Na twee Engelse dubbels droomt Arsène Wenger hardop van succes in de Champions League. De Franse manager wil Arsenal eindelijk in de voetsporen van aartsrivaal Manchester United laten treden.

Sinds Arsène Wenger zich op 30 september 1996 op Highbury meldde voor zijn eerste werkdag, heeft de club een nu al bijna historische ontwikkeling doorgemaakt. De Franse oefenmeester kreeg bij zijn aanstelling geen kinderachtige opdracht mee : Arsenal kneden tot een Europees topteam. Zes en een half jaar later blijkt de route die De Professor heeft uitgestippeld, de weg naar succes te zijn. Nooit eerder in zijn rijke geschiedenis beschikte Arsenal over zó’n sterke en getalenteerde selectie en nooit eerder sprak het voetbal zó tot de verbeelding. In het begin van dit seizoen lieten The Gunners zowel in het Premiership als in de Champions League oogstrelend én efficiënt spel zien, dat zich logischerwijs vertaalde in een stortvloed aan (club)records. Na een kleine terugval in oktober en november ligt de ploeg als Engelse koploper weer op koers voor haar tweede landstitel op rij, en lonkt een plaats bij de beste acht in de Champions League. De kans is dan ook groot dat Wenger zijn oogst tot nu toe (twee landstitels en twee FA Cups, in 1998 en 2002) dit seizoen zal uitbreiden.

Om het aantal ongewenste vertragingen in zijn avontuurlijke tocht naar nationale en internationale roem tot een minimum te beperken, houdt Wenger er een uiterst nauwkeurige werkwijze op na. Bij Arsenal staat de manager bekend als een ware videofreak. In de hoop nieuwe informatie te vergaren, hoe klein ook, laat hij vaak tot ’s avonds laat de duels van zijn elftal op zijn netvlies inwerken. “Al heeft het elftal nog zo perfect gespeeld, er zijn altijd wel zaken die beter kunnen. Daarom kijk ik veel wedstrijden een paar keer terug op video. Je bent dan meer ontspannen en ziet vaak meer details dan tijdens de wedstrijd zelf”, verklaarde de oefenmeester al eens in een tv-interview met de BBC.

Het totaalvoetbal waarmee Ajax en het Nederlands elftal zich in de jaren zeventig razend populair maakten, is daarbij de norm. “Spelers moeten continu van positie kunnen wisselen en het aanvallende gevaar moet vanuit alle linies en van alle kanten komen. Dat is het voetbal dat we voor ogen hebben.” Het streven naar perfectie heeft ook zijn nadelen. Het verhaal dat Wenger meer video’s bekijkt dan bezienswaardigheden in de wereldstad Londen, is dan ook zonder meer waar. Wenger : “Los van mijn gezin heb ik geen enkel ander tijdverdrijf. Ik ben altijd thuis. In Londen ken ik slechts drie dingen : Totteridge, de wijk waar ik woon, Arsenals trainingscomplex London Colney en Highbury.”

Behalve zijn visie en werkwijze is ook Wengers transferbeleid verantwoordelijk voor de opmars van Arsenal. De Fransman haalde allerlei (veelal buitenlandse) toppers naar Highbury om de ambitieuze plannen van de club kracht bij te zetten. Van de 28 spelers in de huidige selectie kwamen er liefst 22 op advies of aandrang van Wenger, die een neus blijkt te hebben voor ideale versterkingen. De meeste nieuwelingen groeiden uit tot waardevolle krachten die de ontwikkeling van het team in een stroomversnelling brachten. Slechts een enkeling bleek gedoemd tot een vaste reserverol. Wengers indrukwekkende kennis van de wereldwijde spelersmarkt en de onmisbare hulp van drie fulltime en 32 parttime scouts hebben hun waarde dus al ruimschoots bewezen.

“Wenger verricht wonderen”, zei vice-voorzitter David Dein onlangs in het officële Arsenal Magazine. “Hij maakt van een gemiddelde speler een goede speler, van een goede speler een topper en van een topper een voetballer van wereldklasse. Uiteraard is het belangrijk al ver van tevoren te weten wat voor type speler je aantrekt. Dat weet hij als geen ander. Als je een Ferrari koopt, kun je hard rijden. Koop je een Fiat Uno, dan weet je dat die nooit zo snel zal worden als een Ferrari.”

