Spurtbom Tom Steels sukkelt verder van ziekte naar ziekte en dreigt nu ook een domper op zijn ambities voor het klassieke voorseizoen te moeten zetten. En alle bloemen te moeten oogsten in de Giro en de Tour, die hij dit jaar voor het eerst combineert.

Acht maart, vrijdagmiddag. Met een snerpende piep spuit de fax een halve bladzijde met een dringend bericht. Of Tom Steels wil zorgen dat hij maandag tegen half negen op de luchthaven van Zaventem staat ? De vlucht gaat naar Milaan, de taxi naar het trainingscentrum van Mapei-Quick Step. Steels moet er zich aanmelden voor een medisch onderzoek, nu een late griepaanval zijn grootse plannen voor Parijs-Nice in het water deed vallen. “Morgen komt er een persbericht van de ploeg”, verklapt Steels met een zucht. Ziekte stuurt alweer zijn plannen in de war : Parijs-Nice is afgeblazen, Milaan-Sanremo waarschijnlijk ook en misschien komen ook wel de klassiekers in het gedrang.

Ziekte was de afgelopen maanden de constante in jouw wielerleven. Hoe ben je daarmee omgegaan ?

Tom Steels : Makkelijk is het niet, maar ik lig er ook niet voortdurend over te piekeren. Zeker als je klierkoorts hebt, heeft dat geen zin. Je moet uitzieken, punt uit. Dat heeft bij mij een half jaar geduurd, onder meer omdat we het zo laat opgemerkt hadden.

Hebben jouw twee ritoverwinningen in de Tour, achteraf bekeken, de ziekte verergerd ?

Die ziekte-aanval voor de Tour, en het feit dat ik dan toch nog diepgegaan ben en tien dagen heb meegereden, hebben er zeker geen goed aan gedaan. Als het me opnieuw zou overkomen, is er geen haar op mijn hoofd meer dat eraan denkt te starten.

Kan je dat wel maken, twee ritoverwinngen in de Ronde van Frankrijk laten liggen ?

Ik zou het in elk geval doén, want nu heb ik mijn revalidatieperiode nodeloos verlengd. Maar het is niet makkelijk, hé : ik voelde me bij de start al niet zo piep, maar ik won meteen twee ritten en leefde in de euforie. Daarom heeft het ook zo lang geduurd voor ik doorkreeg dat ik écht ziek was. Pas na vijf, zes dagen, toen ik merkte dat ik elke dag minder werd, ondanks mijn goede conditie, werd me duidelijk dat er iets fout zat. Ik blijf ervan overtuigd dat ik zonder die ziekte vertrokken was voor een hele mooie Tour. Zeker met die ploeg, want dat was een van de sterkste waar ik ooit mee reed.

Je was ook vertrokken met de droom van de groene trui.

Als je dan de eerste ritten wint, valt die druk al weg en dan wordt het makkelijker om voor die puntentrui te gaan. Ik geloof nog altijd dat ik de groene trui kan winnen. Twee jaar geleden, tot aan de deklassering in Maubeuge, had ik heb bijna te pakken. Vorig jaar was ik goed op weg tot ik ziek werd.

***

Op de schouw in de sober ingerichte woonkamer staan geen wielertrofeeën te pronken, noch hangen er foto’s van Tom Steels in een magistrale eindspurt. De trofee op de schouw verwijst naar Lobke, het blonde dochtertje van de Steelsen van net een jaar. Enkel de vensterbank verraadt dat hier een wielrenner woont : een sculptuur verwijst naar de Kristallen Fiets, twee gouden colaflesjes naar enkele van Steels’ mooiste ritoverwinningen in de Ronde van Frankrijk. De Omloop Het Volk, een wedstrijd op Steels’ maat gesneden, ontbreekt. Dit jaar kwam Steels overigens niet eens in de buurt van het podium voor de Belgische openingswedstrijd.

Hoe heb je de Omloop Het Volk beleefd ?

Tom Steels : Als je de overrompeling ziet op het Sint-Pietersplein, dat is echt indrukwekkend. In de wedstrijd hebben we gereden tot op de Kwaremont, en daarna voor de overweg gestaan. Maar ik wist bij de start dat ik niet in aanmerking zou komen om de finale te rijden, want ik miste ritme.

Wist jij ook hoe sterk Michele Bartoli was ?

Neen, want in de Ronde van de Middellandse Zee had hij nog gezegd dat hij zich niet zo schitterend voelde. Maar na wat ik in Het Volk zag, ben ik ervan overtuigd dat we in de klassiekers weer een hele sterke Michele Bartoli aan het werk zullen zien.

