Met het vuur van Club Brugge nog smeulend beginnen Trond Sollied en zijn assistenten met Olympiacos Piraeus aan de Griekse competitie. ‘Het hart klopt, het bloed zal stromen.’

Neerdalend over nachtelijk Athene fonkelen Orion, Cygnus, Cassiopeia, Ce-pheus en al die andere sterrenbeelden als duizenden in de bakermat van de beschaving weerspiegelde lichtjes. Ondertussen brengt een late boot onder het schijnsel van de maan toeristen van een van de vele eilanden terug naar Piraeus, de haven en het kloppende hart van Athene. Daar, ergens in de volgestouwde voorstad, ligt ook het stadion van Olympiacos, de club waar Trond Sollied en diens assistenten sinds dit seizoen aan het werk zijn.

* * *

Hotel Marriott Ledra, onze kamer, nummer 348. Hotelgids, bladzijde 163, JamesGordon Bennett, quote : “Ik heb fouten gemaakt, maar ik heb nooit de fout gemaakt te beweren dat ik nooit een fout maakte.”

Omgeven door fatAmericans en uitkijkend op de Akropolis slijt Trond Sollied in afwachting van een woning zijn dagen alleen in het hotel, bij 32 graden in de schaduw. Vanmiddag zit hij op het dakterras, aan een tafel naast het zwembad. “Zolang je niet op de maan geland bent, haal je de vlag niet boven, maar de tijd zal mijn gelijk bewijzen”, antwoordt de trainer op een vraag naar zijn vertrek bij Club Brugge.

Dat hij op twee video’s uitlegde Brugge te zullen verlaten, was geen fout, zegt hij.

“Die video’s moet je volledig apart zien, dat mag je niet mengen. Ik heb dat gewoon gedaan om een klein bedrijfje te helpen. Maar noem die mensen niet mijn vrienden, want vrienden doen zoiets nooit. Die band is trouwens ook niet op tv uitgezonden. Ik heb Club Brugge niet verlaten. Dus ik hoef niet zo veel uit te leggen. Ik vond het alleen jammer dat ik geen afscheid kon nemen van de spelers. Maar ik draag Brugge nog altijd in mijn hart, want ik heb daar fantastische mensen leren kennen en vijf mooie jaren gehad.”

375.000 euro zou Club Brugge eisen.

“Mmmm… als je het met drie vermenigvuldigt, zit je in de buurt. Maar de waarheid is veel leuker dan al die verhalen die rondgestrooid worden. Wij hebben nog geen eisen gesteld naar hen toe. Concreter kan ik nu nog niet zijn, volgende week donderdag misschien wel. Ik ben niet gehaast. Zij zijn wel te gehaast geweest : ze hebben emotioneel gereageerd. Waarom hebben ze mij niet gewoon naar Brugge doen komen om de situatie uit te klaren ? Ik begrijp niet dat ze zo snel naar de rechtbank liepen. Ik was op vakantie en drie teams contacteerden mij. Ik heb Club Brugge op de hoogte gebracht van andere clubs, maar dat ze dan niet afkomen met die gentleman-shit dat zij nog met niemand anders praatten to cover up. Terwijl ze al voorbereidingen hadden getroffen met Ceulemans. Ik weet dat, want Jan zat met Degryse en D’Hooghe te praten toen hij een speler in Kreta belde voor nieuws over mij. En die speler zat op dat moment toevallig naast mij ( grijnst). Ik heb er geen probleem mee dat ze iemand anders zochten, het is zelfs logisch, want langer dan zes jaar zou ik toch niet blijven. Ik wou niet worden zoals Guy (Roux , nvdr) in Frankrijk. Maar de zaken zijn anders gelopen. Als er zoveel clubs interesse komen tonen zonder voorafgaande vraag, dan weet je dat het tijd is om te beginnen nadenken. Als ze een deal hadden gewild, was dat mogelijk geweest. Ik ben de kwaadste niet. Spelers gaan bij Brugge altijd gratis weg, terwijl de trainers zouden moeten betalen. Waar zit dan de logica ? D’Hooghe is de vader van het Bosman-arrest : toen hij bondsvoorzitter was, begon het in België en nu eindigt het in België. Hoe kan je Peter Van der Heyden en anderen einde contract laten zijn ? Ze hadden geld kunnen krijgen.”

