Lille OSC vond hem niet goed genoeg voor het centre de formation en bij de vijfdeklasser ES Wasquehal begon hij daarna op de bank van de B-ploeg van de U17. Maar drie jaar later scoort hij voor Club Brugge in de Europa League. De Noord-Franse jaren van Obbi Oulare.

De weg naar Camphin-en-Pévèle is niet eenvoudig. In de finale van de wielerklassieker Parijs-Roubaix is het een zware kasseistrook. In het voetbal is het de plaats waar het centre de formation van Lille OSC is gelegen, Le domaine de Luchin. Eden Hazard passeerde er, en Sébastien Dewaest, en Divock Origi. Maar Obbi Oulare, bijvoorbeeld, geraakte er niet. Vijf jaar lang speelde hij bij LOSC, van zijn tiende tot zijn vijftiende. Maar na de préformation hield het op. Gezien zijn prestaties dit seizoen bij Club Brugge, in de Jupiler Pro League en zelfs in de Europa League, luidt de vraag meer dan ooit: hoe komt dat?

Lille OSC

In het restaurant van Luchin ontmoeten we Alain Wallyn, verantwoordelijke voor de préformation. Hij zag Obbi Oulare komen en gaan. “Hij woonde in België tegen de grens, in Menen, en werd ’s ochtends door een van onze busjes thuis opgehaald en ’s avonds teruggebracht”, begint hij het verhaal van de zoon van gewezen KRC Genkspits Souleymane Oulare. “In het college Lavoisier van Lambersart werd er tijdens de lesuren vier keer per week getraind. Obbi doorliep alle jaren van de préformation, maar in het laatste jaar groeide hij heel snel, kende hij groeipijnen en sukkelde hij met blessures. Hij zat toen ook in zijn puberteit. Als je geblesseerd bent, moet je geduldig zijn en je goed verzorgen, maar dat was op dat moment niet gemakkelijk voor hem. Ik moet zeggen dat wij toen ook nog niet zo goed gestructureerd waren als nu en dat er niet iedere dag een dokter aanwezig was. Het was een lastige periode. Zijn vader was er toen ook vaak niet, omdat hij – zo werd gezegd – in het buitenland werkte. Het was in die tijd vooral zijn moeder die zich over hem ontfermde. Zijn verzorging nam Obbi niet altijd ernstig en ook op school ging het moeilijk. We besloten uiteindelijk om hem aan te bevelen bij ES Wasquehal, een bevriende amateurclub uit de buurt, omdat we hem bij ons geen speelkansen konden garanderen. Van de generatie van 1996 zijn er trouwens nogal wat prof geworden.”

Eén ervan zit op dat moment links van ons tussen de A-kernspelers van LOSC te lunchen: Benjamin Pavard. De voorbije wedstrijden stond hij enkele keren in de basis als linksachter. Een andere quatre-vingt-seize is Alexis Araujo, een jongen van Portugese origine die volgens de Franse media twee jaar geleden een aanbieding kreeg van Arsenal maar besloot om zijn eerste profcontract in het hem vertrouwde Rijsel te tekenen. Intussen is hij al belast met de bijnaam ‘de nieuwe Eden Hazard’. Op zijn verschijning in het eerste elftal is het nog wachten. Dan staat de afgedankte Oulare bij Club Brugge plots al verder. Wallyn zucht: “Obbi was een heel fysieke speler die zijn leeftijd ver vooruit was. We voelden wel dat hij over kwaliteiten beschikte, maar er waren er met meer talent dan hij. Bovendien was hij een beetje lui toen. Een grote werker was hij zeker niet. Hij was in staat om fantastische dingen te doen, maar alleen wanneer hij er zin in had. Evengoed bracht hij er helemaal niets van terecht. Hij was zeer onregelmatig in zijn prestaties. Ik denk dat hij een beetje op zoek was naar zichzelf. We zijn blij dat hij intussen bij Club Brugge het evenwicht vond dat hij zocht. Het vertrouwen dat ze hem daar schonken, sterkte hem om harder te werken, denk ik. Als hij erin slaagt regelmatig te worden, kan hij een mooie carrière uitbouwen.”

Hij roept Benoit Laval bij zich, fysiektrainer in het college Lavoisier in Lambersart en een van de gewezen coaches van Oulare in de préformation. Die bevestigt dat Obbi zeer onregelmatig was. “Op een goeie dag was hij in staat om ons tegen iedereen te laten winnen, maar andere keren liet hij het compleet afweten. Je moest hem zien te prikkelen en te pushen. Ging het te gemakkelijk dan zakte zijn niveau. Het was soms een probleem van concentratie en betrokkenheid. Ik weet nog dat hij eens gefrustreerd was omdat hij op de bank moest starten, en toen hij mocht invallen er ineens drie of vier maakte. In een toernooi tegen Lens kwamen we na een rode kaart met tien man te staan, maar met Obbi alleen voorin wonnen we dankzij hem toch nog. Hij werkte alleen wanneer hij goesting had, in het voetbal en op school. Verrast door wat hij nu presteert ben ik niet, want zijn atletische kwaliteiten zijn enorm. Il a unsacré gabarit.”

