KRC Genk pompte naar eigen zeggen 3,5 miljoen euro in de uitbreiding van zijn jeugdcomplex. Roland Breugelmans, hoofd opleidingen van de club, geeft een rondleiding door zijn nagelnieuwe werkomgeving.

In de fris ogende cafetaria van het vernieuwde jeugdcomplex van Racing Genk staat Roland Breugelmans tevergeefs te trekken en te duwen aan een glazen deur. “Schuiven”, lacht Ingrid Nelissen, de architecte die het interieur van de Jos Vaessen Talent Academy uittekende. Breugelmans, hoofd opleidingen van KRC Genk, is nog aan het wennen aan zijn uitgebouwde werkomgeving. De deur die hij uiteindelijk toch open krijgt, geeft toegang tot een bescheiden ruimte naast de cafetaria. Het kamertje is een voorbeeld van de vrouwelijke touch die Nelissen de infrastructuur binnenmoffelde, zegt ze. “De meeste ouders gaan in de namiddag niet met hun kind op café”, aldus de architecte. “Hier gebeurt dat wel, want de zoon moet trainen. Maar broers of zussen hebben huiswerk te maken. Die kunnen dat voortaan in deze ruimte doen, weg van het lawaai van het café.” Nelissen, partner van KRC-bestuurder Jean Biesmans, wijst iets verderop ook naar de opbergruimte voor sporttassen aan de ingang van de cafetaria. “In de vorige kantine zag ik sporttassen kriskras door elkaar op de grond staan. Eigenlijk vroeg ik mij gewoon af hoe een moeder zulke dingen thuis organiseert.”

Wisselwerking

Bij de uitbreiding en renovatie van zijn jeugdcomplex heeft Racing Genk een verdieping gebouwd op het balkvormig gelijkvloers dat al sinds 2002 op een steenworp van de Cristal Arena stond. “Nu hebben we 2500 vierkante meter”, aldus Breugelmans.

Op het gelijkvloers waren er vroeger twaalf kleedkamers, een kantine en het bureau van Breugelmans, dat dienstdeed voor alles en nog wat. Enkel de kleedkamers zijn gebleven. De oude kantine is omgetoverd tot een moderne fitnesszaal en ernaast bevinden zich nu een consultatiekamer voor de dokter van de jeugd, verscheidene ruimtes voor kinesisten en een revalidatiebad. “Dat al die voorzieningen nu ín het jeugdcomplex zitten, op een zakdoek bij elkaar, is een grote troef”, zegt Roland Breugelmans. “Voor een consultatie bij de jeugddokter of een halfuurtje op de hometrainer moesten de spelers vroeger naar het hoofdstadion, aan de andere kant van de straat. Dat was omslachtig, ook omdat er altijd een volwassene de jongens naar ginder moest begeleiden.”

Op de eerste verdieping van het vernieuwde jeugdcomplex is naast een trendy cafetaria ook het moderne kantoor van Breugelmans te vinden, en ruimtes die de jeugdtrainers kunnen gebruiken, bijvoorbeeld om wedstrijdbeelden te tonen aan spelers of om onderling te vergaderen. “Zulke besprekingen tussen jeugdtrainers gebeurden vroeger in een hoekje van de kantine”, zegt Nelissen.

Veel wanden in het complex zijn versierd met voetbalelementen, zoals silhouetten van spelers en links en rechts ook spreuken, bijvoorbeeld: Een fout is pas een fout als je er niets uit leert. Breugelmans springt even binnen in de ontspanningsruimte voor de jeugdspelers, waar een pooltafel en een kicker staan. Ook trots is hij op een kamer die wat gelijkt op een klaslokaal. Sommige jeugdspelers gaan in Genk naar school, maar wonen niet in de nabije omgeving van de club, legt hij uit. Zij kunnen op woensdag, als er ’s avonds training is, hier studeren met een begeleider in de buurt, zo hoeven ze geen tijd te verkwisten aan eindeloos gependel.

De rondleiding eindigt aan een van de vele ramen die uitgeven op de Cristal Arena. “Door voor veel transparantie te zorgen”, besluit Nelissen, “benadrukken we de wisselwerking tussen dit gebouw hier en de Cristal Arena daar. De toekomst van de jeugdspelers ligt in het hoofdstadion, de toekomst van de club in dit jeugdcomplex.”

Face to face

Na de rondleiding legt Breugelmans uit waarom het nieuwe complex vernoemd is naar Jos Vaessen, ex-voorzitter van KRC Genk. “Rond 2000”, aldus het hoofd opleidingen, “vond Jos dat we niet voort konden zoals we bezig waren: met een slechte accommodatie, met velden in Waterschei en Winterslag, met mensen die elkaar een hele week niet zagen. Hij haalde zestig miljoen Belgische frank boven en legde zo de basis van waar we nu staan. We beschikten in 2002 al over troeven die andere clubs in België niet hadden. Zo belandde bijvoorbeeld Dennis Praet hier, hoewel zijn vader een Anderlechtsupporter was.”

Vaessen zag in dat Belgische clubs na het Bosmanarrest vooral met eigen jeugd nog centen zouden kunnen verdienen?

Roland Breugelmans: “Ik denk het. En een jongen die hier opgeleid is, kost in verhouding weinig als je dat vergelijkt met een inkomende transfer van een speler die meteen inzetbaar is in het A-elftal.”

Nu hoeven spelertjes hier niet meer de straat over om naar de dokter te gaan of te fitnessen. Zal Genk daardoor meer en betere toppers maken?

“Een topper maak je niet, een topper begeleid je. En ja, dit zal ons helpen. Tot een hemelsbreed verschil zal het niet leiden, maar als wij hier bijvoorbeeld onze jongens wedstrijdanalyses kunnen tonen, draagt dat wel bij tot het geheel. Alleen is dat niet meetbaar. Vroeger misten we ook een stuk communicatie. Nu zullen jeugdtrainers hier de dokter voor de jeugd vaak letterlijk tegen het lijf lopen. Toen die dokter nog aan de overkant van de straat zat, gebeurde kort overleg via sms’jes of mailtjes. Even face to face praten, dat is ook iets kleins wat winst zal opleveren. Als er nu drie topclubs rond een talent hangen, zullen de ouders en de makelaar misschien overtuigd raken door onze troeven hier.”

Weegt in zo’n situatie het geld niet meer door dan een infrastructuur?

“Als ouders van een zestienjarige geld belangrijk vinden, kan zelfs een gouden tempel hen er niet van weerhouden om voor die centen te kiezen. Maar als Belgische spelertjes op jonge leeftijd bijvoorbeeld naar Engeland gaan en daar niet slagen, keren ze dan door de grote poort terug naar België?

“Als jonge gasten moeten kiezen tussen voetbalclubs zijn enkele elementen belangrijk: een entourage die nuchter blijft, de accommodatie van de betrokken clubs én de vraag of jeugdspelers op tijd hun kans krijgen in de A-ploeg.”

DOOR KRISTOF DE RYCK – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“De toekomst van de jeugdspelers ligt in het hoofdstadion, de toekomst van de club ligt in dit jeugdcomplex.” Ingrid Nelissen, architecte

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content