Dirk Huyck praat over Propere Handen: ‘Ik las vanalles dat niet klopte, maar kon me niet verdedigen’

© koen bauters
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

De affaire Propere Handen en de vermeende omkoopzaak tijdens de wedstrijd Waasland-Beveren – KV Mechelen hakte in op het leven van voorzitter Dirk Huyck en de clubwerking. Nu praat hij er voor het eerst (en het laatst) over. Een openhartige getuigenis. ‘Ik las van alles dat niet klopte, maar kon me niet verdedigen.’

We zijn daags voor de opener van het nieuwe seizoen van Waasland-Beveren op de Freethiel. Maanden is hij hier weg gebleven, de voorzitter van de club, een tijdlang verdacht van omkoping. Vrijgesproken over de hele lijn dwaalt hij ergens door de catacomben, zegt een medewerker. Er ligt werk op de plank. Veel werk. Waasland-Beveren heeft tijd (en geld) verloren en die moet nu worden ingehaald. Maar tussendoor maakt Dirk Huyck ruimte om nog een keer op de hele zaak in te gaan. Voor het eerst uitgebreid, gestructureerd, maar tegelijk ook voor het laatst. Vanuit het hart, vol emotie. Want een emotioneel man zal hij altijd blijven, ook al gaat hij zichzelf in de toekomst ‘wat inkapselen.’ De affaire heeft hem geraakt, maar ‘ik zal altijd Dirk Huyck blijven.’

Met niemand praten, geen telefoon, geen horloge… Zo’n cel is akelig: klein, leeg, een dun matrasje en een boterham in plastic die niet lekker is.

Dirk Huyck

Laat ons terug gaan naar de ochtend van 10 oktober.

Dirk Huyck: ‘Een dag die ik nooit ga vergeten. Ik stond zoals altijd vroeg op en was in de badkamer toen de deurbel ging. Toen ik twee politiemannen voor mijn deur zag staan, was mijn eerste gedachte: er is iets gebeurd met de kinderen. Maar de man herhaalde: ‘We zijn van de gerechtelijke politie.’ Ik had nog nooit te maken gehad met de politie en kende geen onderscheid. Ze gaven me de totale aanklacht van het hele dossier, ook zaken die achteraf niets met mij te maken hadden.’

‘Ik herinner me nog dat ik antwoordde: ‘Bent u niet aan het verkeerde adres?’ ‘U bent toch de voorzitter van Waasland-Beveren?’, zei men. Daaruit leidde ik af dat het voetbalgerelateerd was. Meer uitleg kreeg ik niet, enkel de vraag om mee te gaan. Geboeid. Een normale procedure, hoorde ik. Iedere Belg kan 48 uur van zijn vrijheid worden beroofd in het kader van een onderzoek. Vroeger was dat 24 uur, maar na de aanslagen is dat met 24 uur verlengd.’

Wat ging er door uw hoofd tijdens de autorit naar Hasselt?

Huyck: ‘Van alles, alleen kon ik niet de vinger op de wonde leggen. Waarom zit ik hier? De mensen die je thuis komen ophalen, kennen het dossier niet. Je bent je telefoon kwijt en je hebt geen contact met de buitenwereld.’

Zag u bij aankomst andere betrokkenen?

Huyck: ‘Dat is niet de bedoeling, maar er kwamen er zoveel tegelijk aan, dat ik anderen zag, ja. Daarop werd ik naar een cel gebracht, waar ik moest wachten op verhoor. Voor mij een traumatische ervaring, ik ben enorm claustrofobisch. Ik heb dat gezegd en daar werd rekening mee gehouden, ze hebben me in een kindercel gestopt. Zo noemden ze een cel met een raampje.’

‘Ik ben zeer correct behandeld, maar dit is de normale procedure en daaraan kan men niet veel veranderen. Door dat venster zag ik een aantal mensen lopen. Ivan Leko, Walter Mortelmans, Olivier Swolfs. Maar weten waarover het gaat, weet je pas na de ondervraging door twee speurders. Toen pas wist ik dat het draaide rond de wedstrijd tegen KV Mechelen.’

U wilde aanvankelijk geen advocaat.

