Van de hel naar de hemel in één jaar. In plaats van te vechten voor het behoud voetbalt Charleroi na lange tijd nog eens Europees.

Het is feest in het Stade du Pays de Charleroi. De fans zingen met opengevouwen sjaals de regionale hymne ‘Pays de Charleroi’, spelers en leden van de technische staf omhelzen mekaar en de trainer waagt een dansje. Een voor een omhelst Felice Mazzu zijn spelers, te beginnen met Cédric Fauré die tijdens PO1 amper speelde en misschien vertrekt. Mazzu’s dochter wacht hem op het veld op, tot hij zijn ronde van de spelers gedaan heeft, en dan geeft ook zij hem een knuffel.

Het is een bewogen jaar geweest voor de familie van de trainer. Vandaag is het feest, maar in november werd hij net niet de stad uitgejaagd, toen op de voorpagina’s van de kranten stond dat hij Charleroi zou ruilen voor Standard.

Secretaris Pierre-Yves Hendrickx herinnert zich die woelige dagen nog. “Toen Standard GuyLuzon ontsloeg, zei ik nog lachend tegen Felice: ‘Misschien zal Duchâtelet jou nu bellen.'”

Mazzu gaat in Luik praten, denkt na en beslist dan toch niet te gaan. In Luik zijn ze not amused, de managers die bij de besprekingen betrokken waren, zijn dat evenmin. “Mazzu zat in een proces dat hem oversteeg”, zegt Hendrickx. “Zijn familie was geschokt, de makelaars trokken aan hem langs alle kanten. Die maandagmorgen wachtte hij me om halfacht ’s ochtends op de parking op. We hebben twee uur onafgebroken gepraat, hij apprecieerde dat ik hem niet meteen veroordeelde. Toen hij mijn bureau verliet, was zijn beslissing genomen. Om niet weg te gaan.”

Twee dagen later barst de zaak uit, na een zware nederlaag op Lokeren. “We zaten voor die match twee uur vast in de file, ik moest vanop afstand de autobus een nieuwe route laten nemen, in samenspraak met de politie van Lokeren. Omdat we te laat aankwamen, speelden we zo slecht, niet door de discussie rond Mazzu.” Wanneer de Charleroitrainer de kleedkamer verlaat, wordt hij maar over één ding ondervraagd. Niet over de zware nederlaag.

Zonder Kebano

De affaire is een keerpunt in het seizoen. Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel neemt iedereen samen een nieuwe start, ofwel gaat het recht de afgrond in. “Die zaak was een dubbeltje op zijn kant”, zegt middenvelder Damien Marcq vandaag. “Ofwel herpakten we ons, ofwel vloog de kleedkamer in brand en was het play-off 3 geworden in plaats van play-off 1.” Het wordt het eerste. Charleroi speelt vanaf dan tien wedstrijden zonder nederlaag, klopt Anderlecht, verpulvert Lierse en gaat winnen op Zulte Waregem. Marcq: “We werden euforisch. Alles wat we probeerden, lukte. Plots blaakten we van zelfvertrouwen. Iets té veel misschien, gezien de mindere resultaten na de winterstop.”

Gaat Charleroi het nieuwe jaar in als vierde in de rangschikking, dan verliest het thuis van Cercle en laat het zich uit de beker wippen door diezelfde vereniging. “Het kostte ons een paar weken om zonder Kebano te leren voetballen”, geeft Marcq toe.

In januari zit Neeskens Kebanonamelijk op de Afrika Cup. Zonder hem zwalpt Charleroi. Dat is opmerkelijk, want in het begin van de competitie mocht Kebano niet eens meespelen. Twee maanden lang probeert Mazzu hem ertoe te bewegen om zich te herpakken. “We moesten hem bewust maken van zijn talent, én van het feit dat hij meer prof moest worden”, zegt Mazzu. “Hij kwam bijna elke dag te laat en gaf niet de indruk dat hij zich ten dienste van de ploeg stelde. In het begin van de competitie had ik hem kunnen opstellen, want zelfs op vijftig procent van zijn mogelijkheden had hij het verschil kunnen maken. Maar ik was het zat. Ik heb toen een risico genomen, maar het heeft wel gewerkt.”

Doelman Nicolas Penneteau herinnert zich nog de wedstrijd waarin er bij Kebano iets veranderd was. “Dat was die fameuze uitschuiver op Lokeren. Na die match stapte hij gefrustreerd en boos van het veld. Dat was voor hem het keerpunt. Vanaf toen gingen zijn prestaties in stijgende lijn.”

Met Geraerts

Voor het seizoen start Charleroi met de ambitie om niet te zakken. Na een goeie voorbereiding verandert de ambitie, maar met één op twaalf wordt de euforie plots getemperd. Penneteau, een ervaren krijger uit de Franse Ligue 1, maakt zich geen zorgen over het vervolg. “Ik zag meteen hoeveel kwaliteit er in de spelersgroep zat. Mijn taak was hen dat ook te zeggen en hen gerust te stellen.”

In eerste instantie stelt Mazzu zijn tactisch systeem af op Lynel Kitambala, van wie hij helemaal wild is. Dat werkt niet. Na het gelijkspel tegen Waasland- Beveren gaan spelers en coach samen zitten. Mazzu zet spelers die al aan het zweven waren met de voeten op de grond, stuurt op het veld zijn tactisch systeem bij en de resultaten volgen meteen.

Wanneer een makelaar Karel Geraerts komt aanbieden, vindt Mehdi Bayat dat geen slecht idee: “Een ervaren speler konden we best nog gebruiken.”

Na de moeizame start in januari komt Charleroi op toerental. In de laatste competitiewedstrijd moet Charleroi winnen van Mouscron-Péruwelz en hopen dat aartsrivaal Standard Genk klopt. Nicolas Penneteau: “Bij de tactische bespreking spiegelde Mazzu ons voor dat we zouden winnen en dat we in de laatste vijf minuten zouden horen hoe Standard Genk geklopt had. We lachten daar eens mee. Tot het precies zo liep. We keken naar elkaar en zeiden: ‘Onze trainer is een tovenaar.'”

In play-off 1 kijkt Charleroi zich de ogen uit. De thuiszege in de eerste match tegen toekomstig kampioen AA Gent geeft de ploeg vertrouwen. Vanaf dan loopt het stadion elke keer vol. Na Kebano ontdekt Charleroi een nieuw idool. Kalifa Coulibaly,tot dan tweede keus voorin en soms weggelachen, scoort vijf keer. Hij trekt de ploeg omhoog, terwijl hij in het begin van het seizoen vaak niet eens op de bank zat. Na de match op Standard zit iedereen in zak en as, maar de ploeg herpakt zich. De trainer zegt: “Jongens, een week langer doorgaan: wat is dat over een hele carrière bekeken?”

Het resultaat? Europees voetbal, voor het eerst sinds september 1994 toen Charleroi in de eerste ronde van de toenmalige UEFA Cup sneuvelde tegen Rapid Boekarest. Wie de tegenstander op 16 juli wordt, dat maakt, na 21 jaar afwezigheid op het Europese toneel, niet uit. “Zelfs als het een ploeg uit Wit-Rusland is, gaan we ernaartoe”, roept een groepje supporters.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

“Na de match tegen Mouscron zegden we tegen elkaar: onze trainer is een tovenaar.” Nicolas Penneteau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content