Misschien stopt ze straks wel en legt ze zich toe op therapie met paarden. Maar tot dan blijft Nicole Petignat de eerste vrouwelijke scheidsrechter die een Europese bekerwedstrijd floot. Wij zochten haar op in Zwitserland.

Ze lijkt zo weggelopen uit de film The Italian Job. Niet dat ik haar ervan verdenk assistente te zijn geweest bij de fameuze goudroof in Venetië, maar de manier waarop ze in haar roodwitte Mini Cooper, dat kleine, hippe en supersexy racemonster, door de straten van het Zwitserse stadje Wil scheurt, maakt indruk. Ze pikt ons op bij het station en brengt ons vervolgens tot bij de fitnesszaak waar ze werkt. Sportief, slank, pezig ook en met een streepje bloot tussen een leuk, net iets te kort T-shirt en een sportbroek – we zijn in één klap wakker.

Nicole Petignat, 37 jaar, was vorig jaar de eerste vrouwelijke scheidsrechter in de Uefabeker, waarin ze het duel tussen AIK Solna uit Zweden en het IJslandse Fylkir leidde. Na nauwelijks vijf minuten viel het licht uit, maar Zweden in de zomer, daar is licht genoeg en het heel klein beetje protest van de doelman smoorde ze kordaat in de kiem. Het hoogtepunt uit haar carrière was de finale van het WK voor vrouwen in 1999 in Los Angeles, tussen de VS en China, voor meer dan 90.000 toeschouwers.

We zitten aan de bar van de fitnessruimte waar ze werkt. Het is acht uur in de ochtend en Nicole Petignat schenkt koffie om ons wakker te krijgen. Maar de zon doet ons zo weer indommelen.

Het begon als een grap, vertelt ze. De voetbalploeg in haar buurt had speelsters nodig en sprak haar tweelingzusje aan. “Ze redeneerden : als er een ja zegt, zal de ander wel volgen.” En zo geschiedde, maar allebei bleken ze geen groot talent te zijn. “Ons probleem was dat er geen andere sporten waren voor meisjes. Anders waren we daar zeker op overgeschakeld. Na een jaar zei mijn zus : waarom zouden we geen scheidsrechter worden ? Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht, maar om haar gezelschap te houden, ben ik mijn zus gevolgd. Altijd met in het achterhoofd dat ik het na drie, vier wedstrijden zou laten schieten.”

Maar toen stak er competitiedrang tussen hen beiden de kop op. Ze vergeleken elkaars punten die ze van de waarnemers kregen en probeerden elk de beste te zijn. “We motiveerden elkaar en op de duur begon ik het nog leuk te vinden ook.” Twintig jaar later is haar zus al lang geen scheidsrechter meer. Nicole Petignat ging door, maakte almaar promotie en floot haar eerste profwedstrijd in 1999.

Ze is iemand die graag en veel loopt. Altijd in beweging op het veld, fysiek erg aanwezig. Zo, denkt ze, heeft ze de media overtuigd van haar kwaliteiten. Want de normen voor haar zijn even streng als die voor de mannen. “Er is nog een meisje hier in Zwitserland dat bij de profs wilde fluiten, maar zij haalde het jammer genoeg niet wegens de strenge eisen. Mijn vriend is de topscheidsrechter Urs Meier : ik moet er duidelijk veel meer voor doen dan hij. (fel) Maar schilder mij niet af als een feministe, want dat verafschuw ik.”

Ze geeft toe dat het feit dat de Uefa zijn thuisbasis heeft in Zwitserland, haar ongetwijfeld heeft geholpen. De reacties bij haar opgang waren verdeeld. “Als we als arbitraal trio ergens kwamen, was ik voor velen maar ‘de assistente’. Men duwde de identiteitskaarten altijd in mijn handen, als was ik de secretaresse van de bende. Maar geleidelijk aan werd ik bekend en dan moet ik zeggen dat de media me erg hebben geholpen, omdat zij dit positief vonden. Later reageerden ze dan weer extremer. Een prestatie die voor een man goed, is voor mij schitterend, maar als ik slecht fluit, sturen ze me evengoed terug naar de keuken.

“Drie jaar geleden maakte ik een zware fout. Ik floot een strafschop, maar vanuit een andere hoek bleek dat het om toneel ging. Kan gebeuren, maar in dit geval is de benadeelde ploeg door die fout gedegradeerd. Hebben ze een week aan een stuk mijn proces gemaakt. Nicole Catastrophe ! Even heb ik zelfs op het punt gestaan om ermee te kappen, omdat mijn indruk was dat het erger werd voorgesteld omdat ik een vrouw was.”