Huyck: ‘Neen. Ik dacht: ik laat me ondervragen en binnen een uur ben ik terug thuis. Het waren de speurders die me aanraadden om er toch eentje te nemen. Mijn vrouw heeft die avond meester John Maes gecontacteerd. Ik heb hem daardoor pas voor het eerst gezien toen ik voor de onderzoeksrechter verscheen, de dag erna. Van de speurders hoorde ik dat het de dag zelf niet meer kon. Voor mij was dat een drama.’

‘ ’s Anderendaags ben ik als eerste voorgeleid, mijn advocaat had dat zo kunnen regelen met de onderzoeksrechter, waardoor ik hem nog even kort kon spreken. Bij de onderzoeksrechter krijg je bijna identiek dezelfde vragen als van de speurders, maar met iets meer diepgang. Dat verhoor was kort, en op het einde zei de man: ‘U mag beschikken, u krijgt uw vrijheid terug want u bent een integer man.’ Dat was voor mij enorm belangrijk.’

‘Ik kreeg wel een aantal voorwaarden opgelegd. Dat gaat om een aantal dagen, dacht ik, en daarom heb ik daar niet over gediscussieerd. Toen ik buiten was, zei mijn advocaat, dat de wettelijke termijn van deze voorwaarden drie maanden bedroeg. Ik wou daarop direct terug naar binnen, maar dat had weinig zin.’

Contactverbod

Een van de voorwaarden was: geen contacten met uw collega’s in het bestuur en de media.

Huyck: ‘Dat van de media vond ik pas erg achteraf, omdat ik me niet kon verdedigen tegen wat later verscheen. Niet spreken met de andere clubbestuurders was veel erger.’

Hoe was de nacht in de cel?

Huyck: ‘Wakker liggen. Aftellen. Er gaat veel door je hoofd. Waarom? Waarom ben ik in het voetbal gestapt? De passie voor deze club, haar problemen ook, maar geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht dat dit verhaal zou evolueren tot die nacht in Hasselt. Met niemand praten, geen telefoon, geen horloge, je weet niet hoe laat het is …’

‘Zo’n cel is akelig: klein, leeg, een dun matrasje en een boterham in plastic die niet lekker was en die ik niet op kreeg. De angsten, de ervaring zelf … De gevolgen daarvan zijn niet direct gaan liggen. Bij elke deurbel kwam mijn haar recht, het heeft een tijd geduurd voor ik terug mijn evenwicht vond.’

Met wie mocht u die ervaringen wél delen?

Huyck: ‘Met de familie uiteraard, ik doe niets zonder hen daarin te kennen. Maar niet met clubmensen of media. Die plaatsten de zaken in een daglicht dat ik ervoer als schrijnend, maar waartegen ik me niet kon verdedigen. Tot vandaag heeft volgens mij niemand het hele onderzoek kunnen inkijken. Ook wij niet. Je hebt geen inzagerecht zolang het onderzoek geschaad kan worden. Wat naar buiten filtert, is dus nooit alles, maar stukken.’

Volgde u sociale media?

Huyck: ‘Uiteraard, maar je krijgt zoveel naar je kop, dat ik ze op een gegeven moment heb afgekoppeld om mezelf te beschermen. Er zijn altijd mensen die je kennen en je blijven steunen. Zij hebben me erdoor geholpen. Je hebt supporters die twijfelen, wat logisch is, maar je hebt er ook die het aangrijpen om zwaar uit de hoek te komen. Dat deed pijn.’

Uw werk in de autosector is ook sociaal; u krijgt de hele dag klanten over de vloer. Was dat confronterend, om hun nieuwsgierigheid te trotseren?

Huyck: ‘Uiteraard, maar ik ben niemand ontvlucht. Mijn personeel heb ik de dag erna tekst en uitleg gegeven, zonder in details te treden. Van vragen die iets dieper gingen, moest je proberen afstand nemen. Dan zei ik liever niets, tenzij dat ik recht in mijn schoenen stond. Hun vertrouwen in mij moest blijven, dat vond ik belangrijk.’

‘Via mijn werk heb ik enorm veel steun gekregen. We waren aan het bouwen, al de energie die ik normaal moest verdelen over bedrijf en club, heb ik nu in het bedrijf kunnen steken. Geen enkele dag nam ik vakantie. Waarom zou ik ook? Ik kon me toch niet ontspannen. Het moeilijkste was het moment waarop de voetbalbond en bondsprocureur Kris Wagner de schuldvordering bekend maakten. Het weekend erna ging mijn nieuwe zaak open en kwamen er 3000 mensen. Die begonnen allemaal vragen te stellen. Tot dan vond ik het haalbaar, maar dat was een moeilijk moment.’

