Didier Dheedene (32) heeft het perfect naar zijn zin in Wenen. Met Austria won hij vorig seizoen de dubbel en met zijn verloofde Lary vond hij er nieuw geluk. ‘Ik denk niet dat ik ooit nog in België zal wonen.’

Wenen. Traditie, pracht en praal. Zijn walsen. Muziek. De imposante paleizen van Keizer Franz Joseph. Keizerin Sissi. En het nummer 17 van Austria Wenen, Didier Dheedene. Linksback. Een beetje als Animal in the Muppet Show. Excentriek. Maar misschien past hij juist daarom zo mooi in het plaatje.

We hebben afgesproken om 11 uur op de parking van Austria. “Dheedene ?”, herhaalt de al wat oudere taxichauffeur. “Ja, die ken ik. Vind ik maar zo en zo.” Hij maakt een weifelende beweging met de hand. Een verstokte supporter van Rapid, de Weense aartsrivaal, blijkt even later. Als we de parking opdraaien, staat een glimmende Porsche Carrera ons (gammele Ford Escort) uit te lachen. De kaalgeschoren man achter het stuur zwaait ons toe. De taxichauffeur wijst en mompelt : “Ik denk dat dat je mannetje is, neen ?” We knikken, betalen voor de rit en stappen in de mondaine wereld van een voetballer. Met gierende banden en bonkende muziek scheuren we de Weense binnenring op.

“Ze vinden mij hier een beetje ne rare“, steekt Didier Dheedene lachend van wal. “Ik sta vol tatoeages, heb een kale kop en rijd met een Porsche. Tot mijn grote verbazing stond ik onlangs zelfs in de topdrie van meest sexy spelers van Austria Wenen. Maar het is waar : ik lach graag en ben altijd te vinden voor een grapje. Eens een bekertje water op de deur zetten en van die dingen. Een wildebras ? Misschien omdat ik van extreme sporten houd, zoals bungeejumpen en diepzeeduiken. Eigenlijk alles wat risicovol is, al heb ik wel een beetje schrik gekregen.

“Bij mijn laatste bungeejump, drie jaar geleden in Frankrijk, schoot er iets in mijn rug en daar heb ik twee maanden last van gehad. Ik heb er de trainer toen nooit iets van gezegd, maar voor mijn volgende sprong wacht ik nu maar tot na mijn carrière. Ik ben alleszins van plan om hier in Wenen van de Donautoren te springen. Die is 160 meter hoog. Ik zou ook graag eens van een berg springen. Vreemd eigenlijk, want vroeger was ik een echte bangschijter. Toen ik achttien was, stond ik op de tienmeterplank in het zwembad van Brasschaat. Van schrik ben ik moeten gaan liggen op die plank.”

Kon hij vorig seizoen nog rekenen op een basisplaats in het team dat de landstitel en de Oostenrijkse beker veroverde, in de huidige campagne vergaat het Didi – zijn troetelnaam in Wenen – minder goed. Enkele woordenwisselingen met de nieuwe trainer, Joachim Löw, en de komst van de Nederlandse verdediger Frank Verlaat dwongen hem een stapje achteruit te zetten. Maar Didier Dheedene herpakte zich en inmiddels staat hij alweer een tijdje in de ploeg.

Dheedene : “De Oostenrijkse competitie wordt onderschat. Een voorbeeld : Pasching, een ploeg waarvan wij verloren, heeft er in de Intertotobeker Werder Bremen uitgebonjourd. In Oostenrijk heb je vier grote ploegen : Austria en Rapid Wenen, Grazer AK en Pasching. Aber(lacht om zijn eigen Duitse verspreking) er is niet zoveel geld, dus is het minder professioneel en komen er minder supporters. Er is in Oostenrijk eigenlijk maar één ploeg die geld heeft, en dat is Austria Wenen. Dankzij onze voorzitter, Frank Stronach. Naar verluidt pompte hij al ongeveer 25 miljoen euro in de club, dat is zowat het jaarbudget van Anderlecht.”

