Sinds 1 januari 2004 is hij secretaris-generaal van de Europese voetbalbond Uefa. Gesprek met de Zweed Lars-Christer Olsson. ‘We werken nu helemaal anders dan een paar jaar geleden.’

Hij kent de geur van het gras, maar Lars-Christer Olsson geeft het grif toe : hij was beter als manager dan als voetballer. Het is dan ook als manager dat de intussen 53-jarige Zweed carrière heeft gemaakt in de voetbalwereld. Van 1991 tot 2000 was hij secretaris-generaal van de Zweedse voetbalbond. Dan klopte de Europese voetbalbond Uefa aan zijn deur. “In 2000 kreeg ik een telefoontje van Gerd Aigner. Ik ben bij de Uefa begonnen als directeur professioneel voetbal en marketing.”

Sinds begin dit jaar bent u secretaris-generaal. Vergde die baan veel voorbereiding ?

Lars-Christer Olsson : “Ik werkte al drie en een half jaar voor de Uefa, in die periode heb ik vanzelfsprekend veel ervaring opgedaan. En tien jaar secretaris-generaal van de Zweedse voetbalfederatie, daar steek je ook veel van op. Veel voorbereiding was er met andere woorden niet nodig.”

Is er dan niets dat u verrast ?

“Nee, helemaal niets. Deze job beantwoordt exact aan wat ik ervan verwacht had. Aigner verdient alle lof voor de manier waarop hij de organisatie heeft omgebogen in een moderne machine. Hij bracht een aantal specialisten in de Uefa. Dat is het grootste verschil met vier, vijf jaar geleden. De Uefa werd toen geleid door comités, waardoor de besluitvorming traag gebeurde.”

De Uefa heeft voor meer transparantie gekozen ?

“Het was een bewuste keuze om onze communicatiepolitiek te veranderen. Eigenlijk is de Uefa altijd een doorzichtige organisatie geweest, maar ze was in het verleden niet zo proactief als ze had kunnen zijn. Veel van het werk waarmee de Uefa de media haalt, gaat over disciplinaire maatregelen. Dat genereert een veeleer negatief imago. De Fifa bijvoorbeeld heeft het veel gemakkelijker om een positief beeld uit te stralen en te communiceren over ideeën. In vergelijking met de Fifa is de Uefa meer op de praktijk gericht.”

Maar het is de Uefa toch toegelaten een eigen visie te hebben ?

“Zeker. De creatie van de Champions League is daar een uitstekend voorbeeld van. In het begin was die hervorming van de Europabeker voor landskampioenen allesbehalve evident, maar na twee, drie jaar begon het evenement stelselmatig te groeien. Nu is het de belangrijkste clubcompetitie ter wereld. Ook met het Europese landenkampioenschap in Portugal werken we nu helemaal anders dan vroeger.”

Hoe bedoelt u ?

“Op het gebied van organisatie, bijvoorbeeld. In het verleden lieten we de organisatie van het EK over aan een lokaal organisatiecomité. Precies zoals de Fifa dat doet met het WK. Maar die piste hebben we nu verlaten. In Portugal organiseren we alles zélf. We hebben daarvoor een samenwerkingsverband opgezet met de Portugese voetbalfederatie en ook de Portugese overheid levert een belangrijke bijdrage. We kunnen nu veel efficiënter werken. We hebben voor het eerst ook de verkoop van de marketingrechten in eigen beheer gehouden. Dat levert ons drie keer meer inkomen op dan voor Euro 2000 in België en Nederland. Die inkomsten zullen we weer in het Europees voetbal pompen.”

Over welke bedragen heeft u het ?

“We starten het zogenaamde HatTrick-programma op. Daarmee kunnen we de volgende vier jaar vijfhonderd miljoen Zwitserse frank verdelen over de federaties die tot de Uefa behoren. Geen enkele sport in Europa komt ook maar in de buurt van dit bedrag. Zelfs de Fifa bereikt, globaal bekeken, zulke sommen niet.”

