Ondanks hun ervaring pakten Eric Deflandre en Bart Goor een jaar geleden een domme rode kaart in Spanje-België. Maar last van hun geweten ondervinden ze niet. Een dubbelgesprek aan de vooravond van België-Spanje.

Santander, 9 oktober 2004. De match in Spanje draait voor de Rode Duivels uit op een nachtmerrie. De Belgen verliezen met 2-0 en twee, nochtans ervaren spelers kijken tegen een domme rode kaart aan. Eric Deflandre (55 caps, vice-kapitein), die al met geel stond geboekt, mag zich gaan wassen omdat hij de Deense scheidsrechter Kim Milton Nielsen een fuck off in het gezicht smijt. Er is op dat ogenblik nog geen half uur gevoetbald. En in de 73e minuut houdt het ook op voor kapitein Bart Goor (59 caps) : hij spuwt in de richting van een tegenstander.

Een jaar later, bijna dag na dag, neemt België het opnieuw op tegen Spanje. De twee zondaars van Santander hebben intussen hun straf uitgezeten : drie wedstrijden schorsing en 5000 euro boete voor Deflandre, vijf wedstrijden schorsing en 6500 euro boete voor Goor.

Vlak voor de schok in Brussel zitten Deflandre en Goor met Sport/Voetbal Magazine aan tafel. Het eerste onderwerp van gesprek : die onzalige avond in Santander.

Hoe is het mogelijk dat jullie daar met al jullie ervaring zo uit de bocht vlogen ?

Eric Deflandre : “Alles begon nog voor de match, in de tunnel van de kleedkamers naar het veld. De scheidsrechter verplichtte ons om onze kettingen, ringen en oorringen af te doen, voordien was daar geen moment sprake van geweest. Sommige Spaanse spelers werden ondertussen niet eens gecontroleerd. Aimé Anthuenis maakte zich toen kwaad op de scheidsrechter. Er heerste dus nog voor de aftrap een vijandige sfeer. Mijn eerste gele kaart pakte ik na een ongelukkige reflexbeweging, toen ik de bal wegduwde. Je probeert toch al niet na een half uur tijd te winnen ? Ik was verbaasd toen de scheidsrechter geel trok. Ik maakte een armgebaar en riep fuck off. Dat was niet rechtstreeks tegen hem gericht, het was meer bedoeld in de zin van : dat is toch niet normaal wat hier allemaal gebeurt. Hij vatte dat persoonlijk op. Ik begrijp niet dat een scheidsrechter in zo’n belangrijke match zo gevoelig kan zijn. Toen hij me uitsloot, ben ik echt door het lint gegaan. Ik vraag me af of ik niet heb moeten boeten voor de niet bestrafte elleboogstoot van Wesley Sonck. Want die had wél een rode kaart verdiend.”

Bart Goor : “Mijn rode kaart was het gevolg van de frustraties die ik al een tijd opstapelde. Om te beginnen had ik de slechte start van de Rode Duivels, in de match tegen Litouwen in Charleroi, slecht verteerd. Daardoor was die match in Spanje zo belangrijk. Toen die wedstrijd slecht verliep en de scheidsrechter zich vreemd gedroeg, sloegen de stoppen door. Ik herhaal wat ik sinds die avond zeg : ik ben niet het genre voetballer dat zulke dingen doet.”

Werden jullie te streng gestraft ?

Deflandre : “Dat is zeker. Als je de fuck offs die je op een voetbalveld hoort, telkens met rood zou bestraffen…”

Goor : “Ik spuwde in de lucht en niet naar een tegenstander of naar de scheidsrechter. Ik werp dat niet op als excuus, maar ik heb niemand verwond en ik had bij de nationale ploeg nog geen enkele schorsing opgelopen. Helaas hield de Fifa daar geen rekening mee.”

Een correcte plaats

Jullie hebben de nationale ploeg in de steek gelaten. Beseffen jullie dat ?

