De grote Belgische crossbelofte is weer Beste Jongere.

Niels Albert (Palmans-Cras) won vorige week de Sportmagazinetrofee voor Beste Jongere. De 21-jarige crosser uit Tremelo-Baal ging daarbij wegrenner Francis De Greef en Joeri Adams vooraf, de veldritkampioen bij de junioren. Het is al de derde keer dat Albert de trofee pakt. Ook in 2004 en 2005 werd hij verkozen tot beste Belgische wielerjongere. Dominique Cornu doorbrak in 2006 Alberts perfecte zegereeks – tempobeul Cornu had dat jaar op indrukwekkende wijze het WK tijdrijden voor beloften gewonnen. “Het is heel chic om zo’n trofee te krijgen. Ik ben er fier op dat ik zo gewaardeerd word”, reageert een opgetogen Niels Albert. “Maar ik doe het niet voor de trofeeën, ik werk en train enkel om zo goed mogelijk te worden. Zo’n erkenning is de kers op de taart.”

Tevreden van het seizoen tot nu toe?

Niels Albert: “De start was erg goed. Maar daarna slabakte het: ik werd ziek en voelde de naweeën van mijn valpartijen van deze zomer. Ik moest met lede ogen toezien hoe de anderen wekelijks beter werden, terwijl ik zelf ter plaatse bleef trappelen.”

Vandaar die vreugde-uitbarsting na je overwinning in Gieten.

“Je kan niet geloven hoeveel voldoening die mij schonk. Ik kon eindelijk laten zien dat ik er wél sta. Dat ik echt bij de top hoor.”

De te verwachten commentaar kwam snel: Albert profiteert ervan dat hij een minder zwaar programma rijdt.

“Pff, een Nys die goed is, kan twee dagen op rij een topcross rijden. Ik vind dat flauw. De overwinning in Gieten was niet gestolen: als ik écht top ben, dan doe ik gewoon mee voor de bloemen. En heb ik een mindere dag, dan is een ereplaats het hoogst haalbare. Dat is op dit moment mijn status in het peloton.”

Je hebt je supporters dit seizoen minstens twee grote zeges beloofd. Waar komt de tweede? Opnieuw in Loenhout, waar je vorig jaar zo uitpakte?

“Wie zal het zeggen? Winnen komt altijd onverwacht. Maar Loenhout is een cross die mij zeker ligt. Ik zie me meedoen voor de overwinning, maar het is geen drama als het daar niet lukt. Er komen nog veel mooie koersen dit jaar.”

Je generatiegenoten Zdenek Stybar en Lars Boom schitteren eveneens op jonge leeftijd. Is de kloof tussen de beloften en de elite dan toch niet zo groot?

“De beste beloften kunnen mee met de beroepsrenners. Maar je kan niet verwachten dat ze meteen hun wil kunnen opleggen. Toch wordt het gat met de grote jongens zeker kleiner, al zal het heus nog wel een paar jaar duren voor mijn generatie de fakkel overneemt.”

Dieter Vanthourenhout en de Duitse belofte Philipp Walsleben vervoegen vanaf januari Palmans-Cras. Wat verandert dat voor jou?

“Ik zie alleen maar voordelen. In de jeugdreeksen werkte ik dikwijls goed samen met Dieter. Het is een aanvallende coureur, ik zie hem graag komen. En Philipp is echt een hele goeie. Hij zal alleen maar beter worden nu hij heel het seizoen in Vlaanderen komt koersen. Nee, laat dit team nog een paar jaar rijpen en er staat een ijzersterk blok.” S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content