Zondagavond is het weer Club-Cercle. In het vooruitzicht van zijn eerste grote Brugse derby: het Brugge van Thomas Buffel in vijf locaties.

Jan Breydelstadion Olympialaan 74, 8200 Sint-Andries (Brugge)

“Als tweedejaarspreminiem verhuisde ik van Daring Ruddervoorde naar Cercle Brugge. Zowat heel België was toen in mij geïnteresseerd, maar mijn vader was Cerclesupporter en bracht mij onder bij zijn favoriete vereniging. Het was een fijne tijd. Cercle had toen de beste jeugd. We zijn een paar keer kampioen geworden en ik kan mij niet herinneren dat ik ooit een Brugse derby verloor.

“Er zitten ook Clubmannen in onze familie. Mijn oom ( Antoine Vanhove, nvdr) is jarenlang eerste bestuurslid van Club Brugge geweest, chapeau voor de manier waarop hij de club uitbouwde tot wat hij nu is. En ook de broer van mijn vader is een Clubsupporter. Dat zorgde wel eens voor animo, maar ik voelde daar nooit iets van. Het was ook altijd goedwillend en nooit heftig.

“Ik herinner mij nog de trainingen op terrein 7 of 8 om zeven uur ’s avonds. Ik zie slijk, donkerte, regen, pittige oefeningen en veel plezier. Tijdens de wedstrijden om twee uur de zaterdag-namiddag was het in mijn herinnering precies altijd wat zonniger. Rond het veld stond altijd veel volk, stimulerende ouders en supporters.

“Mijn vader had een abonnement en van jongs af aan ging ik met hem mee naar de eerste ploeg kijken. Dan groei je daar als kind snel in mee. Later kreeg ik als jeugdspeler een abonnement in de spionkop. Daar zorgden we mee voor de goede sfeer.

“Ik ben ook ballenraper geweest. Dat was leuk omdat je dichter bij het veld zat om de wedstrijd te volgen. Dan was het telkens spurten voor de beste plaatsen. Ik stond graag achter het doel met zingende supporters in mijn rug en met veel spannende momenten: is de bal over de lijn of niet?

“Als jeugdspeler droom je ervan om ooit op het veld te staan met de eerste ploeg. Bij mij is dat er toen niet van gekomen omdat ik op mijn zestiende naar Feyenoord vertrok. Als ik dan nog eens kwam kijken, dacht ik: ooit zal ik daar toch nog wel eens tussen lopen, maar wanneer zal dat zijn? Nu speel ik hier dus. Een jeugddroom is daarmee gerealiseerd.”

Frituur Carlos

Gistelsesteenweg 526/Z, 8200 Sint-Andries (Brugge)

“Na de wedstrijd bleven de ouders napraten aan de toog, terwijl wij buiten nog wat voetbalden. Meestal kregen we snel honger en vaak gingen we dan een bakje friet of een hamburger halen in Frituur Carlos op de markt van Sint-Andries. De uitbater is een Cerclesupporter. Maar onderweg kwamen we voorbij een frituur van een Clubsupporter ( Frituur ’t Stadion, Gistelsesteenweg 503, nvdr). Het gebeurde wel eens dat we daar dan een beetje sfeer creëerden. Het zou kunnen dat we een keertje te heftig te zijn geweest en misschien een paar keer op de ruit hebben getikt. In elk geval moet die man gedacht hebben: ik pak ze terug. Want toen we op de terugweg nietsvermoedend voorbij slenterden, stormde hij via een achterpoortje naar buiten. Een vriend van wie de startsnelheid iets te laag was, werd gegrepen. ‘Onze vriend is ontvoerd in ’t frietkot!’ Toen we met onze ouders terugkeerden, stonden er twee zwaantjes voor de frituur. We hebben daar eens goed mee gelachen en het is uitgepraat. Maar ik begrijp die frituuruitbater wel, hoor ( lacht).

“Op het voetbal staken we veel kattenkwaad uit. Dat moet toch kunnen? Je bent jong en moet de grenzen leren kennen, aanvoelen wanneer je tegen de lamp loopt en wanneer niet. Het was een leuke bende.

“Ik hou er nog altijd van om een grap uit te halen. Onlangs slaagde ik erin om een van mijn beste vrienden, een hevige Cerclefan, voor zijn verjaardag nietsvermoedend met een Clubsjaal om de hals binnen te loodsen in een zaal waar dertig man op hem zat te wachten ( lacht).”

’t Zand

“Als het goed weer was en als ze in de stemming waren, trokken de ouders na de wedstrijd soms ook nog eens de stad in. Dan speelden wij op het grote plein van ’t Zand. Rond de fontein stonden vaak Chinezen foto’s te nemen. Het gebeurde dat iemand van ons dan in de fontein klom en boven op een pilaar ging staan. Dan vroegen we aan een Chinees of we hem met zijn toestel mochten fotograferen voor de fontein. Eens terug in China merkte die dan dat niet hijzelf op de foto stond maar wel onze vriend boven hem op de pijler. Dat waren echt wel leuke momenten.