Deflandre : “Natuurlijk wel. Als je je ploegmaats een uur lang met tien verder laat doen, steek je ze echt wel in de stront. Niemand kan zeggen of we met elf spelers een punt of drie punten hadden kunnen pakken tegen Spanje. Maar hoe dan ook zou de match een pak gemakkelijker geweest zijn.”

Goor : “Gemakkelijker alleszins, maar van daar om te gaan beweren dat we zonder die rode kaarten in Santander niet zouden hebben verloren…”

Vormen die twee rode kaarten een scharnierpunt in de onzalige WK-campagne van de Rode Duivels ?

Deflandre : “Nee. De negatieve scharnierpunten zijn veeleer de thuiswedstrijden tegen Litouwen en tegen Servië & Montenegro, en de uitwedstrijd in Bosnië-Herzegovina. Die wedstrijden ogen op papier een stuk gemakkelijker dan de opdracht in Spanje. Ze leverden evenwel één schamel puntje op. Ik vrees dat de Belgen momenteel op een correcte plaats in het klassement staan, je moet daar niet flauw over doen.”

Goor : “Je kan zeggen dat Belgen in belangrijke wedstrijden twee sleutelspelers moest missen. Maar een ploeg mag niet van twee spelers afhangen. Je moet onze schorsingen ook niet belangrijker maken dan ze zijn. De spelers die ons vervingen, hebben dat beslist niet slecht gedaan. Enfin, ik vind dat het niet onze fout is dat de Rode Duivels na die match in Spanje nóg punten hebben verloren. Wat dat betreft heb ik geen last van een slecht geweten. Maar ik meen dat we in het klassement niet op een juiste plaats staan. We zijn meer waard dan dat. En ik ga akkoord met Eric : het eerste grote sleutelmoment in deze slechte campagne is het gelijkspel tegen Litouwen.”

Hoe verklaar je de problemen van de Rode Duivels ?

Deflandre : “We hebben de kern tijdens deze WK-kwalificatiecampagne vaak moeten veranderen. Onze tegenstanders konden veel meer hetzelfde team behouden.”

Goor : “Dat ze me vooral niet komen zeggen dat er meer talent rondloopt bij Servië of Bosnië. Wat ons punten heeft gekost, zijn de blessures, de schorsingen en de slechte vorm van meerdere spelers op belangrijke momenten.”

Aimé Anthuenis krijgt veel verwijten te slikken.

Deflandre : “Daar zeg ik niets over.”

Goor : “Om het even welke trainer die verliest, krijgt kritiek. Die voetbalwet is zo oud als de straat. Wat de mensen ervan denken, is ons probleem niet.”

De enige blunder

Na de schorsing kregen jullie wel een andere behandeling van de bondscoach. Bart werd meteen weer in de selectie opgenomen, Eric niet.

Deflandre : “Ik blijf bij wat ik altijd zeg. Ik blijf beschikbaar voor de nationale ploeg en ik beschouw elke selectie als een voorrecht en een eer. Als Aimé Anthuenis mij passeert, kan ik daar niets aan doen. Hij is de baas en hij zal zijn redenen wel hebben. Hij is groot genoeg om te weten of hij iemand met mijn bagage en ervaring nodig heeft of niet. Ik ben meerdere jaren titularis geweest als rechtsback bij de nationale ploeg en ik denk niet dat ik dikwijls ontgoocheld heb. Het is duidelijk dat men mij heeft willen doen boeten voor mijn rode kaart in Santander. Dat is het leven, hé. Voor mezelf heb ik alvast de volgende zekerheid : die rode kaart is mijn enige blunder in meer dan vijftig wedstrijden met de nationale ploeg. Voorts weet ik wat ik waard ben. Ik heb niks meer te bewijzen, vind ik. Nu keer ik dus, net voor die match tegen Spanje, terug in de selectie. Ik vermoed dat het de bondscoach niet ontgaan is dat ik bij Standard een sterke start kende.”

Goor : “Eric heeft pech dat Anthony Vanden Borre is doorgebroken. Anthony heeft zijn kans gegrepen. Zoveel te beter voor hem.”

Een van de problemen van de nationale ploeg is het gebrek aan leidersfiguren.

