Eergisteren, maandag, was het precies tien jaar geleden. Die 26ste juni had Gareth Southgate afspraak met het lot. Wembley, al over elven, halve finale EK, strafschoppen vellen het verdict : de minzame centrale verdediger van de Engelse nationale elf stapt met onzekere pas de eindeloze weg naar de stip, op dat moment voor een voetballer de eenzaamste plek op aarde. Southgate mist : het ijzer gloeit genadeloos, gebrandmerkt, voor eeuwig the Sixth Penalty Taker. De prachtige romance van Engeland met Euro 1996 abrupt afgebroken, in hun mythische tempel, tegen de hatelijke Duitsers : the worst possible nightmare ! Stuart Pierce had net tevoren zijn demonen verjaagd, hij en Chris Waddle hadden eerder gefaald, op het WK 1990, halve finale, tegen … Duitsland.

Southgate berustte, maar schrok wel van de impact. Destijds vluchtte hij met z’n vrouw naar Bali, op zoek naar anonimiteit in de vredige rust van een boeddhistische tempel. Helaas. Een monnik wees hem aan, priemende vinger :,, You Gareth Southgate ! England penalty drama !” Twee jaar eerder, in de finale van het WK, gaf Boeddha overigens zelf niet thuis toen zijn trouwe volgeling Roberto Baggio ook op de stip sneuvelde. Vreemd, zou Southgate later zeggen, je speelt vijftien jaar voetbal en mensen herinneren je enkel voor die vijftien seconden.

Met de verkettering viel het uiteindelijk nogal mee, na een eerste opstoot van wanhoop en woede over that donkey in de tabloids. Southgate werd vooral be-klaagd, wegens een sympathieke knul. Toen Aston Villa het seizoen daarop z’n eerste strafschop kreeg, scandeerde heel Villa Park zijn naam. Sterker, hij verdiende nog een paar quid met een origineel reclamefilmpje voor Pizza Hut. Daarin zitten Southgate, Pierce en Waddle, met een papieren zak over het hoofd, schichtig, pizzapunten te eten. Britse humor.

De strafschoppenserie is ongenadig wreed en precies daarom onweerstaanbaar aantrekkelijk, de hele scala aan uiteenlopende emoties in hun extreemste vorm, hemel en hel een paar centimeter van elkaar. Over dat fenomeen bestaan twee ongegronde clichés. Eén, het is een loterij, en twee, de doelman heeft niets te verliezen. Een keeper wil belangrijk zijn, wil er staan als de ploeg hem nodig heeft. Wel, op geen enkel ander moment is hij méér bepalend, méér nodig, zijn de maats meer afhankelijk van hem. Verlies betekent ook dat de concurrent in het andere kamp beter deed. Verwijten zijn er niet, toch niet uitgesproken, maar de vragende blik is vernietigend. Penalty’s kúnnen nu eenmaal gestopt worden. David Seaman had Southgate nog kunnen redden, bij de zesde Duitse penalty, hij heeft het niet gedaan. Edwin van der Sar stond drie keer in doel toen Nederland aan z’n strafschoppentrauma bouwde : EK 1996, WK 1998 en Euro 2000. Een van de beste doelmannen in de Oranjegeschiedenis, maar hij kreeg geen penalty gepakt (enfin, één, van Maldini) : het vrat aan hem. Tot op het EK in Portugal : Van der Sar keerde de bal van Mellberg, Oranje won. Het ijskonijn ontdooide in de hitte van Faro-Loulé. “Als ik er nu geen gepakt had, was ik meteen gestopt”, zei hij nadien. Zo diep kan het zitten.

Het predikaat loterij is dan weer een belediging voor de specialist. Southgate vond het ondanks alles “een perfect eerlijke test van kunde en koelbloedigheid, in extreme omstandigheden.” Geluk hoort erbij, zoals bij een afstandschot of een dribbel. Maar ook niet meer. Sportwetenschappers van de Swansea University beweren dat ze iedereen de perfecte penalty kunnen leren trappen. Het gaat om een brug slaan tussen het mentale en fysieke aspect. Als David Beckham in Lissabon, met zíjn traptechniek, een bal vanop de stip tot in de Taag stuurt, heeft hij precies dát niet gekund.

Over een langere periode doen bepaalde landen (Duitsland) het ook altijd beter dan andere (Engeland, Nederland), dat is geen toeval. Volgens de Britse auteur Simon Kuper nemen voetballers die tragische geschiedenis ook mee naar de stip : Engelse spelers trappen hun penalty’s in de wetenschap dat Engeland altijd verliest. “Als een land op de wereldbeker speelt, zitten de geesten van hun voorgangers op hun schouder, ze fluisteren in hun oor …” Wreed.

Peter Vandenbempt is VRT-radiojournalist.

PETER VANDENBEMPT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content