Een Belg aan het hoofd van Internationaal Olympisch Comité. Het is niet onmogelijk. Op 16 juli is Jacques Rogge een van de favorieten om Juan Antonio Samaranch op te volgen. Gesprek met een integer en gepassioneerd man die de echte waarden van de sport wil verdedigen.

Sinds hij op 26 maart zijn kandidatuur voor het voorzitterschap van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) officieel aankondigde, is de agenda van Jacques Rogge even gevuld als die van een staatshoofd. De 59-jarige orthopedisch chirurg uit Gent neemt het er graag bij – het hoort nu eenmaal bij een dergelijke verkiezingscampagne. Ter gelegenheid van de 112de sessie van het IOC weet Rogge op 16 juli in Moskou of hij Juan Antonio Samaranch mag opvolgen. Deze eer viel eerder al een Belg te beurt: van 1925 tot 1942 leidde graaf Henri de Baillet-Latour het IOC.

Rogge meet zich in Moskou met de Canadees Dick Pound, de Koreaan Un Yong Kim, de Hongaar Pal Schmitt en de Amerikaanse Anita Defrantz. Insiders beschouwen de Belg als de grote favoriet.

U hebt lang getwijfeld voor u uw kandidatuur stelde. Wat gaf uiteindelijk de doorslag?

Jacques Rogge : Ik heb de voor- en nadelen lang afgewogen. In alle bescheidenheid wilde ik eerst weten of ik wel een redelijke kans had. Daarna heb ik het persoonlijke en familiale aspect in overweging genomen. De functie van president van het IOC is onbezoldigd. Het is puur benevolaat. Indien ik verkozen word, moet ik verhuizen, me in Lausanne installeren en een openbaar leven leiden, met alle gevolgen van dien. Ik heb dus uitgebreid overleg met mijn familie gepleegd. Maar langs de andere kant voelde ik het ook wel als een uitdaging aan, als een kans om mijn visie op sport te realiseren.

Komt er bij zo’n verkiezing veel lobbying te pas ?

De doelstelling is simpel : de meerderheid van de 120 IOC-leden overtuigen om voor mij te stemmen. Ik heb me de moeite getroost om hen persoonlijk de grote lijnen van mijn programma te gaan toelichten. Ik heb alle leden individueel gesproken. Ik heb hen mijn ideeën uitgelegd, mijn projecten, mijn visie op de toekomst van het olympisme. Ik heb natuurlijk ook aandachtig geluisterd naar hun opinies, hun eventuele opmerkingen.

Is zo’n verkiezing een sportieve aangelegenheid ? Of veeleer een diplomatieke, politieke kwestie ?

Laten we het “sportpolitiek” noemen. Maar de stemming is geheim. De leden kunnen dus perfect doen wat ze willen, ze staan onder geen enkele druk. Ik geloof niet in telefoontjes van een minister of staatshoofd om te zeggen op welke kandidaat er moet gestemd worden.

In uw programma ligt de klemtoon op doping-, corruptie- en racismebestrijding.

Ik vind dat drie belangrijke zaken voor de toekomst van de sport. Doping is een kanker in vele sportdisciplines. Ik heb altijd gezegd – en ik herhaal het nogmaals – dat we die strijd nooit zullen winnen. Maar ik ben er wel van overtuigd dat we doping intens en efficiënt kunnen bestrijden. In mijn ogen heeft Alexandre de Merode, voorzitter van de medische commissie van het IOC, nooit de steun gekregen die hij vroeg en die hij verdiende. Persoonlijk zou ik hem graag de middelen geven die hij nodig heeft om deze strijd op een meer efficiënte manier te kunnen voeren. Doping is een delicaat en moeilijk probleem, het gevecht ertegen vergt een grote synergie tussen de sport- en de politieke wereld. In ieder geval is het een strijd die ik nooit zal opgeven.

Sinds het schandaal rond de aanwijzing van de Olympische Winterspelen van 2002 aan Salt Lake City is corruptie een ander donker punt van de olympische beweging. Heeft het IOC inmiddels de eigen stal kunnen schoonmesten ?