Dirk Huyck: 'Veel uitleg kreeg ik niet, enkel de vraag om mee te gaan. Geboeid.'
Dirk Huyck: ‘Veel uitleg kreeg ik niet, enkel de vraag om mee te gaan. Geboeid.’© koen bauters

Bent u toen gebroken?

Huyck: ‘Neen, omdat ik wist wat ik had gedaan. Had ik een fout gemaakt, dan zou ik misschien wel zijn gebroken. Nu niet.’

Schade

Was het moeilijk om uw club te zien ‘breken’, want die kende een lastig seizoen?

Huyck: ‘Heel moeilijk. Ik mocht niet spreken met het bestuur, maar mocht wel op de club komen. Omdat ik dat niet goed kon rijmen met mekaar, koos ik ervoor om dat niet te doen. Met het sportieve had ik contact, ik mocht enkel niet praten met het bestuur of makelaars.’

‘Voor iemand die tot dan quasi alle dagen op de club was, was dat uiteraard moeilijk, want op een gegeven moment kwam de club echt wel in woelig water terecht. Niet alleen sportief, ook financieel. Maar je kunt niet bijsturen. We hebben in een rollercoaster gezeten, van 10 oktober tot recent de uitspraak. Negen maanden is lang.’

Kunt u de financiële schade becijferen?

Huyck: ‘In het voetbal heb je transfers en er zijn weinig clubs die zonder transfers operationele winst maken. Operationeel hebben we geen goed jaar gemaakt en dat heeft zeker en vast te maken met het dossier. Daar een exact cijfer op plakken is heel moeilijk maar het zal tussen de één tot anderhalf miljoen euro zijn. Inkomsten, slagkracht in de transferperiode, sponsordeals, minder supporters, minder eters …’

‘De club heeft geleden onder het verlies van een deel van haar bestuur. Mensen, sponsors, hebben het vertrouwen verloren, maar we gaan trachten die opnieuw aan boord te hijsen. Ik vind het daarom superbelangrijk dat de commissie ons op de feiten heeft vrijgesproken. Niet op procedurefouten. Ik heb zelf ook altijd over de feiten gesproken, dat vond ik mijn plicht, ook tegenover de supporters.’

Was er wantrouwen van andere bestuursleden?

Huyck: ‘Wantrouwen is een groot woord, maar als je niet mag overleggen en je krijgt via de pers allerlei info waarover je niet kan spreken, kan ik begrijpen dat mijn collega’s op een bepaald moment met vragen zaten. Dan moet je afwegen: wanneer kan je op die vragen antwoorden? Omwille van de discretie van het onderzoek hebben we na die drie maanden contactverbod gewacht tot het onderzoek werd vrijgegeven aan de voetbalbond.’

‘Het belangrijkste voor mij was dat ze toen alles op tafel gooiden. Ik wilde niet dat ze in mijn gezicht zeiden dat ze me vertrouwden en achter mijn rug om woelden. De vragen die ze stelden, ben ik niet uit de weg gegaan en ik denk dat het vertrouwen nu voor een stuk, ( herpakt zich) neen, voor 100 procent is hersteld.’

Emoties

U hebt in de zaak zelf veel gepleit, niet via uw advocaat. Waarom?

Huyck: ‘Ik heb de drie keer dat ik moest verschijnen, telkens mijn eigen teksten geschreven, als aanvulling op het pleidooi van mijn advocaat. Vooraf wel doorgestuurd naar de advocaat, maar daar is drie keer nauwelijks iets aan veranderd. ( lacht) Ze schrokken alleen dat ik zo taalvaardig was.’

‘Maanden zit je met iets dat woelt in jezelf, waarbij je vindt dat je zoveel onrecht bent aangedaan. Dan wil je spreken. Alleen over jezelf, nooit over iemand anders. Ik heb nooit een enkele uithaal gedaan naar mensen die hiervan de oorzaak waren. Ik stond er, anderen niet, maar ook daar heb ik nooit naar verwezen. Ik wilde alleen mijn eigen verhaal doen en denk dat dat uiteindelijk de club wel heeft geholpen.’

Ik begrijp dat een openbaar ministerie de brede zin moet aanklagen, maar wist niet dat je in een rechtsstaat onder de gordel mocht slaan om je gelijk te halen.

