Bruno Govers

Aan de Gaverbeek stelde Anderlecht zijn zoveelste achterhoede van het seizoen op. Met succes dit keer, maar waarom liep het al zo vaak fout achterin bij de landskampioen ?

De blessures van Nicolás Pareja en Jelle Van Damme zorgden ervoor dat paars-wit afgelopen weekend teerde op een onuitgegeven verdedigend viertal. In de wedstrijd op Zulte Waregem speelde Anderlecht achteraan met Anthony Vanden BorreRoland JuhaszMark De Man en Olivier Deschacht. In vergelijking met de wedstrijd tegen Genk sprong tegen Zulte Waregem nog een andere verdedigende wijziging in het oog : Deschacht, de laatste tijd regelmatig in de as van de verdediging acterend, speelde opnieuw op zijn vertrouwde stek van linksachter. Dit alles niet zonder succes, want Sporting hield niet alleen de nul in het Regenboogstadion, het won ook afgetekend met 0-4.

“Na Sint-Truiden en Westerlo is het de derde keer dit seizoen dat we op verplaatsing vier goals maken”, benadrukte trainer Frank Vercauteren meteen na de wedstrijd. “Maar in tegenstelling tot de scenario’s op Staaien en in het Kuipje, waar we telkens twee en drie goals incasseerden, hielden we nu onze netten schoon. Dit is niet alleen de verdienste van onze verdediging, maar van het hele team, dat collectief sterk presteerde. We creëerden een tiental mogelijkheden, terwijl we amper kansen weggaven. De laatste weken was het contrast met de tegenstander zelden zo frappant. Hopelijk is dat een voorteken en kunnen we op dit elan verder borduren.”

Zeven opties

Vóór het treffen aan de Gaverbeek, waarvoor Vercauteren speciaal extra aandacht besteedde aan zijn verdedigend compartiment, gebruikte Anderlecht, in alle competities samen, niet minder dan zeven verschillende opties achteraan. Voor de eerste twee wedstrijden van het kampioenschap, op Sint-Truiden (2-4) en thuis tegen Germinal Beerschot (1-0), opteerde Vercauteren logischerwijze voor het verdedigend viertal dat hem tijdens de voorbereiding het meest kon overtuigen.

Anthony Vanden Borre, Roland Juhasz, Jelle Van Damme en Olivier Deschacht stonden op Staaien aan de aftrap. De eerste 22 minuten tenminste, want na een rood karton voor Van Damme moest middenvelder Lucas Biglia plaatsmaken voor Mark De Man, die in het hart van de defensie werd gedropt. In het Astridpark, tegen de mannen van het Kiel, werd de Argentijn opnieuw het slachtoffer van een uitsluiting, door het rood van Vanden Borre zette Vercauteren Biglia op de rechtsbackplaats. Van die twee rode kaarten wekte de uitsluiting van Vanden Borre duidelijk de meeste irritatie op. Op Staaien lag de jonge Rode Duivel, via balverlies tegen zijn rechtstreekse tegenstander Asanda Sishuba, ook al aan de basis van de tweede Truiense tegentreffer. Een week later, tegen Germinal Beerschot, trakteerde Vanden Borre zichzelf op twee gele kaarten.

“Anthony had altijd al moeite om een constante in zijn prestaties te leggen”, zegt Bertrand Crasson, ex-rechtsback van Anderlecht. “Die vervelende eigenschap brak hem ook al zuur op in die wedstrijd tegen Inter, twee jaar terug. Ik herinner me dat het op dat ogenblik een zware klap voor hem was. Ik vind dat hij in die zin progressie heeft gemaakt, zijn mentale weerbaarheid ligt hoger, hij corrigeert zichzelf nu sneller na een misser. Zijn instelling is meer en meer voorbeeldig, of het nu een competitiewedstrijd of een Europese match betreft. Dat was het geval op Real Madrid en later ook op AEK Athene. Anthony fixeert zich niet langer op de positie die hij op het terrein bezet. Dat was voordien wel eens anders, hij ambieerde alleen een centrale positie. Anthony heeft sinds Inter perfect begrepen dat het hem vrij staat om mee op te rukken naar voren. Waarom niet ? Zo creeer je een numeriek voordeel op het middenveld, mogelijk kan je als back zelfs eens een doelpoging wagen. Bij hem zit het allemaal in het kopje. Sinds het moment dat hij er zich bij neerlegde op de rechterflank te spelen, heeft hij er zelfs plezier in en hij geniet voluit het vertrouwen van René Vandereycken, niet onbelangrijk. Het zorgde voor een heuse gedaanteverwisseling. Vanden Borre beroept zich eindelijk op zijn gezond verstand, hij is er vast van overtuigd dat er op rechts een toekomst ligt voor hem. Ook sportief heeft hij hierdoor een positieve ontwikkeling ondergaan. Ik vind hem vandaag bijvoorbeeld veel geconcentreerder aan de wedstrijden starten. Voor een diesel als Anthony is dat een gunstig voorteken.”

