De voetbalcarrière van middenvelder Sergiy Serebrennikov heeft de laatste jaren veel weg van een waterval. Van Club Brugge maakte hij een duikje naar Charleroi om vervolgens, veel lager, bij Cercle Brugge

Zondag staat de Brugse derby op het programma. Voor Sergiy Serebrennikov betekent dat een weerzien met de club waarbij het voor hem in België allemaal begon na zijn overgang van het Oekraïense Dynamo Kiev in 2002. En hoewel de inmiddels dertigjarige mid-denvelder er in drieënhalf jaar maar dertig competitiewedstrijden met het eerste elftal speelde, luidt zijn eerste zin over zijn verblijf bij blauw-zwart : “Het was een goede periode.”

Blessures

Dat hij er – dat positieve gevoel ten spijt – niet echt doorbrak, wijt hij in de eerste plaats aan de verschillende blessures waarmee hij bij Club af te rekenen kreeg. “In mijn tweede jaar daar liep ik een ernstig knieletsel op en daarna was het altijd wel iets. Die blessures maakten het voor mij niet evident om goed te presteren. Als je verscheidene maanden revalideert, er dan weer bij bent en een maand later opnieuw moet afhaken, is het moeilijk om je niveau op te pikken. De trainer weet bovendien nooit wanneer hij op je kan rekenen en voor je gevoel is dat allemaal ook niet goed.”

Blijkbaar, want na die eerste, zware blessure had hij vergevorderde plannen om terug te keren naar Rusland, bekent hij. Vooral de onoverkoombaar ogende taalbarrière was een belangrijke factor in de overweging die hij toen maakte. Bij zijn aankomst in België sprak Serebrennikov enkel Russisch. Vandaag kan hij zich al behoorlijk verstaanbaar maken in het Engels, al voelt hij zich nog altijd beperkt in zijn communicatiemogelijkheden. “Ik blijf op de sukkel. Mijn Engels is beter dan in het begin, maar ik zit nog steeds met een soort van handicap. In mijn eigen taal volstaan een paar woorden om iets duidelijk te maken. Hier moet ik daar telkens een hele uitleg aan breien, liefst nog met gebaren ook.

“In mijn eerste jaren hier was dat nog veel erger. Het lag toen ook aan de basis van andere moeilijkheden. Je verzeilt in een sociaal isolement, leeft in je eigen wereldje en raakt niet over de drempel om ergens naartoe te gaan.

“Een nieuwe blessure – ik weet al niet meer welke – verhinderde uiteindelijk dat ik kon terugkeren. En toen ik die overwonnen had, zag ik het weer wat anders. Je weet hoe dat gaat. De ene week voel je je niet zo best en denk je : misschien is het beter om hier een punt achter te zetten. De andere week loopt het lekker en wis je dat idee. Bovendien gingen mijn twee dochters, die samen met mijn Russische vrouw naar België gekomen waren, hier ondertussen naar school.”

Niet van hot naar her

Ook in de periode die volgde, kon Serebrennikov de hooggespannen verwachtingen niet inlossen. Uiteindelijk maakte Jan Ceulemans, de nieuwe Clubtrainer na het vertrek van Trond Sollied, hem vorig jaar duidelijk dat hij beter een nieuwe ploeg kon zoeken, eerst impliciet door hem amper op te stellen, later expliciet door hem dat ook te zeggen.

Charleroi bleek geïnteresseerd om Serebrennikov voor zes maanden te huren. “Dat leek de beste oplossing voor mij op dat moment. En ook daar beleefde ik een goede tijd. Er heerste een aangename sfeer, er was een prima trainer, een goede staf. Ik speelde er vrijwel elke week en fungeerde er als defensieve middenvelder. Na dat halfjaar hebben zij mij bedankt, ik hen en dat was het. Over een definitieve overgang is niet gepraat.”

Op de vraag of hij er had willen blijven als de Zebra’s hem dat hadden gevraagd, wil hij liever niet ingaan. “Dat is niet gebeurd en dus is het zinloos om daarover te praten. Dat zou trouwens ook moeilijk gelegen hebben, omdat ik nog in Brugge woonde. Ik reed elke dag naar ginder. Als ik daar had willen blijven, had ik moeten verhuizen. En dat is niet gemakkelijk, mijn gezin heeft al zoveel inspanningen moeten doen voor mijn voetbalcarrière. Als ik nu een kans zie om hen te laten blijven waar ze zijn, grijp ik die.” En met de interesse van Cercle Brugge kwam die mogelijkheid.

“Uiteraard zal ik als morgen een Russische ploeg komt aandraven met een aardig contract en als ik voor mezelf een toekomst zie bij dat team, dat serieus in overweging nemen. Maar voor zes maanden of voor één jaar plan ik geen verhuis meer. Ik wil trouwens mijn laatste jaren als voetballer niet van hot naar her trekken. Bij het volgende contract dat ik onderteken, streef ik naar een overeenkomst voor twee of drie jaar.

“Anderzijds was bij Cercle een contract voor één seizoen nu de beste oplossing. Zo kunnen beide partijen ondervinden wat ze aan elkaar hebben.”

Op weg naar de kelder ?

