Donderdag is het weer Cercle tegen Club. Voor Tom De Sutter is het zijn eerste Brugse derby in een blauw-zwart shirt sinds hij prof werd, voor Frederik Boi is het een kans om nog eens te scoren tegen de buren. Een gesprek ‘In de Vriendschap’.

Aanvankelijk zou dit gesprek niet doorgaan. Omdat Tom De Sutter geen zin had, liet Frederik Boi ons weten. Maar enkele dagen later veranderde hij van mening en spraken we in het vooruitzicht van de eerste Brugse derby van het seizoen alsnog af in het etablissement ‘In de Vriendschap’ in Sint-Andries. Dat eet- en praatcafé ligt in de buurt waar Boi woont en langs de weg waar De Sutter passeert wanneer hij van het Jan Breydelstadion naar huis rijdt. De eerste (Cercle) is met de Vespa gekomen, de tweede (Club) met de kleine Mercedes-Benz. Beiden drinken ze koffie.

Waarom had je hier eerst geen zin in, Tom?

Tom De Sutter: “Ik geef gewoon niet veel interviews de laatste tijd.”

Waarom niet?

De Sutter: “Ik heb dat nooit graag gedaan en zal dat ook nooit graag doen.”

Vroeger is dat toch nooit een probleem geweest?

De Sutter: “Vroeger kon ik daar niet zo kort in zijn. Nu durf ik meestal wel te zeggen dat ik het niet doe. Ik ben onlangs naar Extra Time geweest, maar het was wel al de vierde of de vijfde keer dat ze het mij gevraagd hadden. De club vond dat het nu het moment was om te gaan.”

Frederik Boi: “Tom is niet iemand die graag in de spotlights staat. Dat zie je aan alles. Er zijn er die willen opvallen, die zich vol zetten met tattoos, maar zo is Tom niet.”

Hou jij van interviews, Frederik?

De Sutter: “Hij vindt dat geen opgave.”

Boi: “Mocht ik elke week drie of vier aanvragen krijgen, dan zou het mij ook snel tegensteken. Maar wij moeten al geluk hebben om een keer in Sport/Voetbalmagazine te raken. In een interview kun je soms wel eens een ei kwijt, kun je al eens dingen zeggen die de mensen anders niet zouden lezen.”

Decompressie

Jullie zijn vrienden geworden bij Cercle, zes à zeven jaar geleden. Gaan jullie nu minder op stap dan toen?

De Sutter: “Minder op stap? We waren veel bij elkaar, gingen wel een keer iets eten met de hele bende, na de match misschien, maar voor de rest…”

Boi: “Voor de geboorte van zijn dochter hebben we nog eens een sortie geplaceerd, maar het was al lang geleden dat we dat nog eens gedaan hadden.”

Kan dat tegenwoordig nog voor een profvoetballer?

De Sutter: “Als dat niet kan, op onze leeftijd, dan is er iets mis, denk ik.”

Boi: “Je moet weten wannéér het kan.”

De Sutter: “Wij overdrijven daar niet in. Op momenten dat het kan, waarom dan niet? Als je er tijdens de week hard mee bezig bent, vind ik dat je in het weekend na de match moet kunnen zeggen: we laten het nu even los.”

Boi: “Mentale decompressie!”

De Sutter: “Dat is ook belangrijk. Het is nodig om soms eens niet met het voetbal bezig te zijn. Hij gaat dan eens kaarten.”

Boi: “Noem bridgen geen kaarten!”

De Sutter: “Dan gaat hij dus eens bridgen.”

Hoe ontstress jij, Tom?

De Sutter: “Ik pak mijn dochtertje vast en ik zie haar lachen, dat is direct ontstressen.”

Is dat geen goed idee voor jou, Frederik?

Boi: “In maart, hé man! Ik ben al aan het aftellen. Want ik ga twee keer in de week bridgen, maar… als je tegen Standard verliest, mag je dat blijkbaar niet doen. Dan praten de mensen daarover en dan krijg ik op Cercle te horen: ‘Er doen weer hele dagen verhalen de ronde dat je niet voor je sport leeft!’ Dan moet je weten dat ik gebouwd heb en in vergelijking met vroeger verschrikkelijk veel thuis ben.”

Leven jullie er nu meer voor dan vroeger?

De Sutter: “Ja. Sindsdien heb ik drie, vier blessures gehad en daar moet ik constant mee bezig blijven om niet weer geblesseerd te raken. Elke ochtend doe ik voor de training drie kwartier tot een uur oefeningen.”