Hun relatie omschreef D’Hooghe als een werkrelatie.

“Normaal. Ons leeftijdsverschil is zo groot dat hij en ik niet naar, laat ons zeggen, dezelfde plaatsen gingen of dezelfde vrienden hadden.”

Kreeg hij het gevoel te worden weggepest uit Brugge ?

“Neen, neen, tenzij je een jaar terugblikt. Er zijn wel veel kleine zaken naar buiten gekomen. Zo ben ik bijvoorbeeld de enige over wie er via hun kanalen salarisgegevens naar buiten zijn gebracht. Why me ?

Je kan, zei hij bij Degryses komst, niet van voetballer ineens naar zo’n functie springen : heeft Degryse inmiddels zijn ongelijk bewezen ?

“Wat heeft hij al gedaan ?”

In het zwembad weerklinkt een plons.

“Je kan dat pas over drie, vier, vijf jaar beoordelen. Over Vanhove kan je door de jaren een oordeel vellen. Als Marc hetzelfde doet, zal hij goed gewerkt hebben.”

Hoe was zijn relatie met Degryse ?

“Heel goed. Ik heb nooit een probleem met hem gehad en hij niet met mij. Marc had dezelfde visie als mij : hij wil winnen.”

Maar dan wel op een andere manier en met andere spelers.

“Dat moet je aan hem vragen. Ik hou van Maradona, Pele, Beckenbauer, RobertoCarlos… Het spel moet naar voren gaan. Anders speel je nooit, dat zie je in elke wedstrijd aan de aftrap. Als de bal niet naar voren gaat, kan je niet aan de wedstrijd beginnen. Balbezit heeft geen nut als het geen doel heeft.”

Dat zijn trainingen en het voetbal verveling begonnen op te wekken…

“Tegen mij is geen enkele speler daarover komen klagen. Ik denk dat we een fijne tijd gehad hebben. Zij die langer blijven of elders gaan voetballen zullen nog wel merken hoe fijn. Het klagen komt meestal niet van de spelers, maar van de pers. Als er niets te schrijven valt, gaan ze naar een ontevreden speler van wie ze weten dat ze hem iets in de mond kunnen leggen. I knów it.

Ziet iedereen die kritiek uit het dan verkeerd ?

“Fouten toegeven is heel gemakkelijk, maar die moet ik toch niet aan jou vertellen ? Gemiddeld genomen is mijn leading style zo dat ik alle beslissingen zelf neem, maar diegenen met wie ik werk, kunnen mij dagelijks beïnvloeden. Mensen willen actie zien. Hoe kunnen ze van gemiddeld tienduizend toeschouwers naar telkens een bijna vol stadion ? Hoeveel goals heeft Club gescoord ? Ik zeg niet dat we elke wedstrijd goed gespeeld hebben, maar we creëerden altijd kansen en normaal scoren we dan ook. Zo zie ik het. Maar ik kan niet garanderen dat we altijd goed spelen. Zoveel feestdagen zijn er niet in het voetbal. We waren stabiel. Natuurlijk ging het wel eens op en neer zoals het water, maar we bleven drijven.”

Hotel Marriott Ledra, onze kamer, nummer 348. Hotelgids, bladzijde 50, Henry David Thoreau, quote : “Je moet met twee zijn om de waarheid te spreken : één om ze te zeggen en een ander om ernaar te luisteren.”

Sofoklis Schortsanitis heet hij. Hij is 20 en illustreert in het oefencomplex van Olympiacos wat onder andere tien liter cola en fruitsap per dag met een menselijk lichaam doen. Vijfendertig kilo moeten er af en dan zal hij er nog maar 136 wegen. BabyShaq, zoals Griekenlands topbasketballer wordt genoemd, hobbelt als een verstekeling zijn rondjes om het trainingsveld terwijl Trond Sollied zijn van opgeroepen internationals gespeende selectie stapsgewijs in zijn werkwijze inwijdt. Een schreeuw en een stilte, een uitleg en weer actie.

In het basketbal, het volleybal en het waterpolo haalde Olympiacos de Champions League en dat wil de voorzitter, Socrates Kokkalis, nu ook in het voetbal. De omgeving blijkt een doods indu-strieterrein, want ter wille van de rust kocht de steenrijke voorzitter rondom alles op. Het oefencomplex wordt dan ook bewaakt – geen journalist noch toeschouwer komt erin, tenzij Trond Sollied het toelaat.