Hij overloopt de namen van de spelers : vorig jaar Djalminha, Julio Cesar, Ivica Vastic, nu ook Frank Verlaat, Sigurd Rushfeldt. “Ik denk dat Austria kan meedraaien in de subtop van de Bundesliga in Duitsland. De top is te hoog gegrepen, daarvoor missen we een beetje de cultuur en de mentaliteit van een topclub. We tellen ook te weinig supporters, gemiddeld 6 à 7000 man. Het doel van Austria is absoluut weer die titel te pakken om zo in de Champions League te raken. Dit jaar hadden we pech met de loting. In de voorronde van de Champions League kwamen we tegen Marseille uit en nadien in de Uefabeker lootten we meteen Borussia Dortmund.”

Ondanks het sportieve succes van Austria blijft Rapid de ploeg van ’t stad in Wenen. “Klopt”, zegt Dheedene. “Rapid heeft gemiddeld 18.000 toeschouwers. Weet je, eigenlijk is dat het enige wat ik hier mis : het volk in de tribunes. Zoals op Anderlecht, waar je elke wedstrijd 20.000 man had.”

Austria dankt zijn actuele succes aan Frank Stronach. De multimiljonair bouwde zijn imperium op de Magna-rubberfabrieken en geldt als één van de (invloed)rijkste mensen in Oostenrijk. “Een flamboyant personage”, beschrijft Dheedene zijn voorzitter. “Een heel machtige man, die zijn geld niet alleen in Austria steekt, maar ook aandelen heeft in andere clubs en in spelers investeert. Als het slecht draait, durft hij wel eens in woede te ontsteken. Als hij je niet meer moet, vraagt hij je hoelang je contract nog duurt, betaalt je de rest van dat contract meteen uit en je mag vertrekken. Zo heeft hij het de laatste jaren al met verscheidene spelers gedaan. Dit seizoen is trouwens het eerste dat er niemand werd gekocht tijdens de winterstop. Normaal komen er hier in die periode een stuk of negen toe en gaan er negen weg.”

Niet alleen is er een redelijk spelersverloop, ook de trainers is het bij Austria Wenen niet gegund achterover te leunen. Vorig jaar leidde Christoph Daum, eerder verwikkeld in een drugszaak, de paars-witten naar een mooie dubbel, maar voor dit seizoen moest hij plaats maken voor een andere Duitser, Joachim Löw. Dheedene, nooit verlegen om een grapje : “Als je iets nodig had, kon je bij de trainer terecht. Hij was de ideale man om feestjes te bouwen (lacht).

“Daum was een beetje een filosoof. Voor elke wedstrijd trokken we op afzondering. Om tien uur ’s avonds liet hij ons samenkomen en dan las hij voor uit boeken die handelden over het leven. Soms ook uit de biografie van Mohammed Ali. Dat je moet vechten om iets te bereiken en dat je tegenslagen moet overwinnen… Een uur aan een stuk. Maar of een voetballer dat echt nodig heeft ? In het begin viel het nog mee, maar na enkele maanden was je die verhalen beu. Met Löw nu is het ook niet altijd plezant. Nen Duits, hé. Die zijn vooral gericht op fysieke arbeid en laten weinig ruimte voor het onberekenbare. Weet je welke trainer ik de beste vond ? Aimé Anthuenis. Die heeft me echt beter gemaakt. Hij leerde me onder andere hoe ik meer pressing kon zetten op de aanvaller.”

Wederzijds respect. En : “We weten wat we aan elkaar hebben.” Feit is echter dat Didier Dheedene niet werd opgeroepen door bondscoach Anthuenis voor de oefeninterland tegen Frankrijk. “Ik weet dat Aimé me wel zal bellen als hij problemen heeft”, zegt hij vol vertrouwen. “Hij weet dat ik altijd klaar zal staan. Ik zal nooit ‘neen’ zeggen tegen de nationale ploeg, zelfs niet wanneer ik zesendertig ben. Momenteel komt Austria Wenen op de eerste plaats. Ik voel me hier goed en ik leef graag in deze stad. Bovendien verdien ik goed mijn brood. Dat had ik nooit bij Anderlecht kunnen verdienen. Ik heb van mijn contract bij München 1860 niets moeten afdoen om naar Wenen te komen.”

