Honderd dagen zette Mario Cipollini de fiets opzij. Inmiddels is hij terug. Met de bedoeling om in Zolder wereldkampioen te worden.

Het was zeven uur ’s avonds, hij bevond zich in Monte Carlo. Zijn ogen haakten zich vast aan één van de vele televisieschermen waarop beelden van Tour de France voorbijrolden. Hij had zichzelf gezworen dat hij niet zou kijken, nog geen seconde. Tot die avond was hem dat gelukt. Rond elke uitzending over de Tour had hij bochten gemaakt. Maar die avond van de negende juli bezweek hij. Hij gaapte naar de beelden vanuit de helikopter van de massaspurt in Reims. De beelden sloegen hem vol in het gelaat. Hij zag Robbie McEwenErik Zabel kloppen, Cooke, Baldato en Haupmann kwamen lengten achterop. De commentator beschreef in lyrische termen de schoonheid van de sprint.

Op dat moment kolkte Mario Cipollini over van woede. “Ik vloekte hardop. Iedereen zegt dat ik de snelste sprinter van de wereld ben, maar ze laten me wel thuis. Als ik Milaan-Sanremo win, valt de hele wereld omver van extase. Maar niemand steekt een vinger uit wanneer ze de deur van de Ronde van Frankrijk voor mijn neus dichtgooien. Hoe is het mogelijk dat ik zes ritten in de Giro win en al die kerels klop, en dat ik tijdens de Tour veroordeeld word om diezelfde gasten te bekijken op de televisie ? En hoe kan het dat mijn lot – na veertien jaar als profrenner en 177 overwinningen – afhangt van die ene man die beslist dat ik niet aan de Tour mag deelnemen ? Kijk naar die massasprinten in de Tour : het lijken wel koersen voor juniores.”

Cipollini ontstak in razernij. Hij lijkt wel sterk en onklopbaar, maar in werkelijkheid is hij overgevoelig. Alleen probeert hij dat niet te tonen. Hoe meer hij erover nadacht, hoe slechter hij zich voelde. Na zijn triomf in Milaan-Sanremo had hij zich aan een andere behandeling verwacht. Later kwamen daar zijn derde overwinning in Gent-Wevelgem en zijn ritzeges in de Giro (veertig in totaal, inmiddels) bovenop. Hij had het gevoel dat hij aan een stuntjaar bezig was. Maar toen Jean-Marie Leblanc zei dat Cipollini slechts een showman was, durfde niemand te zeggen dat een wedstrijdorganisator niet het recht heeft om gebrek aan respect voor een renner te tonen, en zeker niet voor een renner die al jaren op het voorplan streed.

Het was 9 juli, Cipollini keek naar de beelden van de Tour en hij ervoer ze als een regelrechte belediging. “Als ik het niet waard ben om de Tour te rijden, wel dan verkies ik te stoppen.” Impulsief als hij is aarzelde Cipollini geen seconde. Hij belde zijn manager Mauro Battaglini op en verzocht hem zijn besluit aan het persagentschap Ansa te communiceren : ‘Cipollini stopt met koersen’. Het was kwart over tien ’s avonds.

Het was alsof er een bom ontplofte. Nog dezelfde avond zat het nieuws in de televisiejournaals, ’s anderendaags schreven alle kranten erover met vette koppen. De telefoon van Mario Cipollini stond roodgloeiend. Zelfs binnen zijn ploeg was de verrassing volkomen.

Niemand geloofde dat Cipo het meende. Zelfs de journalisten aan wie hij de redenen van zijn beslissing had uiteengezet, bleven sceptisch. Dit besluit is niet onomkeerbaar, stelden ze. Het seizoen van Cipollini was te mooi om er zo’n idioot einde aan te geven. Bovendien had hij zo zijn zinnen gezet op het WK in Zolder. De winnaar in Cipollini zou nooit op deze manier kunnen stoppen.

Na een bezoek aan Sardinië om daar de opening bij te wonen van de Billionaire, de discotheek van de Formule-1-goeroe Flavio Briatore, en na een vakantie in Corscia organiseerde Cipollini op 15 juli een persconferentie in Firenze. Daar ontvouwde hij nogmaals de omtrek van zijn verdriet. “Na de Giro heb ik geleden onder een gebrek aan menselijke warmte vanwege mijn sponsors : ik kreeg geen enkele telegram met gelukwensen, nog geen telefoontje kon ervan af. Dat viel me zwaar. Dit zijn de mensen met wie ik moet samenwerken en ze geven geen enkele blijk van waardering. En toen daarop mijn gedwongen forfait voor de Tour volgde, vond ik dat ik er beter mee ophield.”

