Dieumerci Mbokani begint aan zijn tweede verblijf bij paars-wit en dat is, gezien zijn eerdere doortocht in het Astridpark, een mirakel. ‘Ik heb veel gehuild bij Anderlecht.’

Dit voelt als thuiskomen”, verklaarde een scherp ogende Dieumerci Mbokani met een brede glimlach toen hij vorige week werd voorgesteld in het Constant Vanden Stockstadion. Die uitspraak is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Een duik in het archief leert ons immers dat er een tijd is geweest dat de nu 25-jarige spits anders dacht over de club waar hij een contract voor drie seizoenen tekende.

Malaise

We beginnen met een greep uit een interview met Mbokani in Het Nieuwsblad van 23 mei 2007: “Anderlecht heeft me niet goed behandeld. Ik ben gedegouteerd door wat het in april deed. Volgens mijn contract had ik recht op een wagen en een appartement. Maar omdat de moeder van een jeugdspeler uit Ivoorkust overkwam, moest ik weg uit mijn appartement. Ik logeer nu al twee maanden in een hotel. Ik heb veel gehuild bij Anderlecht.” Volgens Herman Van Holsbeeck was de beslissing om Mbokani uit zijn appartement te zetten nodig om hem wakker te schudden. “Pas toen is de déclic in zijn hoofd er gekomen.” Feit is dat Mbokani in die periode van coach Frankie Vercauteren zijn kans krijgt in de basiself. En niet zonder succes: hij scoort tegen Roeselare (0-5), maakt een hattrick tegen Beveren (8-1) en speelt erg sterk thuis tegen Standard (1-0). Anderlecht pakt dat seizoen 2006/07 de titel met een veelbelovende Mbokani in de rangen.

Bij paars-wit zijn ze tevreden dat de spits zich eindelijk in positieve zin heeft laten zien. Ze weten echter ook dat hij het niet altijd te nauw nam met de regels en dat zijn gedrag soms de wenkbrauwen deed fronsen. Zo gaat het verhaal dat Mbokani ooit een barbecue organiseerde … in zijn appartement. Wat er ook van zij, Daniel Renders, destijds trainer van de reserven bij Anderlecht, bevestigt in ons zusterblad Sport/Footmagazine dat het tussen paars-wit en Mbokani niet altijd van een leien dakje liep: “Mbokani heeft zich bij Anderlecht niet altijd professioneel gedragen. Hij was soms niet geconcentreerd, kwam te laat op training. Ik denk ook dat hij zich makkelijk laat beïnvloeden door zijn entourage, die maar niet begreep waarom hij geen titularis was. Hij is dan ongeduldig geworden en in plaats van hard te werken heeft hij zich laten gaan.”

Bij zijn overgang naar Standard in de zomer van 2007 slaken ze in het Astridpark dan ook een zucht van verlichting, maar Anderlechtscout Werner Deraeve, die Mbokani naar Brussel haalde, is op dat moment niet bepaald gelukkig. “Hoe moet je zijn vertrek verklaren? Hij paste niet in de plannen van Vercauteren. Bij Frankie moet je braaf en stilletjes zijn, anders krijg je je kans niet. Wij hebben er altijd op aangedrongen om Mbokani te houden, maar de technische staf wilde hem niet. Dat hij vaak te laat kwam op training, hielp hem niet, maar hij is geen slechte jongen, veeleer verstrooid.” Geconfronteerd met die woorden, reageerde Vercauteren destijds gepikeerd: “Als anderen de verantwoordelijkheid bij Vercauteren willen leggen, verbergen ze zich. Maar ik ga mensen niet confronteren met de werkelijkheid. Ik wil en ik kan daar niet over praten.”

Wie er wél over wil praten, is Mbokani zelf. In de Waalse krant La Gazette des Sports komt hij in januari 2008, op het moment dat hij met Standard op weg is naar de titel en Vercauteren bij Anderlecht net vervangen is door Ariël Jacobs, nog eens terug op zijn passage in Brussel: “Volgens mij balen ze bij Anderlecht dat ik er niet meer ben. Spijtig voor hen. Zij zijn verantwoordelijk. Vindt u het normaal dat een jongen als Vadis Odjidja naar Hamburg gaat? Ik ben heel blij voor hem, want het is mijn vriend, maar ik stel vast dat hij, ik en ook Roland Lamah een goed voorbeeld zijn van de malaise bij Anderlecht. Het is een club waar jongeren niet gerespecteerd worden. Wij hebben er dingen meegemaakt die menselijk onaanvaardbaar zijn. In die mate dat ik er liever niet meer aan terugdenk.”

Ongeduld

In Luik vindt Dieumerci Mbokani met Michel Preud’homme een coach die hem van nabij opvolgt, de dialoog met hem aangaat en begrip opbrengt voor zijn ‘verstrooidheid’. Preud’homme is er ook van overtuigd dat zijn spits nog een grote groeimarge heeft. “Als hij zo blijft evolueren, kan hij het hoogste niveau aan. Daarmee bedoel ik dat hij misschien in de buurt kan komen van iemand als Didier Drogba“, verklaart de Luikse coach in dit blad. Ook toenmalig technisch directeur Dominique D’Onofrio houdt zich naast het veld met de jonge Congolees bezig. “Het is een jongen die aandacht vraagt, meer dan iemand anders. Waarom? Omdat hij een groot hart heeft en altijd zijn naaste wil helpen. Dat maakt dat hij ook heel beïnvloedbaar is. Zijn Congolese entourage heeft soms een nefaste invloed op hem. Ik probeer hem zo goed mogelijk in de gaten te houden.”

