1-4 ! Ook in de topper op Standard trok competitieleider Club Brugge de positieve lijn door : veel doelpunten voor en weinig tegen. Maar waarom doet Victor eigenlijk zo weinig mee ?

Net geen twintig minuten voor tijd mocht Victor het veld in ter vervanging van Bosko Balaban. Het stond 1-2 toen, en even later had hij met een strakke kruisbal op Gert Verheyen een voet in de 1-3. En toen nog even later Rune Lange gehaakt werd in de zestien meter liet hij Timmy Simons blijken dat hij de strafschop graag binnen zou schieten. Maar tevergeefs. Volgende week misschien op het Kiel. Of misschien de dag dat Balaban geschorst is voor zijn uitsluiting in Lokeren. “Er moet blijkbaar altijd iemand geschorst of geblesseerd zijn,”glimlacht hij, “anders begin ik op de bank. Ik voel mij de twaalfde man, ja.” Hij zegt het in het Engels, behalve één woord. Bank. The bank. De invallersbank.

Vorige week werd hij op het trainerskabinet ontboden. Het zat fout met de mentaliteit van de rijkelijk getalenteerde Braziliaanse dribbelaar van Club Brugge, zeker sinds hij de week na zijn basisplaats (ter vervanging van de geschorste Gert Verheyen) en zijn snelle goal in Lokeren weer op de bank had moeten plaatsnemen. “Dat begreep ik niet”, zegt hij. “Moet ik dan misschien twéé keer scoren ( lacht) ? Als ik niet speel, voel ik mij slecht. Ik voelde mij toen zeer down. En ik heb ook niet graag dat iemand tegen mij spreekt als een vader tegen zijn zoon : ‘je moet dat, dat en dat doen, zo, zo en zo’. Ik weet zelf wel wat ik moet doen. Het belangrijkste is dat ik voel dat Sollied vertrouwen in mij heeft. Na dat gesprek voel ik mij wat beter. Ik probeer weer altijd geconcentreerd te trainen en als ik het moeilijk heb, zoek ik steun bij God.”

“Victor haalde de laatste tijd niet meer het trainingsniveau en de gretigheid van toen hij hier toekwam”, vertelt Chris Van Puyvelde, assistent van Trond Sollied. “Hij creëerde zowat een scherm rond zich, nam een stoere houding aan, een bepaalde pose van : ik heb het toch al een stuk gemaakt. Maar als je individueel met hem spreekt, voel je dat hij eigenlijk zo niet is.” Het is ontgoocheling, ongenoegen, maskeren van twijfel en onzekerheid. En Victor laat zich in zijn gedrag wel eens inspireren door AlinStoica. Zijn tapes doet hij dan weer zoals Andrés Mendoza bóven zijn kousen. “Hij moet zichzelf nog vinden”, aldus Van Puyvelde. “Zijn eigenheid, zijn eigen victorie. Victor moet niet proberen Stoica of Mendoza te zijn, hij moet Victor zijn. Natuurlijk, die jongen komt uit Brazilië… Iedereen kon zijn verhaal lezen. Eerste stappen bij GBA, direct naar Club Brugge, een explosieve start hier. Nu moet hij stabiliteit vinden.”

En daar moet hij aan werken, vindt Van Puyvelde. “Hij moet niet tevreden zijn met één uitschieter. Uiteindelijk selecteert een speler zichzelf, door te werken, te luisteren en met de zaken bezig te zijn. In een club als Club Brugge moet je continuïteit tonen, ook op training, want de concurrentie is groot. Die continuïteit toont hij niet altijd. Hij moet zich dagelijks leren bewijzen. Als je ooit naar de absolute top wil, moet je elke dag op de toppen van je tenen staan. Victor moet dag na dag tonen dat hij de concurrentie aankan. Dat hij een voorbeeld neemt aan Gert Verheyen, die zich hoe dan ook altijd staande zal houden. En aan Rune Lange, die er ondanks alle tegenslagen ook altijd staat. Dát zijn de voorbeelden. Een Dieter Van Tornhout bijvoorbeeld is zich goed aan het bewijzen. Die spreekt ook met de ouderen. Dát is de manier, hé. Victor denkt soms dat hij goed traint als dat niet het geval is. Hij moet ook leren dat hij nooit alleen een wedstrijd kan winnen, dat het altijd met de steun van het collectief is.”

