Het geld is op bij VfB Stuttgart, maar sportief lijkt het elftal daar niet onder te lijden. Met Kevin Kuranyi kan het zelfs één van Duitslands grootste talenten opstellen.

Slecht nieuws voor Brugse spelers die morgen hun persoonlijke collectie spelerstruitjes willen uitbreiden : op dat vlak lootte Club met Vfb Stuttgart geen goeie tegenstander. Voor aanvang van het seizoen hoorden de spelers dat ze elk voor het hele jaar vijf truitjes toegewezen kregen. Daar mogen ze vrijblijvend over beschikken. Wie aan vrienden, fans en tegenstanders méér exemplaren uitdeelt, moet die uit eigen zak betalen. Tenzij de manager van Stuttgart voor de wedstrijden tegen Brugge een uitzondering maakt. Dat kan, want Club heeft in het hart van Rolf Rüssmann nog altijd een speciale plaats. In 1973 verleende blauw-zwart hem één seizoen asiel, toen hij het door een omkoopzaak geteisterde Schalke 04 tijdelijk moest verlaten. Na de loting tegen Club was Rüssmann zéér tevreden, want, zo luidde zijn spontane reactie, hij heeft nog “veel vrienden in het Brugse”.

Die telt hij bij Stuttgart steeds minder. Niet alleen omdat hij verantwoordelijk is voor de beperking van het aantal toegewezen voetbalshirts per speler : Rüssmann nam nog andere weinig populaire beslissingen. Om geld te besparen gaf de club hem in februari 2001 een contract als crisismanager. Tegen het eind van zijn contract in december 2003 moet de financiële situatie een stuk rooskleuriger zijn. Sinds zijn komst wordt dan ook overal bespaard.

In 2001 maakte Stuttgart 216.000 euro winst, waardoor de totale schuldenlast werd teruggebracht tot 16,6 miljoen euro. Die schuldenlast wordt toegeschreven aan het beleid van de flamboyante ex-voorzitter Gerhard Mayer-Vorfelder. Hij wordt door de huidige clubleiding veroordeeld voor zijn onverantwoord beleid in de jaren negentig. Mayer-Vorfelder wilde met de groten in het Duitse voetbal concurreren en permitteerde zich transfersommen en salarissen te betalen voor en aan spelers, die een club van het niveau van Stuttgart zich in feite niet kon veroorloven.

Nog altijd hangt het contract van de Krassimir Balakov als een molensteen om de nek van de club. Mayer-Vorfelder gunde de Bulgaarse topper een netto jaarloon van drie miljoen euro. Balakov, 36 intussen, heeft in zijn contract bovendien een clausule die hem eenzijdig toelaat zijn verbintenis met een jaar te verlengen tegen dezelfde voorwaarden. Dat mag hij dit jaar, en ook volgend jaar. Mayer-Vorfelder hoeft zich overigens niet langer te verantwoorden voor dit soort scheefgegroeide toestanden. Niet omdat hij bij de voorzitterverkiezingen afgestraft werd voor zijn grootheidswaanzin, wel omdat hij intussen gepromoveerd is tot Duits bondsvoorzitter.

Naast de last uit het verleden deelt de club in de klappen die het faillissement van het Kirch-conglomeraat het Duitse voetbal toediende. Door het wegvallen van de voorziene 5,5 miljoen euro aan tv-inkomsten, moet Rüssmann een totale schuldenberg van ruim 20 miljoen euro aanpakken. Zijn eerste voorstel om de spelers ertoe te bewegen tien procent van hun loon in te leveren, viel niet in goede aarde. Dat de manager zelf het voorbeeld gaf, veranderde daar niets aan.

De besparingen op het aantal shirts, het anderhalf uur voor de aftrap openstellen van het stadion bij thuiswedstrijden in plaats van twee uur vooraf, het vervangen van een aantal vliegtuigverplaatsingen door lange busritten, het onderbrengen van de spelers in goedkopere hotels : het volstaat allemaal niet. Aangezien de spelers vasthouden aan de vaste lonen, ging Rüssmann dan maar met het mes door de variabele uitgaven.