Vier, drie of vijf ?

Op Westerlo (3-4), op de derde competitiespeeldag, diende Jonathan Legear de door Anthony Vanden Borre nagelaten leemte aan de zijde van Roland Juhasz op te vullen. Aan de linkerzijde van de verdediging speelden Jelle Van Damme en Olivier Deschacht, zoals dat al het geval was voor de eerste twee matchen. In het Kuipje kostte het Sporting ondanks een hattrick van Mémé Tchité bloed, zweet en tranen om te winnen. Blunders centraal achterin lagen aan de basis van kansen voor Peter Utaka en John Ogunsoto, die schrok van het gebrek aan automatismen, de communicatieproblemen en het concentratieverlies achterin bij de kampioen, van de slappe mandekking en de ruimte die hij kreeg.

In de aanloop naar de topper tegen Brugge sprak de technische staf van Anderlecht zich voor het eerst lovend uit over een achterhoede met drie verdedigers. Roland Juhasz en Olivier Deschacht flankeerden nieuwkomer Nicolás Pareja, die de week voordien de laatste tien minuten tegen Westerlo vervolledigde. Vercauteren pootte Vanden Borre bijgevolg rechts op het middenveld neer, waar hij Lucas Biglia, Yves Vanderhaeghe, Ahmed Hassan en Bart Goor vergezelde. Dit machtsvertoon op het middenveld rechtvaardigde zich in die zin dat blauw-zwart alleen voor Salou Ibrahim in de punt koos, geruggensteund door vijf middenvelders. Nadat Mémé Tchité iets voor het uur de score opende, verruilde Anderlecht de 3-5-2 voor een 5-3-2, met Vanden Borre en Goor als backs.

“Frank Vercauteren, die al wel eens door het ijs zakte met zijn tactische keuzes of wissels, ontpopte zich plots tot een meester-tacticus”, meent ex-Anderlechtspeler Georges Heylens. “In de thuiswedstrijd tegen Germinal Beerschot liep hij in de val door te kiezen voor drie spelers op het middenveld, terwijl de Antwerpenaren er daar vijf tegenover zetten. Pas rijkelijk laat trok de trainer Hassan, die rechts vooraan startte, meer terug naar het middenveld. Tegen Brugge daarentegen nam Vercauteren de juiste beslissingen op de gepaste momenten. Het klopt dat hij achteraan kon rekenen op een sublieme Pareja, die toen een grote indruk op me maakte : qua opstelling en efficiëntie oerdegelijk en in de wederopbouw amper op een foutje te betrappen. Ook in die wedstrijd tegen Real Madrid liet Pareja een behoorlijke indruk. Helaas was het vervolg niet altijd even vlekkeloos : eerst maakt hij een onnodige fout, ver van het eigen doel, op Moeskroen. Uiteindelijk leidde die fase de tegentreffer in en daar waar hij tegen Rijsel nog ijzersterk speelde en met een magistrale kopbal tekende voor het enige paars-witte doelpunt, was zijn prestatie op AEK Athene van een bedroevend gehalte. Om Pareja ten volle te beoordelen moeten we nog een tijdje wachten, vermoed ik. Die jongen kwam extra gemotiveerd terug na een lange periode van inactiviteit, maar stapelde ondertussen de missers en mindere prestaties op, hij is teruggevallen.”

Deschacht-Van Damme

Tegen Rijsel wordt voor de gelegenheid teruggevallen op vier spelers achteraan, bovendien tovert Vercauteren nog een extra verassing uit zijn hoed : de trainer verwisselt Olivier Deschacht en Jelle Van Damme van positie. Deschacht krijgt een centrale stek toegewezen, terwijl Van Damme zijn streng moet trekken op de linksachter. Een situatie die even niet meer zou wijzigen, want ook voor de wedstrijden thuis tegen Lokeren (2-0), op Charleroi (1-1) en voor de catastrofale match tegen Genk (1-4) speelt Van Damme links en Deschacht centraal.

