Met vallen en opstaan leren uit je fouten, maar wel je principes trouw blijven. Luc Nilis blikt terug op zes maanden technisch directeur zijn bij Beringen Heusden-Zolder.

Heel even werd hij door een griepje geveld, maar het gaat weer beter met Luc Nilis (37) en met Beringen Heusden-Zolder, de ploeg waar hij aan de slag is als technisch directeur. De Limburgse degradant kende een slechte start in tweede klasse, ondanks het transfereren van heel wat bekend volk. Omdat er na de winterstop geen verbetering leek op te treden – thuis werd met zware 0-4 verloren -, zette de ploeg zijn huistrainer Peter Balette aan de deur. De ambitieuze Fuat Capa kreeg het team snel weer op de rails en begon met een overtuigende 3-0 tegen zijn ex-ploeg Patro Maasmechelen. “Oef”, zegt Luc Nilis, die straks ook weer even kan genieten van internationaal voetbal. Op uitnodiging van PSV mag hij mee naar Monaco en ook RuudVan Nistelrooij reserveerde al kaartjes voor het Europese duel van Manchester United tegen Milan. Nilis herademt : “Ik denk dat we een heel zwaar halfjaar meemaakten waarin ik veel leerde. Ik voel nu dat ik deze job graag doe en dat mijn toekomst daar ligt.”

Ik heb vooraf even met Peter Balette gebeld.

“Zaterdag nog met drie nul op zijn doos gegeven tijdens het snookeren…”

Hij schetste de toestand vorige zomer. Na de degradatie en het doorknippen van de banden met RC Genk beschikten jullie over amper vijf spelers. Hoe ben je te werk gegaan ?

“Ik sta niet boven de mensen hier, maar ik vorm een schakel met de trainer voor wat het sportieve betreft en met de voorzitter voor de financiële zaken. We wilden een sterke centrale as uitbouwen met ervaren mensen en een spits die een goal kan maken. Op papier zag het er goed uit, met Arts, Cooreman en Mbonabucya. Allen waren we het erover eens dat dit de steunpilaren van ons elftal konden worden.”

De realiteit was anders, want de drie spelers die je noemt, zijn nu pas min of meer fit.

“Dat is pure pech. Arts en Mbonabucya werden allebei in de eerste wedstrijd, op Union, geraakt. Georges speelde de week erop nog wel voor de beker, en verdraaide daar zijn knie. Kraakbeenletsel en operatie. Sommige mensen suggereerden dat het een oude blessure was, maar dat bestrijd ik formeel, we hebben vooraf echt wel alles gecheckt. Georges had die blessure eerder al eens, maar wel aan de andere knie. Desiré kreeg een kniestoot toen hij in de lucht ging en brak een beentje in de rug. Dat is gewoon pech. De laatste weken zie je, nu hij weer fit is, dat het een heel goeie spits is. Davy Cooreman is ook zo goed als terug. Peter had gewoon de pech dat hij geen gebruik kon maken van zijn as en andere spelers in een rol moest duwen die ze niet aankonden. We hebben nog andere transfers gedaan om het op te lossen : Jacky Peeters ter vervanging van Arts, Camara van Cercle op het middenveld en Arijs als vervanger van Desiré. De eerste twee vielen mee, Arijs was slecht. Te plat.”

Nochtans verdiende die eerder zijn strepen in tweede klasse, bij Deinze.

“Ja. Op twee jaar tijd had hij er veertig ingeduwd bij Deinze. Twee keer topschutter. Hier lukt het echter niet. De trainer speelt nu met een ander systeem, met één targetspits, Desiré, en twee hangende mensen. Arijs past daar niet meer in en dus mag hij weg.”

Hoe erg was het om Peter Balette, intussen een vriend geworden, te ontslaan ?

