De voetbalfilosofie van Ivan Leko: ‘Weten hoe je moet aanvallen, is heel belangrijk’

© belgaimage

Ivan Leko werd voor de komende twee seizoenen aangesteld als T1 van Antwerp. Een tijdje terug had Sport/Voetbalmagazine een interview met hem waarin hij zijn voetbalfilosofie uit de doeken deed. Herlees het hier.

Aan het einde van een uiteindelijk geslaagd seizoen bij STVV wil de vroegere spelverdeler van Club wel eens uitleggen hoe het voetbal zijn dagelijkse leven beheerst en zijn gedachten obsedeert. Het gesprek verloopt, om praktische redenen, in het Spaans, de taal die hij beheerst sinds hij een paar jaar in La Liga aan het werk was als voetballer. Zijn woorden kiest hij zorgvuldig. De nieuwe coach van Club Brugge legt uit hoe hij het voetbal ziet.

Als we STVV aan het werk zagen, merkten we verschillende spelsystemen, maar altijd dezelfde filosofie. Klopt dat?

IVAN LEKO: ‘Ik vind dat voor een trainer het belangrijkste. Eens je ergens begint te werken, moet je daar in gesprekken met je groep van bij aanvang zeer duidelijk in zijn: wie ben je als trainer? Wat is je filosofie? Wat is je visie op het voetbal? Spelsystemen die daaruit volgen zijn belangrijk, maar alleen om je verschillende profielen op het veld neer te zetten. Met STVV heb ik tijdens het seizoen in drie, vier systemen gespeeld, maar daarachter school inderdaad altijd hetzelfde idee.’

Een beetje ongewoon naar Belgische normen is dat u zeer veel werkt met sessies op balbezit.

LEKO: ‘Ik vind dat trainen en mensen samenspel aanbieden mét bal voor het grootste plezier zorgt. Tegelijk is dat ook het moeilijkste. Iedereen weet dat organisatie en voetbal zonder bal de basis is in deze sport. Zonder defensieve organisatie ben je niks. Maar voor mij is het belangrijkste collectief spel in balbezit, met veel beweging. Geen balbezit om het balbezit. Je moet vooruit, je moet de directe tegenstander elimineren en altijd offensief denken.’

Iedere pas moet worden gegeven met een duidelijke intentie?

LEKO: ‘Ik hou inderdaad niet van een doelloze pass. Elke balaanname van een speler is een uitdaging. Hij moet altijd iemand provoceren, iemand fixeren met als doel die tegenstander uit te schakelen. Tegelijk is er ook altijd de tegenstander, waar je van afhangt. Je moet een situatie goed lezen, om te zien of er diepgang kan worden gevonden of niet. Kan dat niet, dan moet je de bal bewaren en eventueel een actie via de andere flank opzetten.’

Automatismen

Is de uitdaging van het huidige voetbal niet ruimte vinden in de offensieve zones?

LEKO: ‘Voetbal is een spel van ruimtes. Hoe creëer je die, hoe verover je die, hoe kom je eruit om via een andere ruimte weer aan te vallen? Daar moeten trainers oplossingen voor aanreiken. Weten hoe je moet aanvallen, is zeer belangrijk. Dan praat je over het simultaan bewegen van drie à vier spelers, niet eentje. Omdat een speler die beweegt ruimte maakt voor anderen. Zo creëer je offensief spel.’

Hoe werkt u daar tijdens de week op, gedurende de trainingen?

LEKO: ‘Door reële situaties voor te bereiden, die zich tijdens de wedstrijd zullen voordoen. Door aan de spelers oplossingen aan te bieden die hen de sleutel geeft om elke situatie die ze gaan tegenkomen, te ontgrendelen. Anderzijds blijft het wel aan hen om op het veld een situatie te lezen en dan te kiezen voor de beste oplossing. Maar nogmaals: die zijn allemaal wel eerst aangereikt op training.’

Riskeert u zo niet uw voetbal te automatiseren en dus voorspelbaar te maken?

LEKO: ‘Dat blijft het eeuwige debat. Speel je volgens automatismen, of geef je de totale vrijheid aan het individu? Ik heb vertrouwen in automatismen, maar de keuze van de speler geeft de uiteindelijke doorslag. Wij reiken drie, vier oplossingen aan en werken daar hard op, maar het blijft de speler die op het veld beslist.’

De verrassing komt van het talent van de voetballer.

LEKO: ‘Zo is het. Ik geloof erg in de intelligentie van de speler die bepaalde situaties op het veld herkent en dan de wapens gebruikt waarmee we tijdens de week hebben gewerkt.’

Waar is de plaats, in die redenering, van een spelsysteem?

