In de aanloop naar het WK neemt Sport/Voetbalmagazine u elke week mee in de wondere wereld van een Rode Duivel. Vandaag: hoe Thomas Vermaelen via de jeugd van Germinal Ekeren in het Emirates Stadium van Arsenal belandde.

Gevangen in een gouden kooi, zo moet Thomas Vermaelen (28) zich momenteel voelen. Seizoenstart gemist met een rugblessure, bankzitter, in december drie weken aan de kant met een knieletsel, sindsdien nog amper gespeeld. “Ik heb enorm veel respect voor Thomas’ voetbalkwaliteiten en instelling, zodat ik ervoor opensta om volgende zomer zijn overeenkomst te verlengen”, verbaasde Arsène Wenger midden januari in de Engelse media. “Hij lijdt onder deze situatie, maar hij reageert als een echte prof.”

Mooie woorden, maar wat betekenen ze voor Vermaelen, sinds het vertrek van Robin van Persie in 2012 kapitein? Weinig. Bij Arsenal, de club die in 2009 twaalf miljoen euro voor hem neertelde, zit hij op een dood spoor. Noord-Londen, terminus. Zijn manager, Alex Kroes van Sports Entertainment Group, was midden februari in het Franse blad Le 10 Sport duidelijk: “Thomas heeft aan Wenger gezegd dat hij in de zomer wil vertrekken.” Het geruchtencircus trok zich op gang. Internazionale, Napoli, AS Roma, Liverpool, Man U en stadsrivaal City, Zenit Sint-Petersburg… Afwachten.

Voetballen in de tuin

Stabroek, polderdorp aan de rand van de Antwerpse haven. In het doodlopend straatje waar de Vermaelens wonen, in de schaduw van kanaaldokken en sluizen, beginnen Thomas en zijn twee jaar oudere broer Wouter eind jaren tachtig te voetballen. Meegekregen met de genen van moeder, Annemie, van wie drie van de vier broers in provinciale speelden. Een van hen, nonkel Walter, nodigt de twee jongens uit voor een training bij Germinal Ekeren, waar hij jeugdtrainer is.

Luc, de vader die in het polderdorp een loodgietersbedrijf runt, heeft geen voetbalverleden, maar ziet met plezier hoe beide jongens genieten. “Thomas draaide hier al een halfuur voor we hen naar de training zouden voeren met zijn tas rond”, getuigde hij in 2006 in Sport/Voetbalmagazine. “Thomas was harder in de duels, Wouter technischer. In het begin klonk het daarom altijd dat zijn broer beter was.” Maar, zei Danny Veyt, ex-Rode Duivel en een van zijn jeugdtrainers: “Je moest wel een kenner zijn om Thomas’ talent te zien. Hij verbleekte bij Tom De Mul, de meesten geloofden veel meer in diens doorbraak.”

In 1999, na de fusie met Beerschot, verkassen de twee broers naar de grootstad en wordt voetbal plots ernst. Thomas zit, samen met onder anderen De Mul, Prince Asubonteng, Agyeman Dickson en Kenny Thompson, in een elitegroepje. Dickson: “Thomas zei niet veel, maar liet zich ook niet doen, zeker niet op het veld. (lacht) Hij was wel héél serieus. Als we op een toernooi met een ploeg op stap gingen, weigerde hij soms mee te gaan.”

De beteren krijgen individuele training van Simon Tahamata, de link met Ajax, waarmee GBA een samenwerkingsverband heeft. Elk jaar mag een aantal spelers op stage in Amsterdam, Vermaelen trekt er in de week van Hemelvaart naartoe. Zijn ouders horen van Tony Bruins Slot – jarenlang de rechterhand van Johan Cruijff bij Barcelona – dat Ajax hem zo snel mogelijk naar Amsterdam wil halen. Annemie: “Wij schrokken wel even, dachten aan zijn leeftijd, de school. Maar Thomas was heel enthousiast.”