“Heel erg. Niet alleen omwille van die vriendschap, maar omdat het zo’n goeie trainer is. Dat blijf ik zeggen. Af en toe trainde ik mee en zag ik dat hij een heel gevarieerde oefenstof had. Alles zat erin. Alleen word je als trainer beoordeeld op resultaten en die lagen moeilijk. Op zeker moment primeert dan het clubbelang. Toen ik na de 0-4 tegen Eupen voelde dat het niet meer houdbaar was, heb ik Peter direct ingelicht. Je voelde in de vip-ruimte dat de sponsors het niet meer zagen zitten. Terecht of niet terecht, dat laat ik in het midden. Die mensen kijken niet naar wat er in de week op het veld gebeurt, maar willen resultaat. Rond middernacht ben ik bij Peter thuis langsgegaan en daar hebben we een uur of drie gepraat. Hem voorbereid op wat ik dacht dat zou komen. Zondagmorgen had ik een afspraak met de voorzitter en daarin besloten we dat er een ontslag zou komen. Peter was de hele tijd perfect op de hoogte van wat leefde.”

Voor wie de club niet kent : Peter Balette wàs Heusden-Zolder, acht jaar speler en trainer sinds januari 2001.

“Ja. Nu is Tony Greco, ex-Genk, erbij gekomen in de begeleiding en ikzelf, maar vroeger deed Peter alles zelf. De voorzitter had het heel moeilijk met dat ontslag. Als Peter niet zo’n goeie trainer was en niet zoveel voor de club had gedaan, was hij wellicht al met de problemen in eerste klasse ontslagen. Pas nu hij niet meer betrokken is, merkt hij hoeveel tijd hij in deze club stak. Het was behoorlijk afkicken.”

In eerste klasse brachten jullie goed voetbal, maar kwam er geen volk kijken. Nu was het volk er wel, maar liet het voetbal jullie in de steek.

“Het voetbal van op training zag je nooit op het veld, neen. De laatste jaren heeft de club zich altijd kunnen aanpassen aan de tegenstander, een beetje afwachtend. Nu moesten we meer vanuit onszelf voetballen. Dat is niet evident, neen, wat we ook probeerden. Ik denk dat deze ploeg het makkelijker zou hebben in eerste dan in tweede. Maar het is nog niet gedaan, wij hebben nog altijd zicht op de eerste vijf plaatsen. Zulte Waregem wordt kampioen en omdat zij al een periodetitel wonnen, geeft plaats vijf wellicht ook recht op deelname aan de eindronde. Als we die halen, maken we veel kans op promotie. Mentaal, qua zelfvertrouwen, zullen we heel sterk staan omdat we van zover komen.”

Vanwaar de keuze voor de toch onbekende Fuat Capa ?

“We moesten wat veranderen qua spelstijl en hij bevestigde mijn gedachtegang. Een coming man als trainer, een beetje hetzelfde type als Peter. Heel open, iemand die nooit vanuit de ikvorm spreekt. Hij speelt vrij hoog, zet snel druk op de tegenstander, wil dominant voetbal. Hij haalde in Nederland nog een extra diploma, ze doen lactaattesten… Fuat gaat tot in de details.”

Het was nooit de bedoeling dat jij of assistent Domenico Olivieri het roer overnamen ?

“Neen. Domenico wil geen hoofdtrainer worden, hij ziet zichzelf eerder als de PierreDenier van Heusden, rustig in de schaduw. Zelf heb ik de voorzitter ook meteen gezegd dat ik geen ambities in die richting had. Ik wil graag in deze rol doorgaan, want ik voel dat het me ligt. In het andere geval had ik nu al gezegd dat ik ermee kapte.”

Als je nu omkijkt, vind je dan dat je ergens leergeld betaalde of fouten maakte ? Voor SEM ging je vooral jonge spelers scouten, ik kan me inbeelden dat je op seniors minder zicht had.

“Wij kozen voor zekerheid ja, vanuit het gegeven dat we maar vijf spelers hadden en aan een nieuwe kern van 20, 22 jongens moesten bouwen. Dat kon in mijn ogen alleen met ervaren jongens. Je kon jonge spelers onmogelijk opzadelen met de druk die hier heerste : nieuwe club, gezakt uit eerste, verhuis van Genk naar Beringen. Alleen is dat door pech in het water gevallen. Ik sta nog steeds volledig achter die visie. Naar volgend seizoen is het werk veel makkelijker, omdat we nu al een kern hebben en sneller de pijnpunten zien.”

Deed je zelf de onderhandelingen ?