De speurneus van Wenger leverde Arsenal in zes en een half jaar liefst 38 nieuwe spelers op, voor het immense bedrag van 180 miljoen euro. Uitgezonderd Marc Overmars (in de zomer van 1997 overgekomen van Ajax) en de Zweedse middenvelder Fredrik Ljungberg (Halmstads BK, 1998) hebben vooral de Franse aankopen het verschil gemaakt. Onder Wenger zijn er tot nu toe veertien Fransen in de Londense selectie opgedoken (zie kaderstuk). Een maand voor zijn indiensttreding – Wenger moest het seizoen in Japan nog afmaken – had de club op zijn verzoek al twee landgenoten aangetrokken : Rémi Garde en Patrick Vieria. Vandaag is het aantal Fransen dat naar Highbury is gekomen opgelopen tot veertien. De huidige selectie telt er acht, waarbij moet worden aangetekend dat David Grondin sinds 31 januari voor het Schotse Dunfermline Athletic uitkomt. Dertien procent van alle Franse voetballers in het Premiership droeg ooit het Arsenalshirt.

Van alle Fransen hebben Patrick Vieira en Thierry Henry de meeste positieve invloed op de ploeg gehad. De lange Vieira groeide in Londen uit tot een van de beste controlerende middenvelders ter wereld. Hij wordt geroemd om zijn bijna maniakale wil om te winnen en zijn techniek, en tegelijkertijd gevreesd om zijn vinnige tackles, helaas niet altijd op de bal gericht. De Franse international is zowel de dirigent als de choreograaf van de ploeg : hij bepaalt niet alleen het tempo, maar ook de vorm van de uitvoering.

En dan Henry. Talent bij AS Monaco, veelal bankzitter in dienst van Juventus, maar met zijn 25 jaar nu al een grote meneer bij Arsenal. Onnavolgbaar, explosief, sterk aan de bal en zelfverzekerd op het arrogante af. Bovendien is de Franse spits zelfs in slowmotion nog razendsnel. Droit au but, recht op het doel af. Geen spits die die woorden zo letterlijk neemt als Henry. De watervlugge aanvaller heeft zich sinds zijn komst naar Arsenal in de zomer van 1999 ontwikkeld tot icoon van het flitsende en moderne aanvalsspel van de ploeg. Hij scoort veel, maar bereidt ook menig doelpunt voor. Henry nestelde zich medio januari met zijn honderdste treffer voor The Gunners in de Club van Honderd en is hard op weg de meest scorende buitenlander van de Noord-Londense club te worden.

Titi voegde zich bij Arsenal als opvolger van zijn talentvolle landgenoot Nicolas Anelka, maar na Henry’s 103 (veelal wonderschone) doelpunten in 183 officiële duels is iedereen in Noord-Londen díe naam allang vergeten. Kenners denken zelfs dat Henry sneller dan gedacht het record van de voormalige international Ian Wright zal breken. De nog altijd immens populaire Wright, tegenwoordig tv-presentator voor de BBC, maakte tussen 1991 en 1998 namens Arsenal 184 doelpunten in 287 officiële duels en is daarmee clubtopscorer aller tijden. Henry heeft alles om hem de komende jaren te overtreffen en uit te groeien tot Arsenals meest legendarische aanvaller. Eén aspect van het voetbal beheerst Henry níét zo goed : het koppen. Van zijn 76 goals in het Premiership maakte hij er slechts één met zijn hoofd.

Het huidige Arsenal is in veel opzichten nauwelijks meer te vergelijken met de ploeg van pakweg tien jaar geleden. Sinds de komst van Arsène Wenger heeft de Noord-Londense club een transformatie ondergaan en heeft ze de spottende bijnaam Boring Arsenal (vanwege het oerdegelijke spel onder manager George Graham) van zich afgegooid. Met Vieira en Henry als speerpunten stoomt de manager zijn formatie dit seizoen klaar voor de laatste etappes op weg naar alleenheerschappij in Engeland en Europa. Hoewel de tijd rijp lijkt om geschiedenis te schrijven, mag de ploeg zich nog niet onoverwinnelijk noemen. Zo oogstrelend als het voetbal van Arsenal kan zijn, zo broos is het soms ook. Zodra tegenstanders de beuk erin gooien en ouderwets Engels tekeergaan, weten The Gunners zich vaak geen raad. Dan is het charisma van het elftal slechts een dun schild en blijkt het over te weinig killers te beschikken. Gelukkig voor Wenger komt dat niet al te vaak voor. Bovendien motiveert het hem alleen maar nog bezetener te sleutelen aan zijn succesformatie.

door Ramon Min

‘Wenger maakt van een gemiddelde speler een goede speler, van een goede speler een topper en van een topper een voetballer van wereldklasse.’

Bij Arsenal staat Wenger bekend als een ware videofreak.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content