Zijn band met Anderlecht, zijn liefde voor de club(kleuren), zijn jeugdjaren in Neerpede, zijn respect voor Herman Van Holsbeeck, malafide makelaars, maar vooral zijn veel te vroeg overleden moeder.

Afspraak om 9.15 uur, maar Anthony Vanden Borre (25) verschijnt al om 9.10 uur ten tonele. Ontspannen, met een lach op het gezicht. Hij voelt zich hier duidelijk goed in zijn vel. Anderlecht is de stad waar hij opgroeide, de club waar hij leerde wat het betekent om profvoetballer te zijn. Zes jaar nadat de enige echte Anderlechtenaar de deur van het paars-witte huis achter zich dichttrok, neemt hij de tijd om zijn carrière door te lichten en eens stil te staan bij het hobbelige parcours dat hij – de nog altijd maar 25-jarige ket – tot nu toe aflegde. Soms wendt hij de blik af, verschijnt er bijna een blos op zijn wangen en vouwt hij de handen vroom. AVB in alle eerlijkheid.

Hoe voel je je momenteel?

Anthony Vanden Borre: “Bevrijd. Vooral sinds ik mijn nieuw contract ondertekend heb.”

Was je dan bang dat men je geen nieuw contract zou geven?

“Niet echt. Ik wist dat ik een nieuw contract zou krijgen als ik zou doen wat ik moest doen. Zowel het bestuur als de coach was daar meteen zeer duidelijk in.”

Een contract van twee jaar, was het dat wat je wilde?

“Twee jaar vind ik wel goed, ja. (lacht) Ik denk dat het de beste oplossing voor beide partijen is.”

Hoe ver sta je conditioneel?

“We zijn nu net aan de voorbereiding begonnen dus laat ons zeggen dat ik nu aan vijftig procent zit. Binnen dit en een maand hoop ik wel op negentig procent te zitten.”

Cadeau voor mama

Vermoeiende vakantie gehad?

“Neen, ik heb niet echt veel gedaan. Op dat weekje Mexico met de vrienden na dan.”

Was je terugkeer naar Anderlecht enigszins voorbestemd na alle miserie van de voorbije jaren?

“Zeker weten. Hier voel ik me thuis. Ik werd hier opgeleid van mijn acht tot mijn zestien en van mijn zestien tot mijn negentien speelde ik in de eerste ploeg. Ik ken hier iedereen en iedereen kent mij. Er is geen betere plaats om je carrière nieuw leven in te blazen dan ’thuis’.”

Wat betekent deze club voor jou?

“Alles! Het is dankzij Anderlecht dat ik zo’n mooi leven kan leiden.”

Vond je meteen je draai weer?

“Het lijkt wel alsof ik nooit weg ben geweest. Afgezien van het interieur is hier tenslotte ook niets veranderd. De mentaliteit is nog steeds dezelfde.”

Hoe belangrijk was het voor jou dat je ook terug in Brussel kon komen wonen?

“Als je je vrienden en familie dicht bij je hebt, wordt alles gemakkelijker. Toen ik op jonge leeftijd al naar Fiorentina vertrok, heb ik het toch wel even moeilijk gehad.”

Was de Serie A geen rare keuze voor een 19-jarige?

“Hoe jong je ook bent, als voetballer tracht je altijd de sportief beste keuze te maken. Het is wel in Italië dat ik besefte dat het voetbal niet altijd even makkelijk is. Nu ja, alles wat rond het voetbal hangt dan toch.”

Hoe bedoel je?

“Als je jong bent, speel je voor je plezier. Eens aangekomen in Italië werd voetballen plots werken. De opleiding is afgelopen, niemand volgt je nog op, niemand helpt je. Je wordt goed betaald, kunt maar best zo veel mogelijk wedstrijden spelen en voor de rest trekt niemand zich wat van je aan. Net op het moment dat ik naar Italië vertrok, overleed mijn moeder. Dat heeft de zaken danig bemoeilijkt.

“Je zit helemaal alleen in een vreemd land, en je mama is zopas overleden. Die pijn verdwijnt niet zomaar… Eenieder met Afrikaans bloed zal begrijpen dat je altijd aan je moeder denkt. Je wil dat ze trots op je is, je brengt een cadeau mee voor haar, telkens je terug naar huis gaat. Ook al hield ze helemaal niet van voetbal.”

Malafide makelaars

Was je niet te snel te goed? Men noemde jou ‘het grootste talent van Anderlecht’ en ‘een verbeterde versie van Kompany’…

“Misschien wel. Maar het was Anderlecht dat besliste om me op mijn zestiende in het diepe te gooien. Anderlecht is niet bepaald een kleine club dus ik ga ervan uit dat de mensen die dat beslisten wel wisten wat ze deden.”