“Volg maar”, gebaart Nicolas Sima-kos, de assistent-manager, en we zijn vertrokken voor een rondleiding. Twaalf jeugdspelers resideren hier permanent en als de eerste ploeg de dag voor de wedstrijd op afzondering komt, staan hen twintig piekfijne hotelkamers ter beschikking, ruimtes voor fysiotherapie, een ergometric centre, een medisch centrum, sauna, hammam, zwembad, fitness- en behandeltoestellen allerhande, “deze behandelzetel is een van de beste in Europa, vertelden ze mij. Maakt zelfs ook koffie, denk ik ( grijnst).”

Buiten hebben de spelers ondertussen het trainingsveld verlaten en hun door de club in België aangeschafte hartslagmeters afgelegd. Eén na één zoeken ze hun wagens op en daarheen waggelen ook de o-benen van Rivaldo. Wat – heb je even ? – vindt hij, de bij onder andere Barcelona en AC Milan gepokt en gemazelde wereldster, van zijn nieuwe trainer ? “Het is nog vroeg om daar nu al veel over te zeggen”, vertaalt doelman ErwinLemmens, sinds zijn Spaanse periode voor wel meer journalisten de sleutel op het slot bij vedetten van ginds. “Maar ik ben zeer tevreden”, zegt Rivaldo verder, “Sollieds manier van werken doet mij een beetje denken aan die van Luxemburgo nu bij Real Madrid. Ik bedoel : elke training heeft een doel. Wat hij specifiek van mij wil, daar hebben we nog niet zo over gepraat, maar ik voel in elk geval dat de manier van spelen anders zal zijn dan vorig seizoen.” Waarmee Rivaldo heeft aangekaart dat een tweede seizoen flirten met de bank niet is waarop hij rekent. “Vorig seizoen was ik niet tevreden en het spel was ook niet goed, maar ik hoop dat we straks weer in de Champions League zitten.”

Wit schuim spat op, daar waar de zee aan het eind van een uitstekende rotspartij haar helder blauw voor donker verruilt. De zilte geur die ze slag om slag op het strand baart, draagt over het tramspoor, een paar palmboompjes en het weggetje tot op het balkon van het appartement dat Chris Van Puyvelde er betrekt. Op de spierwitte gevels blakert de warmte van de Griekse middag. Cedomir Janevski en Van Puyvelde zijn door de club in Glyfada, een van de betere wijken, ondergebracht. Daar kunnen de assistenten van Trond Sollied, die hogerop een villa vond, luieren aan hun achtvormige privé-zwembad of zich op het terras vergapen aan dit prentkaartenzicht op de baai, onder het niet aflatende gesjirp van de krekels.

Van Puyvelde, voorheen assistent-trainer bij Club Brugge, en Janevski, de voormalige beloften- en reservetrainer, zijn rond de terrastafel geschoven. De voorbije maand heeft de voorbereiding zich grotendeels elders in Europa, in Oostenrijk en in Spanje, afgespeeld, maar de eerste indrukken zijn er al.

Chris Van Puyvelde : “De eerste training was raar : de spelers hadden precies anderhalve maand niks gedaan. Ze hebben een zwaar seizoen gekend en dan bleek ook dat ze van de vorige trainer geen programma hadden meegekregen. Daarom was het goed dat we zeven weken voorbereiding kregen. Maar een Rivaldo bijvoorbeeld had wel al de physical trainer om een programma gemaild, terwijl je juist van hem zou verwachten dat hij het niet nodig zou vinden. Je zag aan de testen wie niets had gedaan – en daar waren ze ook eerlijk over. Er zaten er een paar ónder de grond ( grijnst). De eerste training begon Trond meteen met de bal – afwerken op doel. Daar schrokken ze ook nogal van, want hier is het blijkbaar de gewoonte de eerste drie weken alleen te lopen. Je moest een van die reservekeepers bijna reanimeren ( grijnst). De eerste open training moest Cedo ook een oefening gewoon op de andere kant geven omdat het door het volk onmogelijk was daar nog een voorzet te geven. Achteraf hebben we gehoord dat er een met zijn rug naar de tribune moet hebben gestaan met een revolver achteraan in zijn broek, wat voor de nodige commotie zorgde.”

