azofeifa’s manoevre, beslist om het voorbeeld van zijn compagnon te volgen en blaast eveneens de aftocht. Ze houden er rare gewoontes op na, die Costa Ricanen.

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content