Je had het moeilijk om je te manifesteren bij de grote jongens, terwijl je bij de jeugd altijd met de vingers in de neus de beste van het team was…

“Dat klopt. Vooral dan op het moment dat ik uit de veilige cocon van Anderlecht ben gestapt en ik op mijn eentje naar het buitenland trok. Bij Anderlecht loste men eender welk probleem voor me op. In het buitenland was het eerder: heb je een probleem, los het dan zelf maar op.”

Heb je een idee wat de buitenwereld van je vindt?

“Ik weet dat men mij het etiket van ‘zot geval’ heeft opgekleefd. Ja, ik heb stommiteiten begaan – net zoals vele anderen – maar ik ben geen crimineel. Verre van zelfs. Aangezien ik dan ook nog eens verlegen en gereserveerd ben, denken mensen vast dat ik mezelf geweldig vind. Nu ik een baard heb, krijg ik daar weer commentaar op. Wat ik ook doe, er is altijd kritiek. Wat wil je dat ik daaraan verander?”

Zelfs je vrienden kunnen niet helemaal tot je doordringen…

“Ik ben een moeilijke jongen, dat geef ik toe. Maar ik ben ook heel lief en ik heb een groot hart. Draai je me een loer, dan vergeet ik dat evenwel nooit.”

Heeft men je al vaak een loer gedraaid?

“Er zijn toch een aantal spelersmakelaars die me enorm teleurgesteld hebben. Dat zijn de slechtste mensen uit de voetballerij. Ze gebruiken je gewoon. Ze trachten geld te verdienen op je rug. Haaien zijn het!”

Nu ben je terug bij Christophe Henrotay?

“Inderdaad. Christophe was eerder al mijn makelaar, maar ik ben bij hem weggegaan. Ook al ging alles toen goed. Niet bepaald slim, maar er werd mij nu eenmaal heel wat moois voorgespiegeld.”

Wat houdt de rol van Mbo Mpenza juist in?

“Hij helpt me met alledaagse zaken, zoals ook Jean-François Lenvin en Peter Smeets van de sociale cel doen. En ze doen dat geweldig goed.”

Vorige zomer trok je naar West Ham, maar daar werd je afgetest. Te dik was het verdict…

“Dat zal altijd het geval zijn bij mij. Zodra ik even niet train, kom ik drie kilo bij. Ik moet echt letten op wat ik eet. Ik wist zelf ook wel dat ik niet fit was toen ik bij West Ham ging testen. Maar ook toen waren het makelaars die snel wat poen wilden pakken die me richting Engeland stuurden.”

Veel te braaf

Vlak voor Anderlecht je opnieuw de hand reikte, twijfelde je om naar Saudi-Arabië te trekken…

“Natuurlijk…”

Natuurlijk? Je weet toch dat je je daar gaat begraven…

“Daar was ik me van bewust. Je houdt het daar maximum twee à drie jaar vol en daarna is het gedaan met je carrière. Nu goed, het zou een keuze zoals een andere geweest zijn. Dat ik nu alsnog bij Anderlecht ben beland, is misschien wel het lot.”

Was er niet de hele tijd een klein stemmetje in je hoofd dat zei: ‘Ooit keer je terug naar Anderlecht’?

“Eigenlijk wel. Vooral dan het laatste jaar, toen ik zonder club zat. Toen dacht ik: het zal Anderlecht worden of niets. Toen Henrotay, Mbo, Peter Smeets en vooral Herman Van Holsbeeck met me kwamen praten, was het al snel duidelijk. Herman heeft toen bewezen dat hij meer dan een gewone manager is. Hij heeft een groot hart en heeft echt zijn uiterste best voor me gedaan.”

Jullie spraken nochtans al een tijdje niet meer met elkaar…

“Het was het soort stilte die er soms tussen een vader en zijn zoon hangt. Herman heeft kinderen en hij weet dat die soms fouten maken. Ziedaar waarom hij me alsnog een kans heeft gegeven.”

Heb je al te veel fouten gemaakt in je carrière?

“Ik heb vooral het gevoel dat ik veel te braaf ben geweest. Uiteindelijk ben ik het wel die steeds als idioot word afgeschilderd.”

Denk je dat men jou zo ziet, ja?

“Zij die mij kennen uiteraard niet. En ook met de supporters van Anderlecht klikt het goed. Ze weten dat ik een kind van de club ben en dus moedigen ze me aan. Wat de buitenwereld betreft, denk ik niet dat mijn imago zo goed is.”

‘Ik moet renderen’

Van Holsbeeck zei onlangs in Sport/Voetbalmagazine dat ‘Anthony wel eens als taxichauffeur had kunnen eindigen als ik hem de hand niet had gereikt’…

“Dat zou zomaar kunnen…”

Wat zou je doen als je morgen voetballer af zou zijn?