LEKO: ‘Welk systeemje ook speelt, het moet altijd de bedoeling zijn dat je de bal in die situaties brengt waarin je diepgang kan vinden. Daarom is het minder belangrijk hoeveel spitsen je op het veld hebt staan. Belangrijker is dat je één speler meer dan de tegenstander in de buurt van de bal hebt, zodat je in balbezit blijft en vervolgens in die ruimte kan aanvallen waar je dat wil. Zonder die extra speler vind je nooit oplossingen.’

Op een artificiële manier en tijdens de trainingen wedstrijdsituaties creëren, is dat een belangrijke uitdaging voor de trainer?

LEKO: ‘Het belangrijkste is niet wat een trainer weet. Het belangrijkste is dat hij manieren vindt om zijn spelers te onderwijzen. Hoe leren ze het snelst en het makkelijkst iets aan? En dan denk ik dat zoiets gebeurt door op training zoveel mogelijk dingen te herhalen. Dat je hen brengt in situaties die zich in een wedstrijd voordoen, zodat ze die herkennen en daar snel, en steeds beter, op reageren.’

Ontstaat in hun geest op die manier dan een soort onbewust mechanisch handelen?

LEKO: ‘Dat is de sleutel van collectief voetbal. Voor je een bal krijgt, moet je al twee, drie tot vier oplossingen hebben. Je moet al weten wat je gaat doen. Eens een ploeg zo aan het voetballen gaat, wordt dat een plezier om naar te kijken. Anderzijds: het is ook zeer moeilijk. Je moet hard zijn tegenover je spelers, soms ga je ook wegen op hen, want ik ben me bewust van de verveling. Ik weet dat ik altijd dingen moet herhalen. Ik ben er evenwel zeker van dat je op zaterdag of zondag niet tot succes kan komen als je dat niet doet, een oneindig aantal keer. Daarom heb je nood aan een ambitieuze groep. Eentje die bereid is om bij te leren. Er zijn immers voetballers die denken dat ze al alles weten. Daarom zeg ik in het begin tegen iedereen, ook de trainers, dat ze open moeten staan. Elke dag zijn er nieuwe dingen te leren. Die vaststelling, dat is het nulpunt van waaruit we op dag één vertrekken en beginnen werken.’

Andere sporten

Hoe doet Ivan Leko dat, elke dag bijleren?

LEKO: ‘Op een vrije dag bekijk ik vijf, zes wedstrijden. Altijd op zoek naar een systeem, een beweging, iets gedurfds bij een goeie trainer. Het kan zeer goed dat je uiteindelijk met niks achterblijft of niks ziet, maar je moet altijd alert zijn. Tegelijk moet je nooit iets klakkeloos kopiëren. Het voetbal moet uit jezelf blijven komen, je moet geloof in jezelf hebben.’

Wij horen dat u vaak naar het Genoa van Ivan Juric kijkt.

LEKO: ‘Dat is inderdaad een ploeg die goed voetbalt, ja. Al in de tijd van Gian Piero Gasperini. In het Engelse voetbal kijk ik graag naar het Tottenham van Mauricio Pochettino, met zijn totaalvoetbal. Het Chelsea van Antonio Conte is anders, met veel schema’s en automatismen, al heb ik zeer veel respect voor een coach die kampioen werd met quasi hetzelfde elftal dat het jaar voordien pas tiende eindigde. In Duitsland bekoort Borussia Dortmund me. Ik vind het voetbal zoals Thomas Tüchel het voorstaat, zeer spectaculair. Bij al die trainers die ik net opnoemde, vind je interessante dingen. Een trainer moet zeer veel wedstrijden bekijken, altijd met een open geest.’

Bekijkt u alleen voetbalwedstrijden, of volgt u ook andere sporten?

LEKO: ‘Vijftien jaar geleden voetbalde ik bij Málaga. Ik had er een goeie vriend die baskette voor Unicaja, de club uit dezelfde stad. Hij vertelde me dat zij zeven, acht offensieve acties ingeoefend hadden. Elke speler wist op elk moment hoe hij zich moest verplaatsen en waar hij de bal kon vragen. Daarop ben ik met voetbal beginnen vergelijken. In die tijd deden we nog heel veel dingen die alleen steunden op het individuele talent van een speler. Door met basketbal te vergelijken, heb ik ingezien dat er ook een andere weg was.’

In het basketbal bestaan er bewegingen die, eens goed uitgevoerd, altijd leiden tot een doelpoging. Dat is iets wat in het voetbal niet bestaat, of toch?