Bizar toch, hoe de Lotto’s zich op Bartoli miskeken, zelfs na al het werk dat Daniele Nardello verzet had.

Bartoli heeft gewonnen door zijn ervaring en koelbloedigheid in de finale, maar ook door die laatste inspanning van Daniele Nardello na de forcing die Hendrik Van Dijck voerde. Ik denk dat Van Dijck de kapitale fout gemaakt heeft om Bartoli te onderschatten. Dat mag je nooit doen, natuurlijk. Renners van die klasse zijn altijd gevaarlijk in de finale, zelfs als ze erdoor zitten en onafhankelijk van hoe sterk je zelf bent.

Zit Milaan-Sanremo er dit jaar nog in voor jou, nu je verstek moest laten gaan voor Parijs-Nice ?

Neen. Vóór de Primavera moet je minstens Parijs-Nice kunnen rijden, anders mis je het competitieritme. Of ik de andere klassiekers rijd, zal ervan afhangen hoe snel ik na die griepaanval weer op mijn normale niveau geraak. Ik geloof er in elk geval nog in, want de basisconditie is er en dan heb je niet zoveel wedstrijden nodig om weer op niveau te geraken.

***

In de keuken perst het kleine Lobke er nog een magistraal spurtje uit. De fotograaf van Sport Magazine troont Tom Steels intussen mee naar de kelder. Die heeft de spurtbom van Mapei helemaal in het teken van de sport ingericht. “Puur om praktische redenen”, zegt Steels. “Ik wilde niet dat er overal in huis koersbroeken, wielertruien en fietsonderdelen zouden rondslingeren. Nu staat alle fitnessapparatuur en ligt alle materiaal en alle kledij op één plek. Dat maakt het niet alleen makkelijker om thuis op de rollen te fietsen, maar het vereenvoudigt ook mijn taak als ik mijn koffer moet maken voor weer een buitenlandse wedstrijd.”

Je hebt dit jaar wel een héél druk programma, met de Ronde van Italië én de Ronde van Frankrijk. Heeft dat de voorbereiding sterk beïnvloed ?

Tom Steels : Ik krijg minder tijd om te rusten na de belangrijke wedstrijdblokken in het seizoen, want na de klassiekers zal de Giro er al heel snel aankomen. Anderzijds verwacht ik een minder zwaar oefenprogramma, omdat de conditie er na de Ronde van Italië toch zal zijn. Dan moet ik gewoon zien te recupereren en mijn conditie aan te houden. Ik zal dus niet starten in de Ronde van Zwitserland, maar vermoedelijk de Ronde van Zweden rijden.

Hoe belangrijk is de Giro voor jou ?

Het is mijn eerste Ronde van Italië en onze hoofdsponsor is Italiaans. Dat maakt de Giro dus vreselijk belangrijk. Ik mik op een ritoverwinning, maar ik verwacht wel een fundamenteel verschillende ronde dan de Tour. Ik heb al gemerkt dat elke rittenwedstrijd zijn eigenheid heeft. In de Giro zijn, bijvoorbeeld, de finales helemaal anders. Meestal is er nog een beklimming of zijn er nog een paar bochten in de finale, vaak zijn de finales hectischer dan in de Tour. De Giro heeft ook veel meer valpartijen in de finale.

Ligt dat gewriemel jou ? Of heb je er soms toch schrik van ?

Schrik heb ik niet meer, daarvoor heb ik al teveel gezien en meegemaakt. Ik kan risico’s inschatten en ik kan ze aan.

Nochtans heb je ooit gezegd : “In massaspurten beginnen de problemen als niet-spurters er zich in proberen te mengen”. Italiaanse hindernissenfinales zullen toch veel onervaren sprinters in de vuurlinie brengen ?

Waarschijnlijk wel, maar dat komt ook in de Tour of in de Ronde van Spanje wel eens voor. Dan moet je gewoon beter uit je doppen kijken en feller doorzetten, zodat je uiteindelijk toch je eigen spurt kunt rijden.

Italiaanse finales zijn meestal veel nerveuzer dan Belgische of Franse finales.

Omdat er in de Tour van bij het begin gekoerst wordt, terwijl Italiaanse wedstrijden kalm beginnen en dan exploderen in de finale. Zelf verkies ik het eerste scenario, want dan krijg je een natuurlijke selectie en is de groep waar je mee spurt selecter. Maar zoals ik zei, ik ben ook van de Giro niet bang.