Ik geloof dat we met de oprichting van een ethische commissie grote vooruitgang hebben geboekt. Corruptie is natuurlijk geen specifiek olympisch probleem. Het doet zich ook voor in het voetbal, het wielrennen, cricket, noem maar op. En hier zijn er geen urinetesten – zoals bij het dopinggebruik – om de fout van de een of de ander te bepalen. Maar het is noodzakelijk om de doorzichtigheid te creëren die nodig is om een zuivere sport te krijgen. Ik denk dat aan die voorwaarde inmiddels voldaan is.

Bestaat er volgens u nog corruptie binnen het IOC ?

Ik geloof dat we het maximum hebben gedaan om die stroom in te dijken en ik geloof in de volledige eerlijkheid van de IOC-leden. Maar denken dat alle kwaad uitgeroeid is en dat we geen enkel gevaar meer lopen, zou naïef zijn. Wel hebben we de voornaamste haarden van verleiding uitgeroeid, zoals de geprivilegieerde behandeling tijdens reizen. Maar als iemand werkelijk wil proberen om een IOC-lid te corrumperen, kan niemand dat verhinderen.

Bij de strijd tegen racisme kan men zich afvragen hoe het mogelijk is dat dit probleem in het begin van het derde millenium nog bestaat.

Helaas leert de realiteit dat het probleem nog bestaat. Het volstaat om te kijken wat er allemaal gebeurt in de voetbalstadions in België, Italië en Frankrijk. Hooliganisme is een vorm van xenofobie en bijgevolg van racisme. Voor een toeschouwer is sport jammer genoeg niet altijd mooi om zien. Het behoort tot de opdrachten van het IOC om de antagonisten van elkaar te scheiden en streng op te treden. Ook moeten we de atleten en vooral de bestuurders opvoeden. In Italië hebben sommige clubbonzen ronduit racistische verklaringen afgelegd. We moeten deze uitspraken afstraffen en strenge maatregelen nemen tegen deze mensen.

U wil ook strijd voeren tegen het gigantisme van de Olympische Spelen. Waar denkt u dan concreet aan ?

Er kan geen sprake van zijn om aan de financiële inkomsten van het IOC te raken of de bedragen van de televisierechten te verminderen. Wél moeten we de uitgaven beperken. In mijn ogen werd tijdens de Spelen van Sydney de limiet bereikt. Om in de toekomst solidere en minder kwetsbare Spelen te krijgen, moeten we de budgetten, het aantal accreditaties en het volume van de sportinfrastructuren naar beneden halen. Als we daarin slagen kunnen we menselijker Spelen organiseren; Spelen ook die overal ter wereld georganiseerd kunnen worden. Ik zou met de Olympische Spelen om de vier jaar van continent veranderen en elk continent aandoen. Maar dan moet het niveau van de organisatie verzekerd zijn. Die beurtrol van de continenten is één van de krachtigste boodschappen in mijn campagne. In het algemeen werd die idee positief onthaald.

Hoe zwaar weegt de figuur van Juan Antonio Samaranch in deze campagne ?

Hij speelt zeker een bepaalde rol, maar volgens mij geen determinerende rol. Want Samaranch stapt straks op, en mensen die weggaan verliezen altijd aan invloed.

Tot op vandaag heeft Samaranch niet echt positie voor een of ander kandidaat gekozen. Denkt u dat hij zijn voorkeur nog kenbaar zal maken ?

Nee, en dat is ook zijn rol niet. Misschien draagt een bepaald kandidaat in zijn hart zijn voorkeur weg. Maar dat zal hij voor de stemming niet naar buiten brengen.

Hoe kijkt u terug op de 21 jaar voorzitterschap van Samaranch ?

Voor mij is hij samen met baron Pierre de Coubertin de grootste IOC-voorzitter uit de geschiedenis. Toen hij werd verkozen, was het IOC arm, had het geen enkel vrouwelijk lid, kreeg het de beste atleten niet naar de Olympische Spelen. Samaranch heeft van het IOC een rijke organisatie gemaakt, met vrouwen op hoge posten. Hij heeft ervoor gezorgd dat in de meeste disciplines de beste atleten aan de Olympische Spelen deelnemen. Op alle mogelijke niveaus kan hij een opmerkelijke balans voorleggen.

