Brazilië en zijn sterspeler Rivaldo moeten alle zeilen bijzetten om zich te plaatsen voor het WK 2002. Een historische uitschakeling dreigt voor de Seleçao.

De tweede trainerswissel bij de Braziliaanse nationale ploeg leverde vooralsnog niet het gewenste schokeffect op. Tien dagen geleden verloor Luiz Felipe Scolari zijn eerste wedstrijd als bondscoach met 1-0 in Uruguay. Hierdoor gleed Brazilië met nog vijf wedstrijden voor de boeg weg naar een gedeelde vierde plaats in de Zuid-Amerikaanse kwalificatiegroep voor het WK in 2002. Alleen de eerste vier plaatsen zich rechtstreeks voor dat WK, de nummer vijf wacht twee barragewedstrijden tegen Australië. “Je moet er rekening mee houden dat we het WK zouden missen”, zegt sterspeler Rivaldo. “Maar het zou iedereen wel heel veel pijn doen, zelfs de pers.”

Rivaldo heeft een haat-liefdeverhouding met de nationale ploeg. In de bekende geel-groene uitrusting is hij meestal slechts een schim van de speler die zo vaak schittert in Barcelona. “Ik hou van het shirt van de nationale ploeg. Ik kijk er altijd naar uit om het opnieuw te mogen aandoen. Een selectie voor de nationale ploeg zou ik nooit weigeren. Maar soms…” Plots stokt zijn stem en tuurt hij intriest voor zich uit. “Ik begrijp het niet…” En na weer een pijnlijke stilte vervolgt hij : “Ik ben niet afkomstig uit Rio of uit Sao Paolo maar uit Recife en dat is lange tijd mijn grootste handicap geweest.”

De aanvallende middenvelder kreeg naar eigen zeggen daardoor onvoldoende lovende kritieken in de media, terwijl de fans hem niet de steun gaven die hij verdiende. Want als de pers weer eens bijzonder kritisch over hem uit de hoek was gekomen, zette dat ook het publiek tegen hem op. En dan had hij de boter gegeten. In november van vorig jaar bijvoorbeeld na een bijzonder krappe 1-0-zege tegen Colombia. Rivaldo werd toen letterlijk uitgescholden voor het vuil van de straat. “Wat ik al allemaal heb moeten horen en heb moeten doorstaan, grenst aan het ongelooflijke”, zegt hij somber.

Hij herinnert het zich maar al te goed. De moeilijke verhouding met de media en de supporters dateert van de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta, waar de pers hem de grote schuldige vond voor de uitschakeling in de halve finales tegen Nigeria. “Omdat ik balverlies leed op het middenveld. Daaruit konden de Nigerianen scoren, tewijl het op dat ogenblik 3-1 voor ons was. Het is toch onvoorstelbaar dat je zo wordt uitgespuwd omdat je één keer balverlies hebt geleden. De toenmalige coach Mario Zagallo heeft me zelfs een heel jaar niet meer opgeroepen. Hij deed gewoon alsof ik niet meer bestond.”

Het is ondertussen vijf jaar geleden, maar met de regelmaat van een klok blijft in zijn thuisland de kritiek op hem neerdruppelen. En op de keeper beschouwd is dat ook niet zo verwonderlijk. Want nu Ronaldo al zo lang out is, is hij de meest in de kijker lopende Braziliaan in het buitenland, meer nog dan spelers als bijvoorbeeld Cafu en Roberto Carlos. “Dat ik van de media geen geschenken moet verwachten, ben ik al sinds mijn jeugd gewoon. Maar het zou het voor mij toch een klein beetje leuker maken als ik niet de enige speler van de ploeg zou zijn die constant op de korrel wordt genomen.”

Onder de ondertussen opgestapte coaches Wanderley Luxemburgo en Emmerson Leao was Rivaldo altijd onbetwistbaar titularis maar na de smadelijke 1-0-nederlaag tegen Ecuador moest hij zijn basisplaats afstaan. De schamele resultaten die het team dit jaar behaalde, zijn de glanzende reputatie van Brazilië onwaardig. Rivaldo beseft dat maar al te goed. “Hoe het zo ver kunnen komen is ? Het is moeilijk voor mij om daarop te antwoorden, want ik ben uiteindelijk ook maar een speler. Volgens mij heeft het veel te maken met het feit dat we totaal niet meer met dezelfde ploeg spelen als het team dat in 1998 de finale van Frankrijk verloor. Vier tot vijf andere spelers inpassen, is niet eenvoudig.”

De grote schoonmaak die de elkaar in snel tempo opvolgende Braziliaanse coaches telkens hielden, bleek inderdaad niet bevorderlijk voor de groepsgeest en de cohesie van de seleçao. “Het is niet meer voldoende om enkele vedetten in de ploeg te hebben, want alleen kunnen zij ook het verschil niet maken. Resultaten halen, kan je alleen als team en om een hecht team te vormen moet je elkaar kennen en veel met elkaar werken”, debiteert Rivaldo een oude voetbalwijsheid.

Sinds 12 juli 1998, de dag van de verloren WK-finale tegen Frankrijk, droegen niet minder dan zeventig spelers de kleuren van de Braziliaanse nationale ploeg. “In ons land is er zowat elke dag een wedstrijd en daarin is er altijd wel iemand die uitblinkt,” weet Rivaldo. “De coach bekijkt de duels van Sao Paulo, Cruzeiro, Flamengo, Vasco, Fluminense en Corinthians en als een speler zich twee tot drie keer in de kijker speelt, zijn de media er als de kippen bij om voor die jongen een selectie in de nationale ploeg te eisen. Weet je dat het me bij sommige afspraken met de nationale ploeg al overkomen is dat ik de naam van een aantal jongens niet eens kende ? De huidige Braziliaanse ploeg boezemt geen respect meer in, want de jongere spelers zijn te weinig bekend.”