De week erna krijgen de Vermaelens telefoon van KeesZwamborn, hoofd opleidingen. Tekenen, zo snel mogelijk. Het gastgezin in Amstelveen is al geselecteerd, de school staat klaar om hem op te vangen. Ajax heeft op alle vragen van de bezorgde ouders een geruststellend antwoord. Vreemd, want in een gesprek met Henk Mariman, toen nog jeugdcoördinator bij GBA, is Zwamborn sceptisch over de kwaliteiten van de jonge Belg. Mariman: “Toen Thomas naar Ajax vertrok, zei Zwamborn: ‘De coach die Thomas naar hier haalde, is nieuw bij Ajax en kent het niveau van de club niet zo goed. Deze speler is eigenlijk niet goed genoeg voor ons.'”

Groeien in Waalwijk

Vijftien jaar jong, weg van het warme nest in de polders, maar het gastgezin in Amstelveen is een uitstekend surrogaat. Anders dan thuis, maar tegelijk een sprint naar zelfstandigheid. Op de Toekomst zijn de jeugdtrainers (Danny Blind, Marco van Basten, Johnny van ’t Schip…) streng en rechtuit. Vermaelen: “Je weet heel duidelijk waar je aan toe bent, wanneer je beter een andere club zoekt. Kleinere jongens gaan misschien met tranen buiten, omdat ze zowel het goeie als het slechte zeggen, maar daar moet je tegen kunnen.”

Goede en kwade momenten. Ook op school, in de Bijlmer, een smeltkroes van culturen. Vermaelen behaalt moeiteloos zijn diploma, wetenschappen-wiskunde, en mag begin 2004 van T1 Ronald Koeman mee op winterstage. Hij debuteert al vrij snel, op zijn achttiende, maar een jaar erna volgt een gesprek met Koeman, die centraal in de verdediging de voorkeur aan Zdenek Grygera, Julien Escudé of John Heitinga geeft. Zou hij niet beter een half seizoen elders voetballen? “Een goed idee, vond ik.”

Vermaelen, negentien jaar, wordt in januari 2005 voor een half seizoen aan RKC uitgeleend. In Waalwijk, in het gemoedelijke Noord-Brabant, voetbalt hij zich meteen in de gunst van trainer Erwin Koeman, broer van… “In die paar maanden heb ik enorm veel geleerd.”

Alfred Schreuder, zijn ploegmaat en momenteel assistent bij FC Twente: “Goede trap, prima inzicht, verdedigend erg sterk en een heel prettige jongen in de groep. Naast zijn defensieve kwaliteiten was Thomas ook aanvallend van waarde. Kopbalsterk, dook altijd op de juiste plaats op. Hij zag het spelletje goed, maar mocht het vaker laten merken.”

Levenslessen

RKC wil hem graag houden, maar Blind – zijn ex-jeugdtrainer en de opvolger van Ronald Koeman – haalt Vermaelen in de zomer terug naar de ArenA, waarhij bijna geruisloos zijn basisplaats pakt. “Ik voel me nog geen vaste waarde.” Typisch Belgisch, reageert de journalist van Voetbal International. “Bescheidenheid is voor mij een vorm van schoonheid van een persoon, maar het moet niet té zijn.”

Geen grote mond, feller kan het contrast met zijn houding óp het veld niet zijn. “Daar laat ik me wel gelden, al moet het nog beter.” Meer coachen, het blijft een werkpuntje voor de twintiger. Geen woorden maar daden, een regeltje uit het clublied van… Feyenoord, is hem op het lijf geschreven.