ES Wasquehal

Bij Entente Sportive Wasquehal zijn we zeer welkom. Het is zondagnamiddag, de nationale U17 ontvangen Paris FC, op het tv-scherm in de kantine is Saint-Etienne – Lille aan de gang en algemeen secretaris Didier Latraille is alert. “Wat zeg je? Tekende Obbi Oulare een profcontract? Dat is dan ook goed voor ons, want dan is Club Brugge ons een opleidingsvergoeding verschuldigd. Bedankt! Want als je die niet aanvraagt, krijg je ze niet. Dat zullen we snel in orde brengen. Zoals we dat deden voor Alassane Pléa, die van hier naar Lyon is vertrokken en nu voor Nice speelt, en zoals voor Clarck N’Sikulu, die van hier via LOSC naar Evian ging.” En mocht Obbi Oulare ooit een grote buitenlandse transfer maken, dan mag ES Wasquehal opnieuw de hand uitsteken. “Zoals US Tourcoing voor Didier Drogba en voor Yohan Cabaye destijds. Weet je dat AS Hellemmes nog 100.000 euro extra kreeg toen Rafaël Varane van Lens naar Real Madrid ging?”

Neen, dat wisten we niet. Maar we zijn toch vooral gefascineerd door het merkwaardige parcours van Obbi Oulare.Latraille neemt ons mee naar zijn bureau om ons aan het nummer te helpen van Arnaud Trehout, de coach van de U17 van ES Wasquehal in het seizoen 2011/12. We treffen de man ’s anderendaags over de middag op zijn werk in het centrum van Rijsel. Hij is enthousiast en nog altijd in contact met Obbi. “Obbi nam dit seizoen zelf weer contact met mij op en dat deed mij veel plezier”, zegt hij. “Hij bedankte mij en dat deed deugd aan mijn hart, maar ik zei hem dat ik hem alleen maar de weg toonde en dat het zijn verdienste is dat hij de weg tot waar hij nu is gekomen zelf aflegde.”

De herinneringen aan dat ene jaar dat hij met hem werkte, zijn talrijk. “Om te beginnen: zijn eerste officiële wedstrijd voor ES Wasquehal”, zegt Trehout met een glimlach. “Dat was een bekermatch in Louvroil en het werd zowat de slechtste match die hij ooit speelde. Hij begon op de bank, viel in, kreeg drie open doelkansen en miste die alle drie, waardoor we uitgeschakeld werden.”

Dat was niet met de eerste U17-ploeg van ES Wasquehal, die in een nationale reeks speelde met onder meer Lille, Lens en Valenciennes. Het was met de tweede U17-ploeg, die uitsluitend tegen amateurclubs speelde. “Maar door een sterfgeval in de club kreeg ik in februari ook de nationale U17-ploeg toegewezen”, vertelt Trehout. “Een speling van het lot die ook voor Obbi belangrijk zou zijn, want het duurde niet lang voor ik hem bij die groep haalde. Zo kon hij op het einde van het seizoen nog zeven wedstrijden spelen op nationaal niveau. De eerste was in Quevilly, waar hij al na vijf minuten scoorde. Ook in Amiens bracht hij ons snel op voorsprong. Maar daarna zakte hij qua intensiteit helemaal weg en met hem de ploeg, waardoor we bij de rust met 2-1 achterstonden. Honteux! Ik was woedend en maakte hem in de kleedkamer met de grond gelijk. Hij accepteerde de kritiek, keek mij aan en boog het hoofd, kwam daarna met de ogen van een leeuw het veld op, scoorde nog twee keer en zo wonnen we alsnog met 2-3. Achteraf kwam hij naar mij en zei hij: ‘Coach, je had gelijk.’ Wat ik ook nooit meer vergeet, is wat er gebeurde op de voorlaatste speeldag tegen Lille, het team dus waar er voor hem geen plaats meer was. Wij streden tegen de degradatie en zij stonden gedeeld eerste. Net voor de match vernam Obbi dat Alain Wallyn in de kleedkamerop het bord ‘objectif champion‘ geschreven had. Wat toen volgde, was een spektakel van Obbi: hij scoorde twee keer en we wonnen met 2-1.” En Lille verloor en werd geen kampioen. “Van zodra Obbi hier aankwam, was het zijn ambitie om tegen Lille te spelen”, weet Trehout. “In de heenronde was hij er nog niet klaar voor, maar in de terugwedstrijd greep hij zijn kans.”

Het revanchegevoel dreef hem. Daar putte hij kracht uit om weer op te leven, benadrukt Trehout meer dan eens tijdens ons gesprek. “Toen hij hier aankwam, nadat hij bij Lille was moeten vertrekken, wist hij niet meer waar hij stond. Op fysiek vlak zat hij bijna op nul. Maar het meest nog moesten we met hem op mentaal vlak werken, want een spits zonder vertrouwen kan niet efficiënt zijn. Zijn droom was profvoetballer worden en hij was ontgoocheld dat hij de profstructuur van LOSC moest verlaten voor de amateurstructuur van ES Wasquehal. Maar hij was vooral revanchist. Hij wou iets bewijzen en was bereid om daarvoor te werken.”