LEKO: ‘Neen. Maar er zijn wel bewegingen die uiteindelijk leiden naar openingen en situaties die je in staat stellen om gevaar te creëren. Een doelkans opzetten is zeer moeilijk, omdat de tegenstander met tien veldspelers verdedigt. Het is moeilijker om tien man aan te vallen, dan vijf man. Maar ik blijf ervan overtuigd dat er bewegingen en acties zijn, die de zekerheid dat er gevaar komt, kunnen verhogen.’

Dus kan een trainer ervoor zorgen dat zijn spelers in een kansrijke positie komen?

LEKO: ‘Klopt. Wie een tegenstander goed analyseert, merkt altijd dat elke ploeg twee à drie zwakke punten heeft. Die moet je proberen uit te buiten. Op je debriefing na een match zou je dan in theorie moeten zien dat wat je tijdens de week hebt voorbereid, en wat je tijdens de wedstrijd hebt uitgevoerd, tot gevaar heeft geleid. Als je dat kan aantonen, vergroot het vertrouwen van de speler in wat je vertelt. Hij ziet dan dat wat hij op jouw aanraden heeft gedaan, tot gevaar heeft geleid.’

Is basketbal voor u nog steeds een inspirerende sport?

LEKO: ‘Niet speciaal. Er zijn in feite weinig overeenkomsten tussen de twee sporten, maar je kan wel een interessant detail ontdekken, dat maakt dat je bepaalde dingen in je eigen sport in vraag stelt. In Kroatië wordt veel handbal gespeeld, en in mijn ogen staat die sport dichter bij voetbal. Er is een zone waarin je aanvalt, en wij moeten het steeds hebben over hoe je moet aanvallen tegenover een verdediging die het in zone aanpakt. In het basket verdedigt men meestal man op man. Het belangrijkste blijft dat je dingen bekijkt met een open geest. Waarom blijft men bijvoorbeeld in het American Football geobsedeerd door het winnen van yards? In voetbal willen we dat ook. Terreinwinst boeken, vooruit schuiven. In principe hebben die dingen niks met elkaar te maken, maar ze kunnen je geest prikkelen.’

Een voorbeeld uit een andere sport: in het rugby zitten coaches in de tribune. Ze kunnen van daaruit niet rechtstreeks praten met hun spelers op het veld, maar hebben wel een beter zicht op de match. Is ook dat geen optie om in het voetbal in te voeren?

LEKO: ‘Dat je het beter ziet vanaf de tribunes is een zekerheid. Maar wat wij proberen te brengen is op het veld het herhalen van oefeningen die je tijdens de week hebt ingeoefend. Tijdens de week sta ik tussen mijn spelers, op dezelfde hoogte. En er is al zoveel verschil tussen onze trainingen en de match, dat ik verkies om zo dicht mogelijk bij mijn spelers te staan. Op die manier kan ik proberen zo goed mogelijk de dingen te doen lijken op wat er is ingeoefend. Als ik in de tribunes zou zitten, zou ik nooit rustig kunnen zijn.’

Dans

Hebt u al ideeën opgedaan die niet uit collectieve sporten komen?

LEKO: ‘Mijn dochter doet aan klassiek dansen. In september begint zij aan een nieuw jaar dat eindigt met een show ergens in mei. Als ik dat spektakel zie, raak ik geïntegreerd door wat zo’n leraar met die kinderen doet. Vijfentwintig meisjes van tien of elf jaar doen dezelfde bewegingen op exact hetzelfde moment, op de seconde na. Als zij daarin kan slagen door daar één of twee keer per week aan te werken, moet dat toch ook lukken met tien volwassen mannen die elke dag op training staan. Die moeten toch ook hun bewegingen kunnen coördineren?’

Dans is spektakel. Is het spektakel verzorgen voor u ook van belang?

LEKO: ‘Dat vind ik een moeilijk debat. Bij STVV waren we aan het seizoen begonnen met de idee van totaalvoetbal te spelen. Om diverse redenen werd dat niet gevolgd door resultaten. Mijn conclusie was dat je een evenwicht moet zoeken tussen het voetbal dat je graag ziet en het behalen van resultaten. Als je die niet haalt, ben je een dommerik en we zijn er niet om dom te doen. Anderzijds: resultaten halen met het voetbal dat je graag ziet, is iets dat je heel veel plezier bezorgt, en waar je fier op bent.’

Moet u geloven in de manier opdat iets vruchten afwerpt?

LEKO: ‘Daar ben ik wél van overtuigd. Als je voor een groep staat en een speler ziet dat je geen absoluut vertrouwen hebt in wat je zegt en waarop je werkt, is dat het begin van het einde. Zelfs op de middellange termijn kan zoiets niet functioneren.’

Offensief voetbal voorstellen, helpt dat om spelers aanhanger te maken van uw project?