Voor het eerst sinds de oprichting van de Bundesliga in 1963 betaalt een club geen winstpremies meer. Of Stuttgart wint dan wel verliest, maakt in het loonzakje van de spelers dit seizoen geen enkel verschil, wat vooral de spelers treft met een minder hoog basisloon. Maar voor de club levert die primeur wel een besparing op van één miljoen euro. Ook de premie die de club aan de spelers vooropstelde als ze via de zomerbeker de Uefacup zouden bereiken, is nog altijd niet uitbetaald.

Met 35,6 miljoen euro hanteert Stuttgart nog altijd het op zes na hoogste budget in de Bundesliga – vorig jaar hadden slechts viér eersteklassers een hoger cijfer. Alleen Nürnberg, Bochum en Wolfsburg investeerden minder op de transfermarkt dan het kwart miljoen euro dat Stuttgart uitgaf aan een jeugdspeler van Frankfurt en een nieuwe derde doelman. En alleen Schalke en Bochum hebben net als Stuttgart minder dan 25 kernspelers dit jaar.

Toen Stuttgart in de zomerbeker Lokeren uitschakelde, ontdekte het bij de Waaslanders een spits die ze in Schwabenland best kunnen gebruiken, Sambegou Bangoura. Alleen : Stuttgart moet eerst verkopen eer het zelf kan kopen. Afgelopen zomer slaagde de manager er niet in om één of twee vaste waarden te verpatsen. Het resultaat : acht spelers, en niet van de minsten, zijn straks einde contract. De poging om met een aantal van hen een nieuwe verbintenis af te sluiten, mislukte. Geen enkele had zin in inleveren, terwijl Rüssmann er niet aan denkt opnieuw de huidige hoge lonen te betalen.

Dus stapte Stuttgart voor het derde opeenvolgende jaar met ongeveer dezelfde kern het seizoen in. Aan automatismen geen gebrek. Stuttgart heeft met een gemiddelde leeftijd van 26,6 jaar naar Duitse normen wél een jong team. Enkel Bremen, Leverkusen en Dortmund doen beter. En alleen Dortmund heeft méér kernspelers jonger dan 21 jaar dan Stuttgart. Opmerkelijk is dat die verjonging gepaard gaat met goeie resultaten. Terwijl de ambitie net als vorig jaar een plaats tussen de zesde en de twaalfde is, krijgen de rood-witten steeds meer uitzicht op een rechtstreeks Uefacupticket – wat dit jaar slechts bereikt werd via de zomerbeker.

Arie Haan stapte vorige week op bij derdeklasser Stuttgarter Kickers. De Nederlander, die van juli 1987 tot maart 1990 trainer was van het grote Stuttgart, waarschuwt Brugge dat het geen hapklare brok voorgeschoteld krijgt. “Het is een hele goeie ploeg die onderschat wordt in Duitsland”, zegt hij. “Een team dat alles heeft, vooral veel jeugd. Daar ligt ook hun enige zwakte : af en toe hebben ze té weinig ervaring.” Hoewel : bijna alle titularissen zijn in binnen- of buitenland A- of B-international. Haan zou alvast geen geld op Club inzetten. “Normaal maakt Club geen kans tegen dit Stuttgart. Ze hebben een goeie veldbezetting, meer 4-3-3 dan 4-5-1, en zijn conditioneel uitstekend.”

Dat is de verdienste van trainer Felix Magath. Die stelde sinds zijn komst naar Stuttgart zijn imago helemaal bij. Tot dan gold de vroegere centrale middenvelder, die van 1976 tot ’86 als speler van Hamburger SV het vak vooral van Ernst Happel leerde, als een harde trainer. Magath maakte de voorbije jaren naam als brandweerman, die bij bedreigde clubs snel het vuur bluste, maar vervolgens wegens zijn autoritaire aanpak botste met de spelers en dan ook even snel verdween als hij gekomen was. Zo verging het hem bij Hamburg, Frankfurt, Nürnberg en Bremen. Telkens zette hij veel druk op het team, toonde hij zich streng en zeker geen vriend van de spelers.

