Vijf jaar heeft Steven Defour zijn truitje natgemaakt voor Standard, maar even dreigde een afscheid in mineur.

Het is zaterdagmiddag en Paul Stefani staat op de stoep voor zijn sportwinkel in Maasmechelen. Drie dagen eerder ging de manager van Steven Defour er nog van uit dat hij vandaag in Lissabon zou zijn, om er de transfer van Defour naar Sporting Lissabon af te ronden. “Ik denk dat die zaak in het weekend rond raakt”, had Stefani er dinsdag nog een goed oog in, maar in het voetbal gaat het altijd anders dan gepland.

De interesse van Sporting Lissabon liep niet via Luciano D’Onofrio, zegt Paul Stefani. “Ik ken Carlos Freitas ( de man die Cristiano Ronaldoaan Manchester United verkocht, nvdr) al jaren. ( toont zijn gsm-nummer) Zij moesten nog iemand verkopen, maar zijn daar niet in geslaagd. Dat hadden ze ook aan Standard gezegd.”

Zaterdagmiddag is Porto in de running. Vrijdag informeerde namens die club algemeen directeur Antero Henrique bij Stefani hoe de situatie van Defour in elkaar zat, en of de speler eventueel geïnteresseerd was in een overstap. Dat is Defour zeker, zegt Stefani: “Drie van de vier halvefinalisten in de Europa League kwamen uit Portugal. Dat zegt veel over de sportieve waarde van die competitie.” Op de vraag of D’Onofrio er voor iets tussen zit dat Porto naar Defour informeert, reageert Stefani gepikeerd: “Waarom denkt ge dat? Porto volgt Steven al langer.”

Vijf jaar

De Belgische makelaar met de langste diensttijd (Stefani is 63) weet onderhand wel hoe de voetbalmarkt werkt. Stefani bracht ooit Gert Verheyen van Anderlecht naar Club voor één miljoen euro. Hij tipte ook Constant Vanden Stock dat hij absoluut Luc Nilis bij tweedeklasser Winterslag moest weghalen. Anderlecht kocht hem voor nog geen half miljoen euro en verkocht hem zes jaar later voor drie miljoen euro naar PSV. En het was ook Stefani die ervoor zorgde dat Marc Wilmots naar Schalke kon.

Bijna zes jaar geleden ontfermde Stefani zich over Defour. “Die had toen een manager aan wie hij een som moest betalen die hoger lag dan wat hij verdiende. Ik heb toen met Stevens schoonvader gebeld, en we hebben dat opgelost.” In 2006 belandde Defour voor anderhalf miljoen bij Standard, nadat een transfer van Genk naar Ajax niet doorging. “De keuze voor Standard was in alle opzichten een goeie zaak voor Steven”, zegt Stefani nog steeds.

“We wisten toen dat Steven in Luik niet het contract kon krijgen dat Ajax hem zou geven, en dat ik niet de commissie zou krijgen die ik bij Ajax zou opstrijken. Toen zei Standard: ‘We kunnen wel een geste doen als hij verkocht wordt.’ Pierre François was daar altijd bij, toen Luciano D’Onofrio met ons sprak. Dat was ook zo de drie keer toen het contract van Steven verbeterd is.”

Uiteindelijk, zegt Stefani, is Defour langer in Luik gebleven dan voorzien. “Het plan was: twee of drie jaar. Hij is er nu vijf seizoenen, en heeft er een fantastisch palmares verzameld. Voor het seizoen heeft hij daarover gesproken met de trainer. De overname of de komst van een nieuwe trainer heeft aan zijn plan niets veranderd. Dit is het geschikte moment om te gaan, als er een goed bod komt.”

Voor Standard speelde Defour in vijf jaar 126 competitiewedstrijden. Eliaquim Mangala is met 77 competitiewedstrijden het nummer twee. Maar veel matchen lijkt Defour voor Standard niet meer te gaan spelen. In de voorbereiding stond hij twee keer één helft op het veld.

