Het stilleggen van de competitie in de tweede en de derde klasse is een historisch dieptepunt in de geschiedenis van de voetbalbond. Een verrassing ? Niet echt, het zat er gewoon aan te komen. Een terugblik.

Het eerste probleem begint op een zondagmiddag in april 2004 wanneer Rachid Allachi van FC Nieuwkerken Sint-Niklaas en Dédé Ngamunguela van TK Meldert hun identiteitskaart niet bij zich blijken te hebben. Een alledaagse vergetelheid, die hen niet verhindert om te spelen die middag, maar wel een staartje krijgt. In beide gevallen brengt de scheidsrechter, zoals het hoort, de bond op de hoogte. Daar doen ze een vervelende ontdekking : beide spelers beschikken niet over een geldige spelerslicentie en mogen hier eigenlijk niet voetballen.

Dat zit zo. Voor voetballers van buiten de Europese Unie met het statuut van niet-amateur moet vanaf dat seizoen door clubs uit de derde klasse een speciale licentie worden aangevraagd. De bond heeft die maatregel genomen onder druk van toenmalig minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt. Die wil de misbruiken met Afrikaanse voetballers in de lagere afdelingen aanpakken.

Allachi is een Marokkaan, Ngamunguela een Congolees en volgens hun contract zijn ze niet-amateurs. Ze moesten dus een licentie hebben. Omdat Nieuwkerken en Meldert die niet hebben aangevraagd, bestraft de bond hen met aftrek van alle punten die ze met hun niet-EU’er hebben behaald. Een drama, vooral voor Nieuwkerken : dat is in één klap 53 punten en zijn plaats in de eindronde voor promotie naar de tweede klasse kwijt en degradeert nu samen met Meldert naar bevordering.

Beide clubs gaan in beroep. Ze betwisten niet dat ze een fout hebben gemaakt, maar zijn als het ware per toeval tegen de lamp gelopen en eisen nu dat de KBVB álle niet-EU-spelers in de derde klasse onder de loep neemt. Het vonnis brengt ook andere clubs op ideeën : plots weet iedereen bij de concurrentie wel een buitenlander zonder de vereiste licentie zitten en een lawine van klachten breekt los. Al gauw weet niemand nog wie nu kampioen is, wie de eindronde mag spelen en wie degradeert. De KBVB is radeloos en stelt de start van de eindrondes van derde voor onbepaalde tijd uit.

Twee maten en gewichten

Vooral OH Leuven bijt zich vast in het dossier. Het is van oordeel dat kampioen Union bewust de nieuwe reglementering heeft proberen te omzeilen en dient een klacht in tegen de Brusselse club. Die transfereerde in de winterstop de Congolese aanvaller, Fuanda Kinkela, maar vroeg geen licentie voor hem aan. Hoewel hij in Frankrijk als profvoetballer actief was, beweert Union dat het hem als amateur heeft aangesloten. Een speler van buiten de EU is een niet-amateur zodra hij (toen, ondertussen is het meer) 1250 euro per jaar verdient. Verdient hij minder, dan is hij een amateur en valt hij niet onder de nieuwe licentieregel.

Gezien Kinkela’s verleden is dat erg onwaarschijnlijk, vinden ze in Leuven. Bovendien kunnen er volgens het bondsreglement tussentijds geen niet-EU’ers met het amateurstatuut worden aangetrokken : Kinkela moet dus minstens een niet-amateur zijn. OHL duikelt ook een opgenomen telefoongesprek op met Chris Benoît, zijn officieuze makelaar en later nog kortstondig bekend als clubmanager van La Louvière. Daarin verklapt hij dat Kinkela 2500 euro per maand verdient en dat er twee contracten bestaan.

De KBVB weigert de opname als bewijsstuk te aanvaarden. Het sportcomité en het bondsparket verklaren zich onbevoegd en het beroepscomité stelt OHL in het ongelijk. In evocatie ten slotte krijgt de club wel gelijk. Ten dele dan toch, want volgens de evocatiecommissie is niet alleen Union, maar ook de bond in de fout gegaan doordat het de transfer goedkeurde zonder dat Kinkela over een verblijfs- en werkvergunning beschikte. En dus, besluit het vonnis, mag Union niet het slachtoffer worden van andermans fout.

Om de eindronde, maar vooral zijn goede reputatie niet verder in gevaar te brengen, ziet OHL af van de stap naar de burgerrechtbank. Tot vandaag is men in Leuven overtuigd dat men een gewonnen zaak had, mocht men dat, zoals Geel en Namen deze zomer deden, wel hebben gedaan. Gesterkt door de uitspraak in evocatie meent de club nog aanspraak te maken op een schadevergoeding, maar bondsvoorzitter Jan Peeters en secretaris-generaal Jean-Paul Houben verwerpen de claim “om geen precedent te scheppen”.