Zo begon hij ook bij Stuttgart, dat hij in februari 2001 van de degradatieplaatsen weghaalde. Net toen de spelers zich weer tegen hem leken te gaan keren, veranderde hij zijn aanpak. Gemakkelijk schikte hij zich in de nieuwe politiek waarin geen plaats is voor sterspelers of nieuwe aankopen, en waar het accent ligt op het beter maken van de eigen jeugd. Ging hij voorheen resoluut zijn eigen weg, dan wil Magath nu al eens de mening vragen van Balakov en Kroatisch internationaal Soldo, een andere sterkhouder van het team.

Probleemloos past Magath nieuwe spelers in. De jonge Griek Ioannis Amanatidis, bijvoorbeeld. Teruggehaald van tweedeklasser Greuther Fürth waaraan hij uitgeleend was, en via opgemerkte prestaties vorige week debuterend voor het Griekse nationale elftal. Of kersvers belofte-international Kevin Kuranyi, pas 20, door kenners de beste Duitse voetballer van zijn leeftijd genoemd. Hoewel, Duits ? Zijn overgrootvader was een Deen, zijn grootvader Hongaar, zijn vader huwde met een meisje uit Panama en kreeg in Brazilië twee kinderen die konden kiezen uit drie nationaliteiten : de Duitse, de Panamese of de Braziliaanse. Uiteindelijk nam de spits, die tot zijn veertiende in Rio de Janeiro opgroeide, de invitatie van de Duitse belofteploeg aan.

Bij Stuttgart kwam Kuranyi vorig jaar in de heenronde vijf keer in actie, waarna hij met een onvoldoende naar de amateurploeg werd teruggezet. De voorbereiding op het huidige seizoen startte hij als nummer drie in de spitsenhiërarchie, achter de tot Duitser genaturaliseerde maar blessuregevoelige Zuid-Afrikaan Sean Dundee en de Roemeense international Ioan Ganea, vorige week uitgevallen met een gebroken kaakbeen. Intussen is Kuranyi, die tegen de Nederlandse beloften beide Duitse goals maakte, absoluut titularis en in competitieverband bijna goed voor één goal per wedstrijd.

Dé patron van het team blijft tot nader order de 36-jarige Krassimir Balakov. Arie Haan noemt de Bulgaarse spelverdeler voor Stuttgart nog altijd heel belangrijk, maar niet meer dé belangrijkste man, met wie het elftal staat of valt. In de ogen van anderen blijft Balakov de motor van het team, al sputtert hij al eens vaker. Hij vraagt nog altijd alle ballen op, neemt zijn verantwoordelijkheid op, maar speelt niet meer zo goed als pakweg drie jaar geleden. Daardoor vertraagt hij af en toe het spel van Stuttgart. Nog bijna elke wedstrijd krijgt hij een speciale bewaker aan zijn been, en steeds moeilijker krijgt hij het om die van zich af te schudden. Krijgt hij ruimte, dan tovert hij als voorheen, maar almaar vaker slaagt hij er niet meer in zich door te zetten als hij op zichzelf is aangewezen om ruimte te creëren.

Als Magath dat al ziet, houdt hij het heel diplomatisch voor zich. Dat betekent niet dat het volstaat Balakov af te stoppen om succes te oogsten. Na een mindere start verkeert Stuttgart in een bloedvorm. Door de vroege start is het tegen Brugge al aan zijn dertigste officiële wedstrijd van het seizoen toe, maar conditioneel staat het niettemin op punt – het handelsmerk van Magath : veel loopvermogen, inzet en mentale weerbaarheid. Een hecht blok ook waar iedereen elkaar helpt en niemand, ook Balakov niet, sterallures vertoont. Een blok dat straks steen voor steen gesloopt zal moeten worden.

door Geert Foutré

Het handelsmerk van Magath : veel loopvermogen, inzet en mentale weerbaarheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content