De vijanden van Anne Frank

© reuters

Haast niemand die nog let op de uitstekende sportieve prestaties van SS Lazio. Eens te meer liet de Romeinse eersteklasser zich opmerken door zijn aanhang, die maar geen afstand wil nemen van racisme en fascisme.

Met een goeie honderd zijn ze opgedaagd voor de uitwedstrijd in Bologna, de tifosi van Società Sportiva Lazio. De gewraakte groep die enkele dagen voordien in de thuismatch tegen Cagliari de foto van Anne Frank had gebruikt, de Irriducibili (Onverzettelijken), waren er niet bij. Die hadden vooraf gemeld dat ze de match in Bologna aan zich zouden laten voorbijgaan, om niet betrokken te worden in een mediastorm.

De andere fans werden de Weisztribune in geleid, de tribune voor de bezoekende fans in het stadion van Bologna. Arpad Weisz coachte op 16 oktober 1938 voor het laatst het team van Bologna, toen dé topclub in Italië. Die avond won Bologna met 2-0 van … Lazio. Eerder behaalde de Hongaarse trainer met Joodse roots met Bologna twee landstitels (1936 en 1937) nadat hij al eens kampioen werd met Inter in 1930. Maar door de rassenwetten die in Italië ingevoerd werden in 1938, mochten Joden geen openbare functies meer bekleden en hun kinderen niet meer naar school sturen. Dus was Bologna verplicht hem te ontslaan. De dag na de zege tegen Lazio nam hij met zijn vrouw Elena en zijn twee kinderen Roberto en Clara de trein naar Parijs. Hij reisde later door naar Nederland, waar ze in 1942 in hetzelfde werkkamp zouden belanden als Anne Frank, alvorens op transport gezet te worden naar Auschwitz. Op 31 januari 1944 kwam Arpad Weisz daar in een gaskamer aan zijn eind.

In plaats van zich even te bezinnen bij de herdenkingsplaat voor Weisz aan de ingang van de tribune, zongen de Laziofans ‘Me ne frego‘ (vrij vertaald: het kan me niets schelen), geschreven door Gabriele D’Annnunzio in 1917 en later door de Italiaanse fascisten geadopteerd als lijflied.

Een paar minuten later werd, net als in de andere eersteklassestadions, een pagina uit het dagboek van Anne Frank voorgelezen.

Besmeurde bloemenkrans

Aanleiding was de actie van enkele leden van de harde kern van Lazio die de zondag voordien in de thuismatch tegen Cagliari foto’s toonden van Anne Frank gekleed in een shirt van AS Roma. Dat leidde tot verontwaardigde reacties.

Het incident met de foto van Anne Frank kwam erg ongelegen voor Lazio, dat op sportief vlak aan een beresterk seizoen bezig is, met sterke prestaties van ex-Genkvoetballer SergejMilinkovic-Savic en vooral midvoor Ciro Immobile,voor wie Lazio vorige week nog een aanbieding uit China van 70 miljoen euro naast zich neerlegde. Onlangs speelde de club al eens in een leeg stadion, in de Europa Leaguewedstrijd tegen Zulte Waregem, het gevolg van een Europese schorsing na weer een racistisch incident.

Ook de reactie van de voorzitter, Claudio Lotito, was op zijn zachtst gezegd ongelukkig. Lotito haastte zich een bezoek te brengen aan de Joodse synagoge in Rome en hing er een bloemenkrans met blauw-witte linten. Die krans werd ’s anderdaags besmeurd teruggevonden aan de oever van de Tiber. Later lekte uit dat Lotito het bezoek schamper had afgedaan als een verplicht nummer. De voorzitter ontkende, waarop de Romeinse krant die het publiceerde, Il Messagero, de betreffende geluidsopnames publiek maakte.

