De Belgische scheidsrechters lagen de laatste weken weer onder vuur, de tirade van Hein Vanhaezebrouck was er maar één voorbeeld van. Maar ook intern borrelt er wat: een verhaal van favoritisme en jaloezie …

De kritiek op een aantal scheidsrechterlijke beslissingen was de laatste weken niet mals. Sommige clubs willen zelfs bepaalde scheidsrechters wraken. In een dergelijk sfeertje zouden de mannen in het zwart er goed aan doen aan één zeel te trekken. Maar daar is absoluut geen sprake van: tussen de scheidsrechters onderling heerst er wrevel en naijver. Natuurlijk zijn sommige arbiters tevreden, we hebben er ook verschillende ontmoet die klagen maar dat niet openlijk willen verklaren. Eén lid van het arbitrale korps was wel bereid de omerta te doorbreken, maar hij wil dat wel anoniem doen. Omdat hij geen zin heeft, zo legt hij uit, om nóg minder mooie wedstrijden te mogen fluiten dan nu al het geval is.

Vriendjespolitiek en jaloezie

Robert Jeurissen neemt alle beslissingen bij de Centrale Scheidsrechterscommissie (CSC) op eigen houtje”, zo zegt de getuige. “Heel wat scheidsrechters klagen dan ook. Het zijn steeds dezelfden die de grote wedstrijden mogen fluiten. De top is een gesloten kringetje geworden, waarin Limburgers en Antwerpenaren systematisch bevoordeeld worden. Vooral aan Waalse zijde groeit de onvrede. Michel Piraux is als Franstalige een van de twee ondervoorzitters van de CSC, maar hij heeft niets te zeggen. Hij laat de Waalse belangen links liggen, omdat hij af en toe buitenlandse wedstrijden mag gaan bekijken. Dat volstaat voor hem. Ook de assistenten klagen, omdat Frank De Bleeckere, Serge Gumienny en Paul Al-laerts, het trio dat de meeste toppers binnenhaalt, altijd dezelfde lijnrechters verkiezen. Nochtans zegt geen enkel reglement dat dit zo hoort. Een ander markant feit: vanaf 1 januari zal er nog maar één Franstalige zijn op de tien internationale assistenten. Ook tussen de zeven internationale scheidsrechters zit maar één Franstalige: Jérôme Efong Nzolo.

“De sfeer is gespannen tijdens de wekelijkse trainingen van de internationale scheidsrechters in Leuven. Tussen Vlamingen en Walen botert het niet. Zo zijn Paul Allaerts en Frank De Bleeckere helemaal niet opgezet met de toenemende waardering voor Jérôme Efong Nzolo. Blijkbaar gaat dat gepaard met de nodige jaloezie. Tijdens de grote vakantie draaide de televisie een reportage over de scheidsrechtersstage in Knokke. Wanneer de camera hun richting inging, gedroegen Allaerts en De Bleeckere zich alsof Nzolo hun beste vriend was. Een sterk stukje theater!

“De assistenten van hun kant hebben het moeilijk om de loonverschillen met de veldscheidsrechters te verteren. Ze verdienen drie keer minder, terwijl ze steeds grotere verantwoordelijkheden toegewezen krijgen.”

Vallen er straks doden?

Niet alleen botert het niet tussen de scheidsrechters onderling, er is ook heel wat wrevel wat betreft de omkadering. “Onze uitrusting lijkt nergens naar. We hebben drie truitjes: een geel, een zwart en een groen. De bond heeft ons er twee aangeboden, het derde moesten we zelf betalen. Er zijn internationals die al gedurende vier jaar naar Europese wedstrijden vertrekken met dezelfde officiële outfit. En is het niet vreemd dat de vier scheidsrechters met vier verschillende sporttassen aan de stadions toekomen? De laatste Nike die men ons aangeboden heeft, dateert van drie of vier jaar geleden.

“In Frankrijk gaat het geld van sponsor BUT ( een winkelketen, nvdr) naar de scheidsrechters zelf. Wij daarentegen moesten toen ERA ( een Europees netwerk van vastgoedmakelaars,nvdr) sponsor werd, een contract tekenen waarbij we onszelf engageerden tot het dragen van het merklogo, maar van een compensatie daarvoor was geen sprake.” Een laatste ergernis betreft de fysieke vereisten waaraan de scheidsrechters moeten voldoen. “De trainingen zijn gestoord”, zo omschrijft de getuige het. “Men vergeet dat de Belgische scheidsrechters pure amateurs zijn. Het gevolgde programma is opgelegd door de FIFA en werd opgesteld door een Belg: Werner Helsen. Het principe is: 150 meter in 30 seconden, 50 meter recuperatie in 35 seconden, en vervolgens gaat het verder met alweer 150 meter rennen en 50 meter recuperatie. Dat gebeurt telkens in hetzelfde ritme, tot tien opeenvolgende pisterondes zijn afgewerkt. Damien Garitte, de scheidsrechtersarts, zegt geregeld: op een dag vallen er doden.” S

door pierre danvoye

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content