‘De prins van AA Gent‘ noemde de stadionomroeper Mbark Boussoufa nadat hij op het einde van zijn eerste Gentse periode drie keer scoorde tegen Club Brugge. Een terugblik op die twee jaren die in het teken stonden van groei.

Vorige week was zijn terugkeer naar AA Gent dé opening van alle Belgische kranten, maar twaalf jaar geleden werd de komst van Mbark Boussoufa (toen 20) afgedaan als laatste in een reeks van kleine berichtjes in de krant. Uit De Standaard van 3 september 2004:

De twintigjarige Nederlander Mbark Boussoufa tekende gisteren een overeenkomst bij de Buffalo’s. De kleine (1,67 m) maar wendbare spelmaker trainde een aantal dagen mee met de groep en speelde afgelopen maandag een goede tweede helft met de reserven tegen Anderlecht. Boussoufa genoot zes jaar van de jeugdopleiding bij Ajax en kwam de afgelopen twee seizoenen uit voor het Engelse Chelsea. Daar was hij einde contract en dus een vrije speler.

Achter kleine berichtjes schuilen evenwel vaak ingewikkelde verhalen. Nadat hij bij de beloften van Ajax werd doorgestuurd – trainer Danny Blind zag het niet in de Amsterdammer – viel zijn eventuele doorbraak in Londen samen met de komst van Roman Abramovitsj. Toen die met de miljoenen zwaaide, stonden er plots zes nieuwe spelers op training. De jeugd mocht opkrassen en Boussoufa, die er zo’n 20.000 pond (ongeveer 30.000 euro) per jaar verdiende, liet zijn zaakwaarnemer uitkijken naar een ploeg in België of Nederland.

Bij Westerlo, dat een samenwerkingsakkoord had met Chelsea, hadden ze hem dan al zien spelen. Maar Jan Ceulemans had met Boy-Boy Mosia al zo’n type, en pocketspits Tosin Dosunmu was er ook nog. De Caje wilde weleens wat anders. Herman Wijnants in 2006 tegenover dit blad: ‘We hebben Mbark zeker niet te licht bevonden. Wij zagen hem voor het eerst spelen tijdens een wedstrijd van de invallers van Chelsea. Dat was bij een van onze eerste contacten met de club. We waren uitgenodigd om de niet- EU-spelers te bekijken en om de accommodatie van de club te zien. Boussoufa was op dat moment einde contract, over hem had de club niets meer te zeggen.’

Bij Lierse mocht Boussoufa testen met de invallers. Na één helft haalde Emilio Ferrera hem van het veld. Ferrera wilde de Nederlander wel huren, maar was vooral helemaal weg van de Kameroener Bernard Tchoutang. Die raakte uiteindelijk niet onder zijn contract bij Metalurh Donetsk uit. Op de tribune van die invallersmatch noteerde iemand Boussoufa’s naam: Georges Leekens, toen nog trainer bij Moeskroen.

Vervolgens was er STVV. Dat zei niet nee, maar had geen geld. Harm van Veldhoven, trainer van Cercle Brugge, was niet geïnteresseerd. RC Genk evenmin. Dan maar naar KV Oostende. Voorzitter Eddy Vergeylen in 2006: ‘Die naam is hier genoemd, maar getest of meegetraind heeft hij niet. Bij ons wordt al eens gevraagd: hoe oud is hij en hoe groot is hij? Wel, hij is niet zo groot, hé. Nu (Boussoufa tekende in 2006 voor Anderlecht, nvdr) is iedereen wild van hem, maar toen lag dat anders.’

Bij AA Gent mocht Boussoufa in augustus 2004 wél testen. Daar was intussen Georges Leekens aan de slag, die zich de wedstrijd op Lierse herinnerde. Zijn goede indruk werd bevestigd in een wedstrijd met de invallers tegen Anderlecht. Mbark speelde een paar stevige tegenstanders op een hoopje, onder wie Yves Vanderhaeghe. De volgende dag trainde hij mee. Na een halfuur had Leekens genoeg gezien: techniek, goeie traptechniek, links en rechts, tactisch inzicht.

Een nieuwkomer met een verleden bij Chelsea en Ajax, genoeg voor Het Laatste Nieuws om de speler voor te stellen. Leekens tegenover de verslaggever over zijn nieuwste aanwinst: ‘Technisch misschien geen kraan (sic), maar één brok levendige vechtlust.’