“Ja. Ik veronderstelde dat ik alleen over het sportieve zou gaan en de voorzitter over het financiële, maar hij zei meteen : ‘Daar heb ik nu een technisch directeur voor. ‘ De eerste keer wist ik niet eens hoever ik financieel kon gaan, en draaide ik serieus rond de pot ( lacht). De discussies vooral sportief gehouden en daarna aan de voorzitter gevraagd wat kon. De eindbeslissing nam ik nooit zelf, die liet ik toch aan de voorzitter. Vind ik normaal. Op dat vlak was ik toch blij dat ik een paar jaar bij SEM werkte, zodat ik wist hoe die wereld leefde en bewoog. Maar het was nooit de bedoeling dat ik manager zou blijven. Jonge spelers begeleiden deed ik heel graag, maar in een club ben je veel meer betrokken bij het dagelijkse werk. Anderzijds ben ik niet iemand die ver vooruit kijkt. Ik heb hier geen contract, het is meer een woord. Ik vond het niet zo belangrijk, ik wilde vooral ontdekken of ik het graag deed.”

Wat leverde de verhuis naar Beringen jullie op, want, even voor de buitenwereld, het kwam niet tot een fusie met de lokale voetbalclub ?

“Neen, op dit moment delen we alleen het stadion met de eersteprovincialer. In de toekomst zal het er wel van komen, hoor, misschien niet volgend jaar, maar later. Zeker als deze club groot wil worden. Het is de bedoeling om de traditie van vroeger te laten herleven. Genk als voorbeeld ? Ja en neen. Die hebben een veel groter budget en bouwden in de loop der jaren een statuut op. We kunnen ons wel spiegelen aan Genk, in die zin dat ze iets samenbrachten – Winterslag en Waterschei – waarvan iedereen vooraf zei dat het nooit zou lukken.”

Het heeft wel lang geduurd en er is veel geld verspild.

“Vooral dat laatste, maar dat heeft andere redenen, ik denk dat vooral veel geld verspild is in het aankoopbeleid. Wij moeten het niet op die grote schaal zien. De middelen zijn beperkter, maar ze zijn er, zeker naar tweede klassenormen. Tweeduizend abonnementen, vijfhonderd seathouders, eters, sponsoring, voor tweede klasse is dat heel veel. Zelfs tijdens die slechte heenronde hadden we nooit minder dan 2000 bezoekers.”

Wil je dan een ander soort voetbal brengen ? Werkmansvoetbal ?

“Absoluut. Ook dat kan mooi zijn. Op het moment dat Genk kampioen speelde, had je Oulare, Strupar en Brockhauser, en de rest waren werkers, jongens uit de streek. Daar willen wij ook naar toe. Streekgebonden spelers, niet alleen Limburgers, maar ook Kempenaars. Ik ben geen racist, maar ik kant me wel een beetje tegen een overvloed aan buitenlandse spelers. Desiré en Camara noem ik intussen al Belgen, die jongens zijn hier al jaren en ongelooflijk professioneel. Maar daarbuiten… Arijs komt uit de Vlaanders. Een ramp. Niks. Efkes hier spelen, hun geld meepakken, de auto in en terug naar huis. Zo kweek je geen binding.” (lacht)”

“Ik praat met Stan Valckx, maar je moet zoiets op het juiste moment doen. Eerst moet je hier een interne structuur en een visie creëren. Als je de overschot uit de PSV-kern krijgt, geloof ik daar niet in. Wel als je zelf jongeren van zeventien of achttien kan kiezen die je twee, drie jaar bij jou kan laten rijpen. Anderzijds kan ik ook jongens ontdekken die voor ons misschien te duur zijn, maar waarmee we een overeenkomst met PSV kunnen maken. Dat is zinvoller.”

Antwerp ontsloeg recent Jerko Tipuric, jullie deden hetzelfde met Peter Balette. Een teken dat de zakkers het moeilijk hebben ?