In Oostenrijk spelen voortaan ook Gunther Schepens, Denis Dasoul en Michael Goossens, maar veel contact is er volgens Dheedene niet tussen de Belgen. “Het is moeilijk om vrienden te maken in het voetbalmilieu. Er zijn heel weinig spelers met wie het echt klikt. Tomasz Radzinski is er één van. We bellen elkaar nog geregeld en ik volg zijn prestaties op de voet. Hij is een vriend voor het leven. We zijn ooit vijf jaar na elkaar samen op vakantie gegaan : een onvergetelijke tijd ! Vorige zomer hebben we het nog eens overgedaan, voor het eerst met onze vriendinnen erbij. Dat was wel een beetje raar… (lacht). Eigenlijk helemaal niet zo plezant (bulderlach).”

Voor hij naar Wenen kwam, had Dheedene het moeilijk om zich door te zetten bij München 1860. Nu loopt het lekkerder, maar kijkt hij nu toch niet met een klein beetje jaloezie naar de acties van Tomasz in de Premier League ? Dheedene berust : “Ik heb altijd gezegd dat de Engelse competitie iets voor mij zou zijn. Maar ik ben, toen ik nog voor München speelde, bij de Bolton Wanderers gaan testen en dat viel tegen. Na München had ik verscheidene aanbiedingen. Ik kon naar Frankrijk of naar de Spaanse tweede klasse. Didier Frenay, mijn manager en vriend, stelde me voor om naar Austria Wenen te komen.”

Austria nam zijn Münchense contract over. “Maar ze waren zo tevreden dat ze me meteen twee jaar optie aanboden. Ik kan hier dus blijven tot mijn 35 jaar. Dit seizoen moet de optie gelicht worden. Zodra dat zeker is, koop ik iets om hier na mijn carrière te blijven leven. Ik beb nog veel vrienden en familie in België, maar ik ben negentig procent zeker dat ik er nooit meer zal wonen. Na mijn voetbalcarrière begin ik hier een zaak en ga ik samenwerken met Frenay. Ik ben al 32, tijd om aan mijn toekomst te denken. Het is niet meer zoals drie, vier jaar geleden zot leven en feestjes bouwen… (lachje). Ik ben trouwens verloofd nu, dan heb je andere verantwoordelijkheden.”

In september wil Didier Dheedene het makelaarsdiploma behalen. En hij is van plan een trainerscursus te volgen, hoewel hij altijd beweerd heeft dat hij nooit trainer zou worden. “Maar ik wil zoveel mogelijk opties openhouden”, zegt hij. “Liefst van al blijf ik voetballen tot mijn veertigste. Fysiek en mentaal voel ik me nog goed, maar je weet dat in het voetbal één verkeerde beweging het einde van je carrière kan betekenen. Als ik stop met voetballen, dank ik dat het van moeten zal zijn. Ik zal nooit zeggen dat ik wíl stoppen.”

In Wenen werd Didier Dheedene een ander mens. Hij is Didi nu. Op en top een levensgenieter. Hij toont ons één van zijn tatoeages : op zijn buik staat een Latijnse spreuk. “Het is niet hoeláng je leeft dat belangrijk is, maar hoé je leeft”, vertaalt hij. Het is zijn nieuwe levensfilosofie.

“Door een aantal tegenslagen in mijn leven heb ik voor mezelf beslist dat ik vanaf nu honderd procent van het leven ga genieten. Ik respecteer iedereen, maar als ik iets wil doen, dan doe ik het, ongeacht wat de mensen ervan denken. De enige voorwaarde is dat mijn voetbal er niet onder mag lijden. Ik drink graag een pintje en zet graag een stapje in de wereld, maar ik let altijd op mijn lichaam. Vier dagen voor een wedstrijd zal je mij ’s avonds laat zeker niet in een bar betrappen. En ik zorg er tegenwoordig ook voor dat ik ’s middags een dutje doe. Ik beweer niet dat ik niet meer uitga, maar het is niet meer tot vijf of zes uur ’s morgens. Daaraan voel ik dat ik ouder word (lacht). Maar ik heb daar geen problemen mee. Ik voél mij nog niet oud.”

door Matthias Stockmans

‘Christoph Daum las ons voor uit de biografie van Mohammed Ali.’

‘Tomasz Radzinski is een vriend voor het leven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content