Aan individuele kwaliteiten anders geen gebrek. Gevaarlijke linker, beresterk en bliksemsnel. Inzetbaar op links en in het centrum. “En ook op rechts”, vult Van Puyvelde aan. “In Donetsk creëerde hij gevaar vanaf de rechterkant, naar binnen draaiend. Hij kan de drie posities voorin spelen, maar er is nog werk aan. Het gaat over veel elementen. Over het leren functioneren in een voetbalteam, over zijn acties nog meer leren continueren in het geheel. Hij mag zijn solorol blijven behouden, maar ze moet passen in het collectief, in het oeuvre van het orkest. Het gaat over het leren vrijlopen en diep gaan. Over zich niet vastlopen en niet altijd stilstaan als hij de bal vraagt. Over diepgang zoeken en niet altijd naar de bal toe komen. Het heeft ook te maken met het feit dat hij bij GBA altijd alleen in de spits heeft gespeeld en daar vooral diende om ballen bij te houden en de rest de tijd te geven om bij te sluiten.

Hij speelt soms nog te veel met de rug naar doel, zegt Van Puyvelde. “Hij kán nochtans in één tijd spelen, bewees hij vorig seizoen in zijn invalbeurt op La Louvière. En als hij in één tijd speelt, is hij door zijn explosiviteit niet te pakken. Dribbelen moet hij op de flank doen, één tegen één. Niet als er drie man staat. Soms creëert hij gevaar, soms ontneemt hij ook gevaar door op het moment dat het gevaarlijk wordt een dribbel te veel te doen. Want wat kan hij, wat is zijn handelsmerk ? Hij is sterk één tegen één, maar ook in het kaatsen en het weggaan. Dat hij nog maar weinig speelde, ligt aan de concurrentie en het feit dat hij de dingen die hij kan nog niet toonde. Hij moet zijn rendement verhogen in functie van zijn kwaliteiten. Belangrijk is alleszins dat hij de boodschap begrepen heeft. Terwijl Andrés de boodschap níet altijd begrepen had. Blijkbaar heeft dat gesprek hem blijkbaar toch goed gedaan, want er is op training een verbetering zichtbaar. Donderdag bijvoorbeeld was hij tijdens de afwerking één van de topschutters.”

Ja, hij heeft het begrepen. Zégt hij, Victor Simoes de Oliveira (23) uit Rio. “Om hier te spelen, zal ik mijn manier van voetballen moeten veranderen. Alleen één tegen één dribbelen, maar vooral snel, agressief en veel meer in one touch spelen. Typisch modern Europees voetbal, zeker ? Je zou nochtans denken dat Europa moet leren van het Braziliaanse voetbal, want uiteindelijk is Brazilië toch wereldkampioen, hé ( schiet in een lach). Raar, hé. De Europeanen kunnen natuurlijk altijd met tactiek van de Brazilianen winnen, maar het zal toch niet gemakkelijk zijn, denk ik ( lacht).

“Ik zal spelen waar en op de manier waarop Sollied het wil. Links, rechts of centraal. Maar alleen in het centrum is het moeilijk, denk ik, op de wijze waarop hij het graag heeft. Daarvoor ben ik niet groot genoeg, om veel met hoge centers te kunnen aanvangen. Hij ziet in mij meer een man om vanaf de flanken openingen te creëren. Ik heb hem gezegd dat hij voortaan altijd op mij kan rekenen, dat ik zal wachten op een kans, dat ik er zal zijn als hij mij nodig heeft. Hij zal mij nooit meer zien zoals voor het gesprek.”

Wel nog met de tapes bóven zijn kousen. “Ach, ik heb dat tegen Sollied, Chris en René ( Verheyen, nvdr) ook gezegd : het is niet omdat ik van hem leerde mijn tapes boven de kousen te dragen dat ik Mendoza imiteer. Ik ben Victor, maar ik vind mij er gewoon prachtig uitzien met die tapes boven mijn kousen (schiet in een lach).

“Ik zou liever wat langer kunnen meedoen dan een kwartier per match, het liefst zou ik starten, maar ik denk positief. Ik ga ervan uit dat ik meer zal spelen, maar hoe mijn toekomst eruitziet, weet alleen God.”

door Christian Vandenabeele

‘Om hier meer te spelen, zal ik mijn manier van voetballen moeten veranderen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content