Ze komt over als streng maar correct. Aldus besloot een Franse journaliste, die met de trein helemaal uit Bretagne kwam om spelers en clubleiders te vragen wat ze vonden van Nicole Petignat. “Ik vreesde het ergste. Dat ze zouden zeggen dat ik een tettertrien was. Ik praat namelijk vrij veel op het veld. Dat spelers antwoorden, dat mag. Praten is anders dan protesteren, want daar kan ik moeilijker tegen. Ten eerste omdat het mij uit mijn concentratie brengt en ten tweede omdat het ook hén uit hun concentratie brengt. Let maar eens op : een speler die klaagt tegen de scheidsrechter, geeft binnen de twee minuten een verkeerde pass of begaat een fout.”

Mensen maken fouten, dus ook voetballers en scheidsrechters. “Soms geef ik op het veld mijn fout toe. Merde, sis ik dan. Spelers appreciëren dat. Ik accepteer het dat ze protesteren, maar ze mogen niet te ver gaan. Iemand die een overduidelijke fout maakt, maar toch zijn gelijk probeert te halen, daar heb ik geen medelijden mee. En ik haat intimidatiepogingen : iemand die dát probeert, krijgt veel sneller geel van mij dan iemand die hard is, maar zich correct gedraagt.”

Ze kan slecht zijn, bekent ze. ” Méchante. Er zit een stuk colère in mij. Ik ben niet erg groot, maar als spelers met elkaar vechten, gooi ik er mij zonder vrees tussen. Op dat moment is het alsof ik tien keer meer kracht heb dan anders. De adrenaline van het moment. Spelers schrikken, ik zie ze dan denken : oei, oppassen met dat kleintje. Het is pure energie.”

Haar huidige vriend is scheidsrechter, haar ex-man was voetballer. Nicole Petignat ként het spelletje, én de trucjes. “Ik doorzie veinzerij, ik doorzie pogingen om me te beïnvloeden, ik doorzie de trucjes om spelers pijn te doen zonder dat het opvalt. Ik werk in een fitnesscentrum : ik kén dus het menselijk lichaam en weet waar de pijnpunten liggen.”

De macht van de televisie stemt haar minder gelukkig. “Op tv wordt alles uitvergroot. Je kan er nooit op zien of een elleboogstoot vrijwillig was of niet. Op het veld proef je veel beter de intensiteit en de eventuele irritatie. Daarom vind ik dat televisiebeelden soms misbruikt worden als bewijs om iemand vrij te pleiten. Je kan beelden niet tegenover de intuïtie plaatsen.”

Soms fluit ze ook wedstrijden in de Oostenrijkse competitie. Zulke uitwisselingen juicht Nicole Petignat toe. “Eigenlijk prijs ik me gelukkig dat ik in Zwitserland woon,” zegt ze, “want in Frankrijk had ik het nooit verder geschopt dan assistente. Niet uit discriminatie, maar uit angst, denk ik.”

Nu ze van de Uefabeker proefde, lijkt de Champions League de volgende etappe te moeten worden. Maar Petignat is realistisch. Om in de Champions League te mogen fluiten, moet je een jaar Europese ervaring hebben. “Niet één wedstrijd, maar een jáár.” Ook al mag ze wedstrijden leiden tot haar 45ste, stilaan denkt ze al aan het afscheid. “Niet uit fysieke overwegingen, maar wegens de motivatie. Zonder doel hou je het niet vol drie, vier keer per week te trainen. Ik moet een perspectief hebben. Een carrière. Ik ben ambitieus. Elk jaar zeg ik : als je nu niet hogerop kan, stop je er beter mee. In augustus had ik ook weer dat gevoel, maar toen kwam plots die Europese aanduiding. Als er niet opnieuw zoiets volgt, stop ik.”

En dan is het echt gedaan. In tegenstelling tot haar levenspartner Urs Meier, die deze zomer afscheid neemt en dan in de opleiding wil, ziet zij dat niet zitten. “Hoewel ik de ervaring heb, zouden ze mij minder geloven dan een man. Ik heb ook geen zin om mensen aan te sporen in de arbitrage te stappen. Fluiten op amateurniveau is, met de toegenomen agressie en het feit dat mensen minder goed kritiek aanvaarden, lastiger geworden dan vroeger.”

Ze zal het missen, de arbitrage, maar heeft al iets anders op het oog. “Ik wil therapie met paarden gaan doen. Massages geven. Twee jaar geleden ben ik ermee begonnen en het fascineert me.”

Voor de eerste klanten opdagen, wil de fotograaf nog enkele foto’s maken. Hij vraagt of ze niet toevallig haar gele en rode kaarten bij zich heeft, of een fluitje. Nicole Petignat moet hem teleurstellen. ” Boulot is boulot, het werk is het werk. Ik probeer de dingen strikt gescheiden te houden. Nee, ik heb dus geen fluitje bij de hand. Jammer voor u, maar u hebt nu wel een titel : de vrouw zonder fluitje (lacht hard).”

door Peter T’Kint

‘Ik moet er duidelijk veel meer voor doen dan mijn vriend Urs Meier.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content