Nochtans heeft Lotito, die de club op 19 juli 2004 overnam toen ze virtueel failliet was, van meet af aan afstand genomen van de extreemrechtse aanhang. Het leverde hem bedreigingen van zijn eigen fans op, waardoor hij politiebescherming krijgt. Minstens één keer per dag ontvangt hij een doodsbedreiging, liet hij zich onlangs nog ontvallen.

Mussolini

Dat Lazio een harde kern heeft die zich laaft aan racistisch en fascistisch gedachtegoed, klopt. Dat blauw-wit (naar de kleuren van Griekenland, bakermat van de Olympische Spelen) de favoriete club zou geweest zijn van de Italiaanse fascistische dictator Benito Mussolini, klopt niet, vertelde zijn zoon Vittorio in een interview in 1983: ‘Ik zou niet zeggen dat mijn vader supporterde voor een club, wel voor de nationale ploeg.’ Vittorioen zijn broer Bruno, die toen ze nog in Milaan woonden voor Inter supporterden, woonden wel de wedstrijden van Lazio bij en mochten af en toe een balletje trappen met de Braziliaanse speler Enrique Serafini. Als beloning werd die op een dag ten huize Mussolini uitgenodigd, alwaar de Duce hem toebeet dat zijn Italiaans niet goed genoeg was.

Wegens de sympathieën van zijn zoons tekende Mussolini in oktober 1929 wel een lidkaart van Lazio, hem toegestuurd door de club. Kostprijs: 1000 lire (een halve euro). Twee jaar eerder had hij al ingetekend op een vraag om steunend lid te worden, een verzoek van Lazio’s voorzitter, cavaleriegeneraal Ettore Varini. In 1925 was hij niet ingegaan op een smeekbede van de club om financiële steun.

Onrechtstreeks lag de partij van Mussolini aan de basis van de stichting van Lazio’s aartsrivaal AS Roma. Dat in de mythische hoofdstad allerlei clubs kampten om de regionale macht in vervallen stadions, waardoor ze geen schijn van kans hadden op titelwinst tegen de machtige clubs uit het noorden, vond de partij niet kunnen. Dus moesten de vier Romeinse clubs (Alba, Fortitudo, Roman en Lazio) maar samensmelten tot één topclub. Uiteindelijk verenigden in 1927 drie clubs zich tot AS Roma. Lazio bleef op zichzelf, omdat een van de topmannen van de fascistische partij, Giorgio Vaccaro, hevig fan van Lazio, tegen de deelname van zijn favoriete club aan het nieuwe project was. Vaccaro was vanaf 1927 vicevoorzitter van Lazio, tot hij in 1933 voorzitter van de Italiaanse voetbalbond werd.

Pas na de eerste titel van Lazio in 1974 zou een aantal spelers van het kampioenenteam zich sympathisant noemen van de MSI, de fascistische partij. Onder hen Giorgio Chinaglia, die later nog met Pelé voetbalde bij New York Cosmos.

Begin deze eeuw stak ook Paolo Di Canio zijn rechtse sympathieën niet weg, getuige de tattoo op zijn arm die verwijst naar Il Duce. Ter gelegenheid van de Romeinse derby in 2004/05 groette hij de eigen aanhang met gestrekte rechterarm. Binnen die aanhang zetten de Irriducibili de toon. De groep werd in 1987 opgericht naar het voorbeeld van de Britse casuals. Al snel domineerden zij de tribunes, al namen de vorige en de huidige voorzitter publiekelijk afstand van die extreemrechtse fans. Helemaal fout was dan weer de reactie van Lotito op de beslissing van de bond om bij de komende thuiswedstrijden nog maar eens de Curva Nord, waar de Irriducibili de toon zetten, te sluiten. Lotito tekende meteen beroep aan en suggereerde dat de geviseerde fans wat hem betrof dan maar een ticket konden kopen in de Curva Sud aan de overkant.

Daar staat, bij de thuiswedstrijden van AS Roma, de harde kern van die andere club.

Rare jongens, die Romeinen.

door Geert Foutré – foto Reuters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content