Na de overname peilde Stefani bij Pierre François naar de bedoelingen van Standard. “Pierre, die de voorbije jaren altijd bij de besprekingen met Steven en D’Onofrio aanwezig was, zei me: ‘Als er iemand een transfer verdient voor al wat hij voor de club gedaan heeft, is het wel Steven.'”

Visum

In volle voorbereiding op de nieuwe competitie kreeg Stefani telefoon van een Nederlandse makelaar, die namens Lokomotiv Moskou bij Standard informeerde naar Mehdi Carcela en zo bij Defour terechtkwam. “De volgende dag zouden die mensen van Lokomotiv in Luik met Standard praten, en daarna zouden ze ons zien. Op een uur waren ze er met Standard uit, daarna spaken wij met hen in het Luikse Ramadahotel.” Defour kon in Moskou een “héél goed” contract krijgen, zegt Stefani. Voor Standard zou de overgang ook lucratief zijn (meer dan vijf miljoen euro hadden de Russen naar verluidt veil voor de middenvelder). Stefani zou met Defour en diens schoonvader Costa Mbisdikis naar Moskou reizen, maar die reis ging niet door. Stefani’s visum werd geweigerd omdat zijn paspoort maar vijf in plaats van zes maanden geldig was. “Ik heb dat in orde laten brengen, dat duurde een paar dagen, maar in die paar dagen zei Steven plots dat het sportieve plaatje hem minder interessant leek. Steven kiest niet alleen voor het geld. Was het Zenit, Spartak of CSKA geweest, gaat hij waarschijnlijk wel. Zo is dat afgesprongen, ook al heeft de voorzitster van Lokomotiv me achteraf nog eens gebeld om een nog beter voorstel te doen.” Stefani heeft ook niet bij Defour aangedrongen: “Dat doe ik nooit. Ik moet zorgen voor de contacten en het financiële plaatje, maar Steven beslist altijd zelf.

“Na die zaak met Moskou, voor de heenmatch tegen Zürich, heeft de trainer Steven op een ochtend geroepen ( Defour staat op de lijst met speelgerechtigde spelers voor de voorrondes van de Europabekers, nvdr). Hij zou hem laten spelen. ’s Avonds zei hij dat hij nog eens nagedacht had, en dat het beter was dat hij niet zou spelen. Speelt Steven tegen Zürich, en later kan hij naar een ploeg die Champions League speelt, terwijl ook Standard zich plaatst, dan is dat geen goeie zaak voor Steven en voor die kandidaat-koper.”

De tweede geïnteresseerde club was het Italiaanse Udinese. Het contact kwam er via Jorge Vidal, een makelaar die al vaker optrad als manager van Standardspelers (onder meer van Axel Witsel, al speelde hij geen rol bij diens overgang naar Benfica). Vidal had met Giampiero Pozzo gesproken, de grote baas van Udinese die ook een huis in Barcelona heeft en Spaans spreekt. “We zijn een dag na het telefoontje met die mensen gaan praten. Udinese wilde Steven niet zelf, op dat moment was hun selectie volzet. In afwachting dat er ruimte kwam bij hen, wilden ze hem uitlenen aan het pas naar de Primera División gepromoveerde Granada. Ook financieel was het geen goed voorstel voor Steven. Ze zegden vlakaf: ‘Bij ons kom je niet voor het geld, wij zijn een springplank naar de top.’ Toen ik opperde dat ze misschien iets met Standard konden regelen wat het financiële betreft, antwoordden de voorzitters van beide clubs dat de prijs met Standard al vaststond.”

