NIETS IS ZO VERRIJKEND ALS EEN ONGEHOORDE MENING. RONNY VERHELST OBSERVEERDE VANUIT DE LUWTE HET LANDSCHAP VAN HET PROFVOETBAL, DRUKTE VERVOLGENS ZIJN STEMPEL EN GAAT ALS VOORZITTER VAN DE PRO LEAGUE MET EEN AFGESLANKTE EN MET BUITENSTAANDERS VERRIJKTE TOP DE PROBLEMEN TE LIJF.

Ronny Verhelst: “Voor mij is het Belgisch voetbal een product als een ander, al wil ik het niet geheel anti-emotioneel bekijken. Emotie speelt in het voetbal een grote rol, Engelsen noemen het een unique selling point. Wie een laptop koopt, gaat niet emotioneel dansen bij de eerste opstart. Bij een doelpunt misschien wel. Maar dat neemt niet weg dat je het product moet optimaliseren en zakelijk bekijken. Wat kun je veranderen om het aantrekkelijker en beter te maken, om het meer te vermarkten, zodat de clubs meer inkomsten krijgen? Op dat punt is het voetbal een model zoals elk ander bedrijfsmodel.

“Ik heb een toerke gedaan langs andere landen, om te zien hoe het daar werkt. U weet dat ik in Duitsland heb gewoond, en nog deels woon. Ik heb affiniteiten met de Bundesliga. Ik denk dat ik een goeie dief ben. Dat klinkt negatief, maar is helemaal niet zo bedoeld. Ik pik ideeën op. Niet zomaar klakkeloos copy paste, want de cultuur is anders, de clubs worden anders gerund, maar het inspireert me.

“Ik heb heel doelbewust het ledental van de algemene vergadering verminderd. Die heeft haar bestaansredenen, maar mag niet te groot worden en oeverloos praten. Daar structuur in brengen was de eerste stap. Daar wordt beslist over de grote strategie, de grote thema’s, de benoeming van de bestuurders. Maar daarnaast wilde ik ook een kleinere raad van bestuur, met zes vertegenwoordigers van de clubs en drie externen: ik en twee anderen die ik zelf heb voorgesteld en wier kandidatuur vorige maandag ter stemming werd voorgelegd. Omdat dit weer een bredere kijk geeft. Ik ben er als voorzitter van álle clubs en dat verwacht ik ook van mijn twee andere onafhankelijken.”

Meningen en geruchten

“Eén belangrijke beslissing namen we al, het samen verkopen van de tv-rechten. Ik heb me laten wijsmaken dat dit bij elk contract een zware discussie was. De clubs hebben ingezien dat het een hele stap voorwaarts is om die collectief te verkopen. Voor langere tijd is dat nu vastgelegd, tot juni 2020. Door die stabiliteit kun je nu focussen op de groei van de Pro League, het grotere verhaal. Televisie is een zeer belangrijke bron van inkomsten, overal in de wereld, maar we mogen niet alleen dáárop steunen. Dat zou niet gezond zijn. Ik ga daarom zien wat we nog kunnen doen naast het televisiecontract, om clubs andere inkomsten te garanderen. In Nederland proberen ze de inkomsten voornamelijk uit het stadionbezoek te genereren door het aansnijden van nieuwe doelgroepen en opzetten van activiteiten voor kinderen, vrouwen enzovoort. Daar ligt in België nog veel ruimte.

“Ik wil ook een goeie samenwerking tussen voetbalbond en Pro League, op elk domein. In Duitsland zeggen ze: de vis stinkt vanaf de kop. De Rode Duivels zijn nu een sterk merk en dat straalt af op het voetbalgebeuren. Als we Brazilië zouden halen, zal dat een stimulans vormen voor jongeren, voor dames… Dan kunnen we nieuwe lichtingen krijgen, wat voor clubs ook weer interessanter is. Eersteklassers hebben een voorbeeldfunctie, een voortrekkersrol. Ik zie het allemaal niet zo eng in hokjes, maar als een geheel. Ik heb een goeie band met Steven Martens. We komen beiden uit een wereld waarin een goeie organisatie belangrijk is om te functioneren. We werken wel anders, merk ik. Hij neemt zijn tijd voor de reorganisatie, ik heb dat zeer snel gedaan.