Ploegmaats kunnen zich geen training herinneren waarin Vermaelen níét voluit gaat. Een modelprof, die nadien nog in het krachthonk duikt (“Ik was vroeger een mager mannetje”), op zijn voeding let en tijdig rust neemt. Dat komt van pas in de Champions League, waar hij onder anderen Thierry Henry (Arsenal) en Adriano (Internazionale) in de ogen kijkt. “Een verrijking voor je ontwikkeling.” En toch: een vreemd gevoel, daar in San Siro, dat hij vier jaar geleden nog met de familie bezocht. Annemie, de moeder: “Ongelofelijk. We wipten er even binnen voor een rondleiding, kleedkamer inbegrepen. En plots speelde Thomas er zelf…”

Nog in dezelfde maand, maart 2006, debuteert Vermaelen tegen Luxemburg met de Rode Duivels en volgt Martin Jol, trainer van Tottenham Hotspur, hem met meer dan gewone aandacht. Engeland? Veel te vroeg, vindt ook de Antwerpenaar. “Qua tempo en explosiviteit kom ik daarvoor nog te kort.” Eerlijk.

Beter het volgende seizoen bij Ajax weer ‘een stapje’ zetten, de wisselvalligheid uit zijn spel krijgen. In de voorbereiding kampt de verdediger met een hamstringblessure, maar onder de nieuwe trainer, Henk ten Cate, bijt hij door. Niet verstandig, maar menselijk, want Ten Cate heeft al snel een keuze gemaakt: Jaap Stam, op zijn 34e van AC Milan teruggekeerd, en de jonge Belg worden het vaste centrale duo.

In augustus 2006, in de thuiswedstrijd tegen FC Kopenhagen – na de 1-2 in Denemarken een ‘formaliteit’ op weg naar de groepsfase van de Champions League – glijdt Vermaelen de bal voorbij Maarten Stekelenburg. 0-2, uitgeschakeld. Een mokerslag voor de Belg. De ene dag de toekomst van Ajax, nu plots de schlemiel. “Zulke gevolgen voor de spelers en de club en daarvoor was ík verantwoordelijk. Dan voel je je beroerd hoor.” Hij mag een dagje naar België terugkeren, even bij de familie op adem komen. Tot hij er een krant ziet. De kop: ‘Aandeel Ajax daalt flink na mislopen Champions League’. “Enorm confronterend.”

Opstaan en herbeginnen, de frustratie van zich afspelen, maar het is Vermaelen niet gegund. Een achillespeesblessure houdt hem een paar weken aan de kant, Ten Cate geeft de voorkeur aan Grygera, maar de jonge Belg mort nooit. “Ik liep achter mezelf aan, kon niet brengen wat verwacht werd.” Belangrijke les geleerd: “Ik wil altijd volle bak gaan, ook op training. Nu weet ik dat je soms op de rem moet staan en beter een goede massage kunt nemen.”

Wanneer zowel Stam als Grygera zich blesseert, is de Stabroeknaar topfit en stuurt hij de club naar winst in de KNVB Beker en naar de voorronde van de Champions League. Oef. Ten Cate geeft Ver-maelen voor het tussenseizoen een boodschap mee. Niet nieuw: meer coachen. “Ik ben nog te nieuwsgierig, kijk graag hoe onze aanval afloopt, terwijl Jaap Stam volop bezig is met iedereen op zijn positie te houden en de organisatie te bewaken. Ach, als ik naast Stam sta, voel ik me een kleine jongen.”

Op weg naar meer

Vermaelen zal op geen enkel moment meer ter discussie staan. Niet bij Ajax, waar hij een nieuwe overeenkomst tot 2012 tekent en na het vertrek van Klaas-Jan Huntelaar kapitein wordt, en niet bij de Rode Duivels, waar ook Dick Advocaat hem de aanvoerdersband geeft. Henk Mariman: “Wat Thomas speciaal maakt, is zijn inspeelpass, iets wat je weinig vindt bij Belgische verdedigers. Die zijn meestal geschoold op de counter, op de lange bal, maar in de opleiding van Ajax wordt er hard gewerkt aan verzorgd opbouwen. Thomas heeft de onverzettelijkheid van een verdediger en is kopbalsterk, maar kan ook voetballen en is intelligent.”