Deflandre : “Dat is inderdaad een probleem. Er zitten te weinig jongens met een grote mond in de groep. Alle Rode Duivels hebben een goede voetbalbagage en een uitstekende mentaliteit, maar dat is niet genoeg. Je hebt ook gasten nodig die de groep in beweging zetten. De spelers praten wel met elkaar maar ze schelden nooit op elkaar. Dat is niet normaal.”

Je zou een leider kunnen aanstellen.

Deflandre : “Zoiets improviseer je niet. Daar moet je een speciaal karakter voor hebben. Ik heb het vorig seizoen geprobeerd bij Standard, als kapitein zelfs. Maar dat was geen groot succes, ondanks mijn 31 jaar en al de ervaring die ik opdeed bij Lyon. Ik merk bij mezelf wel zekere leiderscapaciteiten in mijn manier van spelen, maar ik ben niet geschikt om ploegmaats af te blaffen. Bij de nationale ploeg zie ik alleen maar Timmy Simons, Yves Vanderhaeghe of Daniel Van Buyten in die rol. Want eigenlijk zoeken we op dat vlak nog altijd naar de opvolgers van Marc Wilmots en Gert Verheyen.”

Goor : “Als kapitein van de nationale ploeg probeer ik een leider te zijn. Ik waak erover dat er geen stoorzenders in de groep zijn, dat er een goede sfeer is. En ik probeer zo goed mogelijk te spelen.”

Hoe verklaren jullie dat de nationale ploeg zulke verschillende gezichten heeft ? Sterk tegen Griekenland en een paar dagen later onkennelijk slecht in Bosnië-Herzegovina.

Deflandre : “Iedereen heeft gezien dat die Grieken er eigenlijk geen zin in hadden. De Belgen mochten vrijuit voetballen en dat lukte aardig. Maar als er gevochten moet worden, krijg je een ander soort voetbal. Er steekt meer talent dan vroeger in de nationale ploeg, maar het ontbreekt ons aan die vechtersmentaliteit.”

Goor : “Die Grieken hingen in Brussel gewoon de toerist uit. Hun competitie was nog niet begonnen, ze vergenoegden zich ermee de bal te laten circuleren zonder de duels op te zoeken. Aan die wedstrijd hadden de Rode Duivels niets.”

De laatste kans

Bij de wedstrijden in Servië en in Bosnië werden bedenkingen gemaakt bij de voorzichtige tactiek van de Belgen.

Deflandre : “Het waren wedstrijden die we moesten winnen om het puntenverlies van onze thuismatchen goed te maken. Maar we lieten over ons heen lopen. Op één beslissende tegenaanval mikken is een gevaarlijke tactiek. Dan laat je toch wel veel aan het toeval over. In die wedstrijden die de Belgen absoluut moesten winnen, hebben ze hun tegenstander geen moment onder druk kunnen zetten.”

Goor : “Je kunt in zulke matchen toch ook niet met z’n allen naar voren trekken ? Ik denk dat de Belgen in die twee matchen alles gegeven hebben. Om tegen de Serviërs en de Bosniërs te winnen hebben we elf spelers nodig die hun beste conditiepeil bereiken. Dat was nu helemaal niet het geval.”

Kan België Spanje kloppen ?

Deflandre : “We hebben daar zeker de kwaliteiten voor.”

Goor : “Je moet niet op het veld stappen met de vraag of je Spanje kan kloppen. Je moet op het veld stappen met de overtuiging dat je ze zál kloppen. Het is een avond van alles of niets. Ze praten nu al zo lang over de wedstrijd van de laatste kans voor de Rode Duivels. Welnu, dit ís de match van de laatste kans.”

Hoe schatten jullie de kwalificatiekansen voor de Belgen nog in ?

Deflandre : “40, maximaal 50 procent.”

Goor : “10 procent, niet meer. Je moet realistisch blijven en tegelijk er alles aan doen om die 10 procent waar te maken.”

PIERRE DANVOYE

‘de stoppen sloegen gewoon door.’ (Bart Goor)

‘Die rode kaarten waren geen scharnierpunt.’ (Eric Deflandre)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content