Natuurlijk hebben ze mee kleur aan het WK gegeven. Maar puur op de resultaten bekeken stelden vier van de vijf Afrikaanse deelnemers zwaar teleur. Zouden ze dan toch dit niveau niet aankunnen ? Analyse.

Van voorbarige conclusies staat de geschiedenis van het voetbal natuurlijk bol. Maar al na ongeveer anderhalve week WK was het voor de meeste waarnemers duidelijk dat de balans voor de Afrikaanse teams negatief zou uitvallen. Natuurlijk hebben de vijf Afrikaanse deelnemers mee kleur gegeven aan dit WK. Maar puur gemeten aan de resultaten presteerden ze ronduit bleek.

Is het niveau van zo’n WK dan nog altijd te hoog gegrepen voor de vertegenwoordigers van het zwarte continent ? Misschien besluiten we dat best niet te overhaast. Een zo zware veroordeling zou namelijk alvast voorbijgaan aan wat ploegen als Kameroen en Nigeria vroeger op de WK-scène etaleerden. Uitgerekend die twee teams blonken in Duitsland uit door hun afwezigheid. Het is ongetwijfeld een van de belangrijkste redenen voor het zwarte debacle op het WK : de beste Afrikaanse ploegen deden gewoonweg niet mee. Vier van de vijf landen die de eer van het continent wél verdedigden, mislukten om meerdere redenen : de sterkte van de tegenstand, de defensieve tekortkomingen, de zwakheid van de doelmannen of kortom amateurisme.

Afrikanen van de tweede keus

Maar dat Afrika niet z’n beste paarden naar de WK-race stuurde, heeft het deels aan zichzelf te wijten. Om een overvolle kalender te vermijden besliste de Afrikaanse voetbalconfederatie (CAF) ergens bij het begin van het millennium dat iedere winnaar van een kwalificatiegroep voor de Afrikaanse landenbeker (CAN) van 2006 automatisch verzekerd was van deelname aan het WK. De tweede en derde van de kwalificatiegroepen dienden zich met de eindronde van de Afrikaanse landenbeker te vergenoegen. Geen WK voor hen.

En zo gebeurde het dat Ivoorkust een ticket naar Duitsland bemachtigde ten koste van Egypte en Kameroen. Twee ploegen die op dit WK beslist op hun plaats geweest zouden zijn. Egypte werd begin 2006 voor de vijfde keer Afrikaans kampioen. En Kameroen verdiende z’n strepen al op eerdere WK’s.

Het strenge Afrikaanse selectiesysteem brak niet alleen deze twee teams zuur op. Ook het sterke Nigeria zag het WK op deze manier aan zijn neus voorbijgaan. Nigeria eindigde op de Afrikaanse landenbeker als derde, achter de finalisten Ivoorkust en Egypte. In zijn kwalificatiegroep voor de CAN had het evenwel Angola moeten laten voorgaan. Zodat niet Nigeria maar het verrassende Angola zich in Duitsland presenteerde.

En wat dan nog gezegd van Senegal ? Dat ontpopte zich op het WK 2002 tot een van de grote revelaties. Vanzelfsprekend had Senegal erbij moeten zijn in Duitsland. Helaas, het zag zich vervangen door het tamelijk onooglijke Togo. Ook Zuid-Afrika – in 2010 de volgende WK-organisator – had wellicht wel iets zinnigs op dit WK kunnen uitrichten, alhoewel stand-in Ghana als enig Afrikaans land de groepsfase overleefde. Terwijl Tunesië – niet echt een uitblinker op het WK – met welgeteld één punt verschil (21 tegen 20) de weg versperde voor Marokko, nog een ploeg die zich in Duitsland beslist niet belachelijk had gemaakt. Hoe sterk Marokko uit de hoek kan komen, demonstreerde het overigens in de Afrikaanse landenbeker. Als enige kon het daarop Egypte in bedwang houden (0-0).

Ivoorkust is uiteraard wél een Afrikaanse topper en reisde weliswaar als debutant maar toch met steile ambities naar Duitsland af. Het kende evenwel de brute pech dat het was ingedeeld in de Groep van de Dood, met Argentinië, Nederland en Servië & Montenegro. Wie zag hoe laatstgenoemde, Slavische equipe zich in die poule naar de slachtbank liet leiden, kan alleen maar medelijden voelen bij de ongenadigheid van de lottrekking voor de Ivorianen.

De lottrekking was de Afrikanen trouwens over het algemeen bekeken niet bijster goed gezind. Nieuwkomer Togo werd niet verwend, want het botste op Frankrijk, Zwitserland en Zuid-Korea, de absolute revelatie van het vorige WK. En Ghana zag evenmin redenen om te juichen over de groep waarin het werd gekegeld, met Italië, Tsjechië en de Verenigde Staten. Per slot van rekening mochten alleen Angola (ingedeeld bij Mexico, Iran en Portugal) en Tunesië (geplaatst tegenover Spanje, Oekraïne en Saudi-Arabië) niet echt mopperen over de lottrekking.

Gezocht : goede doelmannen

Niet alleen had Ivoorkust pech met de uitgelote tegenstanders, ook in de wedstrijden tegen die tegenstanders zelf kenden de Afrikanen tegenslag. Zowel tegen Argentinië als tegen Nederland lagen de Ivorianen niet onder en de nul op zes kon bezwaarlijk billijk worden genoemd.