KARAKTERTJE

Op 11 september 2004 mag hij debuteren tegen STVV. De fysieke tests vallen zeer goed mee, het hollen op de linkerflank heeft hem een stevig uithoudingsvermogen bezorgd. Het debuut is behoorlijk, een paar geslaagde acties. AA Gent wint met 2-1, hij mist wel een grote kans. Te veel naar de bal kijkend ziet hij doelman Dusan Belic te laat opduiken. Zijn eerste Belgische doelpunt maakt hij eind september in Moeskroen. De eerste assist komt er half oktober in Lier.

Acties, dribbels, de fans van Gent hebben – eindelijk – weer iets om naar uit te kijken. Patrick Lips, toen pr-man, in Sport/Voetbalmagazine in 2006: ‘Toen Boussoufa hier aankwam, lachte men ons uit. ‘Wat hebt ge nu gekocht, een speler van 1m50?’ Ik hoor ze nog zeggen: ‘Hij heeft wel bij Ajax gespeeld, maar ze hebben hem daar niet gehouden, zo goed zal hij ook wel niet zijn.’ Typisch Gents, dat soort cynisme. De laatste vier jaar was Frédéric Herpoel Speler van het Jaar. Met alle respect voor Fred: het is niet normaal dat je keeper vier jaar na elkaar de beste man op het veld is. Nu komen de mensen voor Boussoufa, Davy De Beule, Nordin Jbari…’

Wonen doet Bous in Melle, een fel contrast met de drukte van Amsterdam en Londen. ‘Maar dat geeft niet, het centrum van Gent ligt op 10 minuten’, zegt hij. Het verschil is ook: zijn vader is er vaak. In Londen zat hij dikwijls alleen, wat resulteerde in torenhoge telefoonrekeningen.

In de eerste interviews komen de verhalen uit Chelsea geregeld boven. Hoe Gianfranco Zola hem tips gaf over hoe je het best een vrije trap nam. Over die keer toen hij met Eidur Gudjohnsen botste. Net als Zidane komt Boussoufa van de straat en soms moet je mensen laten weten dat er niet met je te sollen valt. En dus weigert de zeventienjarige bij Chelsea zijn plaats op de massagetafel aan Gudjohnsen af te staan, als die ze zomaar opeist. Had hij het beleefd gevraagd, zegt Boussoufa, hij was direct opgestaan.

ACTIES

Op 25 mei 2005 maakt Sport/Voetbalmagazine de balans op van het seizoen van AA Gent, Boussoufa’s eerste in Belgische loondienst. Hij is 23 keer beschikbaar geweest en speelde dan telkens de 90 minuten. Met 4 goals en 5 assists is zijn inbreng behoorlijk, in een seizoen vol troubles voor de Gentenaars: Ali Lukunku krijgt een dopingschorsing en Abdelmalek Cherrad moet na een vechtpartij met MustaphaOussalah de club verlaten. Gent eindigt uiteindelijk als zesde en dwingt Intertoto af. Het rapport van onze verslaggever voor Mbark Boussoufa is lovend: ‘In de spits, op het middenveld of tussen de twee in: Mbark Boussoufa ontpopte zich tot een smaakmaker van Gent en van de competitie. Dribbels, schijnbewegingen, vrije trappen, tempoversnellingen behoren tot zijn arsenaal.’ De club beloont hem en breekt zijn contract open tot 2008.

Leekens vijlt Boussoufa inmiddels wel bij. Iets minder tierlantijntjes en iets meer de momenten kiezen, is de raad voor het nieuwe seizoen. Het lijken logische leerprocessen voor een prille twintiger die graag over voetbal praat. Met Wouter Vrancken bespreekt hij voor de wedstrijd vaak wat ze ’s anderendaags gaan doen. Vrancken in dit blad in 2006 bij zijn transfer naar RC Genk: ‘Mbark vond bijvoorbeeld dat ik soms te ver van hem af speelde en meer moest aansluiten, terwijl ik hem soms vroeg om meer centraal zijn positie te houden. Zulke dingen. Hij bewoog veel, dus kon ik gemakkelijk mijn bal kwijt en Mbark is iemand van wie je de bal ook terugkrijgt. Sommige technische spelers eisen vaak de bal op, maar dan duurt het minstens tien minuten voor je die terugziet. Op dat gebied is Mbark vooral in zijn tweede jaar een echte ploegspeler geworden. Hij leerde de bal op het juiste moment voor doel te brengen. Wanneer je als infiltrerende middenvelder diep gaat, is het belangrijk dat die voorzet op het juiste moment komt en niet twee of drie seconden te laat, anders is de inspanning voor niets. Hij heeft dat een beetje moeten leren, in zijn eerste seizoen wilde hij soms te veel met de bal draaien. Tot Leekens hem daarop wees.’

