Met de mededeling dat dit het einde van de wereld niet is, stapte Roger Vanden Stock vorige week woensdag na de vernederende 1-5-nederlaag tegen Lokomotiv Moskou de kleedkamer van Anderlecht binnen. Slapper kan je als voorzitter niet reageren. Het illustreert de bestuurlijke onmacht van de club waar het gebrek aan voetbalvisie langzamerhand ontrustwekkende vormen aanneemt. Nog maar een paar maanden geleden vond dezelfde Roger Vanden Stock dat met het huidige materiaal best een nieuwe Europese stunt mogelijk was. Degenen die toen durfden te schrijven dat Anderlecht kwantiteit had gekocht in plaats van kwaliteit werden voor doemdenkers versleten. Nu komen alle voorspellingen die voor de aanvang van de competitie ook in deze kolommen te lezen stonden precies uit.

De manier waarop Anderlecht nu van de Europese ladder tuimelde, is de tol van een beleid. Met het eind vorig seizoen binnengestroomde geld werd niets concreets gedaan. Dat gaat zo als ook mensen zonder voetbalverstand mee transfers mogen bepalen. De echte top mag dan voor Anderlecht financieel niet meer haalbaar zijn, het geeft de club geen vrijbrief om op een akelig consequente manier spelers aan te trekken die voor dit niveau niet klaar zijn. Daarbij verstond Anderlecht de kunst om niet alleen het sportieve evenwicht aan te tasten, maar ook de karakteriële samenhang. Met de uitspraak dat deze ploeg geen blok vormt, legde aanvoerder Glen De Boeck nog op een zachte manier één van de hoofdoorzaken van de malaise bloot. De contrasten raken elkaar fel in deze groep : aan de ene kant die voetballers die door het geld zijn verzadigd en nauwelijks nog vooruit te branden zijn, aan de andere kant zij die nog altijd hun trui nat willen maken. Dat trekt zich door tot in het elftal. Tactische richtlijnen zijn er, zo bleek in de wedstrijd tegen Lokomotiv Moskou, om niet opgevolgd te worden. Niet helemaal onbegrijpelijk vroeg Aimé Anthuenis na de wedstrijd aan een paar van zijn spelers of ze hem hadden gesaboteerd. Als iemand ooit het galag moet betalen van de politiek die Anderlecht voerde, dan zal dat de trainer zijn. Dat is voor het bestuur gemakkelijker dan zelf voor de spiegel te gaan staan en de realiteit onder ogen te zien : die dat Anderlecht in de top een nieuwe dynamiek nodig heeft. Hoe bespottelijk was het vorige week niet om bij wijze van excuus te horen dat Anderlecht er tegenwoordig zelfs niet meer in slaagt zijn jongeren aan zich te binden ? Als de club in het verleden iets heeft verwaarloosd, dan is het zijn eigen patrimonium. Er is in de verschillende jeugdploegen nooit een eensluidende visie geweest. Laat staan een identiek spelpatroon.

D

ie herkenbaarheid is er ook niet in het eerste elftal. Te snel en te gemakkelijk heeft Aimé Anthuenis de afgelopen weken zijn ploeg door elkaar gegooid. Veel meer dan terug te vallen op dezelfde veldbezetting pleegt Anthuenis bij een achterstand telkens vervangingen en correcties uit te voeren. Dat tast de homogeniteit aan. Het vermogen om te variëren mag dan bij het voetbal horen, het wordt in het Astridpark fel overdreven. Club Brugge en RC Genk bewijzen in deze competitie hoe ver een ploeg kan komen als de eigen filosofie niet wordt verminkt. En was het niet met een geduldige en op hetzelfde stramien gebaseerde opbouw dat Anthuenis zijn Genkse successen bouwde ?

Bij Anderlecht zijn de normen anders en is de complexiteit groter. Anthuenis heeft in wezen nooit echt gepast in deze aristocratische hoogburcht. Het blijft vreemd dat een trainer die twee jaar lang knap presteerde, vrijwel nooit door zijn spelersgroep werd gecomplementeerd omwille van zijn vakmanschap. Terwijl er in Genk voor hem een standbeeld werd opgericht. Nooit moet Anthuenis zich een man van het huis hebben gevoeld. Ook al heeft hij zichzelf nimmer verloochend en bleef hij op zijn manier hard werken.

M

aar het resultaat is ondermaats. Tegen Lokomotiv Moskou slaagde de ploeg er zelfs niet meer in simpel de bal rond te tikken. Op Standard was er meer inzet, maar nog maar eens een ontluisterend manco aan scherpte. Zes aanvallers en in totaal tweeëntwintig spelers stuurde Anthuenis dit seizoen al het veld op. Niet één stap is hij vooruitgeraakt.

Anderlecht is en blijft een ploeg zonder lijn. Dat moet ook bij de trainer tot bezinning leiden. Al kan hem de kwalitatieve uitholling niet worden aangewreven : van het elftal dat vorig seizoen memorabele Europese successen behaalde, staan er nu nog maar vijf spelers op het veld. En van de elf nieuwelingen wekt na vier maanden niet één voetballer de indruk dat hij ooit iets aan de ploeg kan toevoegen.

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content