Assistent-trainer Joaquim Preto volgde Laszlo Bölöni naar Standard. ‘Liever de adjunct van een bekwame trainer bij een topclub dan de hoofdtrainer van een kleine club.’

Op zoek naar een adjunct voor Laszlo Bölöni stond Standard voor de keuze. Ofwel haalde de club iemand binnen die het Belgische voetbal goed kende en meteen inzetbaar zou zijn mocht de Roemeen falen. Ofwel gaven ze de voorkeur aan iemand die zijn trouw aan Bölöni al had bewezen. Standard sloeg de tweede piste in en schotelde de Portugees Joaquim Preto (49 jaar) een contract voor één jaar voor. Preto is al tien jaar de vaste assistent van Bölöni.

Beroemde grootvader

De naam Preto vindt in Portugal een grote weerklank. De huidige assistent-coach van Standard is de kleinzoon van Francisco Rolão Preto (1893-1977), zonder meer een historisch figuur in de politieke geschiedenis van Portugal. Grootvader Preto was een van de oprichters van de royalistische beweging Integralismo Lusitano en later leider van de Movimento Nacional-Sindicalista (MNS), de Nationaal-Syndicalistische Beweging. Deze MNS had een sterke fascistische vleugel, waartoe ook Preto werd gerekend. In 1934 probeerde hij het dictatoriale regime van Antonio de Oliveira Salazar omver te gooien en toen dit mislukte, moest hij naar Spanje vluchten. Bij zijn terugkeer naar Portugal, in 1945, zette Preto mee de Democratische Unie Beweging in de steigers, de gezamenlijke oppositie van de democratische partijen tegen het bewind van Salazar. In 1974 stelde de Anjerrevolutie een einde aan de heerschappij van de dictator. Rolão Preto werd postuum onderscheiden voor zijn strijd tegen Salazar.

In Portugal zijn straten genoemd naar Francisco Rolão Preto. Joaquim is trots op zijn grootvader, getuigt hij in onberispelijk Frans. “Ik heb veel van hem geleerd. Ik herinner me de vele momenten in de bibliotheek in onze boerderij, in de provincie Beira Baixa. Mijn grootvader was een advocaat, een humanist en een groot redenaar. Hij vond dat de rijken minder rijk moesten worden en de armen minder arm. Mijn vader liet de politiek links liggen. Als rechter schopte hij het tot in het Portugese Oppergerechtshof.”

Hoe is hij, Joaquim, in het voetbal gerold? “Misschien heb ik de genen van mijn moeder geërfd. Zij was lerares lichamelijke opvoeding. Op elfjarige leeftijd testte ik bij Sporting Lissabon en viel ik in de smaak bij trainer Aurélio Pereira, de ontdekker van onder meer Cristiano Ronaldo.”

Wetenschapper

Niet dat Joaquim Preto (een rechtermiddenvelder) voor het voetbal de studies opzijzette. Gediplomeerd in de menselijke motoriek in een instituut in Lissabon waar ook José Mourinho afstudeerde en dat nauwe banden onderhoudt met de universiteit van Luik, schoof Preto het voetbal naar het achterplan toen hij bij Sporting Lissabon zijn toekomst als speler geblokkeerd zag. “Ik had het geluk les te krijgen van leraars als Nelo Vingada, Carlos Queiroz en Jesualdo Ferreira, de coach van Porto.”

Toen Joaquim Preto later als trainer naar Sporting Lissabon terugkeerde, beschikte hij dankzij zijn studies over een grote kennis van het rendement in topvoetbal. “De beheersing van nieuwe technologieën beschouw ik als een van de belangrijkste stappen in mijn ontwikkeling. Daarom raad ik jonge spelers altijd aan om te blijven studeren. Zo blijven ze verbonden met de realiteit van het dagelijkse leven.”

Nog meer dan een voetbaldier is Joaquim Preto een wetenschapper. De adjunct van Bölöni besteedt veel tijd aan lezen, videocassettes bekijken en computerprogramma’s schrijven. Die installeert hij dan op de laptop van de spelers, zodat ze individueel kunnen werken aan hun conditionele progressie. Niet toevallig woont Preto in de Luikse wijk Boncelles, lees: zo dicht mogelijk bij de Luikse universiteit, waarmee hij intensieve contacten onderhoudt.