Dinamo Kiev, Club Brugge, Charleroi, Cercle Brugge. Het is alsof Serebrennikov de trap naar de kelder afdaalt. “Misschien lijkt het zo, maar … (stilte) Ik denk eerst en vooral niet dat Club Brugge lager zit dan Dinamo Kiev. In de jaren dat ik er was, trad blauw-zwart verscheidene keren aan in de Champions League. Zet die twee teams dus maar op hetzelfde niveau.

“Oké, voor de rest loopt het een beetje naar beneden. Zo gaat dat nu eenmaal in een voetbalcarrière : de ene keer klim je op, de andere keer daal je af. Het kan niet altijd in stijgende lijn gaan, maar een paar spelers ter wereld slagen daarin.” Is dat zo ? Veel jongens klauteren in de loop van hun carrière toch stapje voor stapje altijd dat tikkeltje hoger. “Misschien heb je gelijk als je stelt dat mijn carrière als een waterval loopt. Maar dat is maar theorie. Dat is het gedeelte op papier. Als je mijn prestaties op het veld bekijkt, ziet het er zo slecht niet uit, vind ik.

“Ik probeer gewoon mijn job te doen, zo goed ik kan. Als ik altijd maar zou zitten te tobben en zou zitten te denken dat het achteruitgaat, dan kan ik mijn schoenen beter aan de haak hangen. Ik moet positief denken. Dat helpt je in het leven. Gelukkig ben ik een optimist.”

Als hem gevraagd wordt of hij blij is over wat hij de Belgische voetbalfans al kon tonen, heeft Serebrennikov een prijzenswaardig antwoord in huis. “Ik denk dat de wedstrijden die ik hier al gespeeld heb, een correct beeld over mijn voetbalcapaciteiten verschaffen. Sommige jongens in mijn situatie zouden zeggen : ‘Ik toonde me niet op mijn best. Ik kan beter.’ Maar als je vier jaar lang op hetzelfde niveau speelt, zoals ik, geen uitschieters kent naar boven of naar onderen toe, dan is dat misschien wel je echte niveau. Pas op, ook ik kamp met het gevoel dat ik beter kan. Ik denk dat, ik wil dat, ik probeer dat. Maar als je jezelf analyseert, daar een niveau op plakt en de werkelijkheid jarenlang iets anders toont, moet je concluderen : de werkelijkheid heeft misschien wel gelijk.”

Terug naar Siberië ?

Ondanks alles schat Serebrennikov zijn komst naar België niet in als een verkeerde keuze. “Mijn gezin is hier gelukkig.” Terwijl hij het vertelt, dartelt zijn jongste dochter in een knalroze ballerinapakje spelend door het mooie en ruime huis in Varsenare waar de familie Serebrennikov woont. “Het leven is hier goed. En wat mijn voetbalcarrière betreft, als ik terugblik op de situatie waarin ik bij Dinamo Kiev was beland (waar hij er niet in slaagde een vaste stek in de eerste ploeg te verwerven, nvdr), was dit een logische keuze en ik zou ze nu opnieuw maken, ook met alles dat ik nu weet. In Oekraïne had ik het gevoel dat ik stil bleef staan, geen progressie meer boekte. Ik had een nieuwe start nodig. En ik denk dat ik hier veel ervaring opdoe die mij in de toekomst kan helpen. Als ik bijvoorbeeld als trainer zou terugkeren naar Rusland, zou ik iets meer kunnen bieden omdat ik ook iets meer gezien heb. Ik kan het beste plukken uit alles wat ik hier leer kennen en dat doorgeven aan de jongeren daar.”

Voor na zijn voetbalcarrière heeft Serebrennikov twee scenario’s in gedachten. “Een eerste mogelijkheid is dat we met ons viertjes hier blijven. Het alternatief is dat we naar Rusland trekken.” Terug naar Siberië, naar Krasnokamensk, waar hij opgroeide ? “Nee (lacht). Pas op, ik vind niet dat het leven daar moeilijk was. Ik was een kind en voelde me gelukkig. We hadden er misschien niet hetzelfde speelgoed als de jeugd hier, maar amuseerden ons ook. In de winter speelden we ijshockey en hield ik me zelfs ook eventjes bezig met judo en boksen. In de zomer schakelden we over op voetbal. In die sport stak ik wat boven de rest uit. (kurkdroog) Toen toch (lacht luid). Op een toernooitje werden ik en drie kameraadjes opgemerkt door een scout. Die nodigde ons uit in Moskou. Ik was pas vijftien toen ik met die jongens het ouderlijke huis verliet en terechtkwam in een andere wereld.

“Het was niet altijd gemakkelijk, je was doen, je eten bereiden. Maar ik maakte me er belangrijke levenslessen eigen. En toen ik zestien was, verzeilde ik in Yaroslavl, een stad vergelijkbaar met Antwerpen, op een slordige 300 km van Moskou. Daar komt mijn vrouw trouwens vandaan. Als ik nu spreek over terugkeren, heb ik eigenlijk die plaats in gedachten.

“Ik ga niet zeggen dat het gek zou zijn om terug te keren naar Siberië, maar … Je hebt er niet veel mogelijkheden. Laat ons het daarop houden. (lacht)

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content