“Niets. Ik kan niets anders dan voetballen.”

Kwam je dan net op tijd tot inkeer?

“Ik denk het wel. Feit is dat ik na mijn carrière niet overspoeld zal worden door professionele aanbiedingen.”

Je kunt misschien een snackbar openen…

“Zelfs een snackbar openhouden zou ik niet tot een goed einde kunnen brengen.” (lacht)

Je draait al zo lang mee dat mensen zouden vergeten dat je nog maar 25 bent. Die baard maakt je er ook niet jonger op. Heb je je tot de islam bekeerd?

“Daar heeft het niets mee te maken. Ik scheer me gewoon niet graag. Iedereen lacht nu met die baard, maar dat trek ik me niet aan. Het enige wat telt is wat ik op het terrein doe. Ik moet nu gewoon renderen voor Anderlecht.”

Hoe is je verstandhouding met Van den Brom?

“Heel erg goed. Die contractverlenging heb ik onder meer te danken aan het feit dat de coach als eerste aangaf dat de club me moest houden. Nu is het aan mij om te bewijzen dat ik zijn vertrouwen waard ben. Als er nu twee personen zijn die ik niet mag teleurstellen, dan zijn het Van Holsbeeck en Van den Brom wel.”

Verleidingen

Pelé Mboyo, Michy Batshuayi, Hervé Kagé en Dries Mertens werden opgeleid bij Anderlecht, maar braken wel elders door. Zie je nog een paars-witte touch terug in hun spel?

“Zeker wel. Al is het moeilijk om uit te leggen wat dat juist is. Die touch is misschien zelfs niet zozeer voetbalgericht. We zijn samen opgegroeid en zijn daardoor een beetje familie. De sfeer op Neerpede is echt uniek. We zijn grootgebracht met mooi voetbal. In die mate zelfs dat we soms meer met onze manier van spelen dan met het resultaat bezig waren. Tot ergernis van menige coach natuurlijk.”

Was Neerpede je leukste periode?

“Zonder twijfel. Het was de overstap van de jeugd naar de A-ploeg die misschien iets te groot voor me was. Ik herinner me dat Frankie Vercauteren me had verboden om samen met mijn leeftijdsgenoten een toernooi in Zwitserland te gaan spelen omdat ik toen al bij de eerste ploeg zat. Ik wilde per se gaan want het was het laatste toernooi dat ik samen met mijn vrienden kon spelen. Ik was echt teleurgesteld toen bleek dat ik niet mocht. Het verschil in sfeer tussen de jeugd en de eerste ploeg was dag en nacht. Bij de A-kern was iedereen doodserieus, werd er niet gepraat en had je afgedaan als je dertig seconden te laat kwam.”

Ben je blij met je carrière tot nu toe?

“Ik heb nergens spijt van. Ik hoor mensen vaak zeggen: ‘Hij had een veel grotere carrière kunnen uitbouwen.’ En: ‘Vincent staat aan de top en hij niet.’ Maar mensen vergeten dat het me ook nog een stuk slechter had kunnen vergaan. Ik heb veel grotere talenten dan mezelf gekend wier carrière op niets is uitgedraaid. Vroeger had iedereen op Neerpede het over Yasin Karaca. Tegenwoordig voetbalt hij niet eens meer (Karaca speelt in vierde klasse bij FC Charleroi, nvdr). Ik kom uit Brussel, waar er heel wat verleidingen zijn die je van het rechte pad kunnen afbrengen, dus ook daarom zeg ik dat het allemaal veel slechter had kunnen uitdraaien.”

Ben je volwassen geworden?

“Na al wat ik heb meegemaakt, kan dat moeilijk anders. De voorbije tien jaar waren een helse rit. Hoogtes en laagtes, topwedstrijden afgewisseld met snertmatchen, ik heb alles al meegemaakt. Ik ben nu vooral op zoek naar stabiliteit. Ik ben momenteel serener dan ooit.”

Hoe komt het volgens jou dat de zaken voor Kompany zo veel beter zijn uitgedraaid?

“Je mag niet zomaar denken dat het voor Vincent allemaal vlekkeloos is verlopen. Ook hij heeft het moeilijk gehad bij Hamburg en Manchester City. Je moet gewoon geluk hebben in je carrière.”

Waaraan ga je denken wanneer je voor het eerst het Astridpark weer betreedt?

“Aan mijn moeder. Ik denk sowieso altijd aan haar eigenlijk. Of ik me nu goed, geweldig of super slecht voel, altijd denk ik aan mijn moeder.”

DOOR THOMAS BRICMONT – BEELDEN: CHRISTOPHE KETELS / IMAGEGLOBE

“Nu ik een baard heb, krijg ik daar weer commentaar op. Wat ik ook doe, er is altijd kritiek.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content