Dialoog

De hoofdmoot van de carrière van voetballer Joaquim Preto ligt bij Académica de Coimbra. Hij speelde er 200 wedstrijden in de Portugese eerste klasse. Nadien was hij twee seizoenen als speler-trainer actief bij tweedeklasser Nacional en vervolgens één seizoen als sportief directeur bij Marítimo. “Aan die drie seizoenen bij Nacional en Marítimo bewaar ik slechte herinneringen. Veel Portugese voetbalclubs functioneren met een voorzitter die voor een welbepaalde periode wordt verkozen. Dat maakt het moeilijk om op langere termijn te werken.”

Carlos Queiroz verloste Joaquim Preto uit zijn lijden en nam hem mee voor een avontuur van anderhalf jaar in de Verenigde Arabische Emiraten. Nadien keerde Preto terug naar Portugal en ging aan de slag bij derdeklasser Câmara de Lobos, een club op het eiland Madeira. Dan werd hij teruggeroepen door Sporting Lissabon waar hij in 2001 Laszlo Bölöni ontmoette.

Sloeg de vonk direct over? Preto: “We kwamen op dezelfde dag aan, dat schept een band. We stelden vlug vast dat er in ons denken over de voorbereiding van een voetbalteam nogal wat overeenkomsten bestonden. Laszlo en ik hebben de dialoog altijd zeer open gehouden, waarbij ieder de ideeën van de andere respecteert. Bölöni stelt zich wat gereserveerder op dan ik, maar wie hem kent, weet hoeveel belang hij hecht aan vriendschap en leert zijn gevoel voor humor waarderen.” Onder leiding van dat duo werd Sporting Lissabon kampioen en won zowel de beker van Portugal als de supercup.

Toen Bölöni in 2003 Lissabon inruilde voor Rennes, kon Preto bij Sporting Lissabon blijven als trainer van de B-ploeg. Hij weigerde, want “de cirkel was rond en ik wilde andere dingen beleven.” Preto verscheen in beeld als adjunct van Queiroz bij Real Madrid (“dat was op geen enkel ogenblik concreet”), maar sloot zich uiteindelijk aan bij Bölöni in Rennes, waar hij eerst verantwoordelijke voor de scouting en later assistent-coach was. “Tegenwoordig citeert iedereen deze club als een referentiepunt, maar toen wij er aankwamen, was er niets. Scouting is in het moderne voetbal zo belangrijk. Een tiental clubs kan de spelers kopen die ze willen. Alle andere clubs moeten dus spelers zoeken. Maar de meeste trainers zijn zo bezig met hun ploeg dat ze niet zien wat er daarnaast gebeurt.”

Veel minder geslaagd was vervolgens het verblijf van de tandem bij Monaco: ze werden er ontslagen. Preto: “Monaco is een moeilijke ploeg om te werken. Het beleid wordt er door veel elementen beïnvloed.”

Al Jazeera was de volgende halte. Bölöni en Preto pakten er het Arabische equivalent van de UEFA Cup. “Het voetbal in die regio evolueert snel, maar blijft geplaagd door een hoge dosis amateurisme. Toch sluit ik niet uit dat ik er ooit terugkeer.”

Levenslang adjunct?

En nu is Joaquim Preto Bölöni naar Standard Luik gevolgd. Betekent dit dat de Portugees levenslang in de rol van adjunct-trainer blijft plakken? “Ik ben begonnen als hoofdtrainer. Dat heb ik vijf jaar gedaan en ik heb me in die vijf jaar uitstekend geamuseerd. Sinds ik Queiroz en Bölöni heb ontmoet, werk ik in een andere dynamiek. Ik ben intussen met alle aspecten van het trainerschap in aanraking geweest en dat kunnen niet alle assistent-trainers zeggen. Toen ik nog speelde, was de adjunct-trainer iemand die op training de kegeltjes uitzette en geen enkele bedreiging voor zijn hoofdtrainer vormde. Terwijl ik nu het nieuwe seizoen inplan, nieuwe werkmethoden ontwikkel, spelers analyseer met de meest geavanceerde technologieën, … Daarom verkies ik de rol van adjunct van een bekwame trainer in een topclub boven de rol van hoofdtrainer bij een kleine club. Mijn professionele voldoening is belangrijker dan mijn statuut. Je ziet, in dit licht is een contract van één jaar te kort om al je ideeën te ontwikkelen.” S

door patrice sintzen – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content