Maar helemaal vrijuit gaan ze daarom niet. Hoewel Ivoorkust in Duitsland zijn beste team aller tijden op het veld kon brengen, vertoonde het twee schrijnend zwakke plekken. De eerste betrof de post van mandekker in het centrum van de verdediging. Legden de overige drie verdedigers – Kolo Touré en de twee ex-spelers van Beveren, Arthur Boka en Emmanuel Eboué – een vrijwel foutloos parkoers af, de vierde man zag doorlopend alle kleuren van de regenboog. Naar die vierde man was bondscoach Henri Michel al een tijdlang op zoek.

Precies één jaar geleden zagen we Cyril Domoraud aan het werk ter gelegenheid van een wedstrijd tussen Ivoorkust en Egypte in het Félix Houphouet-Boigny-stadion van Abidjan. De 35-jarige speler van Créteil – de oudste speler van de Ivoriaanse selectie – had het in die partij niet onder de markt tegen Ahmed Hassan, vanaf volgend seizoen te bewonderen bij Anderlecht.

Ondanks de kwalificatie voor het WK, veranderde Michel het geweer van schouder voor de Afrikaanse landenbeker 2006. Cyril Domoraud moest in de kwalificatiematchen voor de CAN zijn plaats afstaan aan Blaise Kouassi, ex-Guingamp en tegenwoordig bij Troyes. Maar ook die schonk kennelijk geen voldoening. Geopteerd werd vervolgens voor Abdoulaye Meïté, al speelt die bij Marseille op een heel andere positie. Een gebrek aan ervaring dat Ivoorkust op het WK cash heeft betaald.

Tussen twee haakjes : ook bij de meeste andere Afrikaanse deelnemers aan het WK lieten verdedigers op cruciale momenten steken vallen. Defensief klopte het niet altijd en daar kwamen tegengoals van.

Even vruchteloos is Ivoorkust op zoek naar een goede doelman. Alain Gouaméné, ex-keeper van Montpellier, is nog altijd niet waardig vervangen. In de kwalificatiewedstrijden verdedigde Gérard Gnanhouan het doel van Ivoorkust. Voor de eindronde van de CAN in Egypte werd hij afgelost door Jean-Jacques Tizié, de doelman van Espérance Sportive de Tunis. Maar Tizié wisselt het beste met het slechtste af, net als Barry Boubacar Copa, de spectaculaire keeper van Beveren. Tegen Nederland bleek Tizié helaas meer het slechtste dan het beste uit zichzelf te halen. Gevolg : exit Ivoorkust.

Doelmannen en Afrika, het wil niet te best lukken. Richard Kingston van Angola kroop in Duitsland bijwijlen in de gedaante van een ordinaire vliegenvanger. Kossi Agassa van Togo maakte een allesbehalve betrouwbare indruk. Agassa verscheen op een bepaald moment in beeld bij FC Brussels, op zoek naar een opvolger voor Patrick Nijs. Dat ze daar finaal voor Thierry Cordier kozen, zal elke fan geruststellen die Agassa als een standbeeld zag reageren op twee schoten die de Zuid-Koreanen vanop lange afstand op hem afvuurden.

Zelfs Tunesië betaalde bibbergeld bij elke bal die in de buurt van het eigen doel verzeilde. Meer dan tien jaar konden de Tunesiërs een beroep doen op Chokri El Ouaer, een van de beste Afrikaanse doelmannen van zijn tijd. In 2002 ging hij met pensioen. De veertigjarige Ali Boumnijel werd uit de kast gehaald. Op het WK bewees die dat zijn beste jaren tot het verleden behoren.

Laster en eerroof

De belevenissen van Togo in Duitsland zijn illustratief voor het amateurisme dat het Afrikaanse voetbal regeert. Vooraf dit. Togo hield kleppers als Senegal en Mali uit Duitsland weg. Op de eindronde van de Afrikaanse landenbeker in Egypte brak de ploeg vervolgens niet veel potten. Ze leden nederlagen tegen Congo (0-2), Kameroen (0-2) en Angola (2-3) en mochten inpakken. De kop van bondscoach Stephen Keshi – ex-Anderlecht – rolde : een rechtstreeks gevolg van zijn clash met Emmanuel Adebayor, de vedette die zijn degradatie tot invaller slecht verteerde.

In de plaats van Keshi kwam Otto Pfister. Die raakte betrokken bij het dispuut tussen de spelers en de federatie over de WK-premies. De Togolese voetballers eisten een startpremie van 155.000 euro en 30.000 euro per gewonnen wedstrijd. Een staking dreigde. Pfister gaf zijn ontslag maar werd alsnog op aandringen van zijn internationals opgevist.

Tussen de Togolese federatie en de oudste bondscoach van het WK blijkt het evenwel kwaad kersen eten … De Togolese bondssecretaris Assogbavi Komlam beschuldigde Pfister ervan een drankprobleem te hebben. Waarop de Duitser een klacht neerlegde wegens laster en eerroof.

In die omstandigheden is het al bij al verwonderlijk dat Togo op het WK aan voetballen toekwam.

BRUNO GOVERS & PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content