Komt dat geld dan van de Champions League én van het EK ?

“Neen, louter en alleen van het EK.”

Hoe zijn de voorbereidingen op het EK verlopen ?

“Wat Portugal gepresteerd heeft, is werkelijk verbijsterend : tien nieuwe stadions bouwen in zo’n korte tijd, en dat in een land met amper tien miljoen inwoners. Alles, van de infrastructuur van de stadions tot de snelwegen ernaartoe, getuigt van een duizelingwekkend hoge kwaliteit. Voor de Portugese clubs zullen de omstandigheden in de toekomst drastisch anders zijn. Op het vlak van infrastructuur is Portugal voortaan de top van Europa. Als de clubs weer kunnen aansluiten bij hun vroegere niveau, wordt Portugal weer een toonaangevende voetbalnatie in Europa.”

Bent u even opgetogen met de voorbereidingen op het vlak van de strijd tegen het hooliganisme ?

“Ik denk dat wij gedaan hebben wat mogelijk was. De voetbalfederaties van de deelnemende landen zijn verantwoordelijk voor de mensen aan wie ze hun tickets hebben verkocht. We hebben de verschillende overheden samengebracht en de Portugese overheid heeft zich zeer actief getoond in de samenwerking met de deelnemende landen.”

Bent u een voorstander van de verbetering van de relaties tussen de Uefa en de Fifa ?

“We hebben al stappen in die richting ondernomen. Ik denk dat het ook helpt dat Urs Linsi, de nieuwe secretaris-generaal van de Fifa, geïnteresseerd is in een betere samenwerking. Zo coördineren we ons HatTrick-programma met het bijstandsprogramma van de Fifa. Door onze controlesystemen – die moeten nagaan of federaties hun geld fatsoenlijk beheren – op elkaar af te stemmen, sparen we geld uit.”

Wat met Israël ? De Uefa wil in Israël geen wedstrijden meer spelen, terwijl Blatter Israël toestaat WK-kwalificatiewedstrijden te organiseren. Dat is wel bijzonder verwarrend allemaal.

“De Fifa heeft het recht om in deze materie haar eigen beslissingen te nemen. Wij hebben een probleem met de veiligheid in Israël. Er is een groot verschil tussen interlands en wedstrijden met clubs. Voor een match tussen nationale ploegen kun je gemakkelijker veiligheidsmaatregelen treffen dan voor een match tussen clubelftallen. Zodra de toestand in Israël normaal is, zullen we er met vreugde clubelftallen naartoe sturen. We moeten nu wachten tot de volgende evaluatie in april.”

Het behoud van de exclusiviteit van voetbalcompetities is een van de stokpaardjes van Fifavoorzitter Sepp Blatter.

“Natuurlijk bekijken de clubs dit vanuit een andere invalshoek. Meer wedstrijden, dat betekent voor hen meer inkomsten. Maar als je te veel wedstrijden hebt, devalueert het product. Voor al haar competities heeft de Uefa als prioriteit : die competities zo organiseren dat ze hun waarde behouden. Eerst is het belangrijk dat je een geloofwaardig voetbalevenement organiseert. Je kunt de fans wat dat betreft niet om de tuin leiden. Voorts moet je een competitie zo organiseren dat ze aan een behoefte blijft beantwoorden. Als voorzitter van een voetbalclub zou ik liever een halfgroot stadion hebben dat telkens volloopt, dan een groot stadion dat telkens half leeg blijft. Het is ongeveer hetzelfde principe.”

Werkt de eengemaakte internationale kalender ?

“In feite hadden wij in Europa al een decennium een internationale kalender. Alleszins lang voordat de Fifa zo’n kalender installeerde. Op Europees niveau werkt die kalender. De andere confederaties volgen nu ons voorbeeld en de Fifa ook. Maar de internationale competities moeten beter op elkaar afgestemd worden.”

De timing van de Afrikaanse landenbeker blijft ongelukkig.