Vrees je niet dat je na de Giro uitgeblust aan de Tour begint ?

Het zou me verwonderen. De ambitie voor de Tour is altijd groot, want ik weet wat de Tour betekent. En ook fysiek zie ik geen problemen. Er zijn genoeg renners die bewezen hebben dat het kan.

Een aantal onder hen, zoals Mario Cipollini, stapt na een week in een grote ronde ook wel meestal af.

Omdat Mario Cipollini die keuze gemaakt heeft : hij wil de drie grote ronden rijden en ziet zich alleen presteren in die spurten van de eerste week. Drie keer tien dagen rijden, dat is zijn keuze.

Jij hebt nooit overwegen om Cipollini’s voorbeeld te volgen ?

Neen. Ik vind de Tour veel te mooi om na tien dagen te stoppen. En een ritwinst in de Tour, laat staan die op de Champs Elysées, betekent altijd meer dan een rit in de Ronde van Spanje. Zelfs nu de ligging, zo vlak voor het WK op de kalender, de Vuelta fel heeft opgewaardeerd.

Jij rijdt Spanje niet.

Normaal niet, want er zijn dan veel mooie wedstrijden in België die ik ook graag wil rijden.

***

Tom Steels is gefascineerd door Australië. De Tour Down Under wilde hij ook dààrom niet laten liggen. Drie weken Australië leerden hem hoe je een boomerang werpt. Alleen niet goed genoeg. “Ik had in de tuin met zo’n ding geoefend, en prompt was ik het drie weken kwijt. Gewoon niet meer te vinden. Tot ik vorige week over de akker tuurde achter onze tuin, en daar plots die boomerang zag liggen.” Ook op de salontafel in de ruime leefkamer van de familie Steels slingeren nog drie beschilderde boomerangs rond. Een souvenirtje van drie Australische koersweken, maar ook een kwalijke herinnering aan de gemiste kans op de Olympische Spelen van Sydney 2000.

Je bent dit jaar veel vroeger beginnen koersen dan de voorbije jaren.

Tom Steels : Ja, maar eigenlijk zonder veel getraind te hebben. En ik kan je verzekeren dat dat geen cadeau is. Ik heb die eerste wedstrijden écht afgezien, en recupereren was geen pretje.

Was het jouw idee, of die van de ploegleiding om zo vroeg te beginnen ?

Mapei had het me voorgesteld, maar ook bij mij was de drang behoorlijk groot. Als je zolang buiten strijd geweest bent, wil je zo snel mogelijk weer op die fiets.

Heeft het meegespeeld dat je je eerste wedstrijden in Australië mocht rijden ?

Ik wilde daar inderdaad wel een keer komen. Het land, maar ook de warmte sprak me aan. We zijn helaas niet tot in Sydney geraakt ( lacht).

Sydney was jouw hoofddoel voor 2000. Hoe erg vind je het, dat die klierkoorts jou uit Sydney weghield ?

Het grootste sportevenement ter wereld moeten missen, is geen pretje. Het zouden mijn derde Spelen geweest zijn ( in Barcelona 1992 reed hij de kilometer, in Atlanta 1996 op de weg, nvdr). Maar ik heb de wielerwedstrijd op televisie gezien, en ik zag dat het parcours niet bepaald makkelijk was. Ik denk niet dat ik iets tegen Jan Ullrich had kunnen beginnen.

***

Tot vorig jaar nodigde Tom Steels de journalisten steevast bij zijn ouders uit. Een paar straten verder, in de buurt waar Tom en Leen Steels allebei opgroeiden. “We houden nogal sterk vast aan onze privacy”, zegt Leen. “We woonden hier al bijna twee jaar toen de eerste journalist over de vloer kwam.” Bij moeder Steels prijkten de foto’s en trofeeën wél op de dressoirkast. Tot en met de bekers uit het baanwielrennen, Toms eerste liefde in de wielersport.

Matthew Gilmore en Etienne De Wilde haalden zilver in de ploegkoers. Doet dat je niet watertanden, als ex-pistier ?

Tom Steels : Welnee. Ik heb voor het wegrennen gekozen, en je kunt die twee niet combineren. Ik vind de piste plezant, maar mijn hart ligt bij het wegrennen. Al maak ik daar misschien wel een uitzondering op, als ik met Matthew Gilmore het WK ploegkoers in Antwerpen zou rijden. Dat hangt af van mijn prestaties in de Giro en vooral de Tour.