De aanwezige journalisten weigerden geloof aan zijn verhaal te hechten. Een Cipollini kan toch niet op deze manier de wielersport verlaten, vroegen ze hem op de man af.

Cipollini : “Ik moet de stimulans vinden om opnieuw te beginnen. Maar ik weet niet of me dat zal lukken. Ik ben moe. Mijn vrouw heeft me altijd mijn zin laten doen. Maar na mijn zege in Milaan-Sanremo was ze uitzonderlijk ontroerd. Ik geef er me nog geen rekenschap dat mijn leven aan het veranderen is. Al die dopingverhalen in de Giro hebben meer invloed op mijn hoofd dan op mijn benen. De wielrenners hebben zeker fouten gemaakt, maar op dit moment heb ik de indruk dat de hele wereld de wielersport zoekt. Op dit ogenblik is mijn beslissing definitief. Mijn gevoel zegt me dat ik afstand moet nemen. Ik had van bepaalde mensen en instellingen meer respect verwacht.

“Ik had de Tour moeten rijden : de eerste week, dat is bijna een WK voor sprinters. Het is onrechtvaardig om Cipollini daarvan uit te sluiten. Ik heb geleden onder de woorden en de beslissingen van de organisatoren. Wat me het meest raakt, is de reactie van het publiek. Niet alleen de supporters, voor hen is het normaal dat ze jouw kant kiezen. Maar al die andere mensen die ik ontmoet heb en die me steunden. Als Leblanc zegt dat alleen kampioenen aan de Tour deelnemen, waarom nodigt hij dan Cipollini niet uit ? Hij beweert dat mijn ploeg te bescheiden uitvalt. Op welke gegevens baseert hij zich om dat te beweren ? Het bedrijf Acqua e Sapone heeft een zakencijfer van 500 miljoen euro. Het investeert tot 2003 in de wielersport en heeft vooralsnog niet de intentie om die steun straks te staken. Bovendien staat het team in financieel opzicht sterk op zijn benen.

“Ik vind dat ikzelf de keuze moet hebben om al dan niet naar de Tour te komen. Ik denk dat ik in de Tour al mooie dingen heb laten zien. Mijn waarde bestaat niet uit een mogelijke wereldtitel, maar uit veertien jaar professioneel wielrennen op hoog niveau. Na de Giro had ik me aan een signaal vanuit Frankrijk verwacht. Want een aanwezigheid in de Tour heeft veel invloed op de verdiensten van een renner en op het engagement van een sponsor.”

Uit alle woorden van Cipollini lekte zijn liefde voor de wielersport en het wielermilieu. Was het wel denkbaar dat hij er uitgerekend mee zou kappen in het seizoen waarin zijn populariteit het maximum bereikte ?

Vanaf 18 juli kwam er goed nieuws uit Toscane. Volgens zijn trouwe mecanicien trainde Cipollini als een gek : ’s morgens achter de wagen, ’s namiddags in het krachthonk. Zijn supporters waren gerust in: elk moment kon Cipollini zijn comeback aankondigen. Want : Zolder naderde. Het was uitgesloten dat Leblanc hem eerst uit de Tour had weggehouden en hem vervolgens nog zou inspireren om een streep onder zijn loopbaan te trekken. Cipollini: “Men zou Leblanc niet moeten toestaan om me als een marionet te behandelen. Blijkbaar heeft niemand hem uitgelegd dat ik nog altijd het beste van mezelf kan geven, dat ik de Giro gered heb. De Tour behoort toe aan de wielersport, niet aan Leblanc.”

Begin augustus neemt Mario Cipollini deel aan wielerwedstrijden in Duitsland. Daar is het meteen voor iedereen duidelijk dat hij al die tijd is blijven trainen. Op 28 augustus neemt hij de laatste twijfel weg.

Cipollini : “Tijdens de vorige twee maanden heb ik vaak gedacht dat ik nooit meer zou koersen. Maar, ook al heb ik er met geen woord tegen hem over gesproken, ik zag het verdriet op het gezicht van mijn vader Vivaldo. De aanmoedigingen van de mensen, de vriendschap van mijn ploegmaats, al de brieven en berichten die ik kreeg : dat alles plus mijn liefde voor de wielersport hebben me op mijn beslissing doen terugkeren. Er liggen nog enkele uitdagingen op me te wachten : de Vuelta en het WK, op een parcours dat me ligt. Sinds ik klein was droomde ik ervan de regenboogtrui aan te trekken. Iets zegt me dat ik die droom in Zolder waar kan maken.”