Er werd in de aanloop naar 16 juli gesproken over een mogelijke alliantie tussen de Koreaan Un Yong Kim en de Canadees Richard Pound. Wat denkt u daarvan ?

Ik respecteer al mijn concurrenten, ik maak geen onderscheid tussen hen en ik geloof absoluut niet in allianties. Ik herhaal, de stemming is geheim en de IOC-leden zijn volwassen genoeg om hun eigen mening door te drukken. Zij hebben niemand nodig die hen bij de hand houdt.

Volgens een strikt politiek-sportieve logica zouden de Europeanen u gunstig gezind moeten zijn, zeker gezien uw positie van voorzitter van de Europese olympische comités.

Ik denk niet dat er in blokken gestemd wordt. Ik geloof niet in een continentale opdeling van stemmen. Het gaat om een persoonlijke keuze : de keuze van een individuele mens voor een individuele mens. De leden kiezen voor een bepaalde man of vrouw.

Drie dagen voor de verkiezing van de nieuwe voorzitter wordt de stad aangeduid die in 2008 de Olympische Spelen mag organiseren. De namen van Peking, Parijs en, in mindere mate, Toronto worden het vaakst geciteerd. Heeft die aanduiding een invloed op de verkiezing van de voorzitter?

Ik meen van niet. De IOC-leden weten perfect dat ze de ene dag kiezen voor een stad die over zeven jaar gedurende veertien dagen de Olympische Spelen zal organiseren. En de andere dag voor een persoon die hun dagelijks leven gedurende acht jaar zal beïnvloeden. Als Toronto aangeduid wordt, kan dat misschien voor Dick Pound een handicap betekenen. Maar ik ben geen Fransman en Un Yong Kim is geen Chinees.

Hebt u er al een idee van hoe uw leven in Lausanne zou verlopen ?

Eerst is er de verkiezing. Die moet je winnen vooraleer er sprake kan zijn van Lausanne. Over hoe mijn leven eruit zal zien als ik verkozen ben, heb ik nog geen seconde nagedacht. Dat zou arrogant, zelfingenomen en stom zijn.

Wordt u, zoals in politieke verkiezingen, omringd door een ploeg van communicatiedeskundigen ?

No comment. Ik kan u alleen zeggen dat alles perfect legaal en in een grote waardigheid verloopt. Maar wat u vraagt, is persoonlijk en ik wens me niet over dat onderwerp uit te spreken.

Velen zien in u de ideale kandidaat. Een briljant verleden als atleet en bestuurder. Veeltalig. U symboliseert loyauteit en ethiek. U hebt de doping bestreden, had een belangrijke bijdrage in het welslagen van de Olympische Spelen van Sydney. Hebt u toch ook gebreken ?

Vanzelfsprekend. Ik heb veel gebreken. Maar het is niet aan mij om daarover te spreken.

Krijgt u veel aanmoedigingen vanuit België ?

Ik word gewaar dat ik de steun krijg van een groot deel van de Belgische samenleving.

Indien u verkozen zou worden, zou dat invloed hebben op de Belgische sport ?

Het is duidelijk dat ik België altijd in mijn hart zal dragen. Maar het is even duidelijk dat ik mijn eigen land niet zou mogen bevoordeligen. Laten we het hier op houden: mijn verkiezing zal België zeker geen schade berokkenen, maar zal geen rechtstreekse invloed op de Belgische sport hebben. De Belgische sport zal zijn sterke en zwakke punten blijven hebben. De Belgische sport zal nog altijd te kampen hebben met zijn communautaire problemen, de zwakke fysieke conditie van de jeugd, het relatieve gebrek aan financiële middelen en publiek.

Hoe leeft u naar die verkiezing toe ?

Ik ben kalm en sereen. Ik heb mijn lot niet in eigen handen. Ik heb het gevoel dat ik er alles aan gedaan heb om te slagen. Word ik verkozen, des te beter. Zoniet…

Wordt de druk van de media niet te zwaar ?

Die druk is zwaar, maar maakt deel uit van mijn verplichtingen. Ik krijg zonder overdrijven tussen 25 en 30 aanvragen voor een interview per dag vanuit de hele wereld. Bij gebrek aan tijd moet ik de meeste van die aanvragen weigeren.

door Miguel Tasso

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content