Dat hij graag terugkeert naar Congo, waar nog een groot deel van zijn familie verblijft, is geen geheim. Zijn zus Jennifer Ilito, die in Brussel woont, zegt daarover in Le Soir: “Telkens als hij er terugkeert, plukken ze hem kaal. Hij is namelijk genereus van aard. Daarom heeft hij een stichting in Kinshasa die arme kinderen helpt. Er is daar ook een club waar hij erevoorzitter van is.”

Vaak blijken ‘privéproblemen’ aan de basis te liggen van het soms weinig professionele gedrag van de aanvaller, maar wat die problemen juist zijn, lijkt niemand te weten. De speler zelf is tegenover de media geen open boek, een interview met hem – als hij al komt opdagen – is geen geschenk. Mbokani trekt een muur van mysterie rond zijn persoon op. Bij Le Soir proberen ze in mei 2009, wanneer Standard op een zucht van zijn tweede titel in twee jaar tijd staat, die muur te slopen. Of er toch ten minste een paar stenen uit te slaan. Daarvoor leggen ze hun oor te luisteren bij Siramana Dembélé, die over zijn ex-ploegmaat het volgende kwijt wil: “Alles buiten het veld, zoals de theoretische uiteenzetting en de pers, dat interesseert hem niet. Hoe meer een coach praat, hoe minder Dieu ermee gediend is. Hij is een introverte kerel. Voeg daar zijn verlegenheid aan toe en dan krijg je iemand die in een groep niet opvalt. Als er een probleem is in de kleedkamer, geeft hij nooit zijn mening uit vrees om iemand tegen de haren in te strijken. Maar als hij tevreden is, laat hij het wel merken.”

Dat hij niet alleen zijn tevredenheid toont, blijkt na de verkiezing van de Gouden Schoen 2008, wanneer hij, slechts zesde in de eindstand, spreekt over “racisme”. Vanaf dat moment, januari 2009, steekt hij niet meer onder stoelen of banken dat hij het gehad heeft in ons land. Hij voelt zich hier niet naar waarde geschat. “Ik wil weg uit België, liefst nog tijdens deze winterstop en zeker op het einde van het seizoen.”

Mbokani’s aandeel in de tweede opeenvolgende titel van Standard na testwedstrijden tegen Anderlecht (1-1, 1-0), waarbij hij in het Astridpark de gelijkmaker scoort en op Sclessin aan de basis ligt van de door Axel Witsel omgezette penalty, is enorm. Het seizoen erna is er voor de Congolees echter te veel aan: hij kan zich alleen nog maar opladen voor de Europese wedstrijden en hij gruwelt van play-off 2, waar een te gemakzuchtig Standard in verzeild raakt. Langzaam krijgt hij het etiket ‘arrogant’ opgekleefd. Zijn zus Jennifer Ilito vindt dat onterecht. “Hij is dat helemaal niet. Hij weet gewoon wat hij waard is. Dat is de manier van leven in Afrika. Op ons continent zijn de mensen niet bang van hun talent en aarzelen ze niet om te zeggen dat ze de beste zijn. In België is men dat discours niet gewoon. (…) Toen Dieumerci jong was, dacht hij uitsluitend aan voetbal. Hij wist toen al dat hij van het voetbal zou kunnen leven. Soms moet je hem wat intomen: hij kan nogal onstuimig zijn. Als hij iets wil, wil hij het onmiddellijk. Hij heeft graag dat het dan vooruitgaat. C’est un impatient.”

Enthousiasme

Na mislukte passages bij AS Monaco en VfL Wolfsburg heeft Mbokani’s ongeduld om België de rug toe te keren vreemd genoeg plaats gemaakt voor een hernieuwd enthousiasme over ons land. En zo mogelijk nog vreemder: ook over Anderlecht …

Wie zich ongetwijfeld in de handen zal wrijven met de komst van Mbokani, is coach Ariël Jacobs. Die gaf in 2008 al in Sport/Footmagazine te kennen: “Na Standard-Liverpool heb ik aan Herman Van Holsbeeck gezegd: ‘Herman, we zoeken een spits en ik heb er een op tv gezien die alle kwaliteiten heeft die we nodig hebben.’ ” Jacobs sprak die woorden ten tijde van de dramatische uitschakeling tegen BATE Borisov, toen Nicolás Frutos in de lappenmand lag en alle heil moest komen van de nieuwelingen Matías Suárez en KanuRomelu Lukaku was nog maar vijftien. Op zijn 25e heeft Mbokani ongetwijfeld nog steeds voldoende voetbalkwaliteiten, de vraag is alleen hoe hij geëvolueerd is naast het veld.

door steve van herpe

“Het is een jongen die aandacht vraagt, meer dan iemand anders.” Dominique D’Onofrio

“Anderlecht is een club waar jongeren niet gerespecteerd worden.” Dieumerci Mbokani in 2008

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content