Waarom ben je alleen in de ploegkoers geïnteresseerd ?

Omdat ik de andere disciplines steeds meer tot het speelterrein van specialisten heb zien evolueren. Zelfs de carrures van de renners die de kilometer rijden, of de achtervolging, zijn fundamenteel verschillend van de onze, omdat ze heel specifiek trainen. En als ik hun tijden bekijk, weet ik dat ik me er maar heel moeilijk tussen zou kunnen wurmen.

Kan het succes van De Wilde en Gilmore de baansport in België nieuwe impulsen geven ?

Weinig, vrees ik, want het was te ver van ons bed. Grote evenementen als het WK in Antwerpen kunnen die baansport wél vooruitstuwen. Al blijft het probleem van het gebrek aan infrastructuur bestaan : België heeft tot nader order geen volwaardige overdekte wielerbaan. De overkoepelde Blaarmeersen in Gent zal de eerste zijn. Laten we hopen dat Belgische renners daar maximaal gebruik van maken.

Blijft het pistewielrennen niet anoniem in België omdat de vedetten de baan schuwen ?

Denk je dat er in Duitsland veel wegrenners op de piste rijden ? Welneen, daar zijn de vedetten juist de pistiers, die koning zijn in hun eigen discipline. In Frankrijk is het net hetzelfde. Je kunt vedetten kweken als je goede renners hebt die internationale resultaten halen.

Je hebt dit jaar zelf één keer op de piste gereden, op het Omnium van de Snelle Pedalen in Antwerpen. Viel dat mee ?

Fietsen voor een goedgevuld Sportpaleis is altijd leuk. Er is enorm veel sfeer en dat maakt het plezant. Zeker als zo je lang weggeweest bent als ik.

***

Thuis voelt Tom zich op zijn gemak. Dat heeft hij na al die maanden gedwongen ziekteverlof duidelijk gemerkt. Op het ruime podium in Milaan, enkele weken eerder, werd hij nog eens met zijn neus op de feiten gedrukt. Tom Steels zat er wezenloos voor zich uit te staren tijdens de drukbezochte persconferentie van Mapei-Quick Step. Rondom hem maakt Bartoli grappen over de zieke Andrea Tafi en dolt Nardello met Stefano Garzelli. De Belgische buitenbeentjes Steels en Bart Leysen, die naast hem zit, wisselen amper een woord. Hij mag zich dan een Mapei-renner voelen, maar de sfeer van het half-Belgische Mapei lijkt toch wel een beetje gebroken.

Halfweg vorig jaar kondigde Patrick Lefevere zijn vertrek naar Domo aan en liet jou verweesd bij Mapei achter. Heb je eigenlijk ooit met hem onderhandeld?

Tom Steels : Neen. Er zijn nooit onderhandelingen geweest. Patrick wist dat ik nog een jaar onder contract lag en dat ik me daaraan wilde houden. Ik denk wel dat Patrick met Mapei-baas Giorgio Squinzi gepraat zal hebben, maar daar was ik in elk geval niet bij betrokken. Het aanbod van Domo is nooit concreet geweest, want dat was onmogelijk. Het heeft weinig zin om voorstellen te formuleren aan renners die nog onder contract liggen. Je wacht beter tot dat contract afloopt.

Je was zelf duidelijk ook geen vragende partij.

Eigenlijk niet. Ten eerste lag ik nog onder contract. Ten tweede heb ik me al die jaren bij Mapei uitstekend in mijn vel gevoeld. En ten derde was ook het afbouwen van de Belgische kern eigenlijk een drogreden. Er waren garanties dat de Belgische kern weer uitgebreid zou worden. Voor co-sponsor Quick-Step is het van groot belang dat er minstens dubbel zoveel Belgische renners in de kern zitten volgend jaar.

Toen Patrick Lefevere met Domo in zee ging, werd er druk gespeculeerd over een Belgische ploeg met àlle Belgische toppers. Vind je het jammer dat het er uiteindelijk niet van gekomen is ?

Neen, want ik zou het niet gezond vinden dat alle sterke Belgen in een ploeg zitten. Als je die competitie tussen al die ploegen in het openingsweekend ziet, dat kan je toch alleen maar toejuichen ? Er moet rivaliteit zijn. En dat Lotto zo fel op de komst van Domo reageert, kan alleen maar het wielrennen ten goede komen.

Maar uitgerekend Mapei heeft het topwielrennen bij momenten op een bijna absurde manier gedomineerd in de voorbije jaren.