Cedomir Janevski : “Ik kom uit de Balkan en ik weet : hier is warm bloed. Voetbal leeft vierentwintig uur per dag, van maandag tot maandag.”

Van Puyvelde : “Eigenlijk kan je het zo samenvatten : het is hier direct ambiance. Dat kan natuurlijk positief én negatief zijn. Dat moeten we nog ervaren ( grijnst). De oefenwedstrijd tegen Liverpool, in Spanje, is een belangrijke déclic geweest.”

Janevski : “We wilden met polars trainen, maar zij vroegen zich af waarom. We zijn de laatste acht, negen jaar kampioen gespeeld zónder.

Van Puyvelde : “Maar dan zagen ze die spelers van Liverpool met polars opwarmen en spelen, en toen begonnen ze het te beseffen.”

Janevski : “Hun andere trainers werkten blijkbaar altijd op feeling en trainden vooral op organisatie. Maar je moet zoals in België bij de jeugd de posities nog uitleggen. Waar de rechtsback moet staan, waar de linksmidden…”

Van Puyvelde : “Ze spelen veel naar de bal toe, zie je. Je moet veel coachen op die kleine details. Wat je vooral ziet, is dat wie hier uit de jeugd komt, het op zijn tweeëntwintigste nog allemaal moet leren.”

Janevski : “Tweeëntwintig jaar vinden ze hier jong. Dat noemen ze nog eentalent. Je zit dan twee jaar bij de kern en je hebt nog geen minuut gespeeld. Naar Belgische of Europese normen kan dat niet.”

Van Puyvelde : “Toen ze Touré bezig zagen – die is tweeëntwintig – vroegen ze zich dus wel af : ja, wat is dát hier ? ! Ze willen ook dat we de scouting uitbouwen, want ze volgen hier en daar wel wat, maar echt scouten… Er zat daardoor ook een onevenwicht in de kern : twee echte spitsen en zeven, acht centrale verdedigers. Ook dat stuk knowhow – meer kwaliteit, minder kwantiteit – ontbreekt nog wat. Ondertussen hebben we al Kostadinou, Dani, Babangida en Okkas als spitsen. Babangida scoorde al na één minuut in zijn eerste testwedstrijd en maakte er drie in twee matchen. Gevolg : bij aankomst op de luchthaven werd er een zwartje van dezelfde gestalte door iedereen toegejuicht, terwijl die niks met ons te maken had. Die dacht waarschijnlijk dat hij een of andere gezochte terrorist was ( lacht). Wat je in alle wedstrijden ook ziet is : een of twee keer een klasseflits van een van die mannen en, bam, het zit binnen, hé. Rivaldo deed tegen Liverpool drie keer een bruggetje na mekaar en krijgt één kans om te shotten en ze zat binnen.”

Janevski : “Zuiver individueel technisch heeft Olympiacos meer dan Club. Zelfs de echte verdedigers willen dribbelen, terwijl je soms de bal weg moet trappen.”

Van Puyvelde : “Onze linksback trapt een perfecte pass van zestig meter maar dribbelt evenzeer in zijn eigen strafschopgebied. Dat is een beetje het probleem eens ze buiten Griekenland komen. Ze hebben precies een trauma overgehouden aan Europese uitwedstrijden : ik denk dat ze er in geen acht of negen jaar één gewonnen hebben.”

Janevski : “Ze zijn sterren in Athene, kampioen van Griekenland en de Champions League, tja, thuis alles en op verplaatsing een beetje rustiger ( lachje). Is het minder ambitie of mentaliteit, dat moeten we nog bekijken. De voorzitter wil dat we straks ook Europees op verplaatsing kunnen winnen. Hij spreekt vijf, zes talen en heeft een stuk of vierhonderd bedrijven, de voorzitter. Hij heeft eigenlijk dezelfde uitstraling als Van Maele bij Brugge.”

Van Puyvelde : “Hij heeft persoonlijk de school voor mijn dochter geregeld. Hij heeft zijn eigen stichting die kinderen helpt. Eigenlijk vind je hier de tandem van Brugge terug ( lacht).”