Zijn afspraak met de Ronde van Spanje miste Mario Cipollini niet. Hij won drie ritten en gaf vervolgens op 14 september op.

Met welk gevoel heb je de Vuelta verlaten ?

Mario Cipollini : Met een goed gevoel. Dat ik na een week zou opgeven, was voorzien. Die drie overwinningen hebben me gerustgesteld : ik verkeerde nog altijd in topconditie, ondanks het feit dat ik acht dagen weer in competitie uitkwam na een inactiviteit van drie maanden. In die honderd dagen dat ik het peloton links had laten liggen, was de motor intact gebleven. Aanvankelijk wilde ik in Cordoba, na de negende rit, uit de Ronde van Spanje stappen. Maar ik heb mijn opgave met één dag vervroegd omdat de conditie beter was dan ik had verhoopt en ik mijn lichaam niet wilde forceren. In de achtste rit, met aankomst in Ibrique, heb ik maar 75 kilometer meegefietst. Die rit stak vol met beklimmingen en ik hoefde geen klimmersbenen te krijgen, want in Zolder wordt er ook niet geklommen. Dan vond ik het wenselijker om de conditie aan te scherpen in de Ronde van Lucca en in Parijs-Tours.

Bij Acqua e Sapone heb je een contract tot in 2003.

2003 wordt een belangrijk jaar voor mij. Ik ben in de Giro nog één ritzege verwijderd van het recordaantal van 41. En met de Tour heb ik nog een eitje te pellen. Ik doe er graag nog een jaar bij. Toen ik begon te koersen, zei men me : De wielersport heeft een ziel. Als je aan de wielersport de liefde geeft die ze verdient, dan zal de wielersport je gevoelens schenken die je nooit zal vergeten. Ik was toen nog jong en ik begreep die woorden niet. Nu wel. Daarom zet ik me nog altijd maximaal in : om de jongeren die beginnen te koersen, dezelfde boodschap te geven.

Kun je je een wielersport zonder Cipollini voorstellen ?

Natuurlijk wel. Cipollini is gewoon een man die fietst. Ik ben de incarnatie van de wielersport niet. Als ik niet op mijn beslissing om te stoppen was teruggekeerd, zou ik de wielersport niet verweesd hebben achtergelaten. Het wielrennen zou gewoon doorgegaan zijn.

Was het toch niet een beetje een egoïstische beslissing?

Dat vind ik niet. Ik heb veel aan de wielersport gegeven. Die hele geschiedenis heeft me veel dingen doen begrijpen. Ik bevond me op een kruispunt, en dan moet je altijd kiezen welke richting je uitgaat. Ik heb eerst gekozen om een pas achteruit te zetten. Dat was mijn eigen, individuele beslissing. Niemand kan me het recht afnemen om vrij te denken en te spreken. Maar het is natuurlijk ook waar : als een Lance Armstrong contact met je opneemt en je vraagt je beslissing te herzien, dan begin je te denken. Dan besef je dat je nog altijd meetelt, dat je nog altijd je plaats hebt op de eerste rij van het peloton.

Ronaldo is ook al een fan van jou.

Ik ben supporter van Inter Milaan en ik kreeg de kans talloze keren met hem te praten. Het is een vriendelijke jongen. De dag na mijn eerste ritzege in de Ronde van Spanje stuurde hij me een berichtje : Gefeliciteerd kameraad, Ronaldo. Maar wat me de dag voor de start van de Vuelta overkwam, is nog mooier. Ik bevond me bij Lombardi, die in Madrid woont. We gingen trainen in de straten van Madrid en passeerden het Bernabeustadion. Een minuut later kreeg ik een berichtje : Keer terug op je beslissing, Mario. Ronaldo. Wel, het doet plezier om te zien dat hij zijn vrienden niet vergeet, ook al heeft hij Inter inmiddels verlaten.

Bij je eerste ritzege in de Vuelta gooide je de armen niet in de lucht, terwijl je dat toch gewoon bent.

Een beetje schrik. Dat is normaal na honderd dagen zonder koersen en dus zonder zege. Ik wou eerst zeker zijn dat ik won, daarom had ik geen tijd voor dat zegegebaar. Maar maak je geen zorgen : als ik straks win in Zolder, zal ik mijn armen zeker in de lucht steken.

‘Als ik win in Zolder, zal ik mijn armen zeker in de lucht steken.’

‘Die massasprinten in de Tour : het leken wel koersen voor juniores.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content