Dirk Huyck

Welke stukken uit het dossier hebt u wél kunnen inkijken?

Huyck: ‘Alleen de stukken die zijn overgemaakt aan de voetbalbond. De volledige taps heb ik nooit gehoord, buiten de stukken waarmee men mij confronteerde. Ik had de indruk dat de media meer wisten dan wij. Supervreemd is dat, de reden ook waarom zoveel werd geclaimd rond procedures, omdat men de rechten op verdediging vond geschonden. Ik ben vertrokken vanuit een ander standpunt: ik wist wat er met mij was gebeurd, wilde daarop reageren en daarop worden geëvalueerd. Uiteraard had ik liever het hele dossier gehad, en dat alles open lag voor iedereen, maar dat was niet zo.’

Als Kris Wagner u ‘een collaborateur’ noemt, kunt u dan begrijpen dat het is vanuit zijn rol als aanklager?

Huyck: ‘Ik was gechoqueerd door een aantal uitspraken en heb dat ook gezegd. Ik ben niet in de tegenaanval gegaan, zo ben ik niet van nature, maar heb wel gezegd hoe zwaar ik dat vond, omdat hij inzage had in het dossier en ik eerlijk en transparant over alles sprak. Ik begrijp dat een openbaar ministerie de brede zin moet aanklagen, maar wist niet dat je in een rechtsstaat onder de gordel mocht slaan om je gelijk te halen.’

‘Zowel Wagner als de advocaat van Lokeren hebben dat geprobeerd. Ik ben wel blij dat meneer Wagner zich heeft neergelegd bij de beslissing van de commissie en mij daarna bij het BAS voor een stuk uit de wind heeft gezet. Maar pijnlijk was het wel.’

Hoe komt dat eigenlijk bij u binnen, dat uw telefoongesprekken werden opgenomen, zowel privé als persoonlijk?

Huyck: ‘Die taps … Eigenlijk ben ik daar blij mee. Het is heel akelig om te weten dat je afgeluisterd wordt, zowel zakelijk als privé, maar het heeft wel geholpen bij mijn verdediging. In die taps staan voldoende bewijzen dat ik zeer correct handelde.’

Helpen

Laat ons terug gaan naar de feiten. Toen Dejan Veljkovic u contacteerde op één week van dat duel tegen KV Mechelen, wist u dan direct waarover het zou gaan?

Huyck: ‘Neen. Misschien ben ik op dat gebied te weinig ervaringsdeskundige in het voetbal. Wagner noemde Dejan Veljkovic ‘maffia’, maar voor mij was dat te kort door de bocht. We kenden mekaar amper. De voetbalwereld is een harde, met een sterke struggle for life, waarin iedereen vecht voor zijn eigen belang.’

‘Het doet mij soms pijn hoe mensen in die wereld met mekaar omgaan, maar ik had tot dan bij Veljkovic geen enkel slecht gevoel. Mensen zeggen: ‘Je had dat moeten weten’, maar ik vraag me af hoe. Ik had nooit met hem onderhandeld. Milos Maric was al op de club voor ik er kwam en Denzel Jubitana kwam pas na de feiten. Dat dossier heb ik niet eens zelf afgehandeld omdat ik met vakantie was. Ik was niet met Dejan in aanvaring gekomen, maar had evenmin een goeie band. Hij liet in dat eerste gesprek ook uitschijnen dat het ‘maar een vraag was, om een bevriende club niet zijn dood te tekenen.’ We hadden toch niks meer te winnen, zei hij. Zwaar aandringen deed hij niet eens.’

‘En wat is dat: een bevriende club? Uiteraard wil je niemand zijn dood tekenen, dat heb ik ook in de commissie gezegd. Volgend seizoen kunnen wij die club zijn. Iemand moet zakken en zakken is voor een club de laatste jaren bijna een doodsteek. Maar ik vind wel dat je sportief moet blijven. Dejan heeft dat snel gevoeld, want na dinsdag heeft hij geen contact meer gezocht.’

Dirk Huyck is achteraf blij dat hij afgeluisterd werd. 'Het is akelig, maar het heeft wel geholpen bij mijn verdediging.'
Dirk Huyck is achteraf blij dat hij afgeluisterd werd. ‘Het is akelig, maar het heeft wel geholpen bij mijn verdediging.’© koen bauters

Bood hij u op maandag al geld aan?