Janevski : “Ja, Vanhove is zoals de ondervoorzitter hier, echt waar ( lacht). Alles is aanwezig, er moet alleen iets meer gebruik van worden gemaakt. Ook van mensen. Vroeger was er nogal een sterke hiërarchie : de hoofdcoach liet niemand toe veel te doen zonder zijn toestemming. De Balkan-mentaliteit, hé, een beetje bang van mekaar. Geen vertrouwen. Terwijl nu zelfs de materiaalmeester bij Trond koffie kan zitten te drinken.”

Van Puyvelde : ” Mister, mister, ’t was precies of hij Mister Proper was ( grijnst). Ze volgden hem in het begin naar zijn bureau als was Trond moeder de gans met al die eendjes erachter aan.”

Janevski : “De trainer is God.”

Van Puyvelde : “Nu merk je dat ook de spelers vertrouwen beginnen te krijgen. Hun fysieke testen zijn spectaculair verbeterd, ze gaan zelfs heel nieuwsgierig direct op de computer kijken. Dat groepsgevoel dat groeit, is fantastisch. Trond maakt altijd dat het hart, de technische staf, klopt en dan zal het bloed wel stromen. Hij staat, dat voel ik, zeer scherp.”

Taratatatataa Olympiaaaa-cos, Olym… 4-2, met een doelpunt van Stoooool-tidiiiis, na tien minuten al in deze oefenwedstrijd tegen middenmoter Kallithea. Jawel. En telkens als Top Gun, zoals een van de dertien sportkranten die Athene rijk is Babangida had aangekondigd, een dribbeltje deed, veerde heel het stadion op. Internationals liepen er bij Piraeus nog altijd niet tussen : veel meer dan conditie opdoen en de nieuwkomers Babangida en Dani aan het publiek voorstellen moest achter deze partij niet worden gezocht. Dat doen de hyena’s van de Griekse pers, die elk hun al dan niet betaalde kanalen binnen de club hebben, anders nochtans graag.

“Aha, jij bent van een voetbalmagazine uit België, je hebt Erwin Lemmens geïnterviewd en er zijn foto’s genomen in de buurt van de Akropolis. Maar zeg mij eens, wat is je e-mailadres ?” Euh… “Ik ben journalist, maak je geen zorgen, ik weet alles. Maar ik heb ook informatie uit België nodig. Hoe zit het met Dragutinovic ?” Euh… “Kan je een pdf-file doorsturen van het artikel, dan kunnen…” Maar… “Neen, neen, geeft niet als het in het Nederlands is. We tonen gewoon hoe het eruit ziet.” Euh… “Ik zal het wel weten te vinden, maar hoe zit het met…”

Daar stappen de eerste spelers door de mengelzone naar de bus. Hier een vraag, daar een antwoord, verslagen worden in gsm’s geroepen, notities overgeschreven. Rustig, we hebben het hier over een oefenwedstrijd van een half B-elftalletje, jongens ! Maar het bloed stroomt bij de journalisten zoals het dat ook bij de invloedrijke supporters doet : vorig seizoen zeven en dit seizoen drie thuiswedstrijden zonder publiek als straf voor een paar in brand gestoken auto’s. Hier overleeft een trainer alleen bij de gratie van de fans.

De openingswedstrijd van de competitie speelt Olympiacos uit bij de groen-witte stadsrivaal Panathinaikos. Wat hij van de derby vindt, wil een Griekse journalist ten slotte nog van Sollied weten, terwijl een ander hem zijn gsm voor de mond murwt. “Een derby leeft een eigen leven. Je weet het nooit op voorhand.”

En weg rijdt de bus. Weg ebt dan ook de drukte : buiten het stadion is de omgeving al leeg gelopen. Ergens weergalmt nog een luide boer. Een laatste in rood en wit versierde supporter wrijft met gebolde wangen over zijn pens.

Raoul De Groote

‘Waarom hebben ze me gewoon niet naar Brugge laten komen om de situatie uit te klaren ?’ (Trond Sollied)

‘Ik heb hier vooral een goede perschef nodig.’ (Trond Sollied)

‘Eigenlijk kan je het zo samenvatten : het is hier direct ambiance.’ (Chris Van Puyvelde)

‘Sollieds manier van werken doet mij denken aan die van Luxemburgo bij Real Madrid.’ (Rivaldo)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content