“Later ben ik ook geregeld uit geweest op ’t Zand. Daar had je destijds café Break. In het begin dat ik in Nederland speelde, kwamen mijn ouders mij daar de zaterdag na de wedstrijd halen en dan zocht ik ’s avonds in de jeugdcafés op ’t Zand mijn vrienden op die ik een hele week niet had gezien. Vrienden zijn altijd belangrijk geweest voor mij. Mijn ouders kwamen mij dan oppikken om twee à drie uur. Ik dronk in die tijd heel weinig bier, nooit ben ik zat naar huis gegaan.

“Nu ik daar in de buurt op een appartement woon, kom ik regelmatig in café ’t Zandpoortje op ’t Zand. En in Punta Est ( Predikherenrei 1, nvdr) ga ik soms voetbal kijken. De uitbater is een Clubsupporter die dit seizoen twee Cercleabonnementen kocht.”

Sint-Franciscus- Xaverius-Instituut

Mariastraat 7, 8000 Brugge

“Lager onderwijs volgde ik in Ruddervoorde, mijn middelbaar deed ik bij de Frères. Dat de Broeders Xaverianen daar destijds Cercle Brugge oprichtten ( in 1899, nvdr), was niet de onderliggende reden. Het was gewoon praktisch. Het Sint-Franciscus-Xaverius-Instituut lag op wandelafstand tussen mijn moeders en mijn vaders werk in.

“De dagen dat ik moest trainen, bleef ik tot zes uur in de studie. Daarna ging ik naar mijn moeders werk. Zij was hoofd van C&A Brugge, Roeselare en Oostende, ze werkte tot halfzeven en voerde mij dan naar de training van zeven uur. Moest ik niet trainen, dan ging ik na schooltijd naar mijn vader op de Gezinsbond. Hij werkte tot halfvijf.

“Vlakbij de school was er een snoepwinkeltje. Nu wordt er meer tabak en drank verkocht ( Jerry’s Cigar Bar, Simon Stevinplein 13, nvdr). Ik stopte er wel eens om snoep te kopen. Als mijn moeder mij ’s ochtends naar school bracht, vroeg ze mij: ‘Heb je nog geld op zak?’ Ik zei dan altijd dat het op was. Dan kreeg ik nog wat extra.

“Ik zat vier jaar bij de Frères, daarna vertrok ik naar Feyenoord. Ik kende er veel mooie momenten. Het laatste jaar zaten er een paar mondige types in de klas die toch wel geregeld voor animo zorgden. De directeur stond meermaals aan ons lokaal om alles in de gaten te houden. Een vervangleerkracht is zelfs moeten vertrekken omdat ze ons niet aankon. Ik vond het leuk om in die klas te zitten. Ik lachte graag mee, maar met een leerkracht haalde ik nooit een stoot uit.

“Wat ik mij wel nog herinner, is dat we een keer gaten in het plafond hadden getrapt. Dat was net gebeurd op de vooravond van de opendeurdag en net op de plaats die als ingang zou dienen. Broeder Demon, de directeur, was in alle staten. We werden op het matje geroepen en moesten opdraaien voor alle herstelkosten.

“Mijn ambitie op school beperkte zich tot zorgen dat ik altijd net geslaagd was. In plaats van een uurtje extra te studeren, verkoos ik wat meer buiten te spelen. Mijn ouders hebben mij wel eens een schop onder mijn kont moeten geven, maar het is niet omdat je tachtig of negentig procent behaalt dat je slimmer bent natuurlijk ( lacht).”

De Markt

“Toen ik bij de Frères zat, kwam ik elke dag op de Markt voorbij. Zeker bij mooi weer kon ik ervan genieten om er bij het drinken van een blik cola de toeristen om mij heen gade te slaan.

“De Markt oogt spectaculair met het belfort, maar Brugge is veel meer dan zijn grote marktplein. Ik vind het bijvoorbeeld leuk om eens de fiets te nemen en gewoon door de smalle steegjes en voorbij de kleine huisjes te rijden waar geen toeristen te zien zijn. Als kennissen uit Nederland of Schotland bij ons op bezoek komen, neem ik ze soms mee op een koets voor een ritje door de binnenstad. Voor een feestje zorgde ik ooit voor een paardentram voor twintig à dertig mensen. Iemand die goed moppen van Basiel kan vertellen, amuseerde ons toen heel de rit. Toen ik nog bij Glasgow Rangers speelde, kwam ik wel eens voor een dag of twee af. Dan nam ik ’s ochtends een ontbijt in de stad, maakte ik een wandeling en ging wat familie bezoeken. Als ik dan ’s avonds terugvloog, had ik echt het gevoel weer in Brugge te zijn geweest. Brugge is mooi. Ik hou wel van Brugge, vooral van Cercle Brugge ( lacht).” S

door christian vandenabeele – beelden: jonas hamers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content