LEKO: ‘Spelers willen een trainer die hen beter maakt. Als ze na twee, drie weken constateren dat ze beter worden, mag je doen wat je wil.’

Op een bepaald moment had u er bij STVV nood aan om punten te pakken. Heeft dat uw manier van werken veranderd?

LEKO: ‘Niet veel. Mijn werkmethode en idee zijn haast altijd dezelfde gebleven. We zijn op zoek blijven gaan naar details, naar nieuwe dingen, want als je geen nieuwe dingen meer blijft aanreiken, boekt de ploeg geen vooruitgang meer. Het enige verschil is dat het veel makkelijker werken is als je de focus niet excessief moet leggen op het eerstvolgende resultaat.’

Voetballer vs coach

Wat is het grootste verschil tussen Ivan Leko de voetballer en Ivan Leko de coach?

LEKO: ‘Geen idee… (hij denkt even na) Ik was geen egoïst als voetballer en ik heb altijd geprobeerd om een positief leider te zijn in de kleedkamer. Als er één ding is veranderd, dan is het dat ik er nu veel meer plezier aan beleef. Ik vind het leuker om mijn ploeg te zien spelen zoals ik het wil, dat is groter dan het plezier dat ik vroeger haalde uit een goeie match van mij. Omdat het moeilijker is om tien man te laten voetballen zoals jij het wil.’

Is het feit dat u zelf prof was een voordeel in uw vak vandaag?

LEKO: ‘Er zijn momenten waarop je in jezelf kan zeggen: ‘Wat zou ik daarvan hebben gedacht, als ik nog speler was in deze groep?’ Het gebeurt niet vaak, maar dat zijn momenten waarop je verleden je kan helpen. Het kan ook een voordeel zijn dat ik vanwege mijn verleden sneller, of misschien gemakkelijker, een situatie herken dan iemand die zo’n verleden niet heeft.’

Weerspiegelt uw ploeg de voetballer die u zelf was?

LEKO: ‘Ik denk dat de mentaliteit van de trainer de mentaliteit van de ploeg is of moet zijn. Ik kan op dat vlak niet zoveel afstand van mezelf nemen. Als ik mezelf niet meer ben, zou de hele groep dat voelen. Ik hou van voetbal, van agressiviteit, van snelheid, en moet proberen dat over te brengen op mijn groep. Die moet ook zo worden.’

U bent zeer actief tijdens de trainingssessies.

LEKO: ‘Er zijn op de trainersmarkt verscheidene profielen en ik respecteer de werkmethodes van iedereen. De mijne is inderdaad: zeer actief zijn. Zo voel ik me het best. Als voetballer was dat indertijd ook zo. Ik praatte veel, was betrokken. Dit is een andere functie, maar ik blijf mezelf.’

Trainers proberen zo weinig mogelijk aan het toeval over te laten, maar kunnen tijdens wedstrijden onmogelijk alles controleren. Hoe beleeft u dat aan de zijlijn?

LEKO: ‘In mijn ogen gebeurt 95 procent van het werk van een trainer tijdens de week. De dag van de match rest je nog vijf procent. Je moet reageren, maar de manier waarop je aanvalt of verdedigt, is al tijdens de week vastgelegd. Wat je vanaf de kant moet tonen, is vertrouwen. Het is voor mij dan ook belangrijk dat ik goed ben voorbereid en dat ik voor de wedstrijd al ga weten wat er die dag op het veld gebeurt.’

Laat ik u dan een situatie voorschotelen. Het staat met nog tien minuten te gaan 2-0 voor de tegenstander. Misschien moet u er een extra spits bijgooien, maar daarop hebt u tijdens de week niet getraind. Gaat u dan improviseren?

LEKO: ‘Dat is een moeilijke. Persoonlijk heb ik alleen vertrouwen in dingen waarop ik heb gewerkt. Ik ben niet zo op mijn gemak in onbekende situaties en zal proberen die te vermijden. Niet vergeten dat er in het voetbal naast tactiek ook het mentale speelt, en de groepsgeest zeer belangrijk is. Als ik moet kiezen tussen een groep die tactisch beter is of eentje die een goeie mentaliteit toont, weet ik dat ik meer ga winnen met die mentaliteit. Tactiek, dat is maar een wapen. Je mag het perfecte tactische plan hebben, maar als er geen honger is of geen wil, kan je niet winnen.’

door Guillaume Gautier – foto’s belgaimage

‘Voor je een bal krijgt, moet je al twee, drie tot vier oplossingen hebben. Je moet al weten wat je gaat doen.’ Ivan Leko

‘Belangrijk is dat je één speler meer dan de tegenstander in de buurt van de bal hebt.’ Ivan Leko

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content