“Obbi is een heel gevoelige jongen en ik ben nooit een zachte geweest, maar toch klikte het”, bedenkt Trehout. “Omdat we beiden hetzelfde wilden: dat hij er op het veld st? nd. Hij had iemand nodig die naar hem luisterde en hem vertrouwen gaf, maar die hem ook op zijn verantwoordelijkheden wees op momenten dat hij het te gemakkelijk opnam. Ik wou dat hij met de ogen van een leeuw speelde. De uitdaging was die kracht in zichzelf te gaan zoeken. La rage. De winnaarsmentaliteit. Want die bezat hij. Hij trok zich erg aan wat hij deed. Na die dramatische eerste wedstrijd bij ons stond hij met tranen in de ogen. Het gebeurde dat hij op training een kans miste en dan neerging en met zijn vuist op de grond sloeg: c’est pas possible, qu’est-ce que j’ai raté! Hij houdt niet van verliezen en nog minder als het door een fout van hem gebeurt. Bij ons pakte hij ook geregeld geel, hoor. In duels. Daar hield hij van, van duels. Naast het veld was hij rustig, maar op het veld liet hij zich gelden. Hij is een buteur, dat is zijn profiel als voetballer. Zijn doel is altijd: scoren. Daarvoor zou hij alles doen. Bij ons deed hij dat vooral op kracht. Als je hem in de ruimte kon lanceren, was hij niet te stoppen. Ik vond hem ook wel intelligent in zijn positiespel. Hij stond vaak op de goeie plaats, kon heel hard trappen en was enorm sterk met het hoofd. Toen ik begin dit seizoen zijn doelpunt met Club Brugge tegen KV Kortrijk zag, dacht ik: center vanaf rechts en hij die inloopt naar de eerste paal, zo deden we het destijds honderden keren op training. Technisch was er nog werk aan. Dat speelde wellicht ook mee in de beslissing van LOSC om hem niet te houden. Daar was de passing heel belangrijk, de combinatie, ook de korte combinatie, en in hun spelwijze voldeed hij op dat vlak als pivot waarschijnlijk niet. Wij voetbalden als kleinere ploeg directer en dat lag hem beter.”

De klik is er gekomen bij de nationale U17, zegt Trehout. “Ook omdat hij in de karakteristieken van het spel op dat niveau meer zichzelf terugvond. De tegenstanders waren er steviger en atletischer. Zo is hij weer gaan opleven. Op het einde van het seizoen speelden we nog een internationaal toernooi in Saint-Nazaire. Ik herinner mij nog dat we ons tegen een Roemeense ploeg, Universitatea Craiova, plaatsten dankzij een kopbaldoelpunt van Obbi.”

Het was eind mei 2012 en het was Oulares laatste (verlengd) weekend in het shirt van ES Wasquehal. Het volgende seizoen zou hij weer in eigen land spelen. “Souleymane, zijn vader, heeft een beetje overal in België contacten”, weet Trehout. “Zo kon Obbi bij Standard testen. Op een dag is hij mij komen zeggen dat hij daar zou tekenen.” Ook daar bleef hij maar één seizoen. “Bij Standard werd hij weer geconfronteerd met de harde realiteit van een profstructuur zoals hij die bij LOSC leerde kennen. Voor iemand die zo sentimenteel is als hij, is het niet makkelijk om met de discipline en de strengheid van een profclub om te gaan. Ook wij waren soms hard voor hem, op het veld, maar ernaast was de beleving bij ons meer die van een familieclub en daar voelde hij zich goed bij. Uiteindelijk kozen zijn vader en hij om naar Club Brugge te gaan en wie kan hen ongelijk geven als je ziet hoe Obbi zich daar in korte tijd ontwikkelde?”

Terwijl LOSC in de Ligue 1 in vergelijking met de voorbije jaren een beetje een sukkelseizoen beleeft, staat Obbi nu aan de andere kant van de grens met Club Brugge aan de leiding in de Jupiler Pro League, won hij vorige maand de bekerfinale en speelt hij straks de kwartfinales van de Europa League. Arnaud Trehout weet het allemaal, de bekerfinale volgde hij op VivaCité. Hij begrijpt het ook allemaal. “Zo’ n gevoelsjongen als Obbi moet plezier kunnen beleven aan het voetbal”, concludeert hij. “Dan zal hij anderen ook veel plezier bezorgen en zal al de rest wel volgen.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – FOTO KOEN BAUTERS

“Tekende Obbi een profcontract? Dan is Brugge ons een opleidingsvergoeding verschuldigd. Bedankt! Dat zullen we snel in orde brengen.” Didier Latraille {ES Wasquehal}

“Zo’n gevoelsjongen als Obbi moet plezier kunnen beleven aan het voetbal. Dan zal al de rest wel volgen.” Arnaud Trehout {ES Wasquehal}

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content