Het duurt zijn tijd voor het gaat renderen. Als Gent half november verliest bij Charleroi en in de stand in de verkeerde kolom valt, mort het volk, komt Leekens onder druk en geeft Herpoel zijn ploegmaats een veeg uit de pan. ‘Boussoufa? Even slecht als de rest.’ In interviews begin december geeft de Amsterdammer het zelf ook aan: ‘Ik kan het niet alleen. Als de ploeg niet draait, draai ik ook niet. Ik kan een beslissende actie maken, maar iedereen moet meewillen.’

Het verwijt is ook: niet goed genoeg in de toppers. Achter zijn leeftijd, 21, wil hij zich niet verschuilen: ‘De mensen mogen veel van me verwachten. In Nederland leer je al heel jong verantwoordelijkheid te dragen en om te gaan met druk. Daar moet je tegen kunnen.’

ONTPLOFT

Als in januari 2006 de stemmen voor de Gouden Schoen worden geteld, blijkt dat ook. In de eerste ronde krijgt hij geen enkel punt, in de tweede 15. Winnaar Sergio Conceição verzamelt er 230. De lage score valt wel op, die avond in januari, want de kentering is al lang ingezet. Tot hij half april geblesseerd uitvalt, is Mbark Boussoufa dé vedette van het kampioenschap. Meer dan de rebel in loondienst van Standard, meer dan Vincent Kompany, die in de zomer van 2006 Anderlecht zal verlaten voor HSV. Boussoufa ontploft, verdeelt, scoort, stuwt het spel naar voren en maakt van Gent dé ploeg van de terugronde. Haast elke wedstrijd is hij goed voor een assist en/of een doelpunt, respectievelijk 16 en 9. En passant maakt hij ook komaf met de redenering dat hij het tegen topploegen niet kan. Begin april bezegelt hij het lot van… Jan Ceulemans, trainer van Club. In wat hij zelf ‘niet eens zijn beste wedstrijd voor Gent’ noemt, maakt hij drie goals en draait hij het duo Birger MaertensJason Vandelannoite dol. Voor het eerst in zes jaar kan Gent thuis nog eens winnen (4-1) van Club. ‘De prins van AA Gent’,jubelt de stadionomroeper. Boussoufa na de match: ‘Ik ben helemaal geen prins. Ik ben gewoon Mbark Boussoufa, een voetballer.’

Drie dagen later versterkt Roger Vanden Stock de geruchten over een transfer naar Anderlecht door openlijk zijn liefde voor de pocketspits uit te spreken. Ivan De Witte is in alle staten: ‘Ik heb al gebeld naar HermanVan Holsbeeck om te zeggen dat daar niets van in huis komt. Anderlecht krijgt Boussoufa niet. Anderlecht moet nu maar de gevolgen dragen voor de onfaire manier waarop ze het spel gespeeld hebben. Tijdens een onderling gesprek repte Roger Vanden Stock met geen woord over de interesse voor Boussoufa, terwijl hij ’s anderendaags zijn voorliefde voor Boussoufa uitschreeuwt op een persconferentie. Zo werkt het niet.’

Uiteindelijk verzoenen Anderlecht en Gent zich na een etentje tijdens het pinksterweekend en gaat Boussoufa in de zomer van 2006 voor een recordbedrag van 4 miljoen euro toch naar Brussel, samen met Lucas Biglia. De ene moet Walter Baseggio opvolgen, de ander Pär Zetterberg. Het nummer van de Zweed weigert Boussoufa wel. ‘Eerst vond ik het een eer, maar nadien dacht ik: nee, toch maar niet. Hij heeft al zo veel bewezen voor Anderlecht.’ Ivan De Witte slikt zijn dure eed node in. Hij vreest dat Bous, inmiddels ook Marokkaans international, de wet van ’78 zal gebruiken en tegen een kleine schadevergoeding zal vertrekken, en anderzijds is er de bouw van het nieuwe Arteveldstadion die maar niet van de grond komt. Spelers kunnen moeilijk beloftes worden gedaan. Bovendien kan met het transfergeld de schuld verder worden gedelgd en staat op de achtergrond al een vervanger klaar. Ene Bryan Ruiz González

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Toen Boussoufa hier aankwam, lachte men ons uit: wat hebt ge nu gekocht, een speler van 1m50?’ – PATRICK LIPS

‘Ik kan het niet alleen. Als de ploeg niet draait, draai ik ook niet.’ – MBARK BOUSSOUFA IN 2005

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content