Huyck: ‘Hij zei dat we er als club beter konden van worden, maar als er iets is wat ik nooit zou aanvaarden, dan is het geld. Daarvoor zit ik niet in het voetbal. Er is veel verschenen in de media waarvan de ene helft gekleurd was en de andere helft eraan toegevoegd om rare combinaties te krijgen. Totaal weg van de waarheid. ‘De keuken is verkocht’, dat soort uitspraken gebeurden alleen om me in diskrediet te brengen. Uit welke hoek weet ik niet, ik heb er nooit naar gezocht, maar als wij drie maanden zwijgplicht hebben, moet dat voor iedereen gelden, vind ik. Nu kreeg je gekleurde informatie waarop wij niet konden reageren.’

Waarom hebt u op maandagavond naar uw collega bestuurslid Olivier Swolfs gebeld en gezegd: ‘Ik heb er geen problemen mee om te helpen.’

Huyck: ‘Als we ooit de volledige taps horen, zal u merken dat dit helemaal uit zijn context is getrokken.’

U hebt die volledige versie gelezen?

Huyck: ‘Neen, maar ik weet nog wel wat ik heb gezegd. Niet meer woordelijk na al die maanden, ik doe elke dag tientallen telefoons, maar ik weet dat ik in dat dossier nooit heb gezegd dat ik zou helpen, door bijvoorbeeld naar een trainer of een speler te stappen. Nooit. Ik discussieer wekelijks met de trainer, maar zou nooit naar hem stappen met de melding: dit gaan we nu een keer anders voorbereiden. Het woord ‘helpen’ is daar totaal verkeerd geïnsinueerd.’

Heeft u met Olivier Swolfs over de ploeg gesproken? Over het opstellen van deze of gene speler?

Huyck: ‘Nooit. Ik wilde absoluut geen enkele kleur geven aan de wedstrijd, de trainer moest zijn werk doen. Ik heb zelfs nog gevochten om Rudy Camacho te overtuigen nog die laatste wedstrijd voor ons te spelen. Maar hij wilde niet en zijn makelaars evenmin, omdat ze zijn transfer naar Canada niet in gevaar wilden brengen. Toen hij dat op vrijdag zei aan de coach, heb ik nog geprobeerd om hem te overtuigen. Op zaterdag was er uiteindelijk een akkoord onder clubs en hebben we zijn contract ontbonden.’

Was het, gezien de teneur van de eerste ontmoeting, geen fout om Dejan Veljkovic een tweede keer te ontmoeten?

Huyck: ‘Ik vind van niet. Ik had als mens op dat moment het gevoel van: het is mijn plicht, als mens, als club, om duidelijk te maken: laat ons gerust, wij gaan als club nooit die lijn over. Dat wilde ik hem zeggen, in een kort bezoek dat gechronometreerd is. Negen minuten en zoveel. De tijd om binnen te komen, een koffie te schenken en weer te vertrekken…. In de keukenzaak, ja, niet op de club. Omdat het daar gezelliger is dan ’s avonds op een lege club. Mens moet je altijd blijven, ook in de voetbalwereld. Achteraf gezien had ik dat beter nooit gedaan, want nu heeft dat tweede bezoek veel aan kleur gewonnen en heb ik heel veel bagger over mij heen gekregen. Maar ook hier ben ik blij dat ze alles hebben kunnen volgen via de telefoon. De politie weet perfect waar je was, met wie, hoe lang…’

Heeft u intern gepolst of spelers net als u werden benaderd?

Huyck: ‘Neen. Dan begin je te twijfelen aan je eigen mensen. Ik heb geen enkele speler in die richting iets gevraagd.’

Waarom heeft Olivier Swolfs Sven Vermant een ‘dweizerik’ genoemd?

Huyck: ‘Met die tap ben ik nooit geconfronteerd. Geen idee, dat moet u hem vragen. Sven was een keikop, maar een trainer moet dat zijn.’

Daags na de wedstrijd belde u nog een keer met Swolfs die volgens een in de krant verschenen versie van de tap zei: ‘We hadden voluit moeten gaan.’ U antwoordde: ‘We hadden het beter gedaan. Stank voor dank.’ Dat klinkt toch raar, neen?