Denk niet dat dat vanzelf ging, hé. Aan die dominantie ging veel hard labeur vooraf. Maar ik denk dat de verspreiding van het talent over de verschillende ploegen ervoor zal zorgen, dat de wedstrijden nog mooier worden.

Op de persconferentie van Mapei had ik de indruk dat de Belgische renners zelden betrokken werden in de grappen en grollen van hun Italiaanse collega’s.

Zo’n persconferentie kan je niet vergelijken met, bijvoorbeeld, een ploeg die naar een ronde trekt. In zo’n rittenwedstrijd trekken acht of tien renners voortdurend met elkaar op. Op een persontmoeting is de sfeer veel minder gemoedelijk. Wij voelen ons zeker niet uitgesloten tussen de Italianen, integendeel. Logisch, want Bart Leysen en ik zijn langer bij Mapei dan de meeste Italianen in de ploeg.

Patrick Lefevere moest geregeld zijn invloed laten gelden om de Belgische kern voor de klassiekers niet al teveel af te romen. Eén keer moest hij jou zelfs zonder locomotief naar de Tour sturen. Vrees je niet dat dergelijke taferelen nóg vaker zullen voorkomen, nu de hele leiding Italiaans is ?

Als je met een kern van zes of zeven Belgen zit, is het logisch dat die niet allemaal àlle klassiekers kunnen rijden. Nu zijn er alleen ik en Bart ( Kevin Hulsmans is out met klierkoorts, nvdr), dus daar zal de keuze al minder moeilijk zijn. En over hoe ze mij zullen omringen in die grote wedstrijden : vergeet niet dat ik ook niet de Tom Steels ben van drie, vier jaar geleden. Ze hebben bij Mapei heus wel door dat ik in de Tour of in andere wedstrijden mijn streng kan trekken en ritten kan winnen.

Je gelooft echt dat ook een Italiaanse ploegleider de kaart-Tom Steels zal durven trekken, zelfs als het alternatief Stefano Zanini is, een Italiaan die vorig jaar toch de massaspurt op de Champs Elysées won aan het einde van de Tour ?

Die keuze mag gewoon nooit gemaakt moeten worden. Ik ben Tom Steels, hij is Stefano Zanini en we vullen elkaar perfect aan. We zijn allebei nodig om een goede Tour te kunnen rijden.

Tot nog toe trok Zanini altijd de spurt aan voor Tom Steels.

En dat zal ook zo blijven. Zanini weet als geen ander dat hij zich niet moet fixeren op die ene spurt op de Champs Elysées. Hij weet dat zo’n sprint aan het einde van een ronde helemaal ànders is dan een massaspurt in het begin. Hij beseft maar al te goed dat hij in de eerste week van de ronde altijd tekort zal komen om te winnen tegen Erik Zabel, Mario Cipollini of Jeroen Blijlevens. En ik moet hem écht niet zeggen dat een goede Steels méér kans maakt om wél te winnen. Ik ben intrinsiek gewoon net dat tikkeltje sneller dan Zanini.

Heb je het daar al met Zanini over gehad?

Neen, maar dat hoeft ook niet.

Domo heeft intussen wel de spurterstrein van Mapei uitgedund. Vroeger waren er Bart Leysen, Wilfried Peeters of Max Van Heeswijk die jou tot diep in de finale konden piloteren, Johan Museeuw bracht jou in stelling en Zanini loodste je naar de streep. Hoe erg is het wegvallen van Museeuw en Peeters ?

Vorig jaar hadden we de perfecte trein, veel beter kan je het niet vinden. Maar al bij al is de laatste pion het belangrijkst, en die hebben we nog. Bovendien is Zanini zó sterk, dat hij probleemloos het wegvallen zal opvangen van één of twee andere renners. Maar we zullen wel een andere sprint moeten rijden, want Mapei kan de spurt niet meer lanceren en zeker zijn dat we op 200 meter van het spandoek nog altijd in de ideale positie zitten.

Mapei zal dus minder zijn stempel drukken op de massaspurten dan een jaar geleden ?

Daar kunnen we toch van uitgaan. Maar er zijn genoeg ploegen die er belang bij hebben om op een massaspurt aan te sturen. Ik denk dus niet dat het aantal groepssprinten in pakweg de Tour zal verminderen.

Zie je een andere ploeg die even sterk is als Mapei vorig jaar als het aankomt op het lanceren van de spurt ?

Zeker niet in de laatste kilometer. Maar ook in het verleden waren er niet zoveel van die ploegen. Ik herinner me alleen van Saeco dat ze ooit zo’n trein hadden.