“Het is een zaak van instellen, denk ik. Sommige ploegen spelen countervoetbal tegen ons, Antwerp of Zulte. Dat weet je en dat is ook hun recht. KV Mechelen heeft het in derde ook lastig. Een favorietenrol waarmaken, is altijd moeilijk. Af en toe zie ik wel leuke wedstrijden in tweede klasse, hoor. Onze match op Antwerp bijvoorbeeld, ook al verloren we. Sommige teams verrasten me aangenaam. In Virton was het 1-0 voor hen, maar het kon makkelijk 5-0 geworden zijn. Ze voetbalden heel dominant en dwongen veel kansen af. Eupen kegelde Westerlo uit de beker, ook geen toeval. Ronse heeft een paar heel goeie spelers. In principe zouden we na onze eerste ronde geen schijn van kans meer mogen maken om nog bij de eerste vijf te komen, maar onderling verliezen ploegen zoveel punten dat ik er echt nog in geloof.”

Je voetbalt dus af en toe nog mee.

“Nu niet meer, omdat ik stilaan bezig ben met volgend seizoen. Als het niet uitkwam bij het positiespel, deed ik vroeger wel mee. Het vertrouwen van de keepers wat weghalen ( lacht). Technisch lukte het allemaal nog wel, maar fysiek kan ik niet verbergen dat ik 37 ben. Ik speel ook nog regelmatig zaalvoetbal.”

En na de match dans je op de tafels, hoor ik.

“Kan gebeuren. Wij hebben een dj in de vip-ruimte en als de sfeer goed is… Het is soms wel leuk, ja, uit de schijnwerpers. Ik moet wel eens lachen met de cv’s die ik binnen krijg. Superspelers allemaal. Mijn eerste vraag is dan : ‘waarom zit die daar ?’ Ook op dat vlak leerde ik veel bij SEM. Als je de mensen wil geloven, zijn het allemaal Maradona‘s. Ik wil spelers zelf zien. Niet één keer, maar twee, drie keer. Ik ben nog meer de baan op dan vroeger. Misschien dat ik daarom niet in Genk aan de slag ben. Daar zou ik iets te veel in het rijtje moeten lopen, zonder zelf de verantwoordelijkheid te mogen nemen.”

Je wilde wel, maar Paul Heylen stak er een stokje voor.

“Ja, in de periode dat Genk Heusden-Zolder overnam. Allicht had hij er zijn redenen voor, maar nu is de relatie normaal.”

Vorige zomer zochten ze een technische directeur, je bent een kind van de streek, maar toch kozen ze voor Ariël Jacobs. Niet teleurgesteld ?

Jos Vaessen heeft me nooit uitgenodigd om te praten over mijn visie op voetbal. Misschien omdat ze weten dat ik die zou willen doordrukken als ik ergens werk, ik weet het niet. Ik ben geen meeloper.”

Heb je nog veel contact met Marc Degryse ?

“Ja. Dan praten we over de job en de problemen. In Nederland zie je dat veel meer, ex-voetballers die deze functie hebben. Enzo doet ongeveer hetzelfde als ik in Tubeke, maar op een ander niveau. Wij zijn profs en trainen overdag, zij ’s avonds. Enzo geeft er nu ook de trainingen. Hij weet wellicht nog niet goed wat hij wil en schippert. Trainer worden was nooit mijn ding, ik heb nooit gevoeld dat daar mijn talenten lagen. En wat onze functie betreft…”

Je bent al bezig met volgend jaar. Dus blijft Luc Nilis td in Beringen ?

“Ik heb een mondeling akkoord, het contract vind ik niet zo belangrijk. Op dit moment steek ik er zelfs meer in dan ik krijg.”

Ach, je spaarpotje is mooi genoeg…

“Misschien, maar het is toch niet de bedoeling dat ik straks weer moet voetballen om wat geld te verdienen ! Ik bekijk het realistisch. Als voetballer heb je je kwaliteiten in eigen hand, hier moet je met meer factoren rekening houden en niet te snel van stapel lopen. Maar ik ben ambitieus, hoor, zeker. Dit is geen bezigheidstherapie, dan ga ik liever golfen.”

door Peter T’Kint

‘Ik denk dat deze ploeg het makkelijker zou hebben in eerste dan in tweede.’

‘In Genk zou ik misschien iets te veel in het rijtje moeten lopen, zonder zelf de verantwoordelijkheid te mogen nemen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content