“Het bepalen van de competitieformule wil ik ook hand in hand doen met de Belgische voetbalbond. Omdat ik denk dat het belangrijk is dat we de andere afdelingen mee krijgen. Ik wil niet alleen eng denken ten voordele van mijn zestien clubs. Ik wil heel concreet ook naar tweede klasse kijken. Verder doe ik geen uitspraken over het format, behalve dat ik dat als eerste punt ga tackelen met mijn nieuwe raad van bestuur. Ons format ligt nog anderhalf jaar vast en is gebonden aan het televisiecontract, er is nog wat tijd. Ik constateer wel dit: al heel lang dwarrelen geruchten en meningen rond, niet altijd gebaseerd op objectieve data. Ik kom uit een wereld waarin je beslissingen neemt gebaseerd op zo veel mogelijk data en marktonderzoek. Ik vind dat hier iets minder terug, de meningen lijken eerder gebaseerd op buikgevoel. Ik wil op een objectieve manier onderzoeken wat de goeie en minder goeie elementen zijn in het huidige competitieformat en dan de vraag stellen: kunnen of willen we dat wijzigen? Voor mij maakt een eventuele BeNeliga bijna deel uit van het competitieformat. Maar ik weet niet hoe de andere partij ertegenover staat. En wat wil de doelgroep? Wat zijn de voorwaarden, is dat haalbaar? Wat zijn de strategische visies? Ik wil dat wel onderzoeken, want dat is nog nooit goed gebeurd, merk ik. Als ik daar nu een uitspraak over doe, zou dat een mening zijn, die van Ronny Verhelst, en die doet niks ter zake.”

Stadions

“De inkomsten van het profvoetbal via de Pro League draaien rond de 60 miljoen euro aan contracten. Maar als je de totale inkomsten bij elkaar telt – ticketing, stadionbezoek, sponsoring van de individuele clubs – kom je snel aan een paar honderd miljoen euro. We zijn een echte bedrijfstak. Stadions in het buitenland hebben bedrijfsruimten, kantoren, winkelcentra… Ik zou de politiek ten stelligste aanraden om daar toch eens naar te kijken.

“We zijn aan het achterlopen op verschillende landen. Er zijn kansen geweest om er wat aan te doen, maar die zijn niet allemaal volledig afgeschreven, denk ik. Ik maak me sterk dat we nog dingen kunnen realiseren, misschien niet in die mate als had kunnen gebeuren bij de organisatie van een groot toernooi, maar toch. In het buitenland zijn veel individuele projecten een succesverhaal. Waarom zou dat hier niet lukken? Ik heb heel lang voor een Nederlander gewerkt en werk nu al twee jaar in Duitsland. Ik vind het jammer dat we in België aan zo veel navelstaarderij doen. We zouden onze sterktes wat beter moeten verkopen, in plaats van naar de negatieve kanten te kijken.

“Heel belangrijk vind ik het imago van het Belgisch voetbal. We zijn een economische pijler, een industrie, met een sociale kant, jeugdopleiding… Als je in bedrijven werkt en mensen aanwerft, zijn drie i’s voor mij zéér belangrijk: intelligentie, inzet en integriteit. Ik wil heel graag bepaalde projecten ondersteunen, om het voetbal zo ethisch mogelijk te maken. We hebben het hooliganisme sterk teruggedrongen, maar ik wil ook kijken naar racisme en homofobie. Amerika is een fantastisch voorbeeld, sport is daar een familiegebeuren. Daar is geen agressiviteit langs de kant. Dat is een van mijn zware topprioriteiten, een van de grote blieps op mijn radar.”

DOOR PETER T’KINT

“Wij Belgen zouden onze sterktes wat beter moeten verkopen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content