Boi: “Ik zou de gemiddelde mens die zegt dat profvoetballers maar negentig minuten per week moeten voetballen eens dagelijks die oefeningen willen zien doen.”

Doe jij dan ook elke dag een uur extra oefeningen?

De Sutter: “Ik denk het wel.” (lacht)

Boi: “Ik ga eerlijk zijn: bij Leuven deed ik dat, maar bij Cercle doe ik dat niet meer. Omdat we hier zodanig goed, lang en zwaar trainen en omdat al die oefeningen in onze opwarming zitten.”

De Sutter: “Oude zakken zal ik ons nog niet noemen, maar intussen kennen wij ons lichaam toch al wel. Ik zal hout vasthouden, maar sinds ik meer ga lopen, sinds ik extra op inhoud train, ben ik blessurevrij gebleven.”

Boi: “Hij ziet er veel frisser uit en is veel scherper in zijn acties bij Club dan bij Anderlecht. Bij Anderlecht had ik altijd het gevoel dat hij te laat ging komen en nu heb ik het gevoel dat hij een stap sneller is.”

De Sutter: “Ik ben frisser.”

Boi: “Omdat zijn basisconditie nu beter is.”

Derby

Houden jullie van de Brugse derby?

De Sutter: “Natuurlijk. Dat zijn matchen die specialer zijn dan andere. Ik speelde vier jaar bij de jeugd van Club en ik speelde tweeenhalf jaar voor Cercle, ik ken er nog veel mensen. Ik ben sindsdien in Brugge blijven wonen, ook toen ik bij Anderlecht speelde, en bijna al mijn vrienden zijn van hier.”

Boi: “Het eerste bericht dat ik hem na zijn transfer stuurde, was: proficiat, maar besef wel dat ik een historie heb van scoren tegen de Club.”

Je scoorde al twee keer.

Boi: “Twee keer met Cercle en ook twee keer met OHL.”

De Sutter: “Juist, die lob.”

Boi: “Die lob? Een streep van dertig meter! Paal en binnen. De tweede was een blunder van Bojan Jorgacevic in de laatste minuut. Vorig seizoen zouden de Clubsupporters een mars houden ter ere van de laatste derby die er gespeeld zou worden, maar die match werd toen afgelast door de sneeuw. Dat was al een voorteken dat die mars niet nodig was. Cercle-Club is een mooie derby, een derby zonder haat. Er zit wel wat venijn in, maar het is toch heel gemoedelijk.”

De Sutter: “Het is geen Partizan-Rode Ster.”

Boi: “En het is ook niet zoals in Antwerpen. Het leeft enorm bij heel veel Club- en Cerclesupporters, ik geniet ervan om die discussies op Facebook te lezen, maar het is en blijft voetbal.”

De Sutter: “De belangrijkste bijzaak. Iedereen gaat er wel 100 procent voor, misschien zelfs 200, maar het is er niet volledig over zoals ik dat al in bijvoorbeeld Everton-Liverpool zag. Niet op het veld en ook niet onder de supporters.”

Boi: “Cercle tegen Club is natuurlijk David tegen Goliath. Maar het jaar dat wij vierde werden…”

De Sutter: “… en we hen voor de beker uitschakelden…”

Boi: “… waren ze er minder gerust in. Nu is het weer: we winnen met de vingers in de neus.”

De Sutter: “Zo ervaar ik dat toch niet hoor.”

Boi: “De kansen zijn toch niet fiftyfifty.”

Hoeveel dan wel?

Boi: “Zestig-veertig.”

De Sutter: “Jullie spelen wel thuis, hé.”

Boi: “Jullie ook! (lacht)

“Je moet zeggen zoals het is: als voetballiefhebber moet je heel blij zijn dat er bij Club mensen zijn die vooruit willen, die zo professioneel willen werken en die ook in de infrastructuur investeren, want dat komt velen ten goede. Dat ze tien miljoen euro uittrekken om een jeugdcentrum te maken in Knokke-Heist is fantastisch. Het nieuwe stadion had er al lang moeten staan!”

De Sutter: “Ze zullen het zelf financieren en toch mogen ze het niet bouwen!”

Boi: “Op Chartreuse (site in Brugge, nvdr) is het echt wel niet mogelijk, want dan zouden er 200 huizen onder water gezet worden. Maar ik vind het wel de taak van de overheid om mee te werken aan een oplossing en dat duurt veel te lang. Dat is een enorm hiaat. Voor de wedstrijd op Gent was het Cerclevak snel uitverkocht en was er vraag naar nog veel meer tickets. Iedereen wil dat nieuwe stadion zien. Dat geeft een enorme boost.”

