Clubtrouw betekende nog wat voor voetballer Herman Helleputte, die nooit ergens anders voetbalde dan bij Lierse.

Ruim een kwarteeuw voetbalde Herman Helleputte (54) voor Lierse. De liefde voor de club werd er met de paplepel, of moeten we zeggen de melkfles, ingegeven. Zijn ouders baatten immers in Lier een bekend café uit, Het Kruis. Neel De Ceulaer, ex-speler van Lierse : “Voor wie Lier een beetje kent, dat café lag in de Langestraat, op ongeveer een kilometer van het stadion. Supporters gingen er heel vaak langs.”

Opgroeien in die buurt beïnvloedde het karakter van de huidige trainer van Westerlo, die er opgroeide tussen het volk en dan ook als een echte volksjongen wordt omschreven. Hij deed er veel mensenkennis op en ontwikkelde er een open geest voor alle culturen. Erwin Vandenbergh, ex-ploegmaat : “Herman is altijd een beetje een losbol geweest, een open gast, een grappenmaker. Met leuke humor. Hij voelde zich altijd goed in de omgeving van een café, legt graag een kaartje en heeft een vlotte babbel. Herman was graag gezien in de club, bij de supporters, net vanwege die openheid. Dat hij nooit is vertrokken, verbaast me eigenlijk niet, hij was er graag.”

En hij kon ook nog eens goed sjotten. Op zijn negende sloot hij zich aan bij Lierse, die club waarvoor hij trouw supporterde, op zijn zeventiende al mocht hij voor de eerste ploeg debuteren. Vandenbergh : “Zo los als hij was naast het veld, zoveel inzet had hij op het terrein. Altijd honderd procent. De fijnste voetballer was hij niet, maar wel een nuttige werker voor het elftal. Altijd centraal, eerst heel lang op het middenveld, later centraal in de verdediging. Vooral een breker, niet van de snelsten, maar met een groot loopvermogen.”

Krachtig, dat vindt ook Marcel Vets, die jarenlang opleider was bij de club. “Een soort JohanNeeskens, als je hem met iemand zou willen vergelijken. Eigenlijk was Herman vrij compleet : hij had kracht, techniek, een goed tactisch inzicht en een goed positiespel. Een verstandige voetballer die je naast het veld gerust het symbool voor zijn stad mag noemen. Pallieter, ja. (lacht) Lierse was in die dagen een goeie middenmoter, een subtopper die ook Europees speelde.”

Eddy Snelders was ooit ook ploegmaat. Snelders : “Niet heel veel spelers kunnen de switch van middenveld naar verdediging maken, zoals Herman in het tweede gedeelte van zijn carrière deed. Dat tekent zijn voetbalintelligentie.” Vets : “Maar een echt goeie centrale verdediger heb ik hem toch nooit gevonden.”

Losbol, ja, maar ook karaktersterk. Toen Helleputte vrij laat in zijn carrière in een bekermatch op AA Gent in een duel met Willy Quipor zijn been brak, gaf niemand nog een cent voor zijn terugkeer. Helleputte beet zich echter door een moeizame revalidatie en keerde nog terug in de ploeg, tot hij in ’88 stopte en hulptrainer werd.

Haalde hij het maximum uit zijn carrière ? Vets : “Herman zal ongetwijfeld zeggen van wel. Ik denk : misschien niet.”

Club Brugge kwam in die dagen geregeld shoppen in Lier, het haalde er DanyVerlinden weg en Jan Ceulemans, maar toonde ook belangstelling voor Helleputte. Vets : “Herman mocht iets ambitieuzer zijn dan Lierse, vond ik, maar ik denk dat hij wel vond dat het zo ook goed was. En dat is ook belangrijk.”

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content