“De klimatologische omstandigheden variëren uiteraard van continent tot continent, maar alle confederaties zouden zich aan de internationale kalender moeten houden. Zolang de andere confederaties hun competities tijdens onze zomerstop of winterstop organiseren, zie ik geen probleem.”

Intussen gooit de Fifa een voorstel op tafel voor de organisatie van een WK voor clubs.

“Dat voorstel verandert voortdurend. Aanvankelijk ging het om een veeleer grootschalig plan met twaalf tot zestien teams. Nu is er sprake van nog zes ploegen. Dat laatste lijkt ons meer aanvaardbaar.”

Hoe werkt het clubforum van de Uefa ? Is dat niet louter bedoeld als reactie op de G-14 ?

“Volgens mij is de G-14 een groep van clubs met gemeenschappelijke economische belangen. Op zichzelf is dat oké en voor mij kan de G-14 perfect functioneren als een lobbygroep. We zullen hen echter nooit erkennen als een deel van onze formele voetbalstructuur. De reden waarom we dat clubforum hebben geïnstalleerd, is dat we overleg wilden met de clubs die aan onze competities deelnemen.”

Volgend seizoen wordt de formule van de Uefacup gewijzigd.

“We moesten iets doen, want de economische waarde van de Uefacup is de laatste vijf jaar met 20 procent gedaald als een gevolg van de groei van de Champions League. Vroeger moest de Champions League het afleggen tegenover de Uefacup, omdat er meer goede clubs aan de Uefacup deelnamen. Maar nu wordt de Uefacup overschaduwd door de Champions League en moeten we het evenwicht herstellen.”

Vormt het geen probleem dat de Uefa, bijvoorbeeld inzake doping, geen enkele politiebevoegdheid heeft. Noch om te vervolgen, noch om een onderzoek in te stellen.

“We bezitten één formidabel sterk wapen en dat is de uitsluiting van een club uit onze competities. Een sterker wapen kan je je niet voorstellen. Als er zich een probleem voordoet, moeten de clubs het oplossen of ze doen niet meer mee.”

Helpt het dat u zelf hebt gevoetbald, zij het op een bescheiden niveau ?

“Voetbal heeft het voordeel dat het miljoenen beoefenaars heeft. Dus vind je altijd wel mensen met een verleden als speler of scheidsrechter. Voor wie als bestuurder in het voetbal werkt, is het altijd een voordeel wanneer hij de geur van het gras kent. Je leert in de praktijk van het voetbal ook veel over teamwerk.”

Wat is uw achtergrond ?

“Als voetballer stelde ik niet veel voor. Ik raakte in Zweden tot in de derde klasse en stelde vast dat ik beter was in management. Maar ik ging wat klussen bij de club die ik slecht georganiseerd vond en ik heb die organisatie op poten gezet. Dan kreeg ik een taak bij de districtsfederatie en ben ik verder in het voetbal gerold. Maar op dat moment nog altijd niet met de ambitie om dat voltijds uit te bouwen. Ik kom eigenlijk uit de vrijetijdsbusiness maar vond dat ik daarnaast nog wel iets kon doen. Ik behaalde een MBA (Master of Business Adminis-tration) in businessmanagement en vond werk bij een computerbedrijf. In 1989 besloot ik weer naar de universiteit te gaan voor een Ph D (Doctor of Philosophy) in organisatieontwikkeling. Ik maakte een deal met de Zweedse Liga voor een parttime functie, maar in 1991 vroeg de Zweedse voetbalfederatie me als secretaris-generaal. Ik was amper ter plekke of de toernooidirecteur van het EK 1992 moest een heupoperatie ondergaan, dus nam ik beide taken op mij : secretaris-generaal én toernooidirecteur. Dat diploma in organisatieontwikkeling heb ik nooit behaald.”

door Keir Radnedge

‘Op het vlak van infrastructuur is Portugal nu voor jaren de top in Europa.’

‘Er moesten in de Champions League minder wedstrijden komen. Het product devalueerde.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content