Gezien het enorme publicitaire belang van die massaspurten zou je nochtans verwachten dat sponsors en ploegleiders daar werk van maken.

Dergelijke explosieve durvers met de nodige spurtintelligentie is geen eenvoudige opdracht. Je vindt er niet zo makkelijk vier of vijf van dat kaliber.

Zijn Eric Vanderaerden en Marc Sergeant als ploegleider te vergelijken ?

Het zijn twee absolute tegenpolen als ploegleider, zoals ze dat ook waren als renner. Maar ze doen allebei hun werk, wees gerust.

Wat heeft Vanderaerden dat Sergeant niet had ? En omgekeerd ?

( Denkt diep na) Misschien is Marc een tikkeltje rustiger, hoewel ik ook bij Eric nog maar weinig nervositeit gemerkt heb tijdens de wedstrijd. Maar tijdens de wedstrijdbesprekingen en de voorbereiding kwamen nog maar weinig flagrante verschillen boven water. Marc en Eric hebben allebei een enorme koersintelligentie, die het verschil kan maken in de wedstrijden. Laten we het daarop houden.

Maak eens dezelfde vergelijking tussen Patrick Lefevere en Alvaro Crespi.

De contacten met Alvaro Crespi zijn even goed als die met Patrick Lefevere. Ze leven allebei voor de groep. Het enige verschil is dat er iets minder spanningen zijn met een Italiaan aan het hoofd. Je voelde in het verleden wel dat de Italianen het daar soms moeilijk mee hadden, dat ze rekenschap moesten geven aan een Belg.

Hoe groot is de druk die jij als spurter op je schouders voelt ?

Voor je eraan begint, weet je dat je in een massaspurt evenveel kans hebt om te winnen als om te verliezen. Een goede conditie en een uitstekende voorbereiding van de spurt doen de kansen stijgen, maar er kan nog altijd veel gebeuren, zelfs als er zes man voor jouw werken. Verliezen is een ontgoocheling voor jezelf en voor de ploeg, maar niemand pakt er een sprinter op als hij verliest. Omdat ze weten dat spurten ook technisch een van de moeilijkste disciplines in de wielersport is, en dat één klein foutje het verschil kan maken tussen winnen of verliezen.

Vroeger durfde je je al eens te profileren als een kandidaat-klassiek renner. In jouw recentste interviews lijk je je toekomst weer nadrukkelijker bij de spurtbommen te zien.

Ik heb me altijd een spurter gevoeld, en daarom heb ik ook nooit beweerd dat ik me volledig op de klassiekers zou toeleggen. Hooguit dat ik de combinatie zou proberen. Dat zal wel mijn hele carrière zo zijn. Het klopt wel dat ik beginnen beseffen ben dat ik misschien wel Milaan-Sanremo of Parijs-Roubaix moet kunnen winnen, maar dat ik me na die wedstrijden best concentreer op het rondewerk.

Twee jaar geleden had Yvan Vanmol je er nochtans van overtuigd dat je in de voetsporen van Johan Museeuw zou kunnen treden – en dat je dus echt de klemtoon kon verleggen naar die klassiekers.

Als ik de leeftijd zie van de renners die de klassiekers domineren, denk ik vaak : het kan nog. Maar ik besef ook dat je best in één aspect van de sport kunt blijven uitblinken, en voor mij zal dat altijd het spurten zijn.

Je liet ook al een paar keer uitschijnen dat het voorjaar van 2001 voor jou niet zo belangrijk is.

Omdat ik besef hoeveel conditionele achterstand ik opgelopen heb door de klierkoorts die me zes maanden van de fiets gehouden heeft. Ik weet hoe lastig de voorjaarskoersen zijn, en ik weet dat ik erop afgerekend kan worden als ik nog een tikkeltje conditie tekort kom. In Dwars door België kan ik dan misschien nog aanklampen, maar in de E3 Prijs in Harelbeke ga ik er onherroepelijk af op de Kwaremont. Laat staan in de echte topklassiekers.

Patrick Lefevere hield jou een paar keer weg uit grote wedstrijden waar jij jezelf klaar voor achtte, maar hij jou niet.

Achteraf bekeken vind ik zeker niet dat hij me overbeschermd heeft. Ik had elk jaar een heel mooi programma, en er waren hooguit een paar koersen die ik had willen rijden, waar ik niet aan de start kwam. Ik heb nooit reden tot klagen gehad.

door Frank Demets

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content