Engelse topclubs schuimen de Nederlandse velden af, op zoek naar die ene witte merel die het Premier Leagueniveau in zich heeft. Zoals Thomas Vermaelen, nog altijd maar 23. “Scouts van Arsenal en Wenger zelf hebben mij dertig à veertig keer bekeken tijdens wedstrijden van Ajax en de nationale ploeg. Zelfs tijdens trainingen stond er een scout langs de kant”, zegt hij in het voorjaar van 2009 in Voetbal International. “Ik had het niet erg gevonden nog een of twee jaar in Amsterdam te voetballen, maar als Arsenal komt, dan gá je. Tegen zo’n club zeg je niet neen.” Arsenal betaalt ongeveer twaalf miljoen euro. Vermaelen is plots de op een na duurste Belgische voetballer, na Marouane Fellaini, voor wie Everton achttien miljoen neergeteld heeft.

Vrijdag 19 juni, de dag waarop duidelijk wordt dat hij de volgende vier jaar in het shirt van The Gunners zal voetballen en die hij als “de mooiste van zijn leven” omschrijft. Overweldigend. Medische keuring, tekenen, interview op Arsenal TV, rondleiding in het Emirates Stadium, verhuisplannen maken… “Een enorme stap, maar ik ga er vol voor.”

The Verminator

De scepsis is groot in het Emirates Stadium. “Een verdediger uit de zwakke Nederlandse competitie…” “1m82, veel te klein…” De verdediging was het seizoen ervoor al een zeef, met ‘dank’ aan het duo Kolo TouréWilliam Gallas, dat elkaar naast het veld geen blik gunde, en doelman Manuel Almunia. Touré wordt naar de uitgang (Manchester City) begeleid, Vermaelen pakt zijn plaats naast Gallas, van wie gezegd wordt dat hij met drie voetbaltassen naar de training komt: twee voor zijn ego, een voor zijn kleren… Als dat maar goed komt. “In de kleedkamer is Thomas wel wat verlegen, op het veld is hij kalm en relaxed en dat straalt op de rest van de verdediging af”, klinkt het na enkele weken bij keeper Almunia.

Ook Matthew Weiner, journalist bij FourFourTwo, is lovend. “Vermaelen is het monster dat alle voorzetten opeet – zoals Pacman – en zijn rechtstreekse tegenstander vermorzelt. Zijn atletisch vermogen, sprongkracht en agressiviteit zijn een meerwaarde. Door zijn hoge pitbullgehalte kan hij uitgroeien tot de John Terry van Arsenal.”

Nauwelijks enkele weken na zijn debuut wordt de Belg in The Verminator herdoopt, maar in zijn tweede seizoen pruttelt het lichaam tegen: acht maanden buiten strijd met een achillespeesblessure en na een operatie aan de linkerenkel. Bij zijn terugkeer duwt Wenger hem naar de linkerflank, ook in de nationale ploeg moet de Rode Duivel daar geregeld depanneren. Niet zijn favoriete positie, maar “alles voor de ploeg”. Vermaelen wordt, na het vertrek van Robin van Persie, captain van The Gunners, maar vreemd genoeg begint de Franse teacher te twijfelen wanneer de Stabroeknaar een paar steekjes laat vallen.

Laurent Koscielny en Per Mertesacker krijgen in de loop van Vermaelens vierde seizoen plots de voorkeur. Een slag in het gezicht die blijft nazinderen. Blessure in de voorbereiding, start gemist, amper speelminuten. Met een WK in het vooruitzicht geen slechter moment denkbaar…

DOOR CHRIS TETAERT

“Vier jaar ervoor hadden we met de familie San Siro bezocht en plots speelde Thomas er zelf.” – Moeder Annemie

“Vermaelen is het monster dat alle voorzetten opeet – zoals Pacman – en zijn rechtstreekse tegenstander vermorzelt.” – Journalist Matthew Weiner

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content