Huyck: ‘Ook dat is uit zijn context gerukt. Voor het gerecht was die volledige tap zo duidelijk dat ik daar geen enkele vraag over kreeg. Een onderzoeksrechter heeft toegang tot het hele dossier en stelt een aantal vragen, die volgens hem een tenlastelegging kunnen zijn. Een vraag over wat u nu zegt, heb ik nooit gekregen. Wellicht staat in de volledige tap voldoende om de onderzoeksrechter te laten concluderen dat daar niks verkeerd is gezegd. Ik ben trouwens benieuwd naar die tap, want voor mij was die nieuw toen ik ze in de pers las.’

Ook Wagner heeft er geen vragen bij gesteld?

Huyck: ‘Neen. Misschien beschikte hij daar niet over, of misschien beschikte hij over de volledige tap. Wij weten dat niet. De vragen die me door de onderzoeksrechter werden gesteld, heb ik overhandigd aan de voetbalbond, mét mijn antwoorden. Iets anders zal nooit naar boven komen. Laat voor eens en altijd duidelijk zijn: Waasland-Beveren is die dag voluit gegaan. Als je in de 89ste minuut de bal van de lijn haalt en nog op het einde een superredding doet, zeg ik: de jongens hebben hun werk gedaan. Dat het nadelig was voor Mechelen, heeft te maken met hun hele seizoen. Niet met die ene wedstrijd.’

Stress

Met welk gevoel trok u naar die match?

Huyck: ‘Ik wilde dat de wedstrijd eerlijk verliep, daar vooral heb ik naar gekeken. Niks tegen Mechelen, maar ik was blij toen ik naar huis reed, dat we onze job deden. We hadden verloren, maar als ik zag hoe de ballon leeg liep in de kleedkamer, en wat onze uitslagen in het verleden waren in Mechelen … We hebben er nooit veel gehaald, het was niet abnormaal dat we die dag, tegen 16.000 supporters en een ploeg die alles op alles zette voor het behoud, verloren.’

‘Sportief kon ik me met het resultaat verzoenen, het verdriet in het stadion voelde veel erger aan. Ik ben zelf supporter van deze club, daar voelde ik mee. Mijn vrouw weende letterlijk mee met de mensen naast haar. Maar dat het een emotioneel geladen wedstrijd was betekent niet dat je de match moet beïnvloeden.’

Kunt u de reactie, dat iemand uit het Mechelse bestuur u achteraf ‘krapuul’ noemde, in die emotionele context duiden?

Huyck: ‘Ik heb daar weinig aandacht aan besteed. Ik zou als mens niet dezelfde uitspraken doen, maar ik zou ook ontgoocheld zijn. Elke degradatie heeft voor mensen die hun nek hebben uitgestoken enorme consequenties.’

Toen de geschillencommissie de club vrijsprak en tegen u alleen een inbreuk op de meldingsplicht weerhield, zat u in Spanje.

Huyck: ‘Toeval. Ik ga er twee keer per jaar heen en dit was vooraf gepland. Ik heb ginder gewandeld en gerust en toen men me de uitspraak meldde, waren we net van plan te gaan eten. We hebben iets meer aperitief gedronken. De dag erna was ik slechter dan ooit tevoren. Niet door een teveel aan aperitief, maar een lichaam is heel raar. Dan pas merk je hoeveel je in je opneemt. Die fout die ik maakte, de enige, inzake meldingsplicht, heb ik op dag één toegegeven en neem ik op mij. Ik ben niet in dit verhaal mee gestapt, maar heb dat niet gemeld. Daarmee kan ik leven. Daarom vind ik dat ik nog kan functioneren als voorzitter.’

Dirk Huyck praat over Propere Handen: 'Ik las vanalles dat niet klopte, maar kon me niet verdedigen'

‘Een uitspraak veegt dit niet weg’

Welk effect heeft dit hele verhaal op de mens Dirk Huyck? ‘Ik zal iets minder snel het goede in de mens zien en me nog iets meer beschermen. Ik was een zeer open, benaderbaar voorzitter, iedere makelaar die om een afspraak vroeg, heb ik ontvangen. Dat ga ik nu iets meer inkapselen, maar de negatieve flow die er is geweest is nu stilaan weer een positieve.’

‘Die negen maanden zijn met één uitspraak niet uitgewist, dat kan niet. Maar ik voel wel dat het vertrouwen voor honderd procent terug is. Daarom ga ik nog harder werken, om de club uit de schaduw te halen. De bedoeling is om nog een keer zo’n goed seizoen te maken, zoals twee jaar geleden, toen we wat kleur kregen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content