De drie genomineerden bij de trainers zijn: Laszlo Bölöni, Ariël Jacobs en MichelPreud’homme. Viel net uit die top weg: Jan Ceulemans.

Gert Verheyen: “Mocht iemand anders doen wat de Caje flikt, werd die gebombardeerd tot een geweldige trainer. Maar bij hem vindt iedereen dat normaal, ook omdat het Westerlo is. Gemakkelijk. Terwijl dat absoluut niet waar is. Ik ben tevreden voor hem, hij verdient minstens evenveel lof als veel anderen krijgen voor veel minder. Toen hij bij Club Brugge zat, was er te weinig kwaliteit om mee te doen voor de titel. Toch vind ik hem een top-trainer. Je kan wel beter andere mensen de training laten leiden en hem op zijn gemak laten kijken en af en toe wat zeggen. Als hij dat doet, is het meestal wel raak. Ook Francky Dury zit niet in de top drie. Misschien is het nieuwe er wat af. Daarvoor zal hij naar een andere ploeg moeten. Iedereen vindt die prestaties op de duur normaal. Wat het dus niet is, iedere keer je beste spelers zien weghalen en daar toch blijven staan. Glen De Boeck maakte dit jaar wat anders mee. Je kan wel plannen hebben met Cercle, maar als halverwege De Sutter verdwijnt en de vervangers vallen tegen, dan heb je een probleem. Terwijl hij dus geen betere of slechtere trainer is dan vorig seizoen.”

De drie genomineerden dan.

Verheyen: “Michel Preud’homme heeft in de tweede ronde alles rechtgezet en zijn gelijk gehaald. Hij heeft een ploeg neergezet die heel volwassen speelt, niet veel nodig heeft om kansen te creëren, weinig weggeeft én een bedoeling in zijn spel heeft. Als ik Gent zie spelen, herken ik heel veel van TrondSollied. Goed gewerkt, vind ik. Af en toe langs de lijn helemaal gek geworden, dat ook. Alles in de hand willen hebben, ook al is dat moeilijk in het voetbal. Mochten ze dezelfde groep hebben gehad bij het begin, hadden ze ergens tussen Club en Standard gestaan. Nu staan ze waar ze horen. Ze variëren ook vaak: op Lokeren wachten ze opzettelijk af en uiteindelijk gaan ze er met 0-1 winnen, omdat Lokeren er toch in trapt en een keer met te veel man voor de bal gaat staan. Dat is dan het verschil met Sollied, dat zou die nooit hebben gedaan. Op Club Brugge zijn ze dan weer heel fel begonnen, met veel druk op de verdediging. Elke week een plan, dat is de verdienste van de trainer.

“Sowieso het moeilijkste is Anderlecht trainen. Omdat daar de druk het grootst is. Ariël Jacobs doet het kalm, fatsoenlijk, maar wel scherp. Iedereen heeft de indruk dat het een brave man is, en dat klopt, maar als hij scherp moet zijn, kan hij dat. Cynisch én grappig. Zich niet laten opjagen als het wat minder is, of als de kritiek volgt. Moeilijke start gehad, niet Europees, dat sleur je een heel jaar mee. De komst van De Sutter was belangrijk. Soms heb je in een ploeg iets nodig dat al de rest beter doet spelen. Als topclub heb je ook een topschutter nodig, spitsen die er vijftien tot twintig maken. Zonder heb je problemen, kost het veel te veel moeite om op voorsprong te komen en kom je onder druk.

“Laszlo Böloni is iemand waar je nog elke week van kan schrikken, ook al is die al een jaar hier. Ik denk dat hij tegenover de spelers wel anders is dan tegenover de journalisten. Hij kan scherp zijn voor de camera en tien minuten later met dezelfde journalist lachen. Dan weet je hoe het wereldje werkt, een keer gebruikmaken van je macht, soms misbruik, dat mag allemaal wel … Defour in het begin op de bank zetten is niet vanzelfsprekend. Ook niet om op dat moment een goeie band te houden met de speler. Niks is ook moeilijker dan een ploeg die net kampioen is geworden nog een keer kampioen maken. Hij heeft wel een tijdje net iets te veel gefocust op Europees voetbal, en de competitie wat verwaarloosd. Misschien was dat belangrijk voor hem, dat kan … Slechts voor één jaar komen, dat getuigt van zelfvertrouwen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content