Voor Rivaldo is het evident dat spelers als Dida, Romario, Antonio Carlos ( Zago van AS Roma), Roberto Carlos, Mauro Silva, Emerson, Juninho Paulista en Elber er altijd moeten bij zijn en hij gaat ervan uit dat de nieuwe coach Scolari dat ook beseft. Die nieuwe boss zal volgens Rivaldo een beroep doen op de oude vaste waarden bij wie eigenlijk enkel nog Ronaldo ontbreekt. “Ik heb Ronaldo een maand geleden nog eens gebeld. Hij zei me dat het steeds beter met hem gaat. Hij mag zich niet overhaasten om terug te komen, het doel moet de volgende wereldbeker zijn. Als we met de meeste spelers van 1998 kunnen spelen, kunnen we opnieuw snel uitgroeien tot een van de sterkste teams ter wereld. Als we ons nog willen kwalificeren, zal de bondscoach hoe dan ook spelers met veel ervaring moeten oproepen.”

Toch wil Rivaldo niemand een steen toewerpen, en zeker niet bondsvoorzitter Ricardo Texeira. “Met mij is hij in ieder geval altijd heel correct geweest.” Rivaldo zegt ook dat hij het niet eens is met diegenen die beweren dat de moeilijkheden van de nationale ploeg te maken hebben met de te grote macht van sponsor Nike. “Zelf sta ik onder contract bij Mizuno. Nike heeft nooit ook maar enige druk op mij uitgeoefend. De Braziliaanse voetbalbond heeft nu eenmaal een aantal jaar geleden een contract getekend met de sponsor en daar hangen bepaalde verplichtingen aan vast. Het publiek verplaatst zich om de grote spelers aan het werk te zien en daarom is in sommige wedstrijden de aanwezigheid van de vedetten onontbeerlijk. Het is natuurlijk wel waar dat sommige vriendschappelijke wedstrijden in feite totaal geen nut hebben. Ik vind het allemaal heel erg ingewikkeld. Maar als men mij vraagt om te spelen, dan speel ik.”

Ook over de bondscoaches hoor je bij Rivaldo geen kwaad woord. “Ik had een goed contact met Luxemburgo, maar ook met Leao. In een moeilijk klimaat als gevolg van de grote invloed van de pers, hebben ze gedaan wat ze konden. Als de nationale ploeg met spelers uit Europa eens een mindere partij speelt, is het allemaal onze schuld : we hebben geen vaderlandsliefde meer, we verdienen te veel en meer van dat fraais. Maar als er dan wordt gelijkgespeeld tegen Peru met jongens die actief zijn bij Braziliaanse ploeg, heten de Europeanen plots onmisbaar. Op den duur begrijp je er niets meer van.”

Eigenlijk zijn het volgens de voormalige winnaar van de gouden bal dus de journalisten die verantwoordelijk zijn voor de moeilijke periode die Brazilië meemaakt. “De druk van buitenaf, van de pers zeg maar, is enorm groot waardoor de coaches vaak in een delicate positie komen. Bij ons is de pers echt heel machtig. Ik stel vast dat er in Europa veel minder kritiek is op de nationale selecties. De media moeten ook achter hun nationale ploeg staan, vind ik. Let op, dat betekent niet dat ik geen kritiek kan verdragen. Als ik slecht speel, is het ook de plicht van de media om dat te schrijven. Maar de kritiek zou constructief moeten zijn. Bij ons zoekt men altijd het negatieve en worden er polemieken gezocht.

“We zijn allemaal Brazilianen, maar we worden buitenlanders genoemd. We kunnen eigenlijk nooit met voldoende vertrouwen spelen, omdat we weten dat we bij elk min of meer falen met de grond worden gelijk gemaakt. Ik zou willen dat de pers me zonder vooroordelen zou bekijken. Het is niet omdat ik werd uitverkoren tot beste speler ter wereld en de gouden bal won, dat men alles op mij moet afwentelen. Ik ben het ermee eens dat men de schuld niet in de schoenen moet schuiven van de jongeren die nog maar een of twee keer met de nationale ploeg meespeelden, maar dat is nog geen reden om steeds dezelfde zondebok met de vinger te wijzen. En bovendien : of je nu wint of verliest, je doet dat nog altijd als ploeg.”

Ondanks alles herhaalt Rivaldo dat hij elke selectie nog altijd als een enorme eer beschouwt. “Ik ben iemand die er altijd honderd procent voor gaat, zowel bij Barcelona als bij de nationale ploeg. Maar het is niet altijd makkelijk. Twaalf uur vliegen en aan tijdsverschil en ander eten wennen, is geen sinecure. We komen hoogstens drie dagen voor de wedstrijd aan en trainen dan twee keer lichtjes, tegenwoordig zelfs met jongens die we niet goed kennen. Ik zou in het Braziliaanse shirt heel graag even mooie dingen laten zien als bij Barça, maar daarvoor zou ik in een ploeg moeten kunnen spelen die me wat meer ankerpunten biedt. We zijn ondertussen onze eerste plaats op de Fifa-ranking kwijtgeraakt. En dat is in ons land hard aangekomen, want we hechten daar veel belang aan.

“Ik wil er in Japan en Korea absoluut bij zijn. En daar zelfs de wereldbeker winnen, want dat is en blijft de ambitie van elke Braziliaan. Slechts op die manier zullen we onze reputatie als beste voetballand ter wereld terugkrijgen.”

door Vincent Machenaud

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content