“Aanvankelijk was het een goed initiatief van Vercauteren, aangezien Deschacht met zijn snelheid Peter Odemwingie beter kon afstoppen dan de tragere Van Damme”, vindt oud-Sportingspeler Michel De Wolf, die ooit beide posities zelf bezette voor Anderlecht. “Vercauterens experiment zou wellicht bevredigend zijn uitgedraaid, was er niet die tragische wedstrijd tegen Genk geweest. Deschacht beging een beginnersfout op Goran Ljubojevic door hem de vierde Genkse treffer aan te bieden. Niet tolereerbaar op het hoogste niveau, bovendien leidt het tot de bedroevende conclusie dat Anderlecht nog steeds niet uit zijn verdedigende malaise kan kruipen. Nochtans, ik blijf het herhalen, stak er een welomlijnd idee achter de positiewissel van Vercauteren. In mijn ogen is Deschacht te beperkt op links. Al heb ik niet geweldig veel aan te merken op zijn verdedigende kwaliteiten, toch vind ik dat, op een dergelijk niveau, een linksback ook af en toe een offensieve impuls moet brengen. Op dat vlak presteert Deschacht ondermaats. Van een jonge speler mag je verwachten dat hij nog progressie maakt, maar voor Deschacht is dat niet langer aan de orde, zijn aanvallende inbreng is nog steeds wat hij altijd was : niets. Zijn bijdrage tot het spel van Anderlecht is een lachertje. Neen, dan heeft Van Damme me in zijn eerste wedstrijden op links veel meer kunnen bekoren. Het is spijtig dat ook hij nadien weer wat wegzakte. Tegen Genk bijvoorbeeld bracht Van Damme opbouwend niets bij. Globaal besluit ik dat Anderlecht tegen drie vierde van de tegenstand op Belgisch niveau nooit problemen zal hebben met Van Damme als linksback en Deschacht ernaast. Als de tegenstand een kaliber sterker is, liggen de kaarten heel anders. Ik vind dat zowel Van Damme als Deschacht niet voldoen op het hoogste niveau.”

De jongste verdediging

Op AEK presenteerde Anderlecht trouwens nog maar eens een nieuwe verdedigende variant, vijf spelers bevolkten toen de achterhoede : Jonathan Legear, Anthony Vanden Borre, Nicolás Pareja, Olivier Deschacht en Jelle Van Damme. De oudste, Deschacht, is 25. Samen met Legear (19), Vanden Borre (18), Pareja (22) en Van Damme (23) zorgde dit voor de jongste verdediging van de Champions League. Té jong ?

“Met mijn 29 jaar was ik de meest ervaren pion achterin”, aldus Hannu Tihinen, afgelopen zomer vertrokken naar FC Zürich. “Maar de jongens die vandaag achterin spelen zijn ook niet langer groentjes. Vanden Borre en Deschacht hebben heel wat Europese wedstrijden op hun palmares en Pareja speelde in Argentinië op een meer dan degelijk niveau. Ik vind dat er dus wel wat ervaring loopt achteraan. Ik vermoed dat er niet echt een routinier ontbreekt bij Anderlecht, maar eerder iemand met leiderskwaliteiten. Dat heeft niets met leeftijd te maken, ( lacht) op mijn 22ste zette ik al de lijnen uit voor mijn oudere teammaats. Ik vind dat de huidige verdediging aan stabiliteit moet winnen. Ik heb maanden met hetzelfde drietal aan mijn zijde gespeeld : Vanden Borre, Kompany en Deschacht. Dit seizoen leiden blessures en schorsingen tot voortdurend schuiven, dat werkt contraproductief. Als er geen continuïteit komt, zullen de fouten achteraan zich blijven opstapelen, er zijn automatismen nodig. Je moet niet vergeten dat Anderlecht vorig jaar in hetzelfde stadium van het seizoen ook veel van opstelling diende te wisselen. Net als toen zal ook dit Anderlecht onder zijn niveau blijven vooraleer er een vaste basisopstelling is gevonden. En waarom niet met Roland Juhasz ? Ik ken hem beter dan Pareja, hij speelde nog een tijdje aan mijn zijde, die jongen heeft zéker kwaliteit. Als hij de taal deftig beheerst, zie ik in hem een toekomstige leider. Voetbaltechnisch is hij nu al erg goed. In die context vergeet ik nooit wat Vincent Kompany ooit opmerkte : “Niet te geloven,” zei hij eens over Juhasz, “de Anderlechtscouts hebben een exacte kloon van jou gevonden !” Ik moet toegeven, die Hongaar doet me onwaarschijnlijk terugdenken aan mezelf op die leeftijd. De radheid van tong is misschien nog de minste overeenkomst, maar wees gerust : het komt.”

BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content