Manchester United

Steven Defour heeft nog altijd de brief waarin Alex Ferguson hem een spoedig herstel wenste. “Fergusons broer, Martin Ferguson was hem het jaar daarvoor twee keer komen bekijken. Dat was twee keer heel erg goed. Toen Standard tegen Liverpool speelde, kreeg Steven in de Engelse kranten 8,5 op 10.” Sindsdien heeft Stefani naar eigen zeggen tientallen managers aan de lijn gekregen met tentakels in het Engelse eersteklassevoetbal, maar qua concrete voorstellen bleef het vorig seizoen, door de opeenvolgende blessures, erg kalm. “Kort voordien was Milan, dat Andrea Pirlo liet vertrekken naar Inter, nog geïnteresseerd. Toen Zidane stopte bij Real, en die club bij Xabi Alonso informeerde, was Steven het alternatief voor het geval de zaak met Alonso niet doorging.” Stefani sprak ook met Liverpool. “In het Sheraton in Brussel, we waren samen met Standard. Liverpool bood toen meer dan tien miljoen.”

Dat Ajax nog eens informeerde, nadat de transfer van Defour van Genk naar Amsterdam was afgesprongen, klopt, zegt Stefani. “Steven had net zijn eerste vijf matchen met Standard gespeeld toen ik telefoon kreeg van Martin van Geel, de toenmalig sportief directeur. Die had de dag daarvoor Steven gezien, toen de scout van Ajax hem meegenomen had. ‘Kunnen we nog praten over Steven?’, vroeg Van Geel. ‘Die krijg je niet meer voor acht miljoen euro’, zei ik hem. ‘Voor zo’n speler willen we wel iets meer doen’, repliceerde hij. Maar Steven zag dat niet zitten. ‘Ik kan dat niet maken, na vijf matchen met Standard toch nog naar Ajax gaan.'”

Dat het vertrek van Defour zo lang aansleept, zorgt bij Standard én de entourage van de speler voor nervositeit. Om de vragen bij de Standardaanhang weg te nemen, gaf Defour vrijdag een interview dat zaterdag in de Nederlandstalige en Franstalige pers zijn standpunt uit de doeken deed. “De mensen denken dat Steven niet wil spelen, maar dat is dus niet zo”, verzekert Stefani. Het interview – waarvoor de speler geen toestemming had gevraagd – kwam niet goed aan binnen de club, die de speler op de vingers tikte. Ook de reactie van José Riga, zondag na de gewonnen wedstrijd tegen Lokeren, was veelzeggend. Toen gevraagd werd of hij nog rekening hield met Defour, verwees hij naar de directie. “Het is niet aan een speler om via de pers te zeggen dat hij fit is.”

In Tribune III hing nog een spandoek met de naam van de kapitein.Velen vinden de manier waarop Steven Defour behandeld wordt niet kunnen, na al die jaren waarin hij zich helemaal gegeven heeft voor de Rouches en zelfs vervroegd uit blessure terugkeerde om de ploeg te helpen. Defour heeft in de afgelopen vijf jaar niet alleen zichzelf, maar ook Standard én de spelers rond hem beter gemaakt, en nu het tijd is om als grote mensen afscheid te nemen, lukt dat niet zo best.

Dat de speler er niet met zijn gedachten bij is en zich niet goed verzorgt, ontkent Defours schoonvader Costa Mbisdikis met klem: “Zondag is Steven op zijn vrije dag nog twee keer gaan lopen. Dat hij zich niet verzorgt zoals het hoort, is larie. Hij zou toch wel dom zijn om zich nu te laten gaan, als er morgen een geïnteresseerde ploeg komt? Steven verzorgt zich tot en met.” Maandag hadden Stefani en Mbisdikis toch weer een constructief gesprek met Standard, dat de speler tot zaterdag de tijd geeft om nog een club te vinden. “Zaterdag weten we waar we aan toe zijn”, zegt Stefani.

Zondagmiddag drong José Riga aan op versterking: “We hebben nog kwaliteit nodig.” Zaterdag weet de trainer of hij er een goeie spelmaker bij krijgt …

DOOR GEERT FOUTRÉ & PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Dat het vertrek van Defour zo lang aansleept, zorgt bij Standard én de entourage van de speler voor nervositeit.

“Na de overname zei Pierre François: ‘Als er iemand een transfer verdient voor al wat hij voor de club gedaan heeft, is het wel Steven. ‘” Paul Stefani

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content