Op dat moment is de eindronde net begonnen, drie weken later dan voorzien. Nieuwkerken en Meldert krijgen in beroep enkel een geldboete, ook al staat in het bondsreglement alleen puntverlies als sanctie. Wat begon met een laksheid van de KBVB, die niet toezag op de goede naleving van een nieuwe maatregel, eindigt zo met een schending van het eigen reglement.

(Pittig detail : een halfjaar later zal de KBVB in een gelijkaardige zaak precies het tegenovergestelde vonnissen. De Colom-biaan Daniel Cruz heeft op de eerste speeldag zonder arbeidsvergunning gespeeld en Germinal Beerschot verliest de drie punten die het won op het veld van AA Gent. Van vrijspraak of boetes is geen sprake.)

Communautaire lobby

Twee jaar later werkt de KBVB zich opnieuw in nesten. Midden maart 2006 gaat tweedeklasser Beringen-Heusden-Zolder in vereffening. Het stapt uit de competitie en verliest zijn resterende wedstrijden met 5-0-forfaitcijfers. Maar wat met de resultaten van zijn al gespeelde partijen ? Niemand die het weet. Twee volle weken duurt het voor de KBVB met een antwoord komt : ze blijven behouden. Een vreemde beslissing, want in tegenspraak met het bondsreglement en dus tekenen Union, Virton en KVSK United verzet aan. Met succes, want bijna een maand later fluit de bond zichzelf terug. De uitslagen van Beringen-Heusden-Zolder worden nu geschrapt.

Twee dagen eerder heeft een verzoeningsvergadering met alle tweedeklasseclubs plaatsgevonden. Bondsvoorzitter Peeters loopt er met slaande deuren weg en voedt zo de geruchten over communautair lobbywerk. Met zijn eerste beslissing zou de KBVB zijn gezwicht voor druk uit Bergense hoek. De herroeping is dan ook een dikke streep door de rekening : met nog drie speeldagen te gaan springt KVSK United nu over Bergen naar de kop van de hertekende rangschikking. Plots ligt de ambitieuze club van burgemeester Elio Di Rupo niet meer op titelkoers. Bergen is furieus.

Maar dan schiet het geluk de KBVB te hulp. Op de slotspeeldag verliest United op het veld van OHL, waardoor Bergen alsnog onverwachts kampioen speelt. Het Bergense protest verstomt en in Brussel wordt een zucht van verlichting geslaakt.

Zaak van de baan ? Toch niet, want nu ontstaat er discussie over wie naast Lierse, Hamme en United naar de eindronde mag. Op puur sportieve gronden is dat Geel, maar dat is door de KBVB veroordeeld tot degradatie naar derde wegens een poging tot omkoping in de eindronde van het seizoen voordien, ten tijde van de doortocht van Zheyun Ye daar. Geel put alle interne juridische procedures uit en krijgt uiteindelijk van het uitvoerend comité het licht op groen. Coup de théâtre de volgende dag : de bond zélf maakt zijn eigen beslissing ongedaan. De juridische commissie mengt zich in het debat en die vervangt Geel door Waasland.

En nog is het niet afgelopen. Geel gaat niet akkoord en stapt naar de burgerrechter. Die stuurt in kort geding de Kempense club weer naar de eindronde. “Een premie voor corruptie !”, scheurt bondspreses Peeters nogal kort door de bocht, want aan de basis van het onverwachte vonnis ligt een monumentale blunder van de eigen bondsadvocaat. De bond bindt in en met een week vertraging gaat de nacompetitie ten slotte toch van start. Met Geel.

90.000 euro

Waasland heeft geen zin in procedures en legt zich neer bij het verdict. Maar nu duikt ook KV Kortrijk op in het verhaal. Zij zijn op de kar van Bergen gesprongen, dat een procedure bij het Belgische Arbitragehof van de Sport (BAS) is opgestart. Dat oordeelt uiteindelijk – in tegenspraak met de bondsreglementen – dat de KBVB nooit de punten van het failliete Beringen-Heusden-Zolder had mogen schrappen. Niet Geel (wegens verplichte degradatie) noch Waasland, maar Kortrijk (als derde in de rangschikking) zou dan recht hebben gehad op een plaats in de eindronde.

Paniek in Brussel ! Op dat moment is de eindronde twee speeldagen ver, maar als Kortrijk zijn plaats claimt, dreigt alles te moeten worden herspeeld. Kortrijk beslist echter om het conflict niet weer op de spits drijven. Voorzitter Joseph Allijns neemt de telefoon ter hand en laat Jan Peeters weten dat hij vrede neemt met een schadevergoeding. Binnen de kortste keren is dat geregeld. Kortrijk vraagt 75.000 euro, maar de bond betaalt er 90.000. Zó groot is de opluchting dat de horror eindelijk voorbij is.

Tot deze zomer.

Door Jan Hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content