De Sutter: “Ik denk dat een betere infrastructuur zou helpen om nog betere spelers naar België te halen. Als iemand als Aleksandar Mitrovic, van wie ik lees dat hij zowat overal naartoe kon, naar Anderlecht komt, dan denk ik dat ook hun fantastisch oefencomplex een troef is geweest. Want uiteindelijk ben je daar elke dag.”

Boi: “Maar ook om het budget omhoog te krijgen. Leuven telt elke thuismatch 900 eters. Wat als je er 3000 kunt zetten? Arsenal haalt uit zijn Emirates Stadium elke thuismatch het jaarbudget van Cercle!”

Druk

Wat vinden jullie van de evolutie die Club de laatste jaren doormaakt?

Boi: “Ze willen de hyperprofessionele toer opgaan, wat het ook kost. Ik zal niet zeggen dat ze over lijken gaan, maar ze weten wat ze willen, wat de weg ernaartoe is, en zó zal het gebeuren. Dat er op die weg weleens een paar dingen tegenvallen, is logisch. Geregeld krijgen ze de wind van voren voor hun beleid, maar ze staan nog altijd recht en doen voort. Er is daar niemand die in een hoekje zit te kniezen.”

Ook Cercle zit in een veranderingsproces.

Boi: “Er is de laatste tien jaar enorm veel geld in het voetbal gekomen, onder meer door de tv-rechten, en…”

De Sutter: “… nu wil zelfs Rupert Murdoch de uitzendrechten van de Belgische competitie kopen!”

Boi: “Mocht ik nu pas beginnen te voetballen, ik zou maar twee of drie jaar in eerste spelen, denk ik. Ik weet niet of ik nu nog aan een carrière zou beginnen. Ik ga overdrijven, maar als je nu drie goeie matchen speelt, ben je al klaar voor de nationale ploeg. En als je vierde match slecht is, kun je niet meer sjotten.”

Heb je het nu over de media?

Boi: “Ja. Ik hoor dat er nu in een bepaalde krant in de puntentoekenning ‘reliëf’ moet zitten. Dus één 7, één 5 en de rest allemaal een 6, dat kan niet meer. Je moet een 3 durven te geven, dan sta je in het flopelftal en dat vinden de mensen fantastisch. Dan lezen ze dat in de gazet en denken ze dat het zo is. Terwijl je van de trainer complimenten krijgt voor diezelfde match. Ik vind de media populistischer geworden. Wie dieper op de dingen ingaat, met oog voor detail, wordt minder geapprecieerd.”

Zorgt wat er in de krant staat en wat de mensen ervan vinden voor extra druk?

De Sutter: “Ik weet zelf wel of ik goed of slecht speelde.”

Boi: “Ik moet zeggen dat ik mij daaraan erger. Als de trainer mij op de tien zet, is dat niet om voor creativiteit te zorgen, maar om voor wat meer evenwicht in de ploeg te zorgen. En als ik niet als een wilde in duel ga met Jelle Van Damme is dat niet omdat hij als een man speelt en ik als een jongetje, maar omdat ik met mijn 67 kilo tegen de 90 van hem nooit een duel tegen hem kan winnen. Dan moet ik slimmer proberen te zijn dan hij.”

De Sutter: “Hoe komt dat? Zit jij niet genoeg in de fitness misschien?”

Boi: “Ik ben 32 en bij de snelste vijf van de groep. Jij heb je duelkracht, ik heb andere kwaliteiten: mijn snelheid, mijn loopvermogen en mijn tactisch inzicht. Maar tegenwoordig krijg je vooral applaus voor een panna of een kapbeweging achter het steunbeen.”

De Sutter: “We leven in een tijd van circusartiesten.”

Boi: “Maar als je zes keer goed staat, waardoor je zes keer een counter tenietdoet, dan heeft niemand het gezien. Dat vind ik jammer.”

Je was begonnen met te zeggen dat er enorm veel geld in het voetbal is gekomen.

Boi: “Ja, zoals vroeger kan het niet meer en dat dwingt ook Cercle om te hervormen. Dan word je afhankelijk van mensen met kapitaal, maar een andere oplossing is er niet. Zonder geld kun je niet investeren en de politiek van Cercle is altijd geweest om zo weinig mogelijk deficit te draaien. Wat je niet hebt, kun je niet uitgeven. Dat merkte ik ook tijdens mijn eigen contractonderhandelingen. Waar het soms om ging, dat was eigenlijk om te gieren en te brullen. De job van Sven Jaecques zou ik niet willen doen. Als je met 2,5 euro moet gaan winkelen, is het niet mogelijk om een topgerecht te bereiden, zelfs al heet je Peter Goossens. Stijn De Smet was op de markt, hij wou graag komen, Cercle was geïnteresseerd, maar het kon zijn transferprijs niet betalen. Elke speler die je wilt halen, kost drie keer meer dan je kunt betalen. Dat moet heel frustrerend zijn. Maar ik denk dat het voor iedereen stilaan duidelijk wordt dat er toch kwaliteit genoeg in de kern zit. Dan is het enorm belangrijk welke trainer je daarop zet. Iemand die zegt: dat zijn de elf, speel maar. Of iemand zoals Lorenzo Staelens, die het voetbal ziet en snapt, die er enorm achter zit en de beste ploeg op het veld zet. De huidige trainer ontslaan in geval van slechte resultaten zou een zwakke keuze zijn.”

De Sutter: “Dat de prestaties van Cercle de laatste weken zijn verbeterd, is volgens mij geen toeval. Hun fysieke inhoud is heel goed. Er is in de voorbereiding een heel goeie basis gelegd voor de rest van het seizoen.”

De fysiektrainer is nochtans dezelfde als vorig seizoen: Wim Langenbick.

Boi: “Ja, maar er is een andere hoofdtrainer. Een die hem volgt. Bij Cercle zit een training nu perfect in elkaar. Dat is top! Onze fysieke basis is fenomenaal.”

De Sutter: “Voetbal- en fysiektraining combineren, het fysieke met plezier trainen, is volgens mij het belangrijkste voor een trainer.”

Boi: “Dat is de gouden sleutel.”

Diploma

Club wisselde halverwege september al van hoofdtrainer. Jij noemde Juan Carlos Garrido in de media een goed mens, Tom. Geen goeie trainer?

De Sutter: “Toch wel. Maar ik noemde hem een goed mens omdat ik dat belangrijk vind. Ik apprecieer Boi ook in de eerste plaats als mens en daarna pas als voetballer.”

Boi: “Je kunt een goeie trainer zijn, maar als je een klootzak bent, zul je er niet geraken. Garrido haalde voldoende punten, maar ik denk dat Michel Preud’homme is gekomen omdat hij plots vrij kwam en het ‘nu of nooit’ was. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat hij honderd procent staat voor no sweat no glory, voor fighting spirit, keihard werken en het truitje nat maken. Maar tot nu toe kon Club mij nog geen enkele keer imponeren. Behalve in de eerste helft tegen Zulte Waregem.”

De Sutter: “En tegen Anderlecht. Maar het klopt dat we nog niet vaak imponeerden.”

Hoe komt dat?

De Sutter: “Door tal van factoren. In het begin waren er veel geblesseerden en speelden we met heel veel jonge jongens. Dan was er de trainerswissel en dat mag je toch niet onderschatten. Een andere invulling van het systeem en een andere manier van werken en van trainen, dat vraagt aanpassing en dus tijd.”

Wat is het grootste verschil tussen Club en Cercle?

De Sutter: “Bij Cercle mocht alles, maar niets moest. Bij Club moet het net als bij Anderlecht goed zijn.”

Boi: “Club is een topploeg en Cercle een familieploeg. Het is gewoon gemoedelijker bij ons. Bij beide wordt er hard gewerkt om er het maximum uit te halen, maar bij Cercle moet je iets meer kunnen relativeren.”

De Sutter: “Heb jij je trainersdiploma nu eigenlijk al?”

Boi: “Ja.”

Het UEFA A-diploma?

De Sutter: “Dus je mag in eerste…?

Boi: “In eerste mag ik assistent-trainer zijn.”

De Sutter: “Ga je ook Pro Licence doen?”

Boi: “Ja, maar pas wanneer ik gestopt ben met voetballen.”

Je wilt trainer worden?

Boi: “Mijn vriendin zegt dat ze het jammer zou vinden mocht ik dat niet doen, omdat ik volgens haar een goeie trainer zou zijn.”

Wat denk jij?

Boi: “Ik ben zeker dat ik geen slechte trainer zou zijn.”

De Sutter: (slaat de handen voor de ogen)

Boi: “Ze zeggen altijd dat ik zaag, maar al wat ik zeg, is altijd om dingen te verbeteren. En wat ik zeg, is toch meestal juist.”

De Sutter: “Maar Belgische trainers komen niet meer aan de bak, Boi!”

Boi: “Pas op: degene die het kunnen uitleggen wel!” ?

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN: KOEN BAUTERS

“We leven in een tijd van circusartiesten.” Tom De Sutter

“Mijn vriendin vindt